EEN MOEDERHART DOOR liesbeth van altejna. 20) De vrienden de Rulhière broe der en zuster, want beiden hadden hunne moeder verloren, drongen er op aan, dat het drietal eenigen tijd naar Brussel zou komen, en volgaarne werd de uitnoodiging aangenomen. Tine wenschte echter dat eerst de portretten zouden voltooid worden, en gewoon, hare wenschen geëerbie digd te zien, schreef Philip aan den schilder, dat hij zijn arbeid zou kun nen hervatten, indien hij in betrek kelijk korten tijd er mede gereed zou kunnen zijn. De liefde voor de kunst zegevierde van lieverlee bjj de treurende dochter, zoodat hare melodiën weder het ge- heele huis doortrilden, doch geen vroo- lijke levenslustige toon werd er tus- schen vernomen. Yan deze bijzonderheid was Moe ders dood echter de eenige oorzaak niet. Bij de besprekking van de portret ten, kwam ook de schilder ter sprake, en Papa had onbewimpeld verklaard, dat St. Elme hem toch niet aantrok. Wel is waar, kon hij zich minder met hem onderhouden, omdat schriftelijke gesprekken toch zoo langwylig wor den, maar hij had ronduit verzekerd 's mans oogen staan mij niet aan. Tine verschrikte. Zij hechtte zich juist zoo aan die oogen. Zij schoten vonken tot in het binnenste harer ziel. Hoe zonderling, dat Papa nu juist zoo bevooroordeeld was! Zou hij Gtroomama napraten Zij nam er de proef van, en ja, Grootmama oordeelde juist als Papa, dat beteekende Papa oordeelde juist gelijk Grootmama. Hoe ellendig toch! Want zij had het jonge hartje inmiddels ernstig beproefdnaar ge lang de vlijmende smart bedaarde vertoonde St. Elme's knappe gestalte, en lief gelaat en schoone oogen zich aan haren horizon, en meende zij som wijlen die haastig gesproken liefdes verklaring andermaal op te vangen. Hoe heerlijk moest het leven zijn, aan de zijde van zulk een geniaal man! Onwillekeurig gedacht zij Louis de Lude. Welk een verschil met dezen, dien ernstigen rechtsgeleerde, al was hij nog zoo muzikaal. En en had St. Elme haar niet gezegd, neen, niet voorbedachtelijk, hij had het zich laten ontglippen, dat Louis eigenlijk haren bruidegom moest worden? Was hij niet de man die hare ouders haar hadden gekozen? Meen, niet hare ouders-. Grootmama. O die Grootmama! Waarom mengde zij zich in alles, zelfs in wat haar hart betrof! En zij werd haar vervelend en onuitstaanbaar! „St. Elme 1 Charlesprevelde zij onwillekeurig, „welk een heerlijke wereld hebt gij mij ontslotenO, Mama zal zegenend op onze vereeni- ging neder zien en met ons wezen, heel ons leven lang want ondanks Grootmama, zal, moet ik u liefheb ben en wil ik niemand huwen dan u, mijn schitterende afgod!" Was het toeval? Zij stiet de zon neblinden open. 't Was nog zoo heel vroeg in den morgen. De zon wierp slechts een eerste straal over het ge boomte van den Boulevard. Nu reeds een wandelaar?" „Goede hemel hij .P1" St. Elme keerde juist van zijn „cercle" huiswaarts. Eiken morgen kwam hij ongeveer ter zelfder ure het hotel de Grou- nouille langs. Eiken morgen sloeg hij een blik naar de gesloten zonnenblin- den, achter welke de bekoorlijke Tine de slaap der onschuld sliep. Hij hield stand, nam den hoed af, wierp haar een handkus toe en wacht te een wedergroet, een woord dat hij voorlang schriftelijk had gehoopt te ontvangen. Ijlings nam zij een ontluikende roos uit een ruiker die Gilbert telkens verfrischte, en wierp ze hem toe. Overgelukkig ving hij ze op, kuste ze, en stak ze in het knoopsgat, als jawoord als een nieuwe openba ring harer wederliefde. Nog een we- derzijdschen, innigen groet, en hij ging zijns weegs en zij verviel in gepeins. Thans zou alles spoedig beslist zijn Thans zou hij zeker hare hand vra gen, aan Papa en Grootmama Nu ja! Grootmama moest ditmaal niets te zeggen hebben. Hare blijde lachende oogen bij den wederzijdsehen morgengroet aan de ontbijttafel, verkwikten de beiden menschen die haar zoo innig liefhad den." „Yan Mama gedroomd," dat ge er zoo gelukkig uitziet, Tine vroeg Papa. „Neen, dat juist niet Papa maar ik voel zoo dat Mama's zegen op mij rust." „Ongetwijfeld, ongetwijfeld. Ver trouw daar onbepaald op, mijn lief, goed kind 1" en met verdubbelde in nigheid lachte Philip zijne moederlooze dochter toe. Meer durfde zij niet