HAARLEMSCH
Wereldkroniek,
Eerste Blad.
No. 3^
Mo. 91
Uitgave van DE ER VEIN LOOSJES, Gedempte Oudegracht 84
Zeventiende laargang.
144.
met AMSTERDAM.
van ZATERDAG 16 November 1*95
larf. Vereen, tet bevordering
van Zondagsrust.
Doet Uwe inkoopen liefst niet
»p Zondag. Waarom zoudt gij
geheel onnoodig de Zondagsrust
van anderen storen?
Nieuwsberichten..
TÏIEPHOON' NUMMER
TELEPHON1SCHE VERBINDING
ABONNEMENTSPRIJS
Per drie maandenf— ,25.
franco p. post ,40.
Afzonderlijke nommers 3 centen per stuk.
Prijs per Advertentie van 1—5 regels I 0.25, elke regel
meer 5 cents, groote letters naar plaatsruimte.
VERSCHIJNT:
Dinsdag- en Vrijdagavond.
Advertentiën worden aangenomen tot DINSDAG en VRIJDAG des middags ten 12 ure, die alsdan zoo mogelijk nog worden geplaatst.
Het Bestuur der Afdeeling.
VAN DE
is direct na uitgave voorhanden in den
Boekhandel van DE ERVEN LOOSJES.
Prijs 10 Cants.
Z B O ET ITK
De Raads-agenda voor Woensdag was
betrekkelijk kort, doch twee punten,
het eerste en het laatste, eischten veel
overleg en zoo geschiedde het, dat de
Raad ongeveer twee en een half uur
vergaderde.
Na de gewone lezing der notulen kwam
opnieuw in behandeling het verzoek van
de Firma Beijnes tot aankoop van grond
aan het Stationsplein. Op voorstel van
den Heer de Clercq was besloten deze
zaak opnieuw te stellen in handen van
B. en W. ten einde te verkrijgen den
verkoop te stellen op zoodanige voor
waarden dat de grond, voor 't geval zij
niet meer voor het bedoelde gebruikt
werd, liefst om niet weer aan de ge
meente zou komen.
De firma Beijnes was echter, volgens
sch lij ven van B. en W. tot eene over
eenkomst in dien geest niet te vinden.
Volgens een nader adres is echter de
firma op haar besluit teruggekomen
en stelden bij schrijven van 8 November
den Raad voor, om aan den koop de
voorwaarde te verbinden, dat, wanneer
te eeniger tijd de grond niet meer ge-
gebruikt mocht worden tot vergrooting
van het gebouw der thans bestaande
rijtuigfabriek, de gemeente Haarlem,
zonder betaling van kosten, weder eige
naar zal worden van den grond.
Den Heer Hijmans echter komt het
voor, dat men zeer duidelijk moet zijn
en stelt voor eene kie ne wijziging en
bijvoeging. Dit amendement wordt op
voorstel van den Voorzitter als punt
2 der desbetreffende overeenkomst aan
de orde gesteld. De Heer de Clercq van
Weel vindt het jammer, dat geen erfpacht
is opgeworpen. De Heer Willink is daar
ook voor, en zou herziening van het
voorstel wenschelijk achtenwenscht
eene uitgifte voor beperkten tijd.
De Heer Sneltjes zou willen, dat B.
en W. eenige ophelderingen gaven,
omtrent de onderhandelingen met de
firma Beyues. De Heer Krol voert nog
het woord, deelt mede dat een plan in
wording is tot het bouwen van een
nieuw Stationsgebouw en met het oog
daarop wil hij in deze vergadering de
zaak niet verder afdoen. De Voorzitter
deelt den loop der zaken mede, waaruit is
gebleken dat eene andere regeling dan
de voor- gestelde niet mogelijk was.
Thans komt de motie Krol in be
handeling. Wethouder de Kanter ziet
niet in, dat het voorstel van B. en W.
zoo slecht is, maar ook de Heer Krol
blijft bij zijne meening.
De Voorzitter deelt nog mede, dat de
verkoop van den grond de Spoorweg
plannen niet in den weg staan.
Ook de Heer van Slyrum wil de motie
Krol ondersteunen.
Motie Krol komt in stemming en wordt
aangenomen met 16 stemmen.
Een voorstel van B. en W. tot wij
ziging der verordening tot heffing van
leges- en expeditie-gelden ter Secretarie
wordt aangenomen.
Vervolgens neemt de Raad een voor
stel aan tot aanschaffing van een trap-
looper voor de groote trap van het
Raadhuis om bij voorkomende gelegen
heden, als trouwplechtigheden enz. te
dienen. Zoo'n looper werd tot heden
gehuurd. Het besluit bepaalt tevens, dat
voor het leggen, opnemen en schoon
houden van dit nieuwe gemeente eigen
dom aan den bewaarder van het Raad
huis eene vergoeding zal betaald worden.
