HAARLEMSCH Eerste Blad. No. 3. Uitgave van DE ERVEN LOOSJES, Gedempte Oudegracht 84. Achttiende Jaargang. 144. van WOENSDAG 8 Januari 1896. Nieuwsberichten. telephoonnummek telephon1sche verbinding met AMSTERDAM. ABONNEMENTSPRIJS Per drie maandenf ,25. franco p. post 40. Afzonderlijke nommers 3 centen per stnk. Prijs per Advertentie van 1—5 regels I 0.25, elke regel meer 5 cents, groote letters naar plaatsruimte. VERSCHIJNT: Dinsdag- en Vrijdagavond. Advertmtim worden aangmomm tot DINSDAG en VRIJDAG des middags ten 12 ure, die alsdan zoo_rnogelijk nog worden geplaatst. Weten en Werken. De lezing van Maandagavond dreigde leelijk in het water te vallen, door het brandje op het foenix terrein, dat uitbrak juist om den tijd, dat de toehoorders zich begonnen te verzamelen, te meer daar gedurende eenige oogenblikken de roode lucht het ergste deed vermoeden en er eigenlijk niemand goed wist waar de brand was. Tegen half negen de zaal binnen komende was er blijkbaar geen sprake van stoornis; de zaal was goed gevuld en gaandeweg nam het getal nog toe, zoodat toen de Spreker, de Heer Lamberts uit Amsterdam, optrad, ons zaaltje nie mand meer bergen kon. Voorgedragen werd ïEen Carnevals- beeld" door Hurlbrink, een stukje van fijne karakterteekening en met actie voorgesteld. Hoe de jonge Bloemen ter liefde van zijne zieke moeder soldaat werd, hoe hjj door allen geacht werd om zijn flink karakter, behalve door sergeant Gijzels. Hoe hij in een onbewaakt oogen- blik zijn kwelduivel Gijzels een slag toebracht, hoe hij zijne straf ontvluchtte in de stille hoop nog eens zijn oude moeder bij zich in den vreemde te kunnen verzorgen. Toen werden de berichten omtrent haar toestand ongun stiger, ten laatste, dat geen hoop op beterschap meer bestond. Maar sterker en sterker werd zijn verlangen moeder Bloemen nog eens te zien. Hij waagt het gedurende den carnevalstijd ver momd naar zijnegeboorteplaats te trekken en al gelukt het hem de kleine woning van de oude te bereiken, hij treft haar aan stervende. Een meewarig priester belooft hem de laatste plichten aan den overledene te zullen volbrengen en wijst den goeden zoon op de noodzakelijkheid om op nieuw de grens over te trekken, omdat het de overledene noch den zoon zal kunnen baten zich aan vervolging bloot te stellen. Met gebroken hart vertrekt hij naar de plaats waar hij vrij, doch met wanhoop i n het hart zal kunnen leven. De Heer Lamberts is een aangenaam lezer en dat hij met belangstelling wordt gevolgd dankt hij in niet geringe mate aan het feit, dat hij goed acteert en dat geeft kleur en gloed aan de lezing. De berijmde geschiedenis van drie reizigers, die in een plattelands-logement slechts te beschikken hadden over één bed, dat de wtiard ten slotte toewees aan den predikant, die veertig jaar in één gemeente gestaan had evenals een fragment uit Bunings Jan Halema,bracht niet weinig vroolijkheid en Spreker be sloot den avond met Haverschmidts verhaal boe Oom Jan Pothof aan een bloeiende apotheek en eene vrouw was gekomen. En zoo gebeurde het, dat de lezing die geheel of gedeeltelijk dreigde in liet water te vallen door het brandje op het Phoenix-terrein boven verwachting slaag de en ons bij onze narigheid over het verbrande loodsje nog vroolijk stemde. De volgende lezing heeft plaats niet aanstaanden Maandag, maar Dinsdag. De getrouwe bezoekers van Weten en Werken weten hieruit wel op teil maken wie dan de Spreker zal zijn. De achthonderd Engelschen, onder Jameson over de Transvaalsche grens getrokken, hebben op hun geforceerden marsch naar Johannesburg een gevoelige nederlaag geleden in een treffen met de Boeren, aan het hoofd van welke zich generaal Joubert bevond. De bende moet geducht klop gehad hebben. Het gevecht had plaats op nieuwejaarsdag. Het wonderlijkste van de zaak is, dat de zoogenaamde uitlanders, dat zijn in de eerste plaats de Engelschen, die zich niet in de Transvaal hebben doen in schrijven, de hulp van de Engelschen hadden ingeroepen, maar toen het op handelen aankwam, hen in den steek lieten. Steeds hebben de Engelschen in Trans vaal geklaagd