EEN MOEDERHART DOOR LIESBETH VAN AIiTRNTA. 21) Philip gevoelde zich te moede, zoo als in het rijtuig, toen zij eensklaps voor hem onthulde, wat voor hem geheim was gehouden door vrouw en moeder beiden. Hij kon nauwe lijks zijne ontroering bedwingen. „Antwoord! Papa, antwoord! bid ik u. Was het niet dood natuurlijk, dat ik zoo'n geniaal man moest lief krijgen „Ik vertrouw dat ge ondoordacht spreekt, Tine. St. Elme kan nimmer uw echtgenoot worden, omdat hij mijn dochter onwaardig is. „Hijmij onwaardig Veeleer ik hem!" „Neen, neen. Ge zoudt uw onge luk te gemoet gaan indien ik uw wensch vervulde." Maar Papa ik heb hem lief meer lief dan een ander." „Arm kind! Wij zullen in Brussel afleiding zoeken. Gij zijt buitendien nog te jong voor een beslissende keuze. Gij moet eerst andere mannen leeren kennen." „U weigert dus uwe toestem ming „Voor een huwelijk met St. El- me Ja, Tine onvoorwaarde lijk." „Dan weiger ik mede naar Brus sel te gaan." „Gij hebt mij te lief en vereert Mama's nagedachtenis te hoog, dan dat zulk een bedreiging ernstig ge meend kan wezen." „Meen dat niet, Papa. Mama zou mij hare toestemming niet hebben onthouden. Zij wist wat liefde was. Zij zwoer zelfs haar eigen bloed af, om u Tante Julie heeft het mij verzekerd." „Noem die verworpeling toch niet aldus, Tine. Gij onteert er moeder mede en ook mij 1" „Ik zal haar niet meer zoo noe men, Papa, doch betoon u dan ook wat meer een liefhebbend vader. Laat mij Charles verrassen met uw Fiat." „Verg van mij wat gij wilt, mijn leven wil ik voor u opofferen, maar u ongelukkig maken, u in den muil werpen van dien man neen, Ti ne! Neen! Ach, waarom, waarom moest ik mij laten verleiden hem de portretten op te dragen, zonder vooraf te onderzoeken of hij die eer wel waardig was. Hij is een lichtmis, die eerst in den morgen zijn „clercle" verlaat en alles doorbrengt met vrien den en Plotseling gleden hem de handen langs 't lijf. Kon hij de reine ooren zijner Tine verontreinigen? Kon hij meer zeggen aan zijn schuldeloos kind, volkomen onbekend met de afdwa lingen van zoovele jongelieden, en allerminst bedacht op die van een St. Elme? Na een pauze hernamen zijn vingers: „Betoon u goede dochter voor uwen zooveel geluk verstoken vader, Tine! en vertrouw op zijn liefde en door zicht. Geloof mij ik zal u nimmer dwingen tot een huwelijk. Hoe ge lukkig onze vrienden de Lude en wij zouden zijn met een verbintenis tusschen u en Louis, toch zal ik er niet op staan, indien uw hart niet spreken mocht voor Louis." „Voor Louis? Een schitterende figuur, dat moet ik zeggen 1 Een benijdenswaardige partij voor Tine Day de Grounouille." „O, Tine, zag ik u altijd zoo fier, zoo trotsch gelijk alle voorzaten uit dezen huize. Noblesse oblige, mijn kind!" „Noblesse obligeEn u, u huwdet een Blanche Vivian! U, een Day de Grounouille I evenzeer als ik Philip boog het hoofd. Was zij op dit oogenblik niet de waardige klein dochter zijner moeder en zijn eigen evenbeeld „Blanche Vivian was een engel reine! Blanche Vivian scheen mi) een hooger wezen en tot hare laatste ure, tot in haren jongsten snik toe is zij dat geweest. Blanche Vivian huwde den schitterenden, jongen officier, die als zoon zijner moeder alom toegang had, en alom 't woord kon voeren. Hij hoorde en sprak trots den beste, mijn kind, en van gehoor en spraak beroofd, en door dien ramp als gestooten uit eiken kring, hing de reine ziel eener Blan che Vivian hem dubbel aan. Zij werd en bleef de zon van het somber leven eens rampspoedigen 1" Papa's treurige houding en vochtig oog roerden haar diep. Zij sloeg den arm om hem heen en fluisterde als kon hij het verstaan: „Arme vader! Zou ik u alleen naar Brussel kunnen doen gaan?" De arme vader verstond geen syllabe, maar hij gevoelde wat ook de vochtige oogen van zijn kind getuigden, en lachte haar toe en streelde haar de wangen zoo als hij 't nog geen jaar geleden zijn Blanche, hare moeder, had gedaan, laarna kuste hij haar, en nooit kuste zij hem inniger weder. Straks trad zij bij Grootmamabinnen om deze te verzoeken haren koffer te laten brengen, omdat zij bij tijds gepakt wilde zijn. Voor het eerst na Blanche's dood gevoelde de grijze zich opgewekt, en vol moed om mogelijke stormen in de toekomst te trotseeren, terwille