HAARLEMSCH Wereldkroniek, No. 20. 144 Uitgave van DE ERVEN LOOSJES, Gedempte Oudegracht 84. Negentiende Jaargang. met AMSTERDAM. van ZATERDAG 13 Maart 1897. Nieuwsberichten. I.SPHO ONNUM MEE TELEPHONISCHE VERBINDINS ABONNEMENTSPRIJS Per drie maandenf—,25. franco p. post ,40. &fironderlijke nommers 3 centen per stuk Prijs per Advertentie van 1—5 regels f 0.25, elke regel meer 5 cents, groote letters naar plaatsruimte. VERSCHIJNT: Dinsdag- en Vrijdagavond. Advertentiën vimden aangenomen tot DINSDAG en VRIJDAG des middags ten 12 ure, die alsdan zoo mogelijk nog wordengeplaatst. Doet Uwe inkoopen liefst niet SP Zondag. Waarom zoudt gij geheel onnoodig de Zondagsrust van anderen storen? Het Sestuur der Afdeeiing. VAN DE is direct na uitgave voorhanden in den Boekhandel van DE ERVEN LOOSJES. Prys 10 Cants. Voordrachten in Teylers stichting. Prof. Dr. H. A. Lorentz sloot Woens dagavond de rij der voordrachten in dit seizoen. Ongeveer honderd jaar geleden, deelde Spreker mede, was aan Teylers Stichting werkzaam de Heer Van Marum, een geleerde, wiens onderzoek zich ook be paalde tot het verband tusschen elek triciteit en chemische verschijnselen en diens arbeidsveld zou ook thans betreden worden, want Professor Lorentz had tot onderwerp gekozen: De elektrische lading der atomen. Atomen, de laatste ondeelbare deelen van een lichaam zelve, werden het eerst ter sprake gebracht, doch eerst werd aangetoond hoe een grooter lichaam elektrisch geladen wordt, waarbij de opmerking, dat op het voetspoor van Franklin gesproken wordt van elektrische vloeistof evenwel in de beteekenis van iets onstoffelijks. De beide elektriciteiten kan men zich ook denken, eeD positief geladen lichaam als een bakje overvuld met elektrische vloeistof een negatief geladen als een hakje slechts gedeeltelijk gevuld en men heeft het in zijn macht deze vloeistof te verplaatsen, namelijk door de elektri seermachine en het galvanisch element, op dezelfde wijze als eene wezenlijke vloeistof verplaatst wordt door een pomp, met welk instrument Spreker de elek triseermachine vergeleek. Aangetoond werd wat er plaats heeft ah in het element de stroom van koper naar zink voert; dan wordt de vloeistof, waar die koper en zink aanraakt ge splitst in twee deelen bevat de vloeistof metaal, b.v.b. koper, dan scheidt het koper zich af naar de negatieve plaat, het zout dat zich in de oplossing bevindt naar de positieve plaat. Spreker ver toonde het vrijgeworden koper, dat zich op deze wijze op eene platinaplaat ge vormd had, terwijl tevens werd duide lijk gemaakt, hoe mende sterkte der elek trische lading der atomen kan vei gelijken en aangetoond, dat eene lading, welke eene sterke elektrische vonk te voor schijn riep, slechts sterk genoeg was om een zeer kleine hoeveelheid atomen jo dium uit eene verbinding vrij te maken. Er zijn goede en slechte geleiders der elektriciteit. Dat water al een zeer slechte is werd door een proef aange toond en dat er reeds een elektrische stroom ontstaat bij het met de hand aanraken van een koper-en een zink staaf werd mede door eene proef bewezen. Als de elektrisch geladen atomen, ionen, worden blootgesteld aan de werking van eene magneet, ondergaat hun loop eene verandering of af wjjking. Eigenlijk, deelde Spreker mede, zijn alle lichamen, alle stoffen in mindere of meerdere mate onderhevig aan mag netische werking en zoo had o.a. de Heer Zeeman te Amsterdam den invloed der magneet kunnen aantoonen op de trillingen der atomen van een vlam en dit in verband met de onderzoekingen van Dr. Herz, die heeft aangetoond, dat de ether-trillingen veroorzaakt worden door elektriciteit. Sommige der geladen atomen van de vlam zullen in hunne beweging eene versnelling, andere eene vertraging ondergaan en medegedeeld werd hoe dit wordt zichtbaar gemaakt in eene natriumvlam, doch deze proef kon niet vertoond worden aangezien er bij noodigzijn zeer nauwkeurige optische instrumenten, omdat de dan aan het licht komende feiten anders niet waarneembaar zgn. Spreker besloot zijne voordracht met de bemerking, dat in