EEN MOEDERHART DOOK LIESBETH VAN ALTENA. 24) Bij de deur gekomen zag hij nog even naar haar om. Hoe was haar geheele wezen veranderdHet straks zoo blozende, beweeglijke gelaat was bleek en strak. Hare oogen gloeiden. Bewijs genoeg, dat zij zoo kalm niet was als zij zocht te schijnen, toen zij een muziekboek begon te doorbladeren, kennelijk onverschillig over Papa's blijven of gaan. Hij gevoelde zich onrustig, beklemd, angstig te moede onder de moedeloo- ze verzuchting: „Waarom mocht zij hare moeder niet gelijken Die zachte, minnende ziel mijner Blanche moet wel verre van haar zijn geweken." En zoo vreesde hij nog, toen hij de familie zaal was binnen gegaan en voor Blanche's portret stand hield. Dat dit juist geschilderd moest zijn door iemand, die zooveel leed over hem en zijn kind bracht! Toch .hoe sprekend geleek zijMet welk een innigen blik zag zij hem aanZijn oog werd vochtig, en onwillekeurig een traan pinkend, zuchtte hij in zijn zonderlinge en klanklooze taal „O mijn doode 1 Indien gij waarlijk leeft en uw reine geest ons omzweeft en nog zijn invloed vermag uit te oefe nen, op wie u zoo dierbaar zijn ge weest op aarde, bewerk dan vrede en gemoedsrust in 't hart onzer j£ine, breidel den hartstocht, dien haar dreigt te overheeren Tine tuurde ontstemd uit het vens ter, den morgenstond indachtig, toen Charles toevallig voorbij was gekomen, waarschijnlijk om zich te verlustigen in de opgaande zon! Hoe kon, hoe durfde Papa geloof slaan aan soort gelijke sprookjes Zij kende immers die oude genegenheid voor Diane, en nu strooide Diane uit ijverzucht uit, dat zij getrouwd was met Charles in de kerk. Als zou Charles haar die niet evenzeer hebben gebiecht. Had zij niet onlangs iets gelezen over „het doel heiligt de middelen" Kon Papa om zijn doel, een huwelijk te verijde len met St. Elme, niet van allerlei aanvoeren om hare liefde te dooden Zou Grootmama er niet mede de hand in hebben, en had tante Julie haar niet verzekerd, dat deze het vuurtje brandend hield tuschen schoonzuster en zwager? Tante Julie W aarom trok die vrouw haar juist zoo aan Omdat haar om gang verboden was Misschien zeker wist zij het niet. En nu moest zij niet alleen dien omgang prijs geven, maar zelfs Charles „Nooit, in der eeuwigheid niet!" zwoer zij overluid. „Wie ik eenmaal liefheb, heb ik lief over graf en dood heen, en behoor ik, hier en hiernamaals toe 1" En dan al die schoone droomen, die kunstenaarsdroomen aan Charles zijde Zij en hij, kunstenaars bij uit nemendheid, een iegelijk in eigen rich ting Muzikale glorie en liefdezij waren haar tot één geworden. Als Tine Day de Grounouille moest haar leven even eentonig blijven; bij een huwelijk met een Louis de Lude of een soortgelijk man, zou er weinig afwisseling opdagen. Als mevr. St. Elme kon hare dubbele droom tot vervulling komen. en alles wat Papa haar had geopenbaard, dommelde al meer en meer in een verschiet weg om tegelijkertijd juist datgene in feilen zonnegloed op den voorgrond te doen schitteren, wat Papa haar had geschetst als harer en zijner onwaardig. „Neen, Charles!" zwoer zij ander maal overluid, „bij de asch mijner lieve moeder, ik scheid nog niet van u, en evenmin van tante Julie, de eenige, die ons kan en zal en wil helpen, zooals Mama mij zeker zou geholpen hebben. Kon ik Gilbert slechts win nen en ten volle vertrouwenGilbert 1 die mij dus het leven heeft gered, al beweert tante Julie 't gedaan te/ hebben. Om 't evenGilbert moet mijn bondgenoot worden. Gilbert en geen ander!" Na dit besluit werd zij knlmer en toen zij straks aan tafel verscheen, vroeg Grootmama zich in stilte af, in hoever Philip Tine's verzet kon goed gekeurd hebben. Zij scheen haar zoo gewoon gestemd, terwijl Philip geloof de, dat zijn betoogen in goede aarde waren gevallen, en hij zich noodeloos over de toekomst verontrustte. HOOFDSTUK XVII. Noodeloos Als zou een Gilbert het vertrouwen zijner jeugdige en verafgoode mees teres kunnen beschamen, nadat zij zijne handen had gegrepen en gedankt als den eigenlijken redder van haar leven, zooals zij eerst nü had vernomen. „En nu ben ik datzelfde leven zoo moe zoo moe GilbertEn niet on natuurlijk, nietwaar Altijd tusschon een ongelukkige als Papa, en een oude vrouw als Grootmama, en het vooruitzicht te moeten huwen met zulk een vervelend