zeggen, omdat Grootmama er bij zat. In gespannen verwachting ging het eene uur na het andere voorbij. St. Elme verscheen niet. Evenwel, eerst op den volgenden dag zou hij weer komen schilderen, en zij meende dat hij dan juist een ongezochte ge legenheid zou hebben om met Papa te spreken. Eensklaps zuchtte zij „Te spreken Hoe dwaas! Hoe zou hij met Papa kunnen spreken Hij zal schrijven en een schriftelijk antwoord bekomen." Daar tikte Gilbert aan de kamer deur met een brief. t' Was niets bijzonders, School vriendinnen schreven haar wel meer, en menige uitnoodiging ontving zij langs denzelfden weg, als zij op ei gen kamer was gezeten. Toch trilde ditmaal de brief, beschre ven met onbekende hand in hare vingers. Zij zag als door het couvert heen, de namen Charles St. Elme. Zij bedroog zich niet. Mijne aanbiddenswaardige Jonkvrouw Tine. Verrukt door zulk een onvoorziene ontmoeting en nog meer door uw fraaie roos, bezweer ik u het voor recht niet weinig te waardeeren, u, mijn innig geliefde te mogen noemen. Plicht gebiedt mij, mij tot Graaf Day de Grounouille te wenden, om hem de hand zijner eenige te vragen. Doch om velerlei redenen o a. rustig mijn arbeid ten uwent te vol tooien, hoop ik vrijheid van u te be komen om het officieel aanzoek een enkele maand te verschuiven. Wij kunnen elkaar toch dezer dagen veel zien Vraagt gij mij naar de oor zaak, weet dan, dat ik eenige fami lieverwikkelingen vooraf tot een ge- wenscht einde moet brengen, om u onverdeeld toe te behoorenals voor immer uwen gelukkigen en getrouwen Charles St. Elme. Zij las en herlas het schrijven en was voldaan. Bekend met Papa's weinige ingenomenheid met Charles, besloot zij van den nood deugd te maken en inmiddels Grootmama te winnen, voor den geliefde; met deze zou Papa tegelijkertijd overgehaald zijn om haren liefsten wensch te ver vullen. Edoch Grootmama was juist geen vrouw om zich te laten overhalen. Zij bespeurde voorlang dat St. Elme een zeer welkom bezoeker was aan Tine, en een niet te verbergen blos dit verried, indien hij stipt op 't uur aanbelde en haastig de gang doorliep, naar zijn tijdelijke werkplaats Haar portret was nog niet voltooid. Dit moest eerst worden afgewerkt. Zou Tine haar gezelschap houden bij het poseeren Dan was haar vermoeden ook juist, en bij die ge dachte alleen, ontstelde zij, want Philip mocht beweren„St. Elme's oogen staan mij niet aan!" zij had bij haar eerste vermoeden, eenig onderzoek ingesteld, naar geheel zijn persoon, en was toen zelfs in die mate teleurgesteld, dat zij al haren invloed op Philip zou gebruiken om zulk een verbintenis tegen te gaan. Wat zij gevreesd had werd beves tigd. Tine vond honderd redenen voor ééne, om Grootmama onder het ver velende poseeren den tijd te korten, Oogenschijnlijk geen aandacht wijden de aan den schilder of diens werk, bond zij hem, aan elk harer bewe gingen en vorderde hij uiterst lang zaam, hoewel hij reikhalsde naar het oogenblik, de verleidelijke jonk vrouw voor zich te doen poseeren, want verleidelijk werd zij hem meer en meer. En dan de naam Day de Grounouille! En dan de erfenis met niemand, niemand te deelen, van het oude geslacht met al zijn kostbaarheden en antiquitei ten! Welk een staat zou hij kunnen voerenWelk een vorstelijke werk plaats zich inrichten en hoe zou het hotel St. Elme het middenpunt wor den van geheel het artistique Parijs, door ook Tine's weergaloos muzikaal talent Geen wonder dat Tine bloosde on der zijn gloeienden blik en Grootma- ma er bij verbleekte. t' Viel haar zoo hard Tine minder hooghartig te zien en zich wegwer pend aan den eersten den besten, die durfde te naderen, haar, Gravin Day de Grounouille. En toch toch herinnerde ook Tine haar aan eigen jeugd. Zou zij nogmaals eigen misslag moeten boe ten, zoo als zij meende die reeds geboet te hebben, door Blanche Vi vian als schoondochter te begroeten Elke poseering werd een marte ling, naar wier einde zij reikhalsde, doch St. Elme overhaastte zich niet. Hij had den tijd. Hij moest eerst verzekerd zijn dat Tine zich vast aan hem had gekluisterd, al eer hij den strijd aanvaardde. Want zijn geheele verleden, waarborgde hem een strijd op leven en dood, gesteld dat hij andere banden