EAARLEMSCH
Wereldkroniek,
Eerste Blad.
No. 99
'Zeventiende Jaargang.
144.
van ZATERDAG 14 December 1895.
Ned. Vereen, tet bevordering
van Zondagsrust.
Doet Uwe inkoopen liefst niet
•p Zondag. Waarom zoudt gij
geheel onnoodig de Zondagsrust
van anderen storen?
\o. 37
Uitgave van DE ER YEN LOOSJES, Gedempte Oudegracht 84
TELEPHOONNUMMER
TELEPHON ISCHE VERBINDING
met AMSTERDAM.
ABONNEMENTSPRIJS
Per drie maandenf —,25.
franco p. post —,40.
Afzonderlijke nommers 3 centen per stuk.
Prijs per Advertentie van 1—5 regels f 0.25, elke regel
meer 5 cents, groote letters naar plaatsruimte.
VERSCHIJNT:
Dinsdag- en Vrijdagavond.
Advertentim worden aangenomen tot DINSDAG en VRIJDAG des middags ten 12 ure, die alsdan zoo mogelijk nog' worden geplaatst.
Het Bestuur der Afdeeling.
VAN DE
is direct na uitgave voorhanden in den
Boekhandel van DE ERVEN LOOSJES.
Prijs 10 Cents.
De Nutslezing.
In de buitengewone vergadering met
dames van het Haarlemsche Nuts depar
tement, Dinsdag gehouden, trad als
Spreker op de Heer Mr. G. S. Brands-
mr, van Arnhem.
Voor de pauze werd voorgedragen
eene Brabantsche schets „De pruvers".
uit de schetsen naar Holliday. Het doel
van de novelle is, aan te duiden, dat al
houdt de boer uit de streek, waarin de
historie plaats heeft, van een hartigen
dronk, zijne natuurlijke goedhartigheid
steeds op den voorgrond treedt en dit zijn
lust tot vechtpartijen, waartoe hij gemak
kelijk overgaat als er kwesties zijn uit
te maken, eenigermate vergoelijkt.
Een meisje en een jonge boer spelen
de hooidrollen, wangunst en minneijver,
uitloopend op een zelfmoord, dienen om
den gedachtengang van den Brabant-
schen boer te doen kennen.
Hoort men den Heer Brandsma lezen,
dan wordt men versterkt in de meening,
dat de Heer Brandsma een uitnemend
lezer en in staat is ook het dialect
tot zijn recht te brengen.
Na de pauze droeg de Spreker voor
eene monoloog van den Heer Marga-
dant getiteld „De zilveren bruiloft". 1
Plannen tot viering van het feest door
het kiDderlooze echtpaarintermezzo
over het voor en tegen van kinderen
te hebben, natuurlijk tegen; plan één,
reis naar Parijs, in duigen"; plan twee,
reis| naar Brussel, vervalt; plan drie,
tochtje naar Scheveningen, springt af;
plan vier, rustig alleen thuis dineeren
en dan een rijtoertje tot besluit, wordt
verijdeld door migraine van de vrouw
en eene lastige ongesteldheid van den
man. Echt gemoedelijk, en hierdoor
uiterst vermakelijk was de voordracht.
Nog een monoloogje „Dineeren", na
een Fransche voordracht.
Een goedmoedige dikkert, tuk op een
goede tafel en die alléén te genieten,
motiveert in verband hiermede zijn
afkeer van diners van den aard als dat
■waartoe hij uitgenoodigd was en dit
doet hij echt vermakelijk en tevens in
vele opzichten waar, al moge hier en
daar wat overdrijving heerschen, wat
den man in zijn positie als alleenwonend
heer, te vergeven is.
Tot slot zou de Heer Brandtsma nog
geven De rose domino, doch de strek
king was maar zoo, zoo, enfin, zoo iets
als de tatsoenlijke menschen de zaal
uit waren, 't Spel begonvan de domino
op het domino- spel en de oplossing van
een domino probleem met eene benijde-
denswaardige radheid; terugkeer tot|de
rose domino; vier regels, weer afgeleid.
Opnieuw aangevangen verklaart Spreker
er zijne reputatie niet aan te durven
wagen, vertrekt met eene koddige
buiging't publiek lacht zich een halve
ziekte, applaudisseert. UitI
Stellig verwacht men den Heer Brands
ma in ons Haarlemsche Nuts departe
ment terug.
KRONIEK
De Raadszitting van Woensdag was
van langer duur, dan wij in den laatsten
tijd gewoon waren en duurde ongeveer
vier uren, maar de tijd is goed besteed,
met het oog op de belangrijke punten.
