EAARLEMSCH
Eerste Blad.
INo. 88 Uitgave van BE ER VEIN LOOSJES, Gedempte Oudegracht 84 Zeventiende Jaargang.
144.
van WOENSDAG 6 November 1*95.
Nieuwsberichten.
TKLEPHOONNUMMER
TELEPHON1SCHE VERBINDING
met AMSTERDAM.
ABONNEMENTSPRIJS
Per drie maandenf —,25.
franco p. post ,40.
Afzonderlijke nommers 3 centen per stuk.
Prijs per Advertentie van 1—5 regels 1 0.25, elke regel
meer 5 cents, groote letters naar plaatsruimte.
VERSCHIJNT:
Dinsdag- en Vrijdagavond.
Advertentiën worden aangenomen tot DINSDAG en VRIJDAG des middags ten 12 ure, die alsdan zoo mogelijk nog worden geplaatst.
„ONZE LEESTAFEL".
Onlangs verecbenen werken op aan
vrage ter bezichtiging te verkrygen bij
De ekven Loosjes, te Haarlem.
ADAGARIUS, Latijnsche Termen in hetda-
gelijkacb levening. f 1.90
Almanak voor de Jeugding. 0.40
BUCHER, JDe Kunstnijverheiding. 1.—
geb. - 1.25
ESJEE, Kir deren van bun tyding. 2.25
ISING, (A Haagscbe schetsening. 3 50
KAL F F, (Dr. G.) Literatuur en tooneel
te Amsterdam in de l?de eeuw...ÏDg. "2 90
geb. 3.50
K RA YENBELT (Ds J Het Heilige
Land. Reis door Egyple, Palestina
Syrië. Met platen-geb. 2.50
LAPIDOTH-S W ART, (H.). Blanke duiven.
geb. n 1.90
Nederl. Dichters. Jbr. Onno Zwier van
Haren Mr. Willem BilderdijK Met
proza van Albert Verweying. 1.
geb. 1 50
NOORDWAL, (C.). Kleine Treesing. 2.75
PRESSENSÉ (E. de). Huishoudstertje
geb. 1.90
QUINT USI n 't voer bij gaan H erinn erin gen
en indrukkening. 1.90
geb. 2.25
Buitenlandscbe nieuw verschenen werken.
LANSON (G Pages choisies de H. de
Balzacing. f 1 90
LOTI (P.). La Galilée.ing. 1 90
MAËL, (F.). Ceiles qui savent aimer, .ing. 1.90
Bovenstaande werken zyn voorbanden
bij de boekhandelaars de erven Loosjes
Niobe
■was de gemalin van den Thebaanschen
koning Amphion, zegt de de fabelleer dei-
Grieken. Zij had zes zonen en zes
dochteren, maar Niobe was eene trot-
sche dame; zij stelde zich gelijk met
Arthemis, de vrouw van den god Apollo.
Nu waren de goden niet malsch, vooral
niet als er eene dame bij in 't spel was
de twaalt kinderen het standje schijnt
aangekomen door Niobe's kroost,
stierven op eenen dag. De slag deed
Amphion zelfmoord begaan en Niobe
werd veranderd in een immer tranen
stortenden steen.
Hier begint het Fantastisch Blijspel,
Vrijdag avond gegeven door het Hol-
landsch Tooneelgezelschap van den Heer
A. van Lier.
Stel O voor; die steen Niobé's
natuurlijk in de verbeelding bestaande
werd opgegraven en het beeld gekocht
door een kunstminnend Engelschman,
die het beeld assureert. Om zeker te zijn
dat het niet beschadigd wordt, bewaart
de assuradeur het in zijne woning, doch
daar komt het in contact met eene
electrische geleiding en het begint te
leven, zich te bewegen, le spreken, te
verlieven op den assuradeur en zoo
kwam een spelletje aan den gang, dat
zoo grappig kunstig ineen gezet is en
uit den aard der omstandigheden tot
zulke dolle toestanden aanleiding geeft,
dat een onbedaarlijke pret zich van den
toeschouwer meester maakt. Wat jam
mer, dat de zaal zoo slecht bezet was,
zóó slecht, dat de Heer Van Lier zéér
stellig in de verste verte zijne kosten
niet kon dekken, en men er werkelijk
verlegen mee werd de zéér verdienste
lijke uitvoering te zien plaats hebben
voor een publiek, juist groot genoeg om
eene niet te kleine kamer te vullen.
Wat wenscht het publiek, wat is noodig
om te Haarlem eens een goed gevulden
schouwburg te zienSpeelt eene directie
di akengeen opkomst. Wordt een goed
tooneelstuk gegeven, door een goed ge-
zeischap geen publiek. Een blijspel
men blijft weg.
Steunt men op deze wijze de goede
tooneelkunst, of onderdrukt men zoo
doende het kunstgevoel bij den artist,
die zich na een moeitevollen leertijd
zekere positie behoort te kunnen schep
pen en hierop ontegenzeggelijk aanspraak
heelt. Of is het alléén de muziek die
de kunst vormt en heeft deze kunst
alleen aanspraak, is die bij uitsluiting
de uitverkorene van het publiek in onze
stad 1
Werkelijk, het gezelschap Van Lier
verdient de waardeering van de kunst
liefhebbers en van harte zij hun beter
schap toegewenscht.
Die Jahreszeiten.
(Oratorium van Joseph Haydn.)
In het voorjaar van 1890, bij gelegen
heid van het tweedaagsch muziekfeest,
hadden de leden van de afdeeling «Haar
lem" der Maatschappij tot Bevordering
van Toonkunst het voorrecht, kennis te
kunnen maken, of de kennismaking te
kunnen hernieuwen met het oratorium
de Schepping van Joseph Haydn. In
December van het volgend jaar viel het
oog van het afdeelingsbestuur op de
Jaargetijden, welk werk met zeer veel
succes door de zangvereeniging werd
ten gehoore gebracht.
Thans is het laatstgenoemde toonwerk
door het R. K. Gemengd Koor i>Jan
Albert Ban," onder leiding van den
heer N. H. Andriessen op het program-
gebracht, om Woensdagavond te worden
uitgevoerd.
Eene goede gedachte mag het van
het Bestuur dezer jeugdige vereeniging
heeten, de Jaargetijden, Haydn's laatste
groote schepping, voor eene uitvoering
te bestemmen. De bekendheid van menig
onderdeel, de populariteit van verschil
lende koren en aria's kan er slechts toe
bijdragen, het genot van eene goed
voorbereide vertolking te verhoogen.
Over het toonwerk zelf laten wij hier
een en ander volgen.
Vergeleken bij de Schepping verliest
de Jaargetijden het in meer dan een
opzicht; het werk is minder rijk aan
grootsche momenten en mist tengevolge
daarvan op vele plaatsen diepte en
overweldigende kracht. De solopartijen
staan in geen dramatische verhoudingen
tot elkander en treden met uitzon
deringvan het liefde-duo tusschen Hanne
en Lukas steeds verhalend op. Gaan
wij bij de Schepping regelrecht den
blauwen ether in, bij de Jaargetijden
blijven wij op den vlakken bodem.
Haydn zelf heeft het verschil op ka
rakteristieke wijze uitgedrukt. Keizer
Frans vraagde hem, bij een uitvoering
van de Jaargetijden, welk werk hij het
hoogste stelde. De Schepping, antwoordde
Haydn en op de vraag waarom, zeide
hij In der Schopfung reden Engel und
erziihlen von Gott, aber in den Jahreszei
ten spricht nur der Simon". Haydn be
klaagde zich ook menigmaal over den
onpoëtischen tekst't was hem niet
mogelijk bij de Heisa'sen Hopsa's"
in de rechte stemming te komen en het
gekwaak van kikvorschen muzikaal te
behandelen. Es wurde mir aufgedrongen,
diesen Quark niederzuschreiben riep hij
uit, meenende zijne kunst daardoor niet
weinig te vernederen.
In weerwil van een en ander schreef
Haydn op den gewraakten tekst een
toonwerk, dat in zijn geheel aanspraak
heeft op de waardeering, welke er bij
iedere uitvoering opnieuw aan ten deel
valt.
Haydn was 67 jaar toen de Jaar
getijden schreef, tusschen 1799 en 1800.
Nimmer had hij zich bezig gehouden
roet het beschrijvende genrehij deed
het door overreding van zijn vriend, den
Baron von S wieten,directeur der Keizerlij
ke Bibliotheek, die hem tevens de teksten
verschafte. Voor beide toonwerken wer
den deze ontleend aan gedichten van
den Engeischen schrijver Thompson. Met
de eigenlijke oude oratoriums heeft de
Jaargetijden alleen den naam gemeen
men heeft hier niet te doen met de
behandeling van eenig bijbelsch ofwe-
reldsch onderwerp. In werkelijkheid geeft
het werk eene aaneenschakeling van
cantaten, recitatieven en aria's, waarin
de loop des jaars, beginnende met de
Lente, wordt gevolgd en weergegeven
in die natuurschilderingen, welke voor
muzikale bearbeiding geschikt zijn. Doch
deze beelden worden afgewisseld door
gevoelsuitingen van het landvolk, dat
in de rijke natuur leeft en werkt en
daarbij hare grillige wisselingen volgt
tir gadeslaat. Het oogstfeest in den
boomgaard en in den wijnberg, de
dankhijmnen aan den Vader in den
hemel, de bedrijvige jachtpartijen, de
idyllische liefde van de landjeugd zijn
daarbij niet achterwege gebleven.
In het laatste deel verlaten dichter
en componist eensklaps het gebied der
beschrijving. De winter wordt vergele
ken bij den dood. De bas-aria, die Haydn
hier op den tekstErllicke hier, beth'órter
Mensch" schreef, is eene der schoonste
van zijne voeaalcompositiën. Met het
onmiddellijk op deze aria volgende
slotkoor krijgt het einde een religieus
karakter en gaat deze symphonie pastorale
over in een veelstemmig, verheven
danklied, waarin de kinderlijk vrome
„Vader Haydn", niet minder dan in
de Schepping als toondichter zij n hoogste
triomphen vierde.
De solopartijen Hanne sopraanLu-
kas (tenor) en Simon (bas) worden bij
de uitvoering en morgenavond vervuld
door mejuffrouw Betsy Bonger en de
de heeren Rogmans en Zalsmanhet
Koor is met goede zorg voorbereid,
terwijl ons Stedelijk muziekcorps met
de orkestrale begeleiding is belast. On
getwijfeld mogen wij, met het oog op
deze bezetting goede verwachtingen
koesteren en de muziekliefhebbers tot
een bezoek aan dit concert opwekken.
B.
De Spaansche regeering is in den
laats ten tijd erg ongelukkig met de
oorlogsschepen. Thans weer met een
nieuwe kanonneerboot. Het vaartuig was
te Glasgow afgeleverd en zou de reis
naar Spanje aannemen, toen het in
aanvaring kwam met een Engeischen
schoener, welke geducht beschadigd
werd. Vóór de kanonneerboot haar tocht
kon voortzetten, legde de eigenaar dei-
schoener er beslag op. Een andere
kanonneerboot is gestrand.
In de laatste vergadering van het
keizerlijk Russisch oeconomisch genoot
schap is besloten tot den cz-aar een
verzoekschrift te richten in zake af
schaffing van lijfstraf voor boeren. Nu
bestaat er ongelukkig in Rusland nog
een sterke partij die meent, dat een
boer een wezen is, geheel geschikt voor
den knoet. Deze partij wil den maat
regel van mensehlievendheid verhinde
ren en begint met dien verdacht te
maken, door erop te wijzen, dat het geen
Rus vrij staat rechtstreeks aan den
czaar opheffing van eene wet te verzoe
ken, en dat personen, die dit doen, tot
de revolutionnaire partij behooren, eene
partjj door eiken rechtgeaarden Rus
wordt verafschuwd.
Het graan, benoodigd voor de brouwe
rijen ontvangt België voor een groot
deel uit Egypte. Dit graan is dan geheel
met Nijlslijk bedekt. Eerst had men
bezwaren tegen dit slijk omdat het graan
dan eene wassching moet ondergaan.
Men is nu wijzer geworden. Het graan
wordt in groote bassins gevoerd en
daar gewasschen. Het slijk of slib wordt
op de naburige akkers gebracht en deze
betoonen zich door verhoogde groeikracht
dankbaar voor het verkregen Nijlslib.
De Spaansche regeering zal eerstdaags
weer nieuwe versterkingen naar Cuba
zenden, men spreekt van vijf en dertig
duizend man behalve de vrijwilligers.
Met de hoofdmacht vereenigd, hoopt
Campos dan den opstand geheel te kun
nen bedwingen. Men vertelt van dezen
generaal, dat onlangs op een verken
ningstocht zijn mantel door acht kogels
doorboord was.
Luitenant Peary, de Amerikaansche
Poolreiziger, heeft bij zijn thuiskomst
te Portland (Maine), verklaard, dat hij
geen reis naar het hooge Noorden meer
zal ondernemen. „Ik zal," zei hij, „de
Noordpool niet zien, als zij me niet
wordt thuis gebracht. Ik heb er mee
afgedaan. Voor zulk werk zijn, dunkt
mij, jonger menschen noodig dan ik."
Een lijkbezorger van het krankzinni
gengesticht Dalldorf, te Berlijn, is ge
vangen genomen wegens het verkoopen
van lichaamsdeelen van dooden uit dat
gesticht. Een kist met door hem verzon
den „artikelen," aan het pathologisch
instituut te Grefswald geadresseerd,
werd aan het station Reinichendorf in
beslag genomen.
De Zweedsche lucifers vieren hun
gouden jubilé. Het is namelijk 50 jaren
geleden dat in de Zweedsche stad Jön-
köping de eerste fabriek van lucifers
utan sioafvel och phosphor, werd geopend.
Voor Karei Lundström, den vader dezer
industrie, welke Jönköping tot groote
welvaart bracht, wordt in die stad een
standbeeld opgericht.
Weer is een Fransch ministerie be
zweken, thans onder den druk der
interpellaties. In zake die van de stakende
glasblazers heeft zich de regeering kun
nen verdedigen en met goed gevolg, maar
toen werd den minister naar het hoofd
gegooid, dat hij te laksch was in het
vervolgen van knoeierijen en toen de mi
nister eene motie van vertrouwen ver
langde, werd met groote meerderheid
eene motie aangenomen, waarbij bepaald