Eerste Blad. No. 11. Negentiende Jaargang. Nieuwsberichten. Uitgave van DE ERVEN LOOSJES, Gedempte Oudegracht 84 tllEPHOONNUMMEH TT i!k Ck Tv g Te/T C3 f* g—3 TE1EPHON1SCHE VERBINDINB 144 lx JtX Xjl IV JUt JLi JLlL O V JLfc met AMSTERDAM. ADVERTENTIEBLAD p fE0NNEMENTSPRIJ&; van WOENSDAG 10 Februari 1897. verschijnt- Per drie maandenf ,25. VERSCHIJNT franco p. post ,40. Prtys pe* Advertentie van 1-5 regels f 0.25, eikeregel Dinsdag-en Vrijdagavond, l&enderlljke nommers 3 centen per stuk, meer 5 cents, groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën, worden aangenomen tot DINSDAG en VRIJDAG des middags ten 12 ure, die alsdan zoo mogelijk nog worden geplaatst. Weten en Werken. Be Heer W. C. Goteling Vinnis hield Maandagavond eene voordracht ten onderwerp hebbende L'Avonturière van Emile Augier, door den Spreker in Nederlandsche verzen overgebracht. Men zal de vriendelijkheid willen heb ben, zich de methode te herinneren volgens welke de Heer G. V. met den inhoud van een drama tevens de meest schoone gedeelten ervan tot hun recht weet te brengen en dit op eene wijze, die aandacht en belangstelling afdwingt. Het zij vergund den inhoud van het stuk mede te deelen. De handeling heeft plaats binnen Padua, ongeveer in den tijd van den Oostenrijkschen successieoorlog. Augier koos plaats en tijd zóó, teneinde te voor komen de gedachte van bepaalde per sonen op het oog gehad te hebben. L'avonturière, de avonturierster, wordt voorgesteld door Clorinde, eene vrouw van minstens verdachte reputatie. Onder bescherming van haren broeder Hanni bal, zich uitgevende voor een Spaansch hidalgo onder den valschen naam Don Hannibal, een soldaat met plompe ma nieren, heeft zij de liefde weten te ver werven van een Italiaansch edelman, Monte Prade, die nog als zestigjarig man zich onuitsprekelijk gelukkig ge voelt in het aanstaand bezit der schoone vrouw, van wier vroeger leven hij geen flauw begrip heeft. Wij hooren hem zich rekenschap geven van zijne liefde en zijn oordeel over den broeder, voor den laatste meer vergoelijkend dan vereerend. Vreugde beleefde Monte Prade niet van zijne huwelijksplannen. Verlaten door zijne vrienden en zelfs teleurgesteld in zijne hoop zijne dochter Cecile gehuwd te zien met zijn neef Horatio, schijnt hij alles en allen te kunnen tarten terwille van de vrouw, die zich tot meesteres van zijne daden heeft gemaakt. Behalve Cecile heeft Monte Prade nog een kind, den dertigjarigen Fabri- tio, sedert vele jaren uit het ouderlijke huis de wijde wereld ingetrokken. Deze komt thans zijne plaats in het ouder lijke huis weer innemen, doch verneemt heel spoedig hoe de zaken staan en, het plan vormende zijn vader uit de handen van het paar gelukzoekers te redden, maakt hij zich niet aan zijn vader bekend, en dit met het doel de indringers te ontmaskeren. Voorloopig zal hij daarom LJlrique heeten. 't Was of Clorinde een voorgevoel had van'naderend on heil. De komst van den vreemde met haren broeder besprekende, komt de stemming van den broeder en de zuster in het licht. Hij, cynisch overleggend, vertoont den gevaarlijken egoïst en legt met duivelachtigen tact den nadruk op beider handelen en streven, doch Clo rinde vertoont de neiging om met het verleden te breken en een verlangen naar iets hoogers en beters, wat natuur lijk boven het bevattingsvermogen van Hannibal ligt en dus zijn bijtende spot uitlokt. Inmiddels is Fabritio's ontmaskering plan tot uitvoering gekomen. Aan den disch, alleen met Hannibal, weet hij de zen te brengen totveel drinken. Wij zien hem al de fazen van dronkenschap door- loopen. Openhartigheid, vroolijkheid, weemoed, lichtgeraaktheid en ten laatste een volkomen vergeten van zijn rol tegenover Clorinde. In zijne breedspra kige dronkenmansijdelheid vertelt hij nog heel goed in staat te zijn om de rol van Venise, zoo menigmaal door zijne zuster gespeeld, te kunnen opzeggen en verklapt den tooneelnaam van Clorinde te zijn Cleopatra. Dan dommelt hij in. Fabritio maakt gebruik van deze wetenschap. Doch wel verre van Clorinde te kunnen vernietigen, door haar te wijzen op een zeker niet roemrijk deel van haar leven, is ook bij Monte