over onderdrukking en volgens hen was dat land een hel van ongerechtigheden. President Kruger, zeiden zij, was niet beter dan de rest. De Duitschers waren minder lastig. Toen eindelijk Kruger hen liet aanzeg gen, dat zij zich konden doen registreeren, bedankten de Engelschenzij wilden gelijkorechten als de landskinderen, jnaar omdat hier tegenover plichten stonden gingen zij niet tot registratie, ongeveer gelijkstaande met naturalizatie, over en bleven agiteeren. De publieke meening in Europa is zeer tegen de handel wijze der Engelschen, evenals een groot deel der Engelsche pers. De zaak is dan ook niet te ver goelijken en de regeering keurt de daad van Jameson ten sterkste af. In hoeverre Europa bij de kwestie betrokken wordt is niet te zeggen, terwijl men meent, dat de Oranje Vrijstaat gereed is zoonoodig de Transvaal bij te staan. Daar de telegrafische gemeenschap bijna geheel gestremd is en men gaarne wat weet, komt men tot fantazeeren. Zoo wordt verteld dat er in de straten van Johannesburg wordt gevochten en Jameson gefisuleerd is. In Engeland heeft de nederlaag een diepen indruk gemaakt. In Hamburg daarentegen worden reeds inzamelingen gehouden voor de gekwetste Afrikaan- sche Boeren en ook uit Nederland is een adres ingezonden als hulde aan de dappere stamverwanten. Uit Frankrijk wendt men reeds pogingen aan om te bewerken, dat Europa met Frankrijk zal medewerken tot bescherming van het Fransche kapitaal in de Transvaal, dat ongeveer een milliard bedraagt. Keizer Wilhelm zond aan Kruger een telegram van gelukwensch met de be haalde everwinning, wat de Engelschen een onvriendelijke daad jegens Enge land noemen. In zake de Duitsche inmenging be ginnen nu de Engelsche bladen te ver klaren, dat Engeland eene' suzereine macht over Transvaal uitoefent en ook dit punt brengt eene kwestie in de kwestie, wat echter den inval nog geenszins rechtvaardigt. Met de suzereine macht van Engeland is het zoo gesteld, dat de Transvaal zoo vrjj is als elke andere staat, alleen is bij het jtractaat van 1884 bepaald, dat de Transvaal geen verdragen met vreemde, mogendheden mag sluiten. De bijzonderheden over den strijd bij Krugersdorp, waar Jamesons bende werd 1 verslagen, blijven schaars. Toch is men nu althans zoo ver ge vorderd, dat men weet, welke verliezen de vrijbuiters hebben geleden. Blijkens een telegram van den heer de Wet, den Engelschen agent te Pretoria, bevinden zich 30 gewonden te Krugersdorp, ter wijl ruim 500 man door de Boeren werden gevangen genomen. Het aantal der gesneuvelden is nog niet met zeker heid bekend. Tot dusver zijn reeds 70 lijken begraven, maar waarschijn lijk zal dit getal wel grooter blijken, want nog steeds worden door de Boeren lijken gevonden. Van Engelsche zijde wordt beweerd, dat Jamesone nederlaag hoofdzakelijk moet worden geweten aan de vermoeid heid zijner manschappen, die reeds een geforceerden marsch van vier dagen achter den rug hadden. Men zou dat niet opmaken uit hetgeen heden wordt geseind, want daaruit blijkt, dat Jame sons manschappen tot den aanval over gingen en de positie aantastten, door de Boeren bij Krugersdorp ingenomen. Dat de strijd hevig is geweest, blijkt wel uit het feit, dat het gevecht acht uren heeft geduurd, van drie uur 's morgens tot elf uur 's avonds. Het vmchtelooze zijner pogingen in ziende, gaf Jameson zich den volgenden dag over. Nu men weet, dat de Engel schen als aanvallers optraden, laten zich ook de ernstige verliezen, welke zij leden verklaren, terwijl daarentegen de Boeren, die den aanval afweerden, in veel gunstiger conditie verkeerden. Jamesons bende telde ongeveer 700 manschappen. Van dezen sneuvelden er 80, terwijl er 30 gewond en 550 ge vangen genomen werden. Veel schuld in de bestaande verwik kelingen wordt toegeschreven aan Rho des, den premier der (Engelsche) Kaap kolonie, die dan ook, waarschijnlijk wel onder pressie van hooger hand, ontslag gevraagd en bekomen heeft. Prins Alexander van Pruisen is Vrijdag avond overleden. Keizer Wilhelm en keizerin Victoria Augusta bevonden zich aan het sterfbed. Prins Alexander van