CARLO DONATI,
(DE DOLENDE RIDDER)
van
EDNA LYALL.
Naar de tiende Eng else he uitgave.
23)
„Dat zie ik. Goed, ik zal Francesca
bij u zenden." Hij deed de deur
dicht, en Carlo keek met een beklemd
hart de welbekende, vriendelijke
kamer rond, waar zelfs de slordigheid
van Francesca sprak. De „Stervende
Gladiator" voor Clare, lag heel ge
vaarlijk op een lossen stapel boeken
een jong katje speelde op de sofa
met een kluw roode wol, en de kous
die half af, en die hij wist dat voor
hem bestemd was, lag een eind ver
der op den grond. Hij keerde zich
naar het raam, en keek naar buiten,
naar zijn ouden vriend, den Vesuvius,
met zijn rookkolom, en naar de blauwe
zee, hier en daar tusschen de boomen
zichtbaar. Toen, met het pijnigend
bewustzijn dat deze hem bleven,
maar dat hij nooit meer in deze
zelfde kamer slaan zou, keerde hij
zich om en zag in het rond, als wilde
hij haar voor altijd in zijn geheugen
prenten, met al haar meisjesversier-
selen, al de bekende détails 1 Doch
het geluid van voetstappen deed
hem opschrikken, en verstoorde zijn
kalmtede deur ging open, en Fran
cesca kwam hem haastig te gemoet
zij liep altijd vlugger, tevens ook
gracelyker dan anderen, de kamer
binnen, maar nu vloog zij op hem af,
zij wilde niet dat hij haar bleek,
beschreid gelaat zien zou.
Indien echter in zekeren zin de
liefde blind is, in een ander opzicht
ziet zij allesmet éen oogopslag had
hij alles begrepen, en met dien blik
kwam het zwaarste lijden tot hem.
De snikken bedwingende die in
hem opwelden, hield hg haar in een
lange, innige omarming vast, maar
spreken was hem onmogelijk, en of
schoon er troost en zaligheid was in
haar nabijheid, toch ondervond hg
een zielesmart die dreigde hem ge
heel week te maken. Êindelgk liet
hg haar zachtjes los, en wendde zich
af, opdat hg zgn aandoening zou
kunnen beheerschen. Er was een paar
minuten stilte, toen kwam hg op de
sofa naast haar zitten, en, zijn arm
om haar heen slaande, legde hy haar
hoofd op zgn schouder.
Carina," zeide hg, en de wellui
dende barytonstem beefde niet, maar
klonk onbeschrgfelyk treurig, „gis
teren avond wilde uw vader niet dat
ik u zien zou, maar van daag staat
hg mg dit eene onderhoud toe. Hg
zeide, dat hg niet met u gesproken
had, maar dat gy alles wist wat er
tusschen ons is voorgevallen."
„Ja," zeide zg, en haar tranen
begonnen langzaam te vloeien„ik
wist, dat het zoo zgn moest toen ik
u hoorde weggaan."
Nu eens spraken zg Engelsch, dan
weder Italiaansch, zooals zg dat van
der jeugd af gewoon waren geweest.
„Liefste," vervolgde hg op teederen
toon, „het is mgn plicht de uitspraak
van uw vader te gehoorzamen; er
zou geen gelukkige verloving tus
schen ons kunnen bestaan, zonder
zgn toestemming, en dus zgt gg we
derom vrij. Gg moet uw best doen,
carina, dat deze korte drie weken
uw leven niet bederven; gy zult
het, mgn lieveling, want het zou
myn hart breken als ik denken moest
dat ik uw geluk had verwoest."
„De liefde moet ons niet zwak
doen zgn," zeide zg met bevende
stem, want in haar hart gevoelde
zg, dat zg zonder Carlo, wezen zou
als een schip zonder roer. „Deze
drie weken moeten mg moed geven
voor de volgende."
Er was een onbeschrgfelgke smart
in deze laatste woorden.
„O, myn lieveling'" riep Carlo
hartstochtelijk, „spreek zoo niet over
uw schoone, jonge leven 1"
Toen zweeg hg weder. Al de
kracht en al de gloed hunner we-
derkeerige liefde scheen zich te ver
heffen tegen des kapiteins vonnis;
zoo zg al voor het oogenblik er zich
aan onderwerpen en scheiden
wilden, toch rees de hoop voor de
toekomst; misschien wist ieder in
stinctmatig wat er omging in het
hart van den ander, maar geen
woord werd er tusschen hen gewis
seld ja, toen Carlo eindelijk sprak,
was het bgna alsof hg alle zonne-
schgn die over hun toekomst kon
hangen, wilde wegredeneeren.
„Ziet gij, mgn lieveling," zeide
hg, „zelfs al zou dit groote gevaar
mg niet langer van u verwgderd
houden, zelfs al had Nita mg niet
langer noodig, ik zal mg voor altyd
den weg tot u zien afgesneden
dit moeten wg onder de oogen zien.
ik zal dan, indien het geluk mg
dient, voor de wereld, Donati, de
operazanger zyn, en uw vader zou
mg voorzeker niet tot schoonzoon
kiezen. Ook heeft Oom Guido mg
onterfd, zoodat, als ik het tooneel
opgeef, ik geen cent in de wereld
bezit, en min of meer ongeschikt
zal zgn voor de betrekking van ad
vocaat."
„Heeft hg u wezenlyk onterfd?
O 1 Carlino, hoeveel verdriet hebc gy
gehad! Laat mg het niet grooter
maken, liefste 1 Kgk, ik zal niet
meer schreienlaat ons denken aan
hetgeen ons nog gebleven is. Het
ergste wat zg doen kunnen, is: ons
van elkander te scheidenonze lief
de kunnen zg niet doodenonze ge
beden voor elkander kunnen zg niet
verhinderenhet beste, het hoogste,
daar kunnen zg niet aankomen
Hg drukte haar tegen zich aan,
en fluisterdo haar in het italiaansch
allerlei teedere woordjes toe. Haar
de pendule op den schoorsteen tikte
onverbiddelijk voort, en deed al te
snel den tgd voorbg gaan, die, als
zg vaneen waren, met looden voet
stap zou voortkruipen. Rosalind zou,
indien haar gevraagd werd: „Voor
wien vliegt de tgd?" gezegd hebben
„voor scheidende gelieven" in plaats
van: „voor een dief die naar de
galg gebracht wordt." En nog waren
zg verdiept in dien zoeten woorden
stroom die niet weer te geven is,
toen de klok onmeêdoogend twaalf
sloeg, en hen deed opschrikken door
de herinnering aan de wereld bu.ten
hen.
Toen nam Francesca haar verlo
vingsring af, en legde hem in zgn hand.
„Daar, Carlo," sprak zg met vaste
stem, „ik geef u den ring en uw
woord terug; ik zal myn vader ge
hoorzamen, ik zal u niet schryven,
en geen brieven van u ontvangen,
maar meer dan dit kan men niet van
een vrouw verlangen, want de liefde
komt en gaat niet op commando."
Carlo stak den ring aan zyn vin
ger, die, van een verbindingsteeken,
in een teeken van scheiding veran
derd was. Hy was te zeer gebroken
om te kunnen spreken, en na een
lange stilte was het Francesca die
eindeiyk het zwggen verbrak.
„Vertel mg nog iets meer van het
soort van leven dat gg leiden zult,"
zeide zg zacht.
En zoo vertelde hg al wat hg
wist, hetgeen weinig genoeg was;
hoe hg bg de Merlino's inwonen
zou, hoe hy zou trachten zyn zus
ters liefde te winnen, hoe hy hard
studeeren en zgn best doen zou om
Piale eer aan te doen.
„En gg vroeg hy. „Er zullen
nieuwe buren naast u in de villa
Bruno komen, maar het is niet waar-
schgnlgk dat ze meer dan voor de
zomermaanden bewoond zal zgn,"
„Zoo! wordt het huis verhuurd?"
vroeg Francesca, en haar oogen vul
den zich met tranen. ik hoop
dat wg de menschen niet zullen ken
nen die er in komen wonen! Voor
het overige, lieveling, kunt gy u mg
voorstellen als geheel op de oude
manier voortlevende: Zondags naar
Napels, Sibyl leeren, en wat roeien
met Florestano. Maar deze maand
gaan wg een zeiltochtje maken in
„de Pelgrim", en misschien mag ik
het volgende jaar eens naar Enge
land gaan."
„Zoudt gg Clare gaarne eens op
zoeken
„Ja, hoewel ik vrees dat vader
het niet goed zal vinden als ik haar
van deze drie weken vertel, en toch
zou ik niet willen dat zg er nooit
iets van weten zou! Carlo, waarom
zoudt gij Clare niet eens opzoeken,
als gij in Engeland zyt?"
Hg schudde het hoofd.
„Zg zou deze verandering van
loopbaan maar al te zeer afkeu
ren," zeide hg, „en het is een ver
andering die ik niet aan de geheele
wereld uitleggen kan. Bovendien is
zy by uw oom aan huis, en na al wat
er gebeurd is, zal deze mg niet gaarne
by zich ontvangen."
„Oom George houdt veel vanu!"
zeide Francesca terstond.
Carlo antwoordde niet, maar was
het niet met haar eens. Het was
nu evenwel geen geschikt oogenblik
om over zulk een kleinigheid door
te pratende tijd ging voorbg, en
hg voelde dat kapitein Britton reeds
verlangde dat hy zou vertrekken. Bg
die gedachte begaf hem al zgn zelf-
beheersching; zyn kalmte maakte
plaats voor een hartstochtelgke uit
barsting van liefde en droefheid, die
Francesca zijn plotselinge verandering
in het belvedère te binnen bracht, toen
hg haar voor het eerst om hare liefde
gevraagd had.
Zg klemde zich aan hem vast,
zooals zg toen ook gedaan had, maar
het was nu niet van liefde en geluk dat
zg sprak.
„Geduld, Carlo mio, geduldfluis
terde zg. „Dit is ten slotte wat wg het
meest noodig hebben."
Deze woorden herinnerden hem aan
zyn stervenden vader, en brachten
hem eenigszins tot kalmte. Hg nam
het beminde gelaat tusschen beide
handen, keek lang in de heldere oogen,
en werd wederom sterk.
Pazienza fluisterde hg, en sloot
haar nog eenmaal in zgn armen. „God
behoede u
Aan het hek van Casa Bellakwam
de heer Britton tot zgn groote ontstel
tenis, den bewoner van villa Bruno le
gen, wel den laatsten dien hy zou heb
ben willen zien. Het eenige echter wat
hg doen kon, was, zich te houden alsof
hg nergens van wist, en beleefd af
scheid te nemen. Hg stak hem de hand
toe.
Carlo zag hem aan met een blik die
den vriendelgken Engelschman nog
langen tgd bijbleef. Maar ondanks al
zgn smart, kon hg niet onbeleefd zyn
een pynlgke trek kwam over zgn
doodsbleek gelaat, en
„Met bleeke lippen die wel schenen
Vei geef» zich tot een glimlach te bewegen,"
zeide hij, terwijl hij over de hand van
den Engelschman henen boog:, Bnon
viaggioSignore! A rivederci1
HOOFDSTUK XIV.
De nieuwe Baryton.
Een kleine ster werpt skchts etn zwakken gloed;
Maar hij is krachtigst in de liefde, die,
Schoon ïu zijn liefde zelf telt urgesteld,
Berustend m Gods wil, den levensstrijd
Bestaat, en 't hoofd houdt opgeheveu.
