-39A|iz JBBq ni puapuipjaA na nadaojSraooq na nraj
J9AO qoiz UBBtn jap qtjoij xaq appiajdsjaA tnsBzSnBq;
•apuq apuaiaojq jauaa Mnpuqos ap ui qucq apaaiq
uaa do s}BB[d puapqmapB daip man na naajp fira
apuBBAi qj -nin^ojs nap 'jajsiaq uftm bu xsjaa jaq jooa
pnoAB uaxqocz naa do qt psixaq ja)Bj naSsp a°mag;//
■nfiz Smppai aSinaa ufira noz lajsoojq
na;a°j9A 'pxs naa isnsqx xaq xsim qi 'doo[ uafiiA
nap uauup aufim lap na naSoo ap xoojs jaxqoa qj//
■pxsraq ufira jooa naqosnaM.
a;sSijnA ap joop piapSaq 'jbbjq nap joop napnozaS
-aox najBAA lira aip na nap|nA Bufiq uaqqaJXJaA anfini
aip uamaojq amBzppz ap do 'qBjds nftzjsnMaq rappq
uba jaaM aip qqq ajsjaa ufira jaiA 'axqcBJUBB uaSoo
aufim pxsiaAoox nappS nfiz ;am noza^naj ap qfippuia
uaox na poop ua naAaj naqossn; qi apjaaziz pasum
uaa UBp jaSnB[ 'napojs axqaiz aSuaq naa ni fira paap
tnoojp naSijBZ ufira xp naqBApno Snqasjojd ;ajj//
j nfiz naSom xpon puBj xaq uba .wnoiAqnof aflipnoAuaa
ap 'qi noz pap 'puBpojj uba jbbjq nap uba avhoja
ap xubaa 'uaSoo ap uba uajpqos ap fira uapu naoj//
■apraaou (/puBjjojj uba iiiabi8// puapods suaa fira
apnof) jap uba Biqdog naoj 'ajqBBMpo puaja/imq qi
qinjBBAA 'qnpfl pnatnpMpaq uba raooipiaAoo} uapnoS
uaa ui pooA apjaaj qi ua piooMxuuaq piaw apjaq
ufira 'siuapaiqosaS apnojaAo 'apno ap sbm pjj//
•paojAjaAo uaSijaM ui uapuado qoiz aip uajqnjd uatnaojq
op na uauB| apuaqinpuo ap joop nappBAip fiM sp 'aaz jap
paq pq jbbu uapjapin[ ua puBjp pq sSubj nappop ft ay
sp 'napS[OA nu aqpM 'uaqaM aSiqqnpfl aip 'q/i
•UBBSaSdo sbav fira jooa qoo uaAaj pq uba uoz ap pp
'uaSSaz napaixsiara ap sp 'qi piM uaox 'japusqp
uapaocnpo uaSoo azuo 'uaAoq jbbu pnapojS axqnaAY
11
80
zijne plannen en wenschen had meegedeeld en, dat
ook zij ons huwelijk goedkeurde.
//Ik vertrouwde mijne ooren niet. Gravin Aleid, de
zuster van wijlen den Roomsch-koniDg, die alom
bekend was om haar trots, keurde zonder den min
sten tegenstand het huwelijk van den Graaf van Holland
met een eenvoudige JBrabantsche jonkvrouw goed!
//Wat beteekent dit?" vloog mij onwillekeurig door
het hoofd. Maar achtoen had ik nog geen antwoord,
wat wist ik van het verdrag met Vlaanderen?
//Luttele weken daarna werd in alle stilte op het
jachtslot den Vogelensang, ons huwelijk voltrokken,
terwijl gravin Aleid als eenige voorwaarde stelde, dat
het voorloopig geheim moest blijven tot keizer Rudolf,
naar wien zij beloofde terstond een bode te zullen
afzenden, zijn toestemming zou hebben gegeven. Graaf
Floris vond alles goed wat zij voorstelde//Die kleinig
heden zullen terecht komen, nietwaar?" fluisterde hij
mij overgelukkig toe, en ik?
//Wie, die den hemel voor zich geopend ziet, be
kommert zich nog om aardsche belangen?
