HAARLEMSCH
Eerste Blad.
No." 92. Uitgavvan DE ERVEN LOOSJES, Gedempte Oudegracht 84 Zeventiende Jaargang.
144.
van WOENSDAG 20 November lb^?5.
Nieuwsberichten.
TELE PHOONNUM MER
TELEPHON1SCHE VERBINDING
met AMSTERDAM.
ABONNEMENTSPRIJS
Per drie maandenf —,25.
franco p. post —40.
Afzonderlijke nominees 3 centen per stuk.
Prijs per Advertentie van 1—5 regels f 0.25, elke regel
meer 5 cents, groote letters naar plaatsruimte.
VERSCHIJNT:
Dinsdag- en Vrijdagavond.
Advertentiën worden aangenomen tot DINSDAG en VRIJDAG des middags ten 12 ure, die alsdan zoo mogelijk nog worden geplaatst.
Uitvoering „Toonkunst"
(„Das Paradies und die Peri").
Een belangrijke muziekuitvoering
■wacht den leden der Maatschappij tot
bevordering der Toonkunst, alhier. Mor
gen (Woensdag) zal de zangvereeniging
der Afd. een der geliefdste oratoriums
van Rob. Schumann Das Paradies und
die Peri"" ten gehoore brengen.
Voor de belangstellende lezers laten
wij den inhoud van genoemd werk
hieronder volgen.
Eene Peri, volgens Oostersche
overlevering zijn Peri's geesten der
lucht van wondervolle schoonheidzij
leven van bloemengeur, genieten al het
geluk der aardbewoners, doch zijn om den
een of anderen misstap van haar geslacht
uitgesloten van de genietingen van het
Paiadijs, eene Peri komt aan den
ingang van het Paradijs weeklagend,
dat zij in het heerlijk lot der zalige
geesten niet deelen kan. De Engel die
den ingang bewaakt, zegt haar, dat zij
vergiffenis kan ontvangen, indien ze het
meest welkome geschenk den Hemel
brengen kan.
Zoekend zweeft de Peri door de lucht
en ziet boven Indië dat heerlijk land
verwoest door den veroveraar van Gazna.
De zonen des lands, wier bloed de ri
vieren rood kleurt, hebben te vergeefs
getracht hem te weerstaan. Reeds zijn
allen gesneuveld. Een jonge held houdt
nog moedig stand, hij versmaadt de
genade van Gazna en tracht met zijn
laatsten pijl den tiran te dooden, doch ook
hij valt onder de slagen des overwinnaars.
De Peri neemt den laatsten druppel
bloed, die uit de wonden van den ster
venden jongeling vloeit en stijgt er
mede op, naar den ingang des Hemels.
Zij wordt echter afgewezen, veel hei
liger moet hare gave zijn. --
Opnieuw zweeft zij heen en daalt in
Afrika neder, om aan de bronnen van
den Nijl haar vermoeid lichaam af te
koelen.
Daar vindt zij, aan den oever van
een meer een jongeling, vroeger gezocht
en bemind, thans van ieder verlaten,
stervende aan de pest, die met haren
vergiftigen adem dit schoone land be
smet. Bij al zijn lijden heeft hij ééne
troost. Zijne bruid is in de vorstelijke
woning haars vaders veilig voor de be
smetting. Plotseling verschijnt deze
evenwel om haren geliefde te verplegen.
Vol angst en ontzetting waarschuwt de
jongeling haar. Deze lucht brengt u den
dood zoo roept hij vlied I vlied 1
Maar wat de lucht haar ook moge
brengen, zij nadert. Dezelfde lucht, die
hem omgeeft wil zij inademen.
Toen beiden den doodslaap waren in
gegaan, wijdt hun de Peri een laatsten,
aandoenljjken zang, en stijgt dan op, om
als geschenk den Engel den laatsten
ademtocht der stervende jonkvrouw te
brengen, als het beeld der reinste liefde.
De Peri is vol vertrouwen. Zij hoort
reeds den zang der Houri's, der altijd
jeugdige paradijsmaagden, die Allah's
troon met bloemen bestrooien. De Engel
lacht haar vriendelijk tegen. Toch is
hare hoop ijdel, men opent haar niet
de poorten des lichts, veel heiliger moet
haar geschenk zijn.
De moed schijnt der Peri een oogen-
blik te ontzinken maar het verlangen
naar het Paradijs geeft haar nieuwe
kracht. Zij zal zoeken het gansche Heelal
door, van pool tot pool, tot het vurig
begeerde geschenk gevonden is.
Zoo zweeft zij ten derde male heen
en daalt neder in Syrië. Daar ziet zij
een kind spelen te midden van rozen,
waaraan dat land zoo rijk is. Een woes
te krijgsman, op wiens gelaat zonden
en hartstochten hun sporen hebben
achtergelaten, nadert. De zon daalt ter
kimme. De roep tot het avondgebed
weerklinkt van de omliggende minarets.