Warm, erg warm was het in de zaal
te half vier constateerde de heer Macaré
72° Fahrenheit en toen moesten er nog
drie gaskronen ontstoken worden, elk
van v\jf of zes pitten. Moedig hielden
de heeren stand, alleen een paar punten
werden verdaagd. Lezing der notulen
en mededeelingen zouden onvermeld
kunnen blijven, ware het niet, dat de
kennisgeving van de opbrengst van het
gevallen blad in den Hout, 570.
verdient opgemerkt te worden, doch
evenzoo, dat een krediet noodig is tot
versterking van den post brandweer.
Toen kwamen de punten der agenda
in behandeling.
Mejuffrouw B. Buysing Damsté ver
zocht en verkreeg eervol ontslag uit
hare betrekking als onderwijzeres aan
de tweede Burgerschool.
Aan de orde kwam een door Gedepu
teerde Staten opgemaakt ontwerp van
de wet tot wijziging van de grens tus-
schen Haarlem en Heemstede.
B. en W. stellen voor, dat de Raad
besluite tot genoemde Staten een schrij
ven te richten, dat de bepaling der
grenslijn ernstige bezwaren ontmoet
heeft, en teleurstelling uit te drukken
dat de aangegeven lijn niet rationeel is
al brengt zij verbetering in den toestand,
verzoekende verder bij de Regeering de
noodige stappen te doen tot het ver
kregen van een grens als door den
Raad wordt voorgesteld.
De Heer Stolp wees er op, dat de in
1892 voorgestelde grenslijn volgens zijn
oordeel een goede was en kan zich niet met
de conclusie vereenigen, omdat wij in
slechter toestand komen. Wenscht voor
te stellen om aan Heemstede eene zoo
danige uitkeering in eens te geven, dat
het voor het verlies aan belasting vol
gens de laatste vijf jaren gedekt is,
waardoor B. en W. verzocht wordt aan
Gedep. Staten de zaak in nadere over
weging te nemen. Genoegzaam onder
steund komt dit voorstel in behandeling.
De Heer Willink heeft voorstel B en
W. met gemengde gewaarwordingen
ontvangen. B. en W. noemen het min
dere, dat Gedep. Staten voorstellen, eene
verbetering, doch noemt eenige bezwa
rende omstandigheden, die niet uit het
oog verloren moeten worden en gelooft,
dat wij de gave van Ged. Staten moeten
weigeren.
De Heer Waller wijst er op, dat de
Heeren Stolp en Willink beiden liever
geen verandering dan de lijn van Ged.
Staten wenschen.
B. en W. meenen dat zij met recht
de door hen voorgestelde lijn eene
verbetering genoemd hebhen wij krij
gen toch het volle meesterschap van
den Hout. Om die reden zouden zij het
jammer vinden, het voorstel af te wij
zen, hoewel het werkelijk onvoldoende
is. Tevens zou het wenschelijk zijn voor
het oogenblik de schadevergoeding aan
Heemstede buiten het debat laten.
De Heer van Dieren Bijvoet vreest,
dat als het voorstel van Ged. Staten
wordt aangenomen, de toestand voor
lange jaren weer zoo blijft en meent
dat aan de Staten behoort gevraagd te
worden Haarlem op andere wyze te
helpen, wenscht het voorstel Stolp te
doen drukken en de zaak in haar geheel
terug te zenden aan B. en W.
Eer deze motie in behandeling komt
voert nog de heer de Kanter het woord
om te betoogen, als de Heer Waller,
dat de regeling Ged. Staten werkelijk
eene groote verbetering is, maar wel
degelijk hebben B. en W. het oog
gehad op de toekomsthet voorstel kan
later tot nadere aanvragen leiden. Dus
Meegaan in hoofdzaak met voorstel B.
en W. want het is een goed voorstel
en geen uitstel.
De JJeer Willink is niet overtuigd
door het 'glo'e'u/olie pleidooi Van den
Heer de Kanter. Door hem is vergeten,
dat later een toestand zooals wij die
noodig hebben, niet meer mogelijk zou
zijn. Thans hebben wij de zaak nog in
onze macht, nu Heemstede nog niet in
een bloeienden toestand verkeert, wat
wel na jaren 't geval kan worden.
De Heer Macaré had ook gehoopt,
dat Ged. Staten een nieuw voorstel
hadden, doch ziet in, dat als dit gewei
gerd wordt, de weg tot verdere aan
vragen gesloten is. Daarom moeten wjj
voorloopig met het voorstel genoegen
nemen.
De Voorzitter stelt voor de motie Van
Dieren Bijvoet nu eerst te behandelen.
Het wordt verworpen met acht stem
men voor.
Het voorstel B. en W. wordt voort
gezet en de Heer Beynes wenscht het
aan te nemen, aangevuld met het denk
beeld-vergoeding van den Heer Stolp.
De Heer Macaré wijst er op, dat het
voorstel-Stolp eigenlijk een koop in zich
bevat, het aanbod te doen gaat buiten
onze bevoegdheid in betrekking tot de
Wet.
De Heer Stolp bespreekt nog de motie
ven welke hem tot zijn voorstel gebracht
hebben, wenscht dat de Raad zich be
reid verklare Heemstede's financieele
belangen in het oog te houden.
Den Heer Klein komt het voor, dat
eene schadevergoeding hem wel zou toe
lachen, doch wenscht te weten of het aan
bieden van schadevergoeding eene staats
rechterlijke fout zou zijn.
Den Heer van der Mersch komt het
voor dat het staatsrechterlijk punt niet
duidelijk door den Heer Macaré is uit-
eengezet.Het geldt hier schadevergoeding,
geen koop en gelooft, dat het wel kans
heeft door Ged. Staten, als nieuw ge
zichtspunt, in overweging genomen te
worden.
De Heer Van Styrum wijst er op,
dat er alleen sprake kan zijn van aan
neming of verwerping. Voor de derde
maal voert de Heer Willink het woord,
hij zou willen voorstellen aan het voor
stel B. en W. een paar veranderingen
te maken en er tevens het denkbeeld
Stolp in uit te drukken.
De Heer Willink licht dit laatste
denkbeeld nog nader toe, doch het
wordt verworpen met vijf stemmen voor.
Het nu eenigermate gewijzigde ont
werp B. en W. is aangenomen met zes
stemmen tegen.
Omtrent het Raadsbesluit van 17
October waarbij 17000 wordt beschik
baar gesteld voor het vernieuwen van
de brug over de Ringvaart van den
ólaarlemmermeerpolder, onder voor
waarde, dat het polderbestuur de helft
der kosten van vernieuwing enz. bij
draagt, is uit de onderhandelingen ge
bleken, dat Dijkgraaf en Heemraden
niet genegen zijn voorstellen in dien
geest aan Hoofdingelanden te doen.
Bij de behandeling voert de Heer Van
den Berg het woord. Zooals de zaak nu
staat komt de brug niet tot stand maar
vindt het, met het oog op het gemeen
telijk belang noodig, dat er wel een
komt en zóó komt het vroeger ver
worpen voorstel van B. en W. om de
brug te doen bouwen, en met één
derde bijdrage van Haarlemmermeer
weer in behandeling.
De heer Van Styrum voert in deze het
woord. Hij wil het voorstel verworpen
zien, en tpu.dig zullen voorstellen tot
den bouw van de brug ons ongetwijfeld
bereiken. Deze meening deelen ook
de Heer Leupen en Willink.
De heer Macaré vraagt nog inlichting
waarom niet onderhandeld is met den
Raad van de Meer.
Omdat de bruggen meer tot het
polderbestuur behooren, antwoordt de
Voorzitter.
De Heer Waller zal tegen het voorstel
V. d. Berg stemmen, zoo ook de Heer
de Kanter.
In stemming, wordt voorstel V. d.
Berg verworpen met elf stemmen voor.
De Voorzitter stelt nu voor de brug
af te breken en den dienst op te heffen
en zulks tegen I Januari 1896, wat
na eenige discussie werd aangenomen.
Bij den eerstaanwezend Ingenieur W.
Badon Ghijben zijn bezwaren gerezen
tegen het plan om een gedeelte der
Nassaustraat bij den Kinderhuissingel
aan den publieken dienst te onttrekken
en zulks met het oog op het aangelegen
Garnizoens Hospitaal.
Volgens het gevoelen van den Heer
de Breuk was misschien het bezwaar
wel wat overdreven. Uitgangen blijven
er en bij brand liggen de brandputten
op het Nassauplein. Ook de Heer Krol
meent, dat aan de bezwaren geen te
hooge waarde moet gehecht worden.
Het Voorstel B. en W. om den grond
aan den publieken dienst te onttrekken
wordt aangenomen.
De Timmerliedenvereeniging „Door
Eendracht Verbetering" verzoekt aan
den Raad om spoedige en afdoende
maatregelen te nemen tegen de aan
staande werkeloosheid met hare schrik
kelijke gevolgen, terwijl adressanten,
wanneer de Raad hiertoe geen middelen
voor de hand heeft, zich verplichten den
Raad te wijzen op:
a. de onvoldoende en ongezonde wo
ningen in onze stad, b.v.b. in de Minne-
broedersteeg
b. de minderverkieselijke plaats onzer
gemeentereiniging