van dien St. Elme. Zij had zoo voor Tine's verklaarden wil gevreesd. En nu scheen zij zoo onderworpen, zoo voldaan, zoo tevre den over hetgeen Papa haar had ge zegd. Wie had zulk een onderworpenheid kunnen voorspellen? HOOFDSTUK XV Zoo zag St. Elme onverhoeds uit komst, althans uitstel voor het offi- cieele aanzoek, terwijl het schoone kind zich toch steeds nauwer aan hem sloot. De driejaarlijksche Tentoonstelling te Brussel bood hen bovendien on gezocht gelegenheid aan voor menig rendez-vous, naar hjj hoopte, 't Liet immers geen twijfel dat hij er kon heeten gedelegeerd te zijn door de Fransche schilders en Tine volgaarne de morgenuren in de zalen zou zoek maken, vooral omdat zij, op zijne aansporing de teekenatudieën had her vat en ook al om zijnentwil zou gaan schilderen, in de hoop dat Papa zou vergunnen les te nemen natuur lijk bij hem, St. Elme. Wat Tine zelve betrof, na het laatste gesprek vreesde zij wel voor totale verwerping van het voorstel, doch daarom behoefde zij toch hare vrije studiën niet prijs te geven. Grootmama noch Papa waren tegen het nemen eener doorloopende toe gangskaart ten behoeve der musicien ne, die de schilderkunst steeds hooger begon te schatten. Argeloos voorkwam Papa zelfs haren wensch in dezen, door haar aan te sporen er een te nemen, bd nog wel op raad van monsieur de Rulhière, die de opening der Tentoonstelling had opgeofferd aan zijn gasten, daar zij juist kwamen. St. Elme had inmiddels ook de moeder zijner kinderen wijs gemaakt dat hij gekozen was om de belangen der Fransche kunst te Brussel te be hartigen en hij daarom driemalen 's weeks te dier plaatse wezen moest. Het was dan ook driemalen 's weeks dat Tine volstrekt de Tentoonstelling moest bezoeken en zoowel verwanten als vrienden [er haar lieten heengaan. Grootmama vermoeiden gedurige bezoeken te veel en Papa mocht het betreuren dat zijne Tine niet juist schilderes was geboren, omdat hij dan mede van hare gave had kunnen ge nieten hij mocht de schilderkunst vereeren, bewonderen en zooveel- mogelijk beschermen, tentoonstellin gen trokken hem weinig aan. En daar de Rulhière steeds zijne zaken zoodanig wist te regelen, dat hij tijdens het bezoek van gasten over zijn tijd kon beschikken, genoot Philip onein dig meer in uitstapjes in den onmiddel- lijken omgang met zijn vriend, dan dat hij die kon prijsgeven om Tine te begeleiden. Te minder, omdat hij ten haren aanzien volstrekt argeloos was, en steeds verheugd over de vluchtige schetsjes die zij van ver schillende stukken meebracht. Wel een overtuigend bewijs hoe zij zich de driemaal 's weekschen gang naar het museum ten nutte maakte! Inmiddels bekreunde Tine's zorge loos gemoed zich weinig om de toe komst. Zij had op Charles raad diens de vies tot het hare genomen en dit luidde „Komt tijd komt raadTen lange leste zou zij het toch winnen èn van Papa èn van Grootmama, welke laatste zij vooral moest zoeken te blind doeken. De vrienden bezaten geen pianino. Yoor de jeugdige musicienne werd er een gehuurd. Zij liet er zich niet onbetuigd aan, want hare liefde voor St. Elme, noch hare stijgende liefhebberij in diens kunstrichting, drongen hare zooge naamde roeping naar den achtergrond. Dit had alleen zorg en kommer over Mama kunnen doen. Charles juichte alles toe wat maar eenigszins toe te juichen viel in de plannen der aan biddelijke, benijdenswaarde efgename der Day de Grounouilles, dus ook die zoogenaamde roeping. Het excentriek, ,1' originalité au comble" dat die erfgename zelfs als mevrouw St. Elme de planken zou betreden Doch zulk een excen triciteit zou zijn reputatie in stede van te schaden, honderdvoud ten goede komen. Haar roem want beroemd moest zij worden, ware 't alleen om die originaliteit, haar roem zou de zjjne zijn, zooals het kolossaal erfdeel het zijne zou worden. Immers huwelijks voorwaarden Neen, daar kwam niets van in. De man moest, volgens de wet, beheerscher en eigenaar zijn van de goederen der vrouw. Zoo stond geschreven. Zoo moest geschieden. Zat die strop hem echter maar niet om den hals gegroeid 1 Evenwel, zelfs die strop, beteekende „au fond", weinig meer dan Louis de Lude's rechten ten overstaan van Tine, tegen de zijne op haar hart. Indien hij Tine zijn misslag als