Pruisen, in 1820 te Berlijn geboren, was de zoon van prins Ludwig, den broeder van keizer Wilhelm's overgroot vader, koning Fre- derik Willem II. De te Antwerpen gevestigde Société Anversoise pour la commerce au Congo heeft uit den Congo-staat bericht ont vangen, dat haar factorij aan den Boven- Congo door de inboorlingen is aange vallen. Allen, die zich in de factorij be vonden, waren dientengevolge verplicht deze te ontruimen. De troepen van den Congo-staat, onder bevel van den Bel gischen luitenant Liebrechts, brachten den inboorlingen eene nederlaag toe, maar het schijnt, dat de negers terug keerden en den aanval hernieuwden. Naar het heet, sneuvelden toen de offi cieren Liebrechts en Devadder, benevens de chef der factorij, Huté. De toestand in dit district schijnt ernstig. Terwijl de aandacht van geheel Euro pa gevestigd is op hetgeen in Zuid-Af- rika voorvalt, heerscht te Madrid groote ongerustheid over den loop, dien de zaken in de kolonie Cuba nemen. Nu de Cubanen, onder bevelvan Maceo in ile provincie Havana zijn door gedrongen, heeft maarschalk Martinez Campos zich zelfs genoodzaakt gezien, ook in de provinciën Havanna en Pinaz, tot dusver vrij van den opstand, den staat van beleg af te kondigen. De Spaansche generaal voegt er bij, dat hg onmmiddellijk troepen heeft uitgezonden, teneinde de insurgenten terug te drijven. Men kan derhalve verwachten, dat het op Cuba spoedig tot een ernstigen strijd zal komen, die misschien van grooten invloed kan zijn voor het lot van deze laatste kolonie, welke de Spanjaar den in Amerika nog hebben overge houden. Niet minder dan 22 gekroonde hoof den, of vermoedelijke troonopvolgers bevinden zich thans voor een langdurig verblijf tusschen Mentone en Cannes. Het zijn de keizer en keizerin van Oos- stenrijk, de koningin van Engeland, ex-keizerin Eugenie, de grootvorsttroon opvolger van Rusland, de graaf en gravin Caserta, de groothertog en groothertogin van Mecklenburg-Schwerin, de hertogin weduwe van Coburg-Gotha, de groot vorst en grootvorstin Peter, de groot vorsten Michael en Alexis, prins Nico- laas van Montenegro, de hertog en de hertogin van Leuchtenherg. De kleine eetzaal op de bel-étage van het Koninklijk Paleis te 's Gravenhage tot dusver bekend onder den naam van de Witte Eetzaal omdat zij bestond uit gestucadoorde wanden, waarop wit mar mer, nagebootst verfwerk, is thans ge heel gerestaureerd en opgemaakt in style Lodewijk XIV gem e Daniël Marot onder hoofdleiding van den intendant der koninklijke paleizen jhr. Hoeufft. Een geheel nieuw plafond is gelegd, getrouw aan het zooeven vermelde tijd vak. De modellen van het stucadoorwerk werden behandeld door de ornamentisten Alexander en Engelo. Door eene stoffeering van de zaal met echt goud leer is de tint eenigszins somber gehouden, om den toon te be waren, die in een eetzaal past. Ameublement, schilden en decoratie- werk zijn in overeenstemming met het artistiek karakter der zaal. De stoelen zijn gebeeldhouwd naar antieke modellen. Tegen de wandvakken prijken de portretten van prins Willem 1, prins Maurits, Willem II, prins Hen drik, Casimir II, Johan Maurils v. Nas sau en den prins van Anhalt-Dessau, aanverwant van Frederik Hendrik. De verhoudingen,' bij deze restauratie aangenomen, zijn rijzig, omdat het ver trek niet zeer hoog is, en vooral de breede marmeren schoorsteenmantel, waarboven een langwerpige spiegel tus schen met verguld lofwerk versierde pilasters, doet dadelijk het vorstelijk karakter in het oog vallen aan dit ge deelte van het paleis gegeven. r" De nog steeds vermiste Zaandamsche vischschuit Z A No. 5, van schipper Prins, is Zondagavond te Kampen binnen gesleept geworden door de stoombooten Meppel I en III, kapiteins Jansen en Brunink. De twee booten, welke dien morgen 6 uur van Amsterdam waren vertrok ken, hadden reeds vooraf het plan ge vormd om naar het genoemde vaartuig te zoeken, hetgeen hun met veel moeite en groote opoffering gelukt is. Het was hoog tijd, want de opvarenden der

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlemsch Advertentieblad | 1896 | | pagina 1