mensch als baron de Lude!" Gilbert was een oud man. Hij had meneer Philip letterlijk zien geboren worden, want hij zat reeds op den bok toen deze ten doopvont werd ge reden als een arme, vaderlooze knaap. En nu stond zijn dochter daar voor hem, met een hart vol kommer en vereerde dat schoone wezen hem met haar vertrouwen. En had zij geen gelijk Heerschte er geen stil te als die des doods in de weidsche woning, sedert de jonge mevrouw was weggekwijnd? En had ook deze niet tegen hem gezucht: „Ach Gilbert, mijn arme Tine zal zich zoo verlaten en eenzaam gevoelen, als ik er niet meer wezen zal!" Hij pinkte een traan. Waarom moest zij juist sterven, zij de zon van dat vreugdelooze leven zijns heeren Wrange vrucht van dien noodlottigen oorlog! „En toch kon ik zoo gelukkig wor den Gilbert, zoo gelukkig als Ma ma mij zeker zou gemaakt hebben." „En ik oud man mijn jonkvrouw zou wenschen te zien worden, zou wenschen te kunnen maken." „Ge zoudt er wel iets toe kunnen bijbrengen, Gilbert. Mijn hart treurt geloof ik om tante Julie. Zij is'toch Mama's zuster, nietwaar P" „Ja ja,dat is en blijft zij." „Ik zou haar zoo graag nu en dan bezoeken. Wat kwaad steekt er in Maar papa blijft altijd zoo verbeten op haar." ,'t Begrijpt zich 't begrijpt zich prevelde hij denkende aan de dagen der Commune. „Gij moet mij altijd volgen als mijn schaduw, Gilbert. Zou het u erg be zwaren er mij eens heen te geleiden terwijl Grootmama en Papa meenen dat wij naar de Mis zijn Gilbert antwoordde niet. „Nu Gilbert?" „Ziet u beste, lieve, vereerde jonkvrouw Tine Dat zou geheel in strijd zijn met mijn opdracht." „Och ik merk albij u even min troost te zullen vinden als bij anderen en genoodzaakt te zijn mijn eigen weg te gaan, arm, onge lukkig schepsel als ik ben!" „Stil, stil! Geef mij tijd van be raad om te overleggen in hoever ik het met mijn geweten kan klaar spelen want een mensch heeft toch zoo iets in zich dat hem waar schuwt als hij verkeerde wegen wil inslaan. Heeft jonkvrouw Tine daar over ]wel"[eens nagedacht „Ik denk niet aan verkeerde wegen, indien ik gaarne iemand terug zie, die ik heb lief gekregenen tranen welden op van ergernis over Gilberts verzet. „Niet schreien lieveling!" bad hij, gelijk hij haar dikwijls in haar kindertijd had gebeden. „Welke man kan tranen zien en dan in uwe oogen God vergeve 't mij,' en meneer Philip en mevrouw Day evenzeer, indien ik hun vertrou wen schenden mocht! Wanneer wilt gij gaan Maar dan niet meer schrei en, lieveling!" „Zondag op den gewonen tijd doch wilt gij dan vooraf een briefje afgeven Gilbert was zoo aangedaan dat een toestemming hem niet over de lip pen wilde, Hij knikte alleen toestem mend. Toen reikte zij hem met blijde oogen de hand en hij bracht ze vol eerbied en liefde aan de lippen. Zijn deernis met de dochter van den doofstommen heer was grenzeloos. Zoo rijk, zoo schoon, van zoo hooge geboorte en toch welk een treurig lot. „Bij Godik kan het haar niet weigeren I" mompelde hij heengaande. Tine spoedde zich naar hare kamer, waar zij een langen brief schreef aan Charles, hem trouw zwoer ondanks Papa's weigering, en alles wat zich tegen hun huwelijk zou verzetten, en haar bezoek aan tante Julie vaststelde op Zondag tijdens de Hoogmis. Tevens deelde zij hem mede Gilbert in hun nen bond te hebben opgenomen en hij dus door dezen kon antwoorden. Charles liet zich niet onbetuigd. Hij zou er wel iets op vinden dat Graaf Day hem uitlandig waande, al zou hij zich verschuilen bij „la belle Julie" want Tine prijs te geven, dat zwoer ook hij nimmer te zullen doen! Julie was in haar schik met de aankondiging van Tine's bezoek, voor al toen zij hoorde hoe 't arme kind leed onder het vaderlijke juk. Zij wilde haar feestelijk ontvangen en bewjjzen hoe lief en dierbaar baar de dochter eener zuster was, en ried St. Elme dringend aan, Diane nog vooreerst ten zijnent te behouden, nu die trotsche Day trotsch ondanks zijn zoo zware beproeving toch Diane's verhouding tot den schilder kende, en die ver houding de oorzaak was van een vol strekte weigering voor nu en immer, om hem als schoonzoon te begroeten. St. Elme onderwierp zich onvoorwaar delijk aan het oordeel zijner bescherm ster, deelde Diane eenvoudig mede dat madame Julie haar nog niet kon herbergen, en dat hij waarschijnlijk eenigen tