9} ja3A\H3§3} UBB japUOZ 'JOOJS JO Sb]S JapUOZ Stip
noui noz aojj// raajs apuaquj SuiSipjBBMjuoiaA uba.
jam pitqiaAO uaoj apS[OAjaA ua SipaoraaaM jappu ap
appiooMjuB ,,'apoq jaqfippnaiiA fira fiS jjbbm suag;
djSuajq Suipftj azap lira aip 'ufiz jaq fiS jaopq//
(lj uaiopaA qjoA ua
puB| ufiz jpaiqosaS japnoM uaafi JBBp sjb ua aABojaAO-
joj jSiau raaiiaBjj qoo juba\ 'qfqaSorn iba ooz 'jba-
'amoo.tjsjaAO puBj unq aaz ap ua jqtuaS uapjOM sjbbjcE
auunq uba uaump ap jBp 'uappiq uaSora }3M sjapuBg
-1°h ap j®p *UBp jaa^ dfl^ J^bbja jbbjs jaq aojj//
so| ajjsjBq ua ubjoa jbbu uaja^ uba ssb[q Suoip njq
•Sbbja ufiz Liq apjBBqjaq SuiuuBds uj
•uaquAjaA jsaora dsqospfijq jam 'Suito
-bj^ nap 'raaq jbm uapapapam jam apjiAA. nam 'jqoBjqf
dooquBM joj uaqs jbm uajBqjaA jam apjmp uajq
g pfojjtio psq jam jaiuuq ufiz ua uajojsaS ppiq jaiziAoqaq-
ufiz aip 'appiaqasjapuo uaqaajpjaA ]aqua uaaS joop
qoiz aip 'jappu aip sbm aiyyy -appjooMjuB puBtuaijq
■jappij uap uba Sbbja ajsjaa ap sbm ti(j maj
-j8bjj aj uaquz ap ubbjs aoq 'Suiraraajs ap si aojj//
•uapuBj aj 'jbjubb ui SuiiaS ooz 'suaqj 'uapSBBM jaq
fiz JBBp ufiz uajsaom uaSuiraBjA sjararai aip 'uaSuojp
-j8a uaSuijapmaajA ap mo spaai qoiz pjooAjuug uba.
sjauoMUi ajapuB ap ibbai jaiaoaaz uap jbbu qoiz uaj
-jSBBq ua aoj maq sjaqossiA aSiuaa uadau (<j uaiqossira
joo[a ajaaqaS jap apoqjooA ap 'diqos qostUBBJA nag;//
•uaSajsaS [bm ube pjazaSjaA
sjapfiijs aSiuiaM sjqoajs joop 'jappu jssuiBqaS uaa
'puBjaS sbm diqos uag -puBJjs jaq do SuiSaMaq qfqaq
-J3M fiq Sbz nu ua 'mo qoiz fiq appuaM puajqong
•piaqfiJA a§i[bz 'aqfqjaaq ui japjaA
puaqosmj uapjaqqBq na puBZJaAao aSijqooA jaq jbac
■P,fl
142
kerken. Onder de velen die fluisterend op het Sant-
samenschoolden bevond zich ook de reus van Spaer-
woude, Claes van Kyeten. Bezorgd luisterde hij toe
naar de angstige gesprekken, eindelijk kon hij het niet.
meer uithouden tusschen al die radelooze gelaatstrek
ken en diep ademhalend sloeg hij den weg in naar de
duinen, alleen en vrij.
O vrijheid, hoogste goed voor iedereen, zou thans
zijn land dien grootsten zegen worden ontnomen?
Daar scheen geen redding mogelijk, geen uitkomst
meer te wachten. Graaf Floris vermoord, zijn zoon
dood; Heer Willem? Men wist, dat hij het goede
wilde en tot vermetelheid toe dapper was, maar ach
hij was allen nog zoo vreemd, thans zoo ver af en in
de onmogelijkheid om te helpen. Reeds boog zich het
geheele land onder de vuist van den vreemdeling.
Holland, het vrije, fiere Holland zou de kluisters wor
den aangelegd der vreemde overheersching
//Voorbij, voorbij!" klonk het ook in zijn hart en
hopeloos, vol verlangen sloeg hij van den hoogen duin
top, dien hij had beklommen, een blik op het azuren
vlak der zee.
Verwachtte hij de redding van dien kant?
Doch hoe hij zocht, geen met vlaggen en wimpels
versierde, met geharnaste strijders bemande vloot gleed
over de deinende golven, slechts witte meeuwen, geen
blanke zeilen scheerden de witgekuifde baren, waar
boven als een doorzichtige neyel de wemelende voor
jaarslucht hing, welker zachtblauwe tinten langzaam
tot parelgrijs overgingen en bijna geleken op het wa
zig licht, dat met matten glans schemert uit een half
omsluierde albasten lamp.