negentienjarige knaap bekende, bij voorbaat hare vergiffenis zocht te ver werven voor een „liaison" aange knoopt, lang, lang voordat hjj 't ge luk had gehad haar in de [zielvolle oogen te staren? Dat was wat die „liaison" betrof wel reeds zes jaren geleden, want hij was nu vijfentwintig. En Tine de zestienjarigeHad een der Parijsche vrienden niet ge vraagd „Zijt ge hier met uw dochter, bijgeval Goede hemel I indien graaf Day of die trotsche moeder, of een dier de Rulhières ook juist zoo toevallig de Tentoonstelling had bezocht als die oude bekende uit den Parijschen „cercle." "Wat dan? Wat dan? Ware 't niet beter, nu hij zoo volkomen zeker van het argeloos gemoed was, alle gevaar van ontdekking te voor komen? 't Was wel beschouwd een gevaarlijk spel, een hoogst gewaagd, dat zij samen speelden. Zoo dacht en overwoog hij, terwijl hij haar op zekeren morgen weder afwachtte en besloot in beider belang, maar dadelijk den knoop door te hakken. „Mijn lieveling ik heb een ern stig woordje. Laat ons in gindsche zaal gaan" zoo sprak hij haar dade lijk toe, om welhaast te vervolgen: „De gedachte aan ontdekking begint mij te benauwen. Kunt gij er niet iets op vinden om die logeering te bekorten? Kunt gjj geen heimwee voorwenden naar uw eigen pianino, of kamer, of vogels, of bloemen, weet ik naar wat niet alDaar schiet mij iets te binnen. Een Amerikaansche nachtegaal komt de geheele Parijzer muzikale wereld verrukken. Ge moet haar hooren. Ge moet getuige zijn van haren tiomf, voorbode die eener mevrouw Tine St. Elme Day de Grounouille." „En wanneer treedt zij op, Charles Zeker moet ik haar hoorenMaar zal zij niet hier komen?" „O neen, neen, neen! Parijs wil deze virtuoos voor zich alleen hebben. Zij treedt in de volgende week op; ik meen Woensdag; morgen over acht dagen." „Ik zal des noods een voetval doen voor Papa." „En voor Grootmama", schertste hij, „doch hoe willen wij el kander dan verder zien Hebt ge niet een eenige vertrouweling in heel Parijs Iemand, die deernis met gelie ven heeft en ons „en amitié" zou wil len nemen?" „Neen! oja tochIk weet iemand. Zij zal alles voor ons doen, want zij is Mama's zuster, die levens lang reeds „en brouille" is met Papa." Dat's heerlijk dat's een pak van 't hart. O Tine, hoe schoon zijt ge heden, nu zoo'n vreugdeblos u siert. Kon ik u zóó schilderen!" Ge zoudt het bij tante kunnen doen, wilt gij zeg Charles, wilt ge?" „Een uitstekend plan. Zeer zeker wil ik het mijn engel, 't is mijn liefste wensch, mijn kunstenaarsglorie, met uw portret te kunnen pronken als de pauw met zijne vederen." Tine lachte. Zij gevoelde zich zoo innig gelukkig over zijn geestdrift, over zijne woordenrijkheid, want t' gebeurde wel eens dat hij muizenis sen in 't hoofd had en stil was. En nu, o hij was zoo spraakzaam, zoo opgewekt, zoo gullachs als zij niet wist dat hij wezen kon. „Maar gij moest mij ietwat meer van die tante Julie vertellen, en ook van hare „brouille" met Papa en waar zij woont, en of zij een kamer disponi bel heeft, waar ik den ezel kan opzet ten, en u doen belichten doen belich ten mijn kind, zooals ik nooit nog een model belichten liet." En Tine vertelde alles wat zij van de „brouille" wist, en hoe tante Julie haar bij de plundering der Commu nards het leven had gered, en hoe mooi ook zij woonde, die tante Julie, doch ook hoe eenzaam en vreug deloos, zoo heel alleen, heel alleen, en dan nooit een eigen zuster te hebben mogen zien. „Hoe wreed van Papa, neen niet van Papa, maar van d i e Grootmama," besloot zij. En St. Elme hoorde het argeloos gesnap met ingehouden adem aan. Menige vraag zweefde hem op de tong en toch neen hoe kon hij aan dit reine kind vragen wat hg o 1 zoo graag wenschte te weten. De naam Julie het adres de brouille Zou het mogelijk zijn dat „La belle Julie" al was zij ietwat uit den tijd geraakt de zuster van wijlen Gravin Day de Grounouille wezen kon Toch kon hij zijne weetgierigheid niet bedwingen, want ware het zoo hoezeer stegen dan zijne papieren, dan kon een meer nederige geboorte geen reden zijn, om door een trotsche grootmoeder te wor den afgewezen. {Wordt vervolgd.) Gedrukt bjj DE ERVEN LOOSJES, te Haarlem.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlemsch Advertentieblad | 1897 | | pagina 6