n ap loo a joop giqqaupjaq 'sauojBq ap apiaz <('jmoq [jz jap fqq naq qi na jqoaiaj saga jraoq jap 'Q" (('ua[aqjaA aqfgaqaniiaA jooa jjaAaj jojs jaaq jap *naiz gaonag fiz naq si mop jaia fiz sjb nsAaS jez uba uauuipuaiJA ajaq naa ja fiz aip guufiiqasaq ap uba guigajsiooA ap fiq ja gj qi n 'uajjaz a; nado amsp apraaaiA jauaa uagoo apuajajsuom gggqasiaAuo na jaoq ap jooa guipnoqsmq apuajajjiqos lapuim azno maBU -aguaa jain jsmf qoo jaq si jam qfqjnnjau Jjfqq ftz jubm sjaiu jooa naqqaq uagnz jasqrao na ajiaoui fiM jap najajagjaap 8oj^ pMnqosasaAiag guimaujapuo azap na§aj ja nigaq jaq hba n qaq qi 'afjjapaoui 'Bp// „•ufiz aqajds jioou gipiooM -uagaj unq 'naqqaq najqoom suaa |ajA qfqjaaAA qooj fiAA aip 'naA8[ qagqfqaSap jaq ui uaguiqqaMdo auiajq ua^ majagnoqjaA aj naAaoqaq jam fiM jap 'gaonag jsinp J3A0 gnipnoqsinq ap jooa jainam aip do ja Jjfqq Jbm na ufiz uaguip ape jooa ja uajaom uajuajq ua najsgis *uflAV-npo8[ jsaora paodsnagaj uaip |a mo jjnaq ajaq do nn aip 'asj nagaj sauojaq ap apgaajq ,,'pfij najsjBBj nap ni piapuajaA jaaqag ooz si japaA ap// •ajjqoeAUaA napaj jam fiq aip 'jajqoop ua muoja jaufiz fuaqarajinq ap jaAonagaj uapajjdo quip 'sjapua sja ooz jam fiq uoq S8M smq uba (jq nn uajojsaggaAv azap fiq paq piaqgijqoizjooA apuaqajaqjaM jam ua uaAOOjaq aj ap -[aaM ajagaojA uba uajasjfqqjaAO ajsjaaj ap uba raaq mo apjajsaoq jazdo sooq jaq uam jap paqag snan nap ui jaq puq (Iiajsaaj\[ na jaajj// aMiijs jaapj -pjapuajgag na najojsag jnap ap fiz puoA guigajsmajaj jaeq jog, "sbai najaq aj ja jbm uajaq ubb8 aj jamaq apjaaqaq -no nn aip jin mo jaajjod jaq uba apfizjaAO ap jbbu. qaiz sanojaq ap ajjsaaq qajjjaA ufiz au qftgappirauo LI -apuoMaq auaa gipajs noz j aamjaap apajaqsara ajsjaaj ap jin jnngg naa pA\ qaapg fiz piu jaaf jaq uba jajuam azawp aip ap -ajqaajag guiqqnuaA-safsiaui qooqos uba jjoos auaa ui spuojsuaa qi jap 'uooqaspiaaq ua jsjaqiaga ooz 'afjqaizag uaa japuojaap qi ajqapjuo 'jqaajag sba\ puaAAag qfqajjodsaq azap puojs 'jgaajp safjagoq ajjajd jam uapaoq agaj naamag|B uam nn gooq jajara aAjaq naa uba paoq nap naa jsiaa qi naoj jbbj\[ qasinqrao fvp joop ajqapjuo jam ujaq ap jsiaa qi jap paajqag qosjaMjapno ua jamaqos ooz sba\ amap aguof ag pjasqagja uoosjad uagia ni uojqujojj ajnajj joop qi p.iaAA guido^j-y aj uoijbjs jaq nay ;snp jajsing •uagajjaA saga ja uigaq jaq uba at jaz qi qaog jooz jaara fuajaorajno aj jsoq uagiuinz na jaraBq agigazagno naa piaiaqjooA do fim ja paq qj magizftM aj uiz ufiui jbbu azap jo 'uaflaoA aj uajBMzaq aip ui lira 'naguijds aj mo napaqqfqiaom ap jam mo juajBj nfira do 'piaqjqaAAagdo aufira do qi apMUOJjiaA uaAoqnajaag -uaAaj jaq uaa <(j]d// naAag uaguissauaA ag -gaonag nap jaam qi qaq 8aa\ uapuaq -aqjaAO 'nadoojagjajd nap ub^ "apnaqaqno naqfqjnnj -UOAB jaq joj 8ni8ian ajaquaajsjaaMno uaa [aaranaa nn qaq qi jasra pMUqasjaaMag ooz lira nappaq uojbaa puaqaq uojqnjojj uipniaj ap jam aip 'uapajaraaq ap na fif -naizagja qaq naag aj uajmq jbbu mo uajd jip uba ua qaq pjajsiiqag paaj nazfiM at jbbu jaiu qi jap jammaf jqonpaS si jajj j paqag qfqag qooj jqaq ap ofoj BfsaqMJp uCi[\r •innp U9pf'[ OSp MU0H8NU0JJ •araqog uajsjoj, juanajmp 'joouagjqaa najaq naa amqog MiiojAaj^ 20 nog maar een handvol klontjes en geen crediefc meer bij den kruidenier. Het was vreeselijkMaar, zij zag het aankomenmet