Eerste Blad.
No. 13 Uitgave van DE ERVEN LOOSJES, Gedempte Oudegracht 84 Negentiende Jaargang.
van WOENSDAG 17 Februari 1897.
N ieuwsbericLt en.
13IEPH OONNTJMMER TT A A "D T TT' 1WT TT TBLBPHON1SCHE VERBINDINO
144 XX XX X\> JJJ JLYX O XJ XX met AMSTERDAM.
ABONNEMENTSPRIJS
Per drie maandenf—,25.
franco p. post ,40.
Afzonderlijke nummers 3 centen per stuk,
Prijs per Advertentie van 1—5 regels f 0.25, elke regel
meer 5 cents, groote letters naar plaatsruimte.
VERSCHIJNT:
Dinsdag- en Vrijdagavond.
Advertentiën worden aangenomen tot DINSDAG en VRIJDAG des middags ten 12 ure, die alsdan zoo mogelijk nog worden geplaatst.
„ONZE LEESTAFEL".
Onlangs verschenen werken op aan
vrage ter bezichtiging te verkrijgen bg
De Erven Loosjes, te Haarlem.
Jaarboekje voor de stad Haarlem 1897. ƒ1.
üniteoiaadsche nieuw verschenen werken
Art et decoration. Revue mensuelle d'arfc
moderne. Jaargang I. No. 11.10
BELLESSORT (ANDRE) La jeune Amé-
rique. Chili et Bolivie.. ing. - 1.90
DAUUET (ALPHONSE) Jack. Liv.on 1; -r 0.056
GU1RAUD (PAUL) Fustel de Conlangea.
ing. 1.90
MARTIN (JULES) Nos auteurs et com
positeurs dramatique9ing. 1.90
ROD (BDOUARD) La-Hanting. 1.90
RUPFTN (ALFRED) La petite femme ing. 1.90
ECKSTEIN (ERNST) Delias der Floten
spieier. Eine lustige M uzikantengescbich-
te aus dem alten Roming. 0.65
JOUX (O ITO DE) Die helleniscbe Liebe
in der Gegenwart. P&ychogische studiën.
ing. 2.60
MEISTER (FRIEDRICH) Klar zum wen
den. Seegeschichte und nautische Skizzen.
ing. 1.30
XAHLENBERG (HANS) Miaere.Jug. -1.95
OU1DA The selve, and Toniaing. 1.
MILNE (G. GRINNELL) Life ol Lieut.-
Aimiral de Ruytergeb. *6.85
Bovenstaande werken zyo voorhanden
bg de boekhandelaars de erven Loosjes
Weten en Werken.
Toen de Heer Van der Steur, de
Voorzitter van het Bestuur van Weten
en Werken, de bijeenkomsten voor dit
seizoen opende, maakte hij gewag van
het feit, dat Weten en Werken voor
veertig jaar gesticht werd. Dit feit had
den de bezoekers in de ooren geknoopt
en door enkelen was het initiatief ge
nomen tot het aanbieden van een aan
denken aan de Vereeniging.
Heel wat bemoeiingen hadden de man
nen gehad vóór de zaak was tot stand
gekomen en velerlei was in den weg
gekomen, waardoor het aandenken eerst
heden, veel later dan de bedoeling was,
kon aangeboden worden.
Maandagavond had het plaats.
Bij het binnenkomen van het Bestuur
werd eene enveloppe overhandigd, bevat
tende eene opdracht onderteekend na
mens de bezoekers Van El, Kieviet,
Groeneveld, Haman, Ditmar en de
Zaaijer.
De Heer van der Steur nam toen het
woord. Met een hartelijk woord bedankte
hij voor het bewijs van waardeering,
te vleiender, omdat het Bestuur er in
wilde opmerken, dat het streven der
Vereeniging werd op prjjs gesteld.
Het souvenir bestaat uit een mahonie
houten archiefkastje. Op den bovenkant
is een zilveren plaat aangebracht, bevat
tende eene inscriptie waarop vermeld de
gelegenheid van aanbieding en de erop
betrekking hebbende jaartallen.
Thans trad de spreker van den avond
op, de Heer W. van Nes van Amster
dam, tot uitgangspunt nemende de pas
genoemde eenvoudige plechtigheid, welke
sprak van onderlinge waardeering, van
„Goede buurschap", den titel welke hij
meende te mogen geven aan het een
voudige verhaal, dat hij wenschte voor
te dragen.
En het verhaal was eenvoudig genoeg.
Het had plaats in Schotland onder eene
eenvoudige boerenbevolking, doch welke
menschen allen bezield waren meteen
geest van onderlinge aanhankelijkheid,
welke te duidelijker uitkwam, naarmate
een geest van onverdraagzaamheid op
kerkelijk gebied de goede gezindheid
dreigde te verstoren en de vrijheid van
geweten ernstig bedreigde, toen een
gedienstig ondergeschikte, die meende
zijn lastgever een dienst te bewijzen
als- hij een boer van zijne pachthoeve
wilde verdrijven, die met hem in inzich
ten op kerkelijk gebied verschilde.
Toen bleek het nut der goede buur
schap, maar tevens dat een braaf man
zijn geweten niet verkracht, zelfs al
staan machten tegenover hem, schijn
baar sterker dan hij.
Zeker was het Maandagavond een
bijzondere avond in Weten en Werken,
èn om de alleraardigste attentie door de
toehoorders aan de Vereeniging bewezen
èn door den Spreker, die door de eigen
aardige manier, waarop hij de mannen
onderhield, in onzen anders zoo rustigen
kring een nieuw element bracht, dat
niet dadelijk door allen begrepen en ge
waardeerd werd.
De Heer H. J. Scholten vervult de vol
gende spreekbeurt.
Dat het de Grieken ernst is met
hun optreden tegen de Turken op Kreta,
mag blijken hieruit, dat prins George
van Griekenland vertrokken is met zes
torpedobooten. Men verheelt het niet,
dat deze vloot bevel heeft om het ont
schepen van Turksche troepen op Kreta
met alle middelen te beletten.
Het gerucht omtrent het vertrek
maakte grooten indrukeen volksmenig
te geleidde den prins naar het station,
waar hij een roerend afscheid nam van
de koninklijke familie.
De Koningin vertrok naar Piraeus,
waar zij ondersteuningen uitdeelde
aar. de Kretenzer vluchtelingen.
Aangaande den toestand op Kreta
bericht men, dat de vluchtelingen de
vervallenverklaring van den sultan heb
ben geproclameerd, dat de sultan aan
de Grieksche regeering opheldering heeft
gevraagd omtrent de torpedobooten,
welke thans onder prins George kruisen
de zijn en dat die niet aan den sultan,
maar aan de mogendheden zijn verstrekt.
Men meent, dat als Griekenland wer
kelijk plannen heeft tot anexatie van
Kreta, dit alleen kan plaats hebben met
medeweten en onder toelating der mo
gendheden, alsmede dat Engeland zich
wel bij het eventueele plan der Grieken
zal neerleggen, maar omtrent Rusland,
dat in deze veel gewicht in de schaal
zal moeten leggen, is men zoo zeker
niet, en in dat geval óf de zaak niet
doorgaan, Engeland en Rusland zouden
zich met elkander moeten verstaan, wilde
men ernstige moeielijkheden voorkomen.
Of de bekende Europeesche inmenging
met de Tukrsche aangelegenheden op den
duur zal helpen wordt terecht betwijfeld.
Het land schijnt nu eenmaal een soort
van toezicht te behoeven, of het vergrijpt
zich aan het leven en de bezittingen
der landskinderen, en zoodoende gaat
het zijn ondergang tegemoet met te
rasscher schreden naarmate het toezicht
van den Staat op de Turksche ambte
naren afneemt, door een volkomen stelsel
van knevelarij, toegepast van den hoog-
sten tot den laagst geplaatsten ambte
naar. Zijn de Turken zelf tevreden met
den staat van zaken in hun eigen land
Wel verreeene Jong-Turksche partij,
mannen van staatshervorming op breeden
grondslag, doet telkens van zich spreken.
De regeering onderdrukt deze partij
meer, naarmate zij haar meer vreest.
Wat de regeering van den sultan nog op
de been houdt, is het finantieel belang
dat Europa nog heeft bij de instand
houding, hierin is men het tamelijk eens.
Hoe het zfd moeten gaan, als eenmaal
de Turken uit Europa verdreven zijn,
wat, volgens het Turksche geloof zelf,
eenmaal geschieden zal, is onbekend,
maar zonder Europeesche oorlogen zal
zoo'n weik, als het plaats heeft, zeker
niet kunnen tot stand komen.
Er blijken doordemogendhedenpogin
gen aangewend te zijn de Grieksche vloot
te doen terugroepen, welke pogingen tot
heden niet baatten. De vreemde schepen
schijnen het er nu op toe te leggen de
Grieken te beletten oorlogsdaden te ple
gen en tevens willen zij Turkije niet
verhinderen nieuwe troepen op Kreta
te ontschepen. In hoeverre men Turkije
op Kreta zijn gang wil laten gaan is
onzeker, wijl moeilijk kan uitgemaakt
worden of de schuld der moorden op
het eiland aan de Turken, dan wel aan
de christenen ligt. Griekenland tracht
de laatsten geheel vrij te pleiten, maar
van anderen, die het weten kunnen,
verneemt men wel anders. Dit neemt
niet weg, dat de toestand in het Oosten
voor het oogenblik kritiek is. Zeker is
het, dat een en ander der Grieken geest
drift wel wat heeft bekoeld. Zijn zij
thans dus werkeloos, ook de Turken
zijn beleefd uitgenoodigd geen troepen
meer naar Kreta te zenden, omdat eene
internationale gendarmerie was toe
gezegd.