Zacht rolden de golven naar het strand, gleden
paojq ajqoaj jaq jbbm'uajjajs uapucq aufiz ui pBjs rap
SuuaaSaj ap uajaotu fiM 'raajjaBjj uba ajqoaja*) uba»
Bijijsnf Jap apaoj ap raaq qiaj ua jb jqiuB ufira ajJ{A\
Jaapj qi bjs 'uaqfijq jbbm uapjooM azap uaipuj//
:apuiBBjaq 'iubu jinpaq Sij:
-qoiMaS uaa aip 'uoosjadspiaqjaAo uaa jooa jnp sibooz
'uajaoA ap Sijqoajd ajsinjq ua jBBqja joao uapnuq ap
apSaj jnoqos ap jbbot 'ubb japunqp dnqospaojA jap
uapaj ap uaSsz 'jaiu uajoo auunq fiz uapMnojjjaA sjy
•jqonf ap ui sjnm uljz apoq ap diaiM SuiiaoAjaA ui ug
(1j aaznopj 'aaznojj 'jaomaëaj raaq dBqospfqq uba Sin
-uizquBiq jjBq jmoojjs q]OA jaq na pjojjuo jamsq ufiz
fjq Jjaaq jjaquijg uap do 'UBtqsjaA J3M uapunfiA ap
|bz fiq 'uauioqaS si ajji^v jaapj -puBpojj jooa Suippaj
sijg jSuipfij apaoS 'poojquapoq jbbui qojs uap suiz
-suaaS uauaipiaA fiz 'magaBjj uba ajqoajaS j aaznojj//
'uaSuajq aj maq jooa 'uajinq jBBp sjapjoojsjaAjsni
aip apoq uap jBAaq ua do jnoqos ap Sbz praajsjuQ
•uauuiq jbbu
apoq ap appus uaajaui na uajajqqonf apinj uajinq uaq
-uojqjaaM JBBp 'uado map ap fiq ajqnj Simmjsuo
lt'uaAaj aj soojjaa
uBp 'uaAjajs aj [OAjaa jajaq 'uapjoM aufira jaq joj
unq aSora 'piaqfiJA spuBjjojj jooa puapfiJjs 'poop nap
raaq fiq 'jsioa ap ui suadBAv ap jara 'uapuoA uauoz jan
-fira aaMj 'raagi^ J®®11 ^ll 'jjarjaq fira jbm
'suajaq bmu SipjnpaS jqosjoj na joao usp n jjaaS
'UBBpjW 'UBBjS aj JB |BAUBB U38 U3 UaSipapJ8A U8U
-unq aj qoiz rao SaouaS qjajs Sou si pBjs ap» 'puaA
-inqosjinjajqoB pjaz uljz qnj uaa jara 'ufisjag azfuS
ap dau „juapu n jooa apunqos aSiMnaa 'apuBqog//
((-8BjpjaA |oajaa uaa jooa 'fira jara uappS ap
]b ua qt raajs susqj 'sjapuB uaqBjds fiM 'uauuiMjaAO'
9kl
147
van Holland ons voert, is het met allen nood voorbiji
en hebben wij geen gevaar meer te vreezen, Gode-
zij eeuwigen dank, die ons toezond een heirvoogt uit
het huis van Holland, in Graaf Floriszoon!"
Luide bijvalskreten begroetten zijne woorden, een
paar aarzelende stemmen, die nog over het onmogelijke
van den weerstand waagden te spreken, werden weldra-
tot zwijgen gebracht. Daar weerklonk, dreunend als
het neerploffen van een geweldigen waterval luid ge
juich op de straten, het volk omringde jubelend een
kleine ruiterstoet en hoog boven hun hoofd wapperde
de leeuw van Holland, wuifde de oude banier, die hen
zoo menigmaal ter overwinning had gevoerd, in de
lentelucht, ook thans zou hij nederlagen doen ver-
keeren in zegepraal, nacht in licht, strijd in vrede.
Weldra verscheen Heer Witte te midden der vroed
schap, die hem eerbiedig bij den ingang van het raad
huis ontving.
Hoewel zoo snel mogelijk afgelegd, had zijn tocht
toch langer geduurd dan hij gewenscht had. Zijn ont
vangst was die van een bevrijder en overwinnaar ge
weest, terwijl het gejubel der duizenden, die zich ver
drongen om hem te mogen zien, de lucht vervulde,
in al de straten die hij volgen moest.
//Ook bij u, Gerechte van Haerlem, hoop ik instem
ming en bijstand te vinden tot het volbrengen van
mijn moeitevolle taak;" begon hij ernstig, //nu wij
staan aan den vooravond van groote gebeurtenissen;
steunt onze groote zaak, strijdt mede voor de vrijheid
van ons vaderland, of zoo niet, dan beware God u
voor naberouw Eenigen vielen hem luide bij, ande
ren weifelden, sommigen zuchtten dat het te laat was,
nu men reeds de afgezanten had ontvangen, dat het