//O, die gelukkige tijd welke toen volgde. Nooit
had de hemel zoo kristalblauw gezien, nimmer hadden
de rozen de lucht met zulke zoete geuren gebalsemd
of had het maanlicht zulk een tooverglans in het rond
geworpenwas de geheele wereld veranderd en de
aarde tot hemel geworden? Maar ach, het wordt ons
arme stervelingen zoo zelden vergund reeds hier zich
het paradijs te droomen en ook voor mij volgde de
ontgoocheling toen ik vernam, dat gravin Aleid, bij
den Keizer, in plaats der goedkeuring van ons huwelijk
om het verlei van Holland en Zeeland voor haar oudsten
zoon Jan van Avennes had verzocht, als Graaf Floris
"apuaj^injooA Siuiaü uaa nappa nfiz aip 'suopq jbbjq//
•uajapBU uaiz
3} pop naSipoBjappqos nap mo auuij ap do SpAaS
jBBq pin psj} uiabjS ap na Snja; uauiBMq sjaflaf ap
""namooq ap naqossnj qnojqjaazi pqosaSnaojBjq pm/p
•uapqfloA uapam uaflaip ubbS a) mo 'uajpzafljaA
3} siappij anfiz na maq pflipoouaSjin 'q§jnqsufiq,}j
uba uaAuiojAquof ap pra 'uaq paq siiojj jbsjq//
•pppaS napjOM
BooppBqos fiz napnoz °sp napnaSpA nap jbbjp
■qBBnuaA apjiM a; p pq uba uaAajq
-a§ sinqi najBAi uaMnojAppa ap ua ,/jpq pm jpq//
paaAiafl poafjoq apojfl uaa Ssp uaip sba\ jg-#
•uaAaj nfira uba pBras apdaip ap na qnpS
apSiuui pq maq pm ua uaunaq jbbjq uaSnof uap
qi apjaaj jBBp qoo na pjapaSiooA JBBq ubb pjaa pq
qi pjaM apojapaj, fiq Sjaqsjqoajqpy pp pq dQ*
•poBtu ajqjad
-aqno pm ajqosjaaq puBjpjj ui Sou piaqSuBfjapjaam
ufiz bh qoo na opjnnpaq jbbjq uaflnof nap jooa
assapflooA sp puB[ pq 'pSoo^ nap suojg uba poop
uap Ba aip 'naMtioSanajj uba piajy aMnpazA oiabjS ap
uba naMuojAquofjoq ap japuo uamouaSdo uapjOM noz
■qj "uaziaj ax pnBjpxj jbbu japBA nfira joóp piapS
-aq mo 'nap; ja a uapsnajj ax xop qfipopno naSapSjB
'jaqmos ufim qi noz Sup uapuaSpA nap ua paajaS
paa|qsiaj ufim Sb[ xasop uftra ui uaAog qjBq nfira
ui qoo xaq sbm axua[ na axuaj xaq piaM naxmq 'apjaiA
fÏBpjBnCjaA napnapnaAaz ufim qi naox Ssp naip do 'nax
-qoBpafl ajaqraos aqjnz xam Son qi paq naox JBBjaj//
"XpaorajaA
jaam qip pnBraam sp 'xsaara xaq pM Soa naiqossira
UBp na 'pnaSsnq qflpsaanaSno 'apjjazxaq spaaxs xjülfl
9 L
73
voor een kind is aangegaan niet geldig meer is als
er reeds een wettig huwelijk is gesloten, bleef zij hier
toch van kracht, omdat het pauselijk gezag er inge
mengd was en uit kracht van diens oppergezag was
"Graaf Floris onherroepelijk verbonden aan een dochter
van Graaf Guy, ondanks al de protesten van den Keizer
en de Rijksvorsten.
//Om den banvloek moest dus ons huwelijk worden
verzwegen en de inzegening beteekende hier niets,
omdat het gezag van den Paus boven alle sacramen
ten gaat en iedere handeling tegen dat gezag geheel
nietig is. De Gravin van Henegouwen wist dit zeer
wel, maar zij zweeg, want als haar neef een huwelijk
sloot met een jonkvrouw die zelf geen vorstin was,
wier kinderen dus nooit zouden mogen opvolgen,
terwijl hij zelfs daardoor den ban op den hals haalde,
dan was het immers alleen in het voordeel van haar
eigen zoon, die reeds zoolang een begeerig oog had
geslagen op het rijke Holland en Zeeland!"
//Jan van Avennes is toch ook als Graaf erkend,
al was zijn vader geen Vorst."
//Vooreerst zijn in Henegouwen de wetten anders,
en dan, zoudt gij u de doornenkroon wenschen die
hij heeft gedragen en die hem eindelijk zoo vroeg ten
grave sleepte, omdat zoovelen zijn regeering en rechten
onwettig noemden en hem griefden waar zij dit slechts
konden."
//Het is alles waar, maar moeder, moet ik dan het
land niet trachten te bewaren voor vreemde overheer-
sching? Nog zoo kort geleden zei'mijn vader tot mij
„„Mocht gij slechts mijn opvolger zijn Witte! dan
was mijn hoogste wensch vervuld, gij zoudt mijn
werk voortzetten en mijn volk weten te beschermen