De Heer Fokker, woonachtig aan den
Kleinen Houtweg alhier, wendde zich
tot den Raad, verzoekende te gelasten
aan de Maatschappij tot Exploitatie van
Staalwaterbronnen het opruimen van
een ververschingstent in het park van
het Brongebouw en zulks omdat der
Maatschappij slechts was toegestaan het
maken van twee lauben en niet van
bedoelde tent. De Heer Fokker had zich
reeds gewend tot den Raad van Beheer
der Maatschappij, doch zonder gunstig
gevolg.'
B. en W. meenen, dat er geen termen
bestaan aan dit verzoek te voldoen en
stellen voor den Heer Fokker in dien
zin te berichten.
De Heer Winkler voert het woord;
acht het jammer dat het geen tent is,
maar een loods en geeft eenige taal
kundige opmerkingen omtrent „laube'
ten beste, vindt dat de bewoners met
recht klagen. De Heer Stolp wenscht,
dat de maatschappij alsnog den toestand
wijzige in verband met de vergunning.
De Heer Bijvoet meent, dat de Raad
den huidigen toestand dient tebestendi-
gen. De heer Stolp licht nog nader toe
en trekt na eene opmerking van den
heer Bijvoet zijne motie in. Wethouder
de Breuk constateert, dat de bouw
overeenkomstig de gegeven vergunning
heeft plaats gehad. De heer Willink
beveelt aan in het vervolg van alles
teekeningen te vragen.
De Heer 't Hooft had het beter ge
vonden, als men vergunning had verleend
tot het bouwen van loofhutten.
De Heer Winkler houdt vol, dat er
wat anders is gebouwd dan toegestaan
was.
De Heer de Kanter brengt in herinne
ring, dat volgens zijn oordeel de beide
getimmerten lauben zijn, al zijn ze niet
gelijk en gelijkvormig.
De Heer Waller meent ook, dat aan
het raadsbesluit door de maatschappij
volkomen uitvoering is gegeven. De Heer
de Breuk brengt nog een en ander in
het midden, waarop de Heer van Sty
rum vuur vat, doch hij wil voorstel B. en
W. steunen.
Het wordt aangenomen metalgemeene
stemmen. De Heer Leupen blijft buiten
stemming.
Vastgesteld werd het tarief van on
derstand voor de bedeelden door het
Burgerlijk Armbestuur.
Het verslag van den gasopzichter over
de maand September werd aangenomen
voor kennisgeving.
Onderwijzers en onderwijzeressen aan
de openbare lagere scholen verzochten
bij rekest van 14 Nov. 1894 eene nieu
we regeling der jaarwedden, hierop neer
komende, dat voor onderwijzers of onder
wijzeressen de jaarwedde na acht jaar
tot ƒ900 kan klimmen; dat van dezelf
de met hoofdacte tot ƒ1100; dat van
eerste onderwijzer of onderwijzeres tot
ƒ1200; terwijl dengenen, die het onder
wijs in gymnastiek of teekenen wordt
opgedragen ƒ50, en voor 't Fransch ƒ100
wordt toegelegd.
In een uitvoerig advies van B 'en W.
wordt er op gewezen, dat hierdoor dit
jaar de uitgaven voor salarissen hier
bedoeld zouden vermeerderd zijn met
ƒ13000, of na acht jaar met ƒ40.000,
doch B. en W. stellen eene regeling
voor, waarbij de rangschikking in drie
klassen vervalt. Eerste klasse worden
daarbij allen, die tot heden eerste en
tweede klasse genoemd zijn. Hunne
jaarwedde kan klimmen tot het maxi
mum, dat de bestaande regeling toekent
aan onderwijzers of onderwijzeressen der
eerste klasse. De toelage, toegekend aan
een vervangend hoofd zal alleen worden
toegestaan, wanneer hij werklijk als
zoodanig moet optreden.
Verder wordt voorgesteld het maxi
mum der jaarwedden van degenen die
thans derde klasse heeten, te brengen
van ƒ650 op ƒ700.
De financieele gevolgen van deze
voorstellen doet het cijfer der jaarwedden
voor dit jaar met ƒ3500 toenemen en
zullen dezelfde personen, als zij over
tien jaar nog in dezelfde betrekking als
thans werkzaam zijn, 15000 meer
ontvangen dan in 1895.
De jaarwedden der hoofden worden
afgerond tot ƒ1500.