De knaap knielt neder. De krijgsman
ziet het biddende kind en brengt zich
den tijd te binnen, toen hij zelf jong
en onschuldig, nog bidden kon. In het
diepst zijner ziel geroerd, buigt hij het
hoofd, zinkt naast den knaap op de
knieën en weent. Een hemelsche licht
glans bestraalt deze groep. De Peri ge
voelt, dat zij het lang gezochte gevon
den heeft, dat de traan van den berouw-
vollen zondaar het gesehenk is, dat haar
het Paradijs zal ontsluiten. Een juich
toon doet zij hooren, de poort des He
mels opent zich eri een koor van zalige
geesten zingt haar het blijde welkom
tegen.
Toen Rob. Schumann van een zijner
vrienden, Emil Flechsig, eene'Duitsche
bewerking van het gedicht ontving, het
oorspronkelijke is van Thomas Moore,
Lalia Itoo/ch, wijdde hij zich met zooveel
geestdrift en inspanning aan deze com
positie, dat hij zijn met groote voor
liefde opgevatten arbeid als criticus ge
heel liet varen. Hij schreef het werk
in 1843, in zijn besten tijd, waarin
hij ook de schoonste liederen en de
„Faust-scènen" componeerde.
Het oratorium „Das Paradies und
die Peri" wijkt in vele opzichten van
den ouderen vorm der oratoriums af
en draagt op verschillende plaatsen een
dramatisch karakter.
De verhalende partij, waar zij behou
den bleef, wordt vervuld door den Te
nor, soms door de andere solisten en
het Koor. De belangrijke Peri-partij is
opgedragen aan de 1ste Sopraan, terwijl
de 2e Sopraan als mJungfrau", de 2e
Tenor als sJungling", de Alt als de
Engel en de Bas als Gazna en krijgs
man optreden.
Met het oog op de bezetting van de
solo partijen, de orkestrale begeleiding
door het orkest uit het Concertgebouw
en d'e duchtige voorbereiding van het
Koor der Afaeeling, mag eene schoone
uitvoering van Schumann's werk wor
den te gemoet gezien. Eene uitvoering
waarbij het aan de gewenschte belang
stelling zeker niet zal ontbreken.
B.
Zang en Triendschap.
Het eerste concert van de Koninklijke
liedertafel Zang en Vriendschap, Vrijdag
avond in de sociëteit Vereeniging gegeven,
heeft zich mogen verheugen in meer
dan gewone belangstelling. Met het oog
op het succès, dezen zomer door de
zangvereeniging in het buitenland be-
hpald, kon dit worden verwacht, Wie
daartoe in de gelegenheid was, wilde
gaarne de stukken hooren, welke op
het concours zijn voorgedragen endoor
zijne tegenwoordigheid een bewijs geven
van de sympathie, die de overwinning
ook bij hem heeft gewekt.
Uiteraard zijn bij zoo'n concert de
verwachtingen hoog gespannen. Voor
de vereeniging is het oogenblik aange-
Droken, zich door daden de behaalde
lauweren waardig te toonen. Zij wordt
aart een nieuwen vuurproef onderwor
pen. Het publiek zet zich dubbel schrap
nu de gelegenheid daar is, om over de
beteekenis der behaalde triomfen een
zelfstandige meening te kunnen uit
spreken.
Ongetwijfeld hebben de heeren zan
gers de goede verwachtingen niet be
schaamd en zal het gestreken vonnis m
het voordeel van Zang en Vriendschap
zijn uitgevallen.
Zooals zij thans is samengesteld, mag
aan de liedertafel eene eerste plaats
worden aangewezen onder de mannen-
zangvereenigingen van beteekenis.
Wij mogen ons, na wat wij over
vorige uitvoeringen geschreven hebben,
ontslagen rekenen van de taak, de
voordrachten in hare onderdeelen nader
te bespreken. De schoone hoedanigheden,
waardoor het Koor zich in het zingen
ten opzichte van klankontwikkeling en
voordracht onderscheidt, zullen trouwens
aan het publiek niet zijn ontgaan. Met
een enkel woord stippen wq aan de
grootsche, indrukwekkende vertolking
van Germinal en van het even gespierde
werk Gerechtigheid "an Richard Hol.
Onbetwistbaar bereikte het Koor in deze
nummers zjjn hoogtepunt.
tie heer Hol, die zich onder de toe
hoorders bevond, beklom na de uitvoe
ring van zijn werk het orkest om den
heer Robert en het Koor dank te be
tuigen voor de schoone vertolking, eene
hulde welke bij het publiek hartelijk
weerklank vond.
De verklaring, dat de zangvereeniging
bij deze eerste uitvoering bij het talrijk
gehoor een bijzonder succès heeft gehad,
behoeft geen tegenspraak te duchten.
Het belangrijk programma der en-
semblewerken werd afgewisseld door
den solo-zang van mejuffrouw Betsy
Hol en het vioolspel van den heer W.
Robert. Jn.
