landers, maar niet meer. De heer Kist bestreed het betoog van den heer van Boneval Faure, en meende, dat de wet te wantrouwend is tegen gezeten burgers en te veel nadeelige bepalingen bevat. Hij beriep zich ook op het gezag der Broederschap van Notarissen, die tegen deze bepalingen is. De heer van Boneval Faure repliceerde nog even op het door den heer Kist gesprokene. Donderdag werd het debat over de sukcessiewet voortgezet. De Min. van Fin. protesteerde opnieuw tegen de bewering dat het hem te doen was om baten te trekken, en niet om fraude te keeren. Mislukt deze poging, dan zal op andere wijze in het te kort moeten worden voorzien, en zullen ook mingegoeden daardoor getroffen worden. De voorge stelde maatregel zal wèl baten, daar velen zullen worden teruggehouden van het afleggen van een valschen eed, ter wijl zij nu straffeloos langs sluipwegen onjuiste verklaringen kunnen doen. In gegrepen in het burgerlijk recht wordt er niet. De vrijheid wordt niet aange rand, maar de wet verbindt rechtsgevolg aan schenking kost voor den dood, om te voorkomen, dat van schijnvertoonin- gen worde geprofiteerd. Het ontwerp gaat niet te ver. Krachtig verdedigde de Min. de verhooging van het over gangsrecht voor in het buitenland wo nenden, die hier grondbezit hebben, doch tot een bedrag van 81/3 pet. Een afzonderlijke wet zal de afschaffing van de 38 opcenten voorstellen, en de suc- sessiewet zal niet worden uitgevoerd, voordat over die afschaffing zal zijn beslist. De Min. beloofde onmiddellijke indiening der toegezegde wet. De heer Fransen van der Putte klaagde over te zware heffing van 8y2 pet. voor in Indië gevestigden. De heer Sassen wees er op, dat deze wet nu alleen kan uitgevoerd worden door een votum der Tweede Kamer, die bewezen heeft niet op het ontwerp te willen terugkomen. De heer v. d. Biesen acht het in strijd met alle konstitutioneele begrippen, dat de Eerste Kamer gebonden wordt aan een votum van de Tweede Kamer. De heer Rahusen verklaarde, na de rede van den Minister, vóór te zullen stemmen. De heer van Nispen hield zijne bezwaren vol. De heer Wertheim verdedigde het ontwerp uit het oogpunt van politieke moraliteit. Nogmaals verdedigde de Min. krachtig het ontwerp; hij bestreed het bezwaar van den heer Fransen v. d. Putte. Daar na werd het wetsontwerp aangenomen met 30 tegen 15 stemmen. Na aanneming van het ontwerp regelende het zegel recht op effecten was aan de orde het ontwerp tot regeling der gemeentefinan- ciën. De heer Muller kwam op tegen het beginsel eener gemeentelijke in komstenbelasting. De heer van Lijnden bestreed de wijze van regeling der be lasting van forensen. De heeren Nebbens Sterling en Welt klaagden over onge lijke toepassing, daar onvoldoende wordt gelet op de wezentlijke behoeften der gemeenten. Nadat de Ministers van Financiën en vun Binnenl. Zaken het ontwerp hadden verdedigd, werd het goedgekeurd. Vrijdag was aan de orde de interpel latie van den heer Muller over besten diging van het uitvoerrecht van suiker uit Nederl. Indië. De interpellant achtte na aanneming van de suikerwet hier het uitvoerrecht op koloniale suikers onhoudbaar. Maar met het oog op de politieke omstandigheden, vroeg hij niet afschaffing, doch opnieuw tijdelijke schorsing van het uitvoerrecht. Spreker vroeg, of de Handelmaatschappij daartoe niet geadvizeerd heeft, en of de Min. bereid was te overwegen om het uit voerrecht opnieuw te schorsen, met 1 Juli. De Min. van Kol. deelde mede wat de Reg. ten aanzien van het uitvoerrecht had gedaan, en hoe zij overwoog een ontwerp, houdende nadere regeling van de suikerbelasting, met heffing niet enkel naar het gewicht, doch ook naar de waarde. De Minister verklaarde ver der op dit oogenblik geen termen te vinden tot schorsing van het uitvoerrecht op suiker, daar de toestand dit niet voorschrijft. Alles wijst op de mogelijk heid van prijsverlaging en van het ver krijgen van hooger rendement der Java- suiker, en de groote handelsmaatschap- pijl, vreezen niet, blijkens de jaarversla gen. De Minister kon niet