Prade zijn succes aanvankelijk niet schitterend. Opnieuw komt hier de geestkracht van Clorinde uitdit blijkt uit hare erkenning van de waarheid en aangrijpend schoon schildert de dichter hier haar vrouwe lijken trotsch en den mannelijken twee strijd en droefheid. Clorindes schoone pleitrede voor de gevallen vrouw, die naar de werkelijke liefde haakt van den man die haar beheerschen kan, doet Fabritio bemiddelend optreden en hij raadt zijn vader medelijden te hebben met de vrouw, die teont niet in de eerste plaats haar eigen belang te behartigen. Is, vraagt hij, berouw en poging tot beterschap niet beier, hooger, dan on schuld De verzoening volgt. Glansrijk heeft Clorinde den eersten proef door staan Fabritio wil Monte Prade thans aantoonen dat waar de nog jonge Clo rinde te kiezen heeft tusschen den zestigjarigen man en een jongeren aan bidder, zij de laatste partij kiest en ook dezen strik zou zij met eere ontkomen zijn als niet het harde oordeel van Monte Prade's dochter haar van het rechte pad had doen verdoolen. In mooie verzen doet de schrijver hier uitkomen het afbrekende der steile, strenge deugd, welke zich niet kenmerkt ondergaan te hebben de proef der omstandigheden en hoe vernietigend de logica der deugd werken kan op de verbetering van den zondigen mensch. Clorinde verwart zich in dien strik; Fabritio kan thans wijzen op voorge nomen ontrouw. Met bloedend hart stoot thans Monte Prade van zich af de vrouw die hy liefhad en zulks om den naam Monte Prude te redden, doch tevens verbant hij van voor zijn aangezicht Fabritio, die hem van zijn geluk gered heeft. Opnieuw komt het grootsche van Clorindes karakter schitterend te voor schijn, als uit het gedrag van haar broeder blijkt, hoe al diens overleggin gen en handelingen slechts één uitgangs punt hebben, het eigenbelang en met weemoed verlaat zij de woning waar zij meende te vinden de eenige ware liefde, welke zij op aarde kon vinden, het vriendelijk, veilig toevluchtsoord, dat haar toelachte na een leven van armoede en ellende. Bij de strenge eischen welke de Heer Goteling Vinnis zich stelt, zoowel waar het betreft mooi Nederlandsch als wat aangaat de uitnemende voordracht, be hoeft bijna niet medegedeeld, dat de dank van de toehoorders zich uitte in een stormachtig applaus. Tot slot gaf Spreker nog twee liedjes in den volkstoon, Huygens'Scheepspraat en Ons wil niet van Roodhuyzen. Tweehonderd zeventig jaar is 't gele den, dat het eerste het licht zag, het verhalende lied in de forsche taal, in de frissche levensopvatting van den ouden oranjeman, die in kernachtige zinnetjes verhaalt hoe men den dood betreurt van den zeer beminden Prins Maurits en met vreugde begroet het optreden van diens broeder Frederik Hendrik »Mooi Heintje" over wiens muts reeds zoo menig gevaar, ondanks zijn jonkheid, wps heengevaren. Wat is 'ttoch mooi, dat Hollandsch van de zeventiende eeuw en wat beschikte Huygens over een schat van woorden, thans gedeeltelijk in onbruik geraakt en wat kan de mededeeling van die oude kunstjuweeltjes aanleiding geven tot nadere kennismaking. Den volgenden Maandag treedt als spreker op de Heer W. van Nes, redac teur van de Nieuwe Amsterdammer. Een Noodkreet. Het bestuur van „Weldadigheid naar Vermogen," dat gedurende eenige jaren onder goedkeuring van vele ingezetenen voor die noodlijdenden zorgt, die bij de Kerkgenootschappen en bij het Burger lijk Armbestuur geen hulp kunnen vin den en toch verdienen gesteund te wor den, ziet zich thans in de engte gedreven. De inkomsten der Vereeniging, die in de maanden November, December en Januari van den vorigen winter nog ƒ12000 beliepen, bedragen dezen winter in denzelfden tijd slechts 8600, een verschil alzoo van ƒ3100. Voor de volgende negen maanden is slechts beschikbaar ƒ3500, terwijl min stens 9000 daartoe wordt vereischt. Het bestuur acht zich verplicht dit droevig verschijnsel algemeen bekend te maken, bij vernieuwing eene ernstige en dringende bede om hulp tot Haar lem's ingezetenen te richterf; en er met nadruk op te wijzen, dat het de opge vatte taak niet zal kunnen voortzetten, indien de middelen daartoe niet worden verschaft. Wat het