Omtrent het voorstellen van hervor
mingsplannen zelf aan Turkije is men
nog niet geheel tot overeenstemming
gekomen. Is men zóóver en is Turkije
genegen die aan te nemen, dan is voor-
loopig die staat weer voor een tijdje
gered
Het is zoo goed als zeker, dat drie
regimenten Grieksche troepen per stoom
boot op reis zijn naar Kreta. Er moet
tusschen den koning en de Europeesche
hoven een druk telegraphisch verkeer
plaats hebben. Wat van een en ander
het eind zal zijn, is niet te voorzien.
Inmiddels heeft de commandant der
Engelsche flotille doen weten, dat hij
eene geweldpleging der Grieken, hier
bedoeld een landing, zou beletten.
Verder zouden, na overeenkomst der
gezanten, gemengde detachementen der
vreemde oorlogsschepen een drietal
plaatsen op Kreta bezetten.
De heer Felix Faure heeft een bezoek
gebracht aan het instituut-Pasteur. Bij
deze gelegenheid liet Dr. Roux zich aldus
uit over de pest: De ontwikkeling der
pest-bacil in Indië is voor een groot deel
de schuld van de onzindelijkheid der
inwoners. Wanneer de epidemie tegen
alle verwachtingen in toch in Europa
verschijnt, behoeft men zich daardoor
geen angst aan te laten jagen, want
de pest zou hier geen gunstigen bodem
vinden voor haar uitbreiding en waar
schijnlijk spoedig verdwijnen.
Volgens rekening en verantwoording
van het stakings-comité te Hamburg is
gedurende de staking 1,378,531 mark
aan ondersteuning uitgegeven.
Er wordt verondersteld, dat dit slechts
een klein deel is van de som, welke
door de arbeiders bij de staking is ver
loren gegaan aan loon. Bovendien moe
ten de stakers finantieel zeer ten ach
teren zijn geraakt en zal het lang duren
eer het achterstallige is ingehaald.
Donderdag waren van de stakers reeds
weder 2800 aan den arbeid, doch velen
van hen moesten zich tevreden stellen
met het werk te beginnen tegen lager
loon dan zij genoten voor de staking.
Klaagt men in Britsch Indië over
hongersnood, hij de Samojeden van het
Siberische gouvernement Tobolsk is de
toestand ook niet helder. Wegens het
heerschende mond- en klauwzeer zijn
de rendieren, de grootste rijkdom dier
lieden, tot op een tiende verminderd,
terwijl de vischvangst, een hoofdbron
van inkomsten, buitengewoon onvoor-
deelig is geweest. Men vreest er voor
hongersnood.
Het honderdjarig bestaan van het
Oostenrijksche Volkslied werd de vorige
week in alle Oostenrijksche schouw
burgen herdacht. De oorspronkelijke
tekst is van den dichter Haschka, de
melodie van Haydn. Het werd te Wee-
nen met groote geestdrift outvangen in
den benarden tijd toen Napoleon, na de
Oostenrijkers in Lombardije en Stier
marken verslagen te hebben, door den
vrede van Leo ben gestuit werd in zijn
plan om Weenen zegevierend binnen te
trekken. De voor dertig jaren druk
gelezen Louise Muhlbach wijdt in een
harer historische romans een bijzonder
schoon hoofdstuk aan de boven vermelde
feiten.
Een te St. Petersburg verschijnend
blad meldt, dat onlangs een grijsaard
van 75 jaar, de heer Boryssyk, den
minister van het onderwijs verlof heeft
gevraagd, om aan de universiteit te
St. Petersburg als student te worden
ingeschreven. De oude man verklaarde,
dat hij in zijn jeugd het gymnasium
te Souwalki had bezocht, doch zijn
studiën had moeten opgeven uit geld
gebrek. Zijn gansche leven was het
evenwel zijn ideaal geweest een docto
ralen graad te behalen en nu vroeg hjj
den minister hem daartoe in staat te
stellen.
Vijftig Japansche families zijn op weg
naar Mexico, om zich daar te vestigen
in den Staat Chiapas. In den loop van
het jaar zullen nog 450 families volgen.
Dat het niet altijd even gemakkelijk
is menschen van dieren te onderscheiden,
leert ons de Bolletino del Naturalista.
Volgens dat blad bevindt er zich in
het archeologisch museum te Weenen
een Egyptische mummie, die, geheel
ingezwachteld, niet gemakkelijk is te
onderzoeken. De een noemde het de
mummie van een mensch; de ander
meende, dat het eene Ibis, de bekende
heilige vogel uit Egypte, was.
Onlangs is deze quaestie opgelost door
het voorwerp met X-stralen te radio-
grapheeren. Op het verkregen portret
laat zich duidelijk de vogelschedel her
kennen. De mummie is dus een Ibis-
Vermeld wordt, dat een uitgebreide
partij op Cuba de meening is toegedaan,
dat geen verzoening moet plaats hebben.
Hieruit zou dus moeten volgen dat