inzien, dat de uitvoering der suikerwet met Januari 1897 eenig verband zou houden met de verplichting tot schorsing van het uitvoerrecht in Indië. Die wet van '97 beoogde de suikerpremieën te verlagen,1 dus de protektie te verminderen, wat den fabrikanten hier niet veel genoegen doet. Minister houdt steeds oog op den gang der suiker industrie, maar hjj wil niet, alleen ter wille van grooter winsj of minder verlies van de fabriekanten^ het uitvoerrecht prijs geven. De heer Sassen waarsschuwde den Minister van Kolonieën, niet het belang van de Java- suikerindustrie op te offeren aan de in zichten van ambtenaren, gelijk geschied is met de suiker- industrie hier te lande door de jongste noodwet. Wij staan nu, volgens Spreker, op de puinhopen der Nederl. suiker- industrie. Na replieken waarbij de Minister zijne verklaringen handhaafde, was de interpellatie afgeloo- pen. Aangenomen werd het ontwerp kwijtschelding eener Indische vordering aan den heer Ter Machelen, na bestrij den door den heer Fransen van de Putte. Bij de behandeling der sup- pletoire Indische begrooting verklaarden de heeren Wertheim en van Zinnicq Bergmann, dat de kamer geen vijandige houding verlangde aan te nemen tegen den Minister, maar door het toestaan van dit krediet voor stoomtrambanen in Atjeh ook geen vertrouwen uitsprak ten aanzien van de gedragslijn der Reg. in zake Atjeh. De heer Pijnakker Hordijk zou niet tegen stemmen, doch zijn stem sluit niet in ingenomenheid met het beleid der Regeering. De heer Fransen van de Putte onthield zich van debat wegens de omstandigheden, maar kon toch niet nalaten eenige be weringen van den Minister van Kol. te weerspreken. De Minister ver klaarde de verantwoordelijkheid voor de door hem gevolgde gedragslijn geheel te aanvaarden, tenzij de Kamer hem de gel den mocht weigeren. Het wetsontwerp tot aanleg van stoomtrambanen in Atjeh werd zonder hoofdelijke stemmen aan genomen. Op de vraag van den heer Bergsma, of het verslag van de Tweede Kamer betreffende wijziging derBoter- wel spoedig beantwoord zou worden, verklaarde de Minister van Waterstaat enz. geen vast tijdstip nog te kunnen aangeven. De Kamer is uiteengegaan. Met den wapenstilstand en het uitzicht op vrede, zou men meenen, dat althans voor het oogenblik de oorlogsbereidselen zouden gestaakt zijn, doch dit is niet zoo; Griekenland zet de plannen tot verdediging voort. Men verwacht te Athene twintig duizend nieuwe geweren. Wie ze betalen zullen? Omtrent den loop der vredesonderhandelingen lekt niets uit. Met de vredesvoorwaarden moet Duitschland een eigenaardig standpunt innemen; telkens als de vijf andere gezanten een artikel hebben goedge keurd, komt de Duitsche gezant er tus- schen met moeielijkheden en hij mag niets goedkeuren dan met uitdrukkelijke toestemming zijner regeering. Over de Grieksche regeering zijn de dagbladcorrespondenten niet tevreden; telkens worden hunne berichten zoo veranderd, dat zij den tegenovergestel- den indruk teweeg brengen, dan de waarheid is. Het spreekt van zelf, dat die regeering zich daardoor bespottelijk zal maken, als de correspondenten in de gelegenheid zijn aan hunne bladen de juiste waarheid mede te deelen. In het algemeen doet Duitschland, nog meer dan Rusland, zich als bijzonder vriendschappelijk voor ten opzichte van den sultan, die zich hierdoor zeer ge streeld gevoelt en gedachtig aan het spreekwoord in troebel water is 't goed visschen, zeer zeker van de Duitsche gezindheid zal partij trekken, bij het bepalen van zijne vredesvoorwaarden. Men meent, dat er weer wat achter steekt. Zegt men dus datde mogendheden eenstemmig zijn in het behouden van den Europeesche vrede, de handelingen van Duitschland, die al heel weinig van onpartijdigheid getuigen, zouden allicht aanleiding geven, dat het werd losgelaten en zijn gevoelen niet meer werd ge vraagd in zake den vrede. Het zou voor den keizer natuurlijk een harde slag zijn opnieuw als vroeger met den Chineesch- Japanscben oorlog achteraf gezet te worden. De gezant van Japan te Berlijn is terug geroepen, omdat hjj wat te veel naar den zin van zijne regeering de Duitsche partikuliere belangen in Japan behartigde. Voor zijn opvolger zal dit eene waarschuwing zijn. Terwijl van verschillende zijden pogin gen worden aangewend, om de Noord pool te bereiken, blijft ook de Zuidpool nog steeds de aandacht van de mannen der wetenschap vragen. Dezen zomer zal van Melbourne eene expeditie naar Vic toria-land vertrekken, om aldaar voor bereidende studiën te maken. Leveren deze voldoende resultaten op dan zal later eene groote expeditie met twee goed uit geruste schepen naar de Kerguëlen-eilan- den trachten de Zuidpool te bereiken, terwijl het andere bij de eilanden blijft, om de equipage van het eerste schip, in geval van nood te hulp te komen, of, zoo dit door de ijsbergen vernield mocht wor den, op te nemen. Op de tentoonstelling te Brussel zullen een groot aantal negers uit het binnen land van het Congo-gebied te zien zijn. Deze Congo-negers komen hoofdzakelijk uit de omgeving van Kinshassa en on derscheiden zich van de andere Congo- stammen door hun tatoeëering op het voorhoofd. Een olifantenjager, de heer Lonettière, is in de Boven-Congo op treurige wijze om het leven gekomen. Op jacht zijnde te Bonga, dat op Fransch grondgebied ligt, werd hem door een neger uit een der omliggende dorpen zijn geweer ont stolen. In een der hutten vond hij het geweer en gaf er den neger een klap mede tegen het hoofd. Op hetzelfde oogenblik stiet een der omstaande negers den heer Lonettière een speer in den rug, die er aan de borst uitkwam en het hart had doorboord, zoodat de heer Lonettière bijna onmiddellijk overleed. De Daily Chronicle had het voor een paar dagen over den hertog van Norfolk, die aan de stad Sheffield een park ten geschenk gaf, ter herinnering aan het aanstaande jubilé der Koningin. Het Engelsche blad wees er op, dat velen de koningin door het bewqzen van welwillendheid hebben geëerd, doch vraagt: Maar nu de koningin zelf? De natie, gaat het blad voort, beeft H. M. veel te danken, maar de koningin dankt ook veel aan de natie, b. v. b. eene zestig jaren onafgebroken trouw en aan hankelijkheid. De koningin zal dus ook zeker de natie wel een geschenk aan bieden, in welken vorm zegt het blad niet, maar wel, dat voor een millioen zeer zeker in de armste wijken van Londen een ziekenhuis kan opgericht worden, en dat de koningin verscheidene malen millionaire is. Duidelijker kan haast niet gezegd worden, dat niet alle beleefdheden van een kant kunnen komen, terwijl er te vens een bedekt verwijt in licht opge sloten, dat de koningin, die zooals bekend is, niet gemakkelijk van haar geld afstapt, tot heden nog niets heeft gedaan, dat aanleiding geeft tot de gedachte, dat ook zij prijs stelt op den dank der natie. Omtrent den brand in de Staalstraat te Amsterdam komt eenig licht. Behalve de vreeselijk verwonde man, die waar schijnlijk te laat geneeskundigen hulp zocht, zijn nog twee personen gevat. Steeds zoekt men in den verbranden kelder nog naar stukken, die opheldering kunnen geven, maar de politie heeft den draad in handen en dat is al heel1 wat. Hoe het ongeluk ontstaan is en wat de reden is, diefstal of iets anders is nog niet uitgemaakt en het zal te bezien staan, of de politie wel achter het geheim zal komen, te meer, daar de vermoedelijke hoofddader inmiddels is overleden. Gisteren (Hemelvaartsdag) had op een weiland bij Halfweg weder een openbare vergadering of meeting plaats van de socialisten. Elk jaar worden deze vergaderingen minder bezocht en thans zullen er ten hoogste 500 personen ge weest zijn, waaronder vele vrouwen en jongens. Als sprekers traden op Domela Nieuwenhuis en ten Boekhorst, terwijl eene Amsterdamsche zangvereeniging daar tusschen en bij afloop eenige num mers ten beste gaf. Te ongeveer 7 uur was de vergadering afgeloopen; de sprekers en met hen de sruime be deelden vertrokken per trein", de ove rigen in aaneengesloten troepen zingende en met ontplooide vlaggen naar Amster dam en Haarlem. Waarom Halfweg wordt uitgekozen als plaats van die vergaderingen, is ons niet duidelijkde Bond heeft er geen vijf leden, terwijl bij zoo'n vergadering zich I slechts enkele dorpelingen op het wei land begaanmen hoopt aldaar, dat men door het weinige succes spoedig van der gelijke bezoeken verschoond zal blijven In het district Beverwijk is scheuring ontstaan in de liberale partij, zoodat naast de candidaat, de heer Tak van Poortvliet, Ds. W. Bax van Zaandam is opgetreden, die mede als candidaat wordt gesteld. De anti-revolutionaire Partij in dat dis trict heeft nog geen candidaat. Vier hebben er reeds bedankt; nu zou de candidatuur werden aangeboden aan Ds. Postma van Zaandam. Intusschen moet men zich haasten; de dag der verkiezing 1 Juni nadert. Op het landgoed Velserbeek te Velsen, hiertoe welwillend door den Heer Baron Van Tuyl van Serooskerken be schikbaar gesteld, zal op den tweeden pinksterdag de tweede jaarlijksche ont houdersdag gehouden worden van den Christelijken Geheelonthouders-Bond. Drie muziekkorpsen, alsmede een koor van zangeressen en zangers hebben hunne medewerking toegezegd en van drie spreekplaatsen zal door verschillen de sprekers en spreeksters het woord gevoerd worden. Het programma, tevens bewijs van toegang, is tegen betaling van 25 cents verkrijgbaar. HAARLEM, 28 Mei 1897. De vereeniging tot bevordering van Beeldende Kunsten, onder beheer der Maatschappij „Arti et Amicitiae" te Amsterdam, opgericht in het jaar 1845, verspreidde tijdens haar 50 jarig bestaan onder hare leden ongeveer 2200 Kunst werken. Bovendien deed zij 45 Gravures waaronder verschillende Etsen ver vaardigen, die telken jare als Premie zijn uitgereikt. De Premie 1896 bestond in een Plaatwerk over de bekende verzame ling „Teylers Stichting" te Haarlem, dat allerwege met groote ingenomenheid in ontvangst is genomen en dat in een aan tal dag- en weekbladen op de meest vleiende wijze is beoordeeld. Met recht kan dus gezegd worden, dat zij een belangrijk deel heeft gehad in het verspreiden van Beeldende Kunst hier te lande. Sedert hare oprichting werd alleen voor 't aankoopen van Kunstwer ken als prijzen der Verloting een bedrag van bijna 5 tonnen Gouds besteed. Alle aan te koopen en te verloten Schilderijen, Teekeningen, etc. zijn door Nederland- sche meesters vervaardigd, zoo ook de bovengemelde Gravures en Etsen. Van eiken verkoop wordt 5% gestort in het Weduwen- en Weezenfonds der Maat schappij „Arti et Amicitiae", waardoor eene niet onbelangrijke som aan gemeld Fonds ten goede is gekomen. De belangstelling van het publiek is in de laatste jaren buitengewoon toege nomen. Sedert 1893 traden 2669 nieuwe leden toe, terwijl het aantal correspon denten steeg van 145 tot 287. Het lidmaatschap bedraagt ƒ5.'s jaars, waarvoor men een lot in de tegen het einde van December te houden Ver loting ontvangt, benevens als Premie 1897 het Plaatwerk over verzameling J. J. Tiele te Rotterdam. Het plan be staat om op deze wijze, gedurende de eerstvolgende jaren, de verschillende Par ticuliere Verzamelingen ons land in den vorm van Plaatwerken voor een ieder blijvend toegankelijk te stellen. Correspondente voor Haarlem is Me vrouw Wed. G. Postma-Verburg, Spaarne alhier. Teylers Museum werd Donderdag, hemelvaartsdag, bezocht door ruim vijf tienhonderd personen. Het is gebleken, dat vele personen nog in de meening verkeeren als zou het Museum slechts op genoemden dag te bezichtigen zijn, terwijl het eiken werkdag, behalve Zaterdag, kosteloos toe gankelijk is. In eene vergadering van dekies- vereeniging Vooruitgang, Dinsdag avond gehouden, werden weder eenige nieuwe leden aangenomen en werd het reglement in overeenstemming bracht met de nieu we kieswet. Metalgemeene stemmen werd de Heer Mr. A. J. Rethaan Macaré tot kandidaat der Vereeniging gesteld voor het lidmaat schap voor de Tweede Kamer der Staten Generaal. In de rotonde van het Museum van Kunstnijverheid alhier is efene ten toonstelling van kantwerken geopend.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlemsch Advertentieblad | 1897 | | pagina 2