naar wensch had afgeschud. Dit viel minder ge makkelijk, want de vrouw, die hem reeds twee kinderen had geschonken, had bij hoog en laag gezworen, hem tot voor den maire met haar tweetal in den weg te treden, indien hij 't waagde een ander te huwen, al leg de hjj haar ook een vorstelijk jaar geld toe. En de vrouw, die hij zijn naam zou geven, zou het mikpunt zijn en blijven harer wraak. En dat zij woord zou houden, zij, die hij uit de ouderlijke woning had gelokt, om hem alom te vol gen en levenslang toe te behooren, zelfs over graf en dood daar toe kende hij haar genoeg. „Komt tijd, komt raad!" dacht hij eiken dag maar de tijd ver liep zonder uitkomst te brengen, en radeloos liep hij soms zijn atelier op en neer, gelijk een brieschende leeuw, schuddend aan den keten dien hij zich zeiven om den nek had ge worpen, en hem als in het vleesch was gegroeid. Eindelijk was niet alleen het portret van mevrouw Day maar ook dat van Philip gereed. Nu zou dat van Tine worden ondernomen. „Gij moet er van afzien, Philip. Ik bezweer u, zeg dat wij ons uit stapje naar Brussel niet langer kun nen uitstellen. Hij zal ons kind geheel omstrikken en dan is het te laat. Ik heb voorlang bespeurd, dat zij hem liefheeft en hij haar meer en meer aan zich zoekt te kluisteren." Gejaagd, tegenover hare gewone kalm te, overviel mevrouw Day zekeren namiddag Philip met deze vinger- taal. „Tine zou min of meer „épris" van St. Elme zijn... meent u? Dan geef ik mij dadelijk gewonnen. U weet, zijne oogen staan mij niet aan. "Wij hebben haar spoedig gescheiden van die zekere vrouw, welnu wij zullen 't ook doen van een man, die de oogen tot haar durft opheffen. Ik zal onmiddellijk aan de Rulhière onze komst melden, zelfs reeds op morgen, indien wij gereed kunnen zijn." „Begin liever den schilder het voorrecht te ontzeggen Tine te por- tretteerenl Schrijf hem ronduit, dat zij over een paar jaren niet meer zou gelijken en betaal hem voor de drie portretten, hetgeen gij voor de vier schuldig zijt. Hij behoort tot de lieden, die veel geld noodig hebben om een vrouw met twee kinderen te onderhouden. St! Daar hoor ik Tine. Deel haar dadelijk ons vertrek op overmorgen mede." „'t Is jammer," dacht Philip bij het binnentreden der schitterende schoonheid in zwaren rouw. Welk een heerlijk portret zou zij leveren I Niet een eenige gravin de Grounouille in de familiezaal, die haar evenaart „Hoe ziet u mij zoo aan, Papal" vroeg zij schalks. „Omdat ge er weder zoo gezond en flink uitziet. 't Treft echter juist van pas, dat ge hier komt. Ik zou u hebben doen roepen, om te zeggen, dat wij over morgen naar Brussel gaan." „En mijn portret, Papa Mijn por tret „Dat's van later zorg. Dat kan wachten tot wij terug zijn." „En en wanneer komen wij terug?" „Jadat weet ik zoo juist niet te bepalen. Dat hangt van velerlei omstandigheden af. Uwe toiletten zijn, vertrouw ik in orde. Ach, ik dacht er niet aan. In onzen rouw zijn zij overbodig." „Om toiletten bekreun ik mij al lerminst tegenover de groote teleur stelling van een kunstenaar, die zich gouden bergen droomt van de lauwe ren welke juist mijn portret hem zou toevoeren. Is het niet wreed hem dat geluk te misgunnen te ont houden?" „Er staan andere belangen tegen over, mijn kind. Wat het zwaarste is, moet het zwaarste wegen." „Ik heb hekel aan Brussel, dat weet u. Laat mij thuis bij Gilbert en de oude bonnezij zullen mij licht zoo goed verzorgen als tijdens mijn zuigelingschap. Toen bleef ik toch ook achter." „Door de noodzakelijkheid. Nu be staat die niet." „Wat wacht mij bij die oude lui te Brussel ToePapa, laat mij achter." „Dat is onmogelijk." „Maar ik wil niet mee, ik ga niet mee." „Tine!" „Geloof het papa, ik ga niet mee. St. Elme moet mij eerst portettee- ren." „Indien mama u dat hoorde zeg gen." „Mama zou mijn voorspraak zijn. Zy zou my niet kunnen scheiden van iemand, die ik liefheb als St. Elme. Ik spreek nu openhartig, Papa. Hy zal uwe toestemming vra gen, geef die voorloopig aan my, dan ga ik mee naar Brussel, mits hy my by de Rulhières mag bezoeken." {Wordt vervolgd.) Gedrukt bjj DE ERVEN LOOSJES, te Haarlem,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlemsch Advertentieblad | 1897 | | pagina 6