deze het veld der onderzoekingen nog zeer ruim is en bracht gaarne hulde aan de regeeringen, maatschappijen en genootschappen die door het brengen van geldelijke offers de wetenschappelijke onderzoekingen helpen bevorderen. Behalve door proeven maakte Prof. Lorentz het besprokene nog duidelijk door tal van teekeningen en formules, terwijl zijne heldere wijze van voor stelling zeker niet weinig medewerkte om het niet dadelijk bij ieder bekende onderwerp onder veler bevatting te brengen. Bij de laatste der voordrachten be hoort voorzeker dank gebracht te wor den aan Heeren Directeuren van Teylers Stichting voor de vrijgevige wijze waarop een groot getal stadgenooten in de gelegenheid gesteld werd om door de belangrijke voordrachten op velerlei gebied hun kennis aan te vul len en hun gezichtskring te verbreeden. De genotvolle uren, doorgebracht in Teijlers gehoorzaal, zullen zeer zeker dikwijls en met dank herdacht worden. Tweede Kamer). In de zitting van Vrijdag was aan de orde het ontwerp houdende nadere regeling van het recht van sukcessie en van overgang by overlijden. Geen algemeen debat werd gevoerd. Op art. 1 memorieën tan aangifte) had de heer Pijnappel een amendement voorgesteld ie om te bepalen dat, als de aangever den oorsprong en het ontstaan der schuld niet kan opgeven, de reden moet vermeld worden, waarom hg daartoe niet in staat is; 2e om niet te eischen, dat van het bestaan eener schuld reeds vóór overlijden het bewijs in rechten moet zijn te leveren geweest, en dat onderhandsche geschriften, die als be wijsmiddel worden vermeld, reeds vóór overlijden in de macht van den schuld- eischer moeten zijn geweest; doch zich te bepalen tot den eisch, dat in de aan gifte zullen worden omschreven de ge schriften of, bij gebreke daarvan, de bewijzen, waaruit de aangever de kennis der schuld put. Door den heer Borret was op het ontwerp en op het am,- Pijnappel een sub-amendement voorge steld, om te doen vervallen de bepaling, dat de aangever moet verklaren, geen reden te hebben om te meenen.dat de bewijzen werden opgemaakt of afgegeven om iemand te bevoordeelen, of sukces sierecht te ontgaan. De heer van Deinse trad in een kritiek van het Regeerings- ariiekel, dat, volgens hem, in de prak tijk niet goed zal kunnen werken; hij beweerde, dat het de minst ontwikkel den het meest zou treffen, en dat alle handelingen van den overledene zullen beschouwd worden als samenspanning tegen de schatkist. Spreker wees op de bezwaren, in het adres van de Broeder schap van Notarissen uiteengezet, en hoopte, dat de Kamer de bezwarende bepalingen niet in de wet zou opnemen. Wat het am.-Pijnappel betrof, dit ver zachtte, volgens Spreker, wel de bezwa ren, maar de hoofdzaak was, dat door het stellen van deze bezwarende bepa lingen duizenden aangevers successie belasting zouden betalen, die zij niet verschuldigd zijn. De heer Heemskerk achtte de bedoelde eischen zelfs immoreel en meende, dat zonder het am.-Pijnappel de wet onaannemelijk moest heeten. De Min, van Fin. kwam op tegen de voor voorstelling, dat het ontwerp onnoodig zou zijn. Hij wees op de schandelijke ontduikingen, die er plaats hadden, en die ontzettend toenamen. De Min. vroeg of voorziening nagelaten moest worden, omdat ontduiking nog geen regel was geworden, gelijk de Broederschap van Notarissen scheen te verlangen. Dat ware dwaasheid. De eischen bestonden ook thans reeds; ze waren niet ver zwaard, maar verduidelijkt, om would- be onnoozelen het knoeien onmogelijk te maken. Het am.-Pijnappel ging in vele opzichten verder dan de Minister. De Min. betoogde, dat het am.-Pijnappel ten onrechte als regel stelt, dat de aan gever aan den ontvanger moet bewijzen de juistheid van aangifte, terwijl èn de bestaande wet en het tegenwoordig ontwerp slechts vorderen inlevering van eene formeel voldoende memorie van aangifte. Alleen dan is bewijs noodig als na beëediging blijkt, dat vergeten zijn schulden op te geven, en voor dat geval is het ontwerp zoo vrijgevig om redres mogelijk te maken, maar men moet dan daarbij bewijs van den ont vanger eischen. Het am.