beteekent: „Weldadigheid naar Vermogen" staakt den arbeid? Ongeveer 400 gezinnen, waaronder 160 weduwen en 500 kinderen worden door haar gesteund. Die ondersteuning doen i ophouden is prijsgeven aan ellende. Dat I mag, dat kan immers niet Hel Bestuur heeft goeden moed, het vertrouwt, dat, indien slechts algemeen bekend is, in hoe grooien nood het verkeert, de mid delen wel weer zullen vloeien. In dat vertrouwen zendt het zijne bede uit. Tot het ontvangen van giften zijn bereid alle leden van het Bestuur. Het Bestuur der Vereeniging „Wel dadigheid naar Vermogen": P. E. H. Bodel Bienfait, Voorzitter, Mr. G. C. Everwijn Lange, Secretaris, Mr. L. C. Kronenberg, 1ste Penningmeester, Jhr. C. C. v. d. Wjjck, 2de Penningmeester, E. C. van Son, F. M. Baron van Lijnden, J. Krol Kzn Leden der Permanente Commissie. Jhr. F. Teding van Berkhout, Voorz. der Afd. A, A. de Clercq, Voorz. der Afd. B, Mr. A. A. van der Mersch, Voorz. der Afd. C, F. L. van Ammers, Voorz. der Afd. D, W. D. Haitsma Mulier, Voorz. der Afd. E, P. H. van der Ley, Voorz. der Afd. F, A. van der Laan, Voorz. der Afd. G, Jhr. Mr. A. J. Rethaan Macaré, Mr. C. M. Rasch, G. J. van Dieren Bijvoet, Mr. M. G. P. Del Court van Krimpen, Mr. H. J. D. D. Enschedé, P. Loosjes, J. J. van Minden, Dr. I. van Praag, Dr. L. C. Proot. Na veel sneeuw is in Zwitserland thans plotseling de dooi ingetreden en wel in die mate, dat men voor over stroomingen vreest. Het sneeuwwater heeft reeds vele verkeerswegen onbe gaanbaar gemaakt en sommige dalen onder water gezet, terwijl hier en daar door ontzettende sneeuwvallen alles ver sperd is. De Cubaansche opstand is nog lang niet ten einde, maar in Spanje sprak men van hervormingendat gaf moed, want na de hervormingen zou Cuba •wel het hoofd in den schoot leggen. Thans schijnt echter weer een machtige strooming de hervormingen te zullen tegenhouden en daar geelt men het te genwoordige ministerie de schuld van. De leus, eerst hervorming, schijnt nu weer omgekeerd in, eerst den oorlog af- geloopen door demping van den opstand en dan zullen we wel eens zien wat •we doen. Na blijken de opstandelingen in geduchten staat van tegenweer te zijn, hierin nog versterkt door hun meerdere kennis van het terrein, zoo dat het lang kan duren eer de oorlog ten einde is, tenzij het tegenwoordige -mmisterie- moclrt willen aftreden. De meeste Spanjaarden zqn sterk geneigd hervorming op Cuba toe te staan. Thans is werkelijk de tekst der her vormingen verschenen, maar de tijd van uitvoering is niet genoemd, zoodat het de vraag is of ze ooit zullen uitgevoerd worden en mocht men er toe komen, dan zal het een verlicht, bezadigd staatsman dienen te zijn die ze populair maakt voor Cuba. Wat woning-ellende voor de Londen- sche behoeftigen is, mag bekend ver ondersteld worden. Gebrek aan ruimte, licht en lucht is daar speekwoordelijk. Niemand dacht zeker, dat het te Weenen nog veel erger is. Professor Philippovic aldaar heeft bewezen, dat het derde deel der bevolking leeft in overbevolkte ka mers, met nog minder lucht en ruimte, dan de wet voorschrijft aan de tucht huisbevolking. Het gemeentebestuur der Oostenrijksche hoofdstad schijnt zich echter van deze dingen niet veel aan te trekken. Een Brusselaar, die wegens ziekte verscheidene oefeningen der burgerwacht verzuimd had, kreeg op zijn ziekbed het bevel van den raad van tucht, om eene aanzienlijke som aan boeten te betalen of zich in hechtenis te begeven. Hij deed noch het eene, noch het ar.dere' maar hij stierf en... werd begraven. Toen dit reeds een tijd geleden was, kwamen de gendarmes om hem aan te houden. En zij wilden zelfs het huis doorzoeken, om zich te overtuigen dat h\j zich niet verborgen hield. Met hel losraken van de sneeuw in Zwitserland worden tevens zand en steenen medegesleurd en deze massa's richten ware verwoestingen aan in in de wegen en versperren sommige stroompjes den uitgang, waardoor hier en daar overstroomingen ontstaan. De hoogste stand van den Rijn bij Bazel was 3.75 boven gewoon peil. Gelukkig is het water sedert Donderdag vallende.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlemsch Advertentieblad | 1897 | | pagina 1