De eerste maakte als liederenzange-
res een goeden indruk. Aan een fris-
sche, goed gevormde stem paart zich
eene aantrekkelijke voordracht. Bij de
nummers van het eerste deel zong me
juffrouw Hol niet altijd volmaakt zuiver,
onder die uit de tweede afdeeling viel
Elegie bijzonder in den smaak. Na Een
lieije van Mann werd de zangeres te
ruggeroepen en voldeed door eene her
haling daarvan aan het verlangen naar
meer.
Minder gelukkig dan mejuffrouw Hol
was de heer Robert Jun. Blijkbaar heeft
hij, bij de drukke werkzaamheden in
het orkest van het Concertgebouw te
Amsterdam, zijne krachten overschat
en te weinig tijd gevonden om zich voor
te bereiden. Mogelijk ook dat het alt
spelen in een orkest iemand voor solo-
violist minder geschikt maakt, althans
aan de vervulling van de hooge eiscben,
in het vioolconcert van Bruch en het
Ronde capriccioso van Saint Saëns gesteld,
jn den weg staat. Hoe dit moge zijn,
wij twijfelen niet of de heer Robert
zal onder gunstiger omstandigheden niet
in gebreke blijven revanche te nemen.
B.
Tweede Earner. 14 November. Perso-
neele belasting. De Minister van Fi
nanciën, na herinnering aan de vele
mislukte pogingen, tot herziening der
personeele belasting, wijst allereerst op
de allergebrekkigste werking der wet
Werd de wet op het personeel rtiet goed
toegepast, wat zou men een klachten
hooren. Hij doet een beroep op het gemeen
overleg der kamer tot verbetering van
den toestand, wil men niet blijven voort
sukkelen. De minister ontkent ten stel
ligste, dat het verband houdt met het
kiesrecht. Men beoordeelde het naar eigen
verdiensten en gebreken en late het niet
mislukken door vastkoppeling van twee
niet tot elkaar behoorende zaken.
Zijn ambtgenoot van Houten zal ant
woorden op moeielijkheden met het
bestaande kiesrecht. Met bestrijding van
de berekening van den heer Sanders
handhaaft de minister zijn berekening,
dat een verlies voor de schatkist van
2 milioen waarschijnlijk is. Wil men
verlichting van lasten, men hechtte niet
veel aan een onzekere opbrengst. Hq
ontkent voorts, dat overgangsmaatre
gel tot schadeloostelling voor de gemeen
ten bedeelig is. Overdracht van het
personeel aan de gemeenten zou finan
cieel voor dezen hoogst nadeelig zijn en
zou geen verlichting van druk. brengen.
Het ontwerp op de gemeente-finan-
ciën zal zal eerlang ingediend worden,
doch eerst moet de Regeering het lot
van 't ontwerp op het personeel kénnen.
Speciale voorziening voor ambtenaren is
onmogelijk. Ingrijpende hervorming
wordt belet door den financieelen toe
stand en scherpe progessie is nadeelig
voor de schatkist.
Voorts verdedigt hij de ambtenaren
tegen het verwijt van nalatigheid bij
de invordering van belastingen.
Classificatie naar de draagkracht der
bewoners is het gewoon belastingstelsel,
't Minimum der plattelandsaanslagen is
voldoende en billijk en ten slotte doet
de Minister nogmaals een beroep op
liet gemeen overleg.
Voor mislukking van de poging om
gerechtigheid te betrachten zou hij net
de verantwoordelijkheid aanvaarden. Dit
onderwerp brengt inderdaad verlichting.
Men vrage niet meer.
De minister van Binnenlandsche Zaken
zegt, dat verwerping van het ontwerp
op het personeel niet treft de kiesrege
ling, gemaakt met gegevens voor het
personeel.
Een overgangsmaatregel voor de kie
zerslijsten van 1896 is niet noodig, daar
die onafhankelijk van dit ontwerp zijn.
Bij verwerping van het personeel zal
het bestaand kiesrecht aansluiten naar
belasting van de huurwaarde De heer
Borgesius, geen absoluut tegenstander,
acht vooralsnog de nadeelen der wet
overwegend en betwist 's Ministers be
rekeningen omtrent de resultaten voor
de schatkist. Spr. betoogt, dat de voor
gestelde verlichting niet de mingegoeden
maar hoofdzakelijkde winkelierszal baten
zoomede de groote steden, terwijl de
kleine plaatsen weinig ontlast, zelfs
kleine luiden met huren van ƒ25 a
ƒ35 zwaar zullen worden getroffen. De
classificatie mist alle waarborgen tegen
de fiscaliteit en hij heeft groot bezwaar
tegen een tijdelijke uitkeering aan de
gemeenten, een groot kwaad voor de
gemeente financiën.
Regeling der personeele belasting.
De heer Gerritsen verdedigde het
beginsel van overdracht van liet personeel
aan de gemeente als het eenige middel
om deze in staat te stellen aan de