E. B. Bhowning.
Het was een heete zomermorgen,
en twee havelooze kleine Napolita-
nen slenterden laDgs de Chiajade
x) Goede reis, mijnheer 1 Tot wederzien» I"
oudste had den arm liefkozend 0111
den hals van den anderen geslagen,
de jongste had een half gescheurde
pet vol kersen in de hand, waar
van zg al loopende genoten. Een
rgtuig reed hen voorbg, en beide
knapen keken met scherpen blik
omhoog.
„Gran Dio!" riep de een. „Zie!
daar gaat Comerio, de operazan
ger."
„Ja, by is het," sprak de ander
levendig, „en hg is boos ook; zgn
voorhoofd is zoo donker als de nacht
zonder sterren."
„Zg zeggen dat hg zgn vrouw
slaat," zeide de oudste jongen met
een lach, die, door het aanbod van
een roode, rgpe kers, welke zyn
broeder hem voor den mond hield,
plotseling zweeg.
Intusschen was het rytuig hen
voorbg gereden, en Comerio reeds
lang aan den ingang van het Palazzo
Forti uitgestegen. Hy betaalde den
koetsier, liep toen met een alles be
halve innemende uitdrukking op zgn
gelaat, de lange steenen trap op,
en schelde.
Een meid, die hg bg vorige ge
legenheden te vergeefs getracht had,
om te koopen, opende de deur.
„Is Signor Merlino in het theater,"
vroeg hy, verlangend om te weten
of de kust veilig was.
„Ja, Signor," zeide het meisje.
„Wat moet ik hem zeggen?"
„Ik zal mgn boodschap aan Sig-
nora Merlino geven," zeide de be
zoeker, en wilde binnen gaan.
De meid liet in een vroolgkeu
lach al haar tanden zien.
„Maar de Signora is nog op de
repetitie."
Orsü!" riep Comerio ongeduldig,
„dat had ik kunnen weten. Nu, ik
zal binnen gaan, en wachten tot zg
terug komen."
De meid liet hem in een klein
zgkamertje, waar hg een paar mi
nuten heen en weer liep, maar eens
klaps hoorende dat in de kamer
daarnaast iemand aan het neurieën
was van La donna mobile,"')
ging hg er haastig binnen en keek
rond. In het eerst zag hg niemand,
maar een oogenblik later ontdekte
hg den zangereen kleinen, bruinoogi-
gen knaap van vier jaar, die op de
vensterbank zat, half achter het gor
dijn verborgen.
„Goeden morgen, Gigi!" zeide hg
vriendelgk.
De knaap wierp het gordgn op
zgde, hg scheen bigde den bezoeker
te zien.
„Goeden morgen, Signor," zeide
hg, met zulk een zonnigen glimlach,
dat zgn mager gezichtje bijna mooi
was. „Zgn er en hg koek ver
langend en toch verlegen naar Come-
rio's zak, „zgn er bonbons?"
Comerio maakte een kluchtig ge
baar van spgt.
„Wel, Gigi, hoe kan ik dat vergeten
hebben? Ik heb u eenige marrons
glacés beloofd, is 't niet? Maar wezen-
Igk, de slechte tgding van morgen
heeft mg alles doen vergeten."
„Welke slechte tgding?" zei het
ventje, met een angstigen blik die
niets kinderlijks had.
„Ik ga weg, Gigi! ik zal nooit
meer met u reizenEr komt een
nieuwe baryton iemand die wel
geen marrons glacés in zgn zak zal
hebben, of met u spelen zal, want
hg geeft zich uit voor een heilige."
„Een heilige?" zeide het kind.
„Wat is dat? Ik dacht dat die in
den hemel waren."
„Een heilige is iemand die de men
schen graag braaf wil maken. San
Carlo zal in een oogenblik zien welk
een kleine deugniet gij zgt!"
Wordt vervolgd
De vrouw is veranderlijk.
Gedrukt bg DE ERVEN LOOSJES, te Haarlem,