een vriendelijk lachje en onder allerlei vermakelijke verhalen zou hare moeder stroop- balletjes in de koffie doen, die zij haar gast aanbood.. En dan, welke koffie! De oude vierbeenige vriend schraapte te vergeefs met de voorhoeven over den grond en zijn gehinnik, dat van avond bijzonder droefgeestig klonk, had ook al geen beter gevolger werd heden niet op klontjes getrakteerd; het kon er niet af, zelfs niet ééntje. Hij moest tevreden zijn met een stukje roggebrood en het vriendschappelijk streelen van de zachte meisjes hand over zijn mageren rug, eer hij naar de ruif in zijn verlaten stal werd gebracht, bij hooi en stroo en in het volle genot van den voorjaarsnachtwind die onge hinderd overal toegang had en waar morgenochtend het daglicht zoo vroeg en vriendelijk door de reten en spleten van het oude getimmerte zoude schijnen. Isa bleef op den eenen boom van het karretje, dat op de plaats was achter gelaten, zitten en somber zag zij neer op het plaveisel waar gras en onkruid tusschen de steenen woekerde, tot de stem harer moe der, die uit het raam der dakkamer riep dat zij in huis moest komen, haar in die onverkwikkelijke be schouwingen stoorde. Toen zij boven kwam lag mevrouw Hornklou reeds te bed en het was bijna donker in dat kleine, dom pige vertrek. Van licht opsteken kon geen sprake zijn. Dit was ook niet noodig. Isa wist prompt waar zij alles vinden kon. Een smal veldbed aan iedere zijde, aan de lange muren; een paar harde stoelen; voor het raam een waggelende, ledige kist, die met een 21 dekje erover, dienst moest doen als schrijftafel, wan neer de barones door eene opwelling van haar dichter lijken geest gedreven, daaraan behoefte had. Een tweede ledige kist, die met licht katoen bekleed en versierd was met de resten van een paar oude over gordijnen, waartusschen een spiegel met drie verschil lende stukken glas, zoodat hij die erin keek zich driekleurig mocht zien, dit was de kaptafel der dames Hornklou. En dan stond er in een anderen hoek, dicht bij de deur een derde kist -- allegaar ledige wijnkisten uit vroegere dagen van weelde waarop het waschgereedschap, onder een geruiten, wollen omslagdoek verscholen stond. Stil kleedde zij zich uit en kroop in bed. Zij was vermoeid van de drukte van dien dag, waaraan zij niet gewoon was. Doorgaans voerde Isa niets uit, maar liep rond of zat te lezen. Als zij er toe was aangezet zou er eiken dag genoeg voor haar te doen zijn ge weest. Maar om stof af te nemen dat niemand hinderde, zoolang het geen week oud was; de kamers op te ruimen en op te knappen, die niemand zag dan zij zelve; in die akelige keuken bezig te zijn, waar nooit een lekker schoteltje mocht worden klaar gemaakt; zichzelf op te knappen, terwijl zij niemand had om zich aan te vertoonen en zelfs indien die '/iemand" er geweest ware, met een zeer droevig resultaat neen, dan was het vrij wat beter door bosch en veld te gaan dwalenhaar toilet te laten voor hetgeen het was en een scheur of torn met de hulp van een paar spelden te genezen of als dit niet kon, met een paar //galop-steken" aan te halen. Het kwam er im mers toch niet op aan, hoe men er hier in huis uit zag! Niemand lette op die dingen. En weldra had

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlemsch Advertentieblad | 1897 | | pagina 7