-Pijnappel gaat dus veel verder dan het ontwerp, en zulks ten nadeele van de erfgenamen. Wat de bepaling betreft, die de heer Borret wil doen vervallen, de Min. wijst er op, dat deze noodig is in het belang van eerlijke aangevers, en dus in 't belang der notarissen, die van fraude niets willen weten; aanneming van het am. Borret zou de fraude ver meerderen. De heer Rink meende, dat de Min. niet voldoende ingelicht heeft het onderscheid tusschen vermomde legaten en schulden, wel aangegaan ter bevoordeeling van derden, maar niet met het doel om de sukcessie-belasting te ontduiken. De heer Pijnappel hand haafde zijn amendement, doch bracht daarin eene kleine wijziging aan. De heer Borret was niet door den Min. overtuigd en verdedigde nogmaals zijn amendement. De heer Willinge stelde een sub am. voor, om de geheele zin snede omtrent inzage door den ontvan ger of afschrift te doen vervallen. De heer A. van Dedem deelde mede, dat de Komm. van Rapp. met advies wilde wachten tot Dinsdag, tegen welken dag de vergadering verdaagd werd. Dinsdag werd de beraadslaging over artt. 1 en 2 van het ontwerp tot wij ziging der sukcessiewet voortgezet. De Min. van Fin. deelde mede, dat hij eenige wijzigingen in par. 2 en 4 van art. 1 gebracht had ter gemoetkoming aan de gerezen bedenkingen, maar met behoud van het stelsel der Regeering. Namens de Komm. van Rapp. verklaarde de heer van Dedem, dat de Komm. zich met de aangebrachte wgzigingen kon vereenigen. De heer Pijnappel trok zijn am. in, evenals de heer Borret, daar nu verklaard zal moeten worden, dat den aangever niet gebleken is, dat de schuldbewijzen zijn opgemaakt om iemand te bevoordeelen. De heeren Heemskerk en Willinge bleven hun bezwaar volhouden, dat verklaard moet worden, dat de schuld vóór overlijden in rechten bewijsbaar zou zijn geweest. Daar de heer Rink nader een amende ment voorstelde, werd het debat over over art. i aangehouden tot den vol genden dag. Op art. ibis (verhooging van overgangsrecht) voor niet-ingezetenen met 3Va pet. n l., in rechte lijn van 1 tot 4Va pet. en varunderen van 5 tot 8Va pet., was een am. voorgesteld door den heer Kolkman, om het overgangsrecht voor niet ingezetenen in alle gevallen te bepalen op 8'/a pet., daar buitenlan ders in ons belastingstelsel te zeer wor den beèordeeld. De Minister bestreed dit am. vooral om depreciatie van grond te voorkomen, en omdat het slaat ook op Nederlanders-niet-ingezetenen. Het am.-Kolkman werd aangenomen met 44 tegen 32 stemmen. Na het verloopen van den futalen termijn, door de mogendheden aan de Grieken gesteld voor het ontruimen van Kreta, behoort men niet meer de berich ten van dag tot dag, maar van uur tot uur te kennen. En nu, Griekenland heeft geantwoord. Het verzocht dringend, dat de mogendheden niet zullen blijven bjj het plan om Kreta zelfbestuur te geven en verder dat deGrieksche schepen er niet bepaald noodig zijn, maar dat Griekenlands plicht verbiedt de bevolking aan de muzelmannen over te laten, en het noodigt ten slotte uit de Kretensen zelf te laten beslissen hoe zij wenschen geregeerd te worden. fn antwoord besloot de Britsche regeering over te gaan tot het blokkeeren van de Grieksche havens en die van Kreta. Inmiddels zjjn de troepen op Kreta, d. w. z. de Grieksche en de Turksche handgemeen geraakt en op de grens is een toestand welke elk oogenblik tot uitbarsting kon komen. Griekenland voert maar gestadig oorlogsmateriaal naar de grenzen. Ook Turkije doet dit, maar afgaande op de berichten is het materiaal daar niet best in orde; paarden zonder tuigen, slecht gekleede en be wapende soldaten en geschut dat nimmer uitgepakt is geweest sedert het de Krupp- fabriek heeft verlaten. Maar hiertegen over staat de aan razerng grenzer.de dweepzucht der Turksche soldaten, al even gevaarlijk als het beste wapen. Bovenstaande berichten loopen van Maandag op Dinsdag. Omtrent eene nadere beslissing geen berichten, wel, dat de toestand uiterst

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlemsch Advertentieblad | 1897 | | pagina 1