De algemeen beraadslagingen werden
geopend door den Heer 't Hooft. Hij
merkt op, dat op de begrooting de post
lager onderwijs met ƒ23.000 zoo ver
hoogd worden, meent dat rekestranten
vergeten hadden de kosten te becijfe
ren. Het is maar tot op zekere hoogte
waar, dat door de belangen van de
onderwijzers te bevorderen tevens die
van het onderwijs bevorderd worden.
Worden de belangen van de onderwijzers
verwaarloosd? Neen, hiervoor waakte
de Heer Waller, die reeds vóór het rekest
in deze werkzaam was.
Spreker wenscht le de klassificatie
anders 2e verandering in de bepaling
omtrent de belooning van het vervan
gend hoofd, die alleen wordt verleend
als het hoofd acht dagen ziek is en
wenscht ten slotte een nieuw voorstel.
De Heer Klein heeft het niet goed
gevonden, dat de onderwijzers in deze
niet in overleg zijn getreden met de
hoofden, doch wenscht nog eenige op
heldering. De Heer Sneltjes vraagt of
het niet de plicht van den raad is, ook
de belangen der gemeente in het oog
te houdenhet belang der gemeente
eischt geen verandering.
Het is geen geschikt oogenblik, zegt
de Heer v. d. Berg, thans deze zaak te
behandelen, met het oog op den invloed
welke de verandering zou hebben op de
belasting-percentage, wat ook de mee
ning is van den Heer Stolp.
Wethouder Waller beantwoordt de
de Heeren Sneltjes, 't Hoott en Klein.
B. en W. achten de belangen der ge
meente bevorderd door hun voorstel.
Volkomen betrouwbare cijfers zijn niet
te noemen, doch wordt het voorstel
aangenomen, dan staat vast, dat de nieu
we regeling het eerste jaar ƒ3500.
zal kosten, doch ook staat vast, dat over
tien jaar de som veel hooger zal zijn,
ongeveer ƒ1000.
Of deze som nu geoorloofd zal zijn,
daarover liepen bij B. en W. de mee
ningen uileen. De Heer Bijvoet vraagt
of de gemeente Haarlem het hooger
bedrag na eenige jaren zal kunnen blij
ven betalen. Men zijn in deze voorzichtig
De Heer Wrillink vindt ook den tijd der
behandeling niet geschikt, doch gelooft,
dat de gemeente het wel betalen kan,
te meer, nadere regeling zal toch noodig
zijn; reeds gaan stemmen op tot het
invoeren van Slöjd en andere vakken.
Nu eene bepaling te maken, vindt Spr.
niet goed en wil uitstellen.
De Heer Lodewijks meent ook, dat de
tijd niet goed gekozen is met het oog
op eventueele wijzigingen. De Heei' 't
Hooft doet nu een voorstel, dat de strek
king heeft B. en W. uit te noodigen
alsnog het voorstel in nadere overweging
te nemen.
Dit voorstel wordt aangenomen met
4 stemmen tegen.
Niets meer de orde zijnde, wordt de
vergadering gesloten.
Tweede Kamer. Dinsdag kwam de Ka
mer weder bijeen en thans om het ont
werp tot regeling der Personeele Belas
ting in behandeling te nemen. De Voor
zitter ving aan met een leiddraad voor
het algemeen debat aan te geven, dat
ook het algemeen regeeringsbeleid mag
omvatten. De eerste spi'eker was de heer
Farncombe Sanders, die den invloed
aanwees van de nieuwe wet op het
bestaande kiesrecht en betoogde, dat alle
moeilijkheden verdwijnen bij handhaving
van het dienstjaar van 1 Mei tot 1 Mei.
Hij ging uitvoerig na den invloed van
de belasting op de Bijks-en gemeente-
financiën, en beweerde, dat de Min.
onzekere gegevens verstrekte voor de
raming der opbrengst. Volgens 's Minis
ters nadere motiveering is voor het
verlies slechts 2 miljoen noodig. Spreker
komt tot een donkerder raming, en
vreest, dat de Gemeentebesturen hooger
opcenten zullen moeten heffen, tenge
volge van mindere opbrengst van het
personeel. Evenzeer achtte hij te opti-
mistiesch 's Ministers raming van buiten,
gewone middelen tot vergoeding van het
verlies der gemeedten.
Spreker waarschuwde tegen progressie
in het personeel en vroeg in 't algemeen
meer licht. De heer Roessin gh betoogde,
dat de aangenomen grens voor belast
baarheid ongunstig was voor hef plat
teland en voor de plattelandsarbeiders,
die tegenover de groote steden zwaarder
gedrukt worden. De minimum-woning-
huur behoort opgevoerd te worden tot
ƒ25. Spreker verzocht wegneming der
wanverhoudingen. De heer Bouman be
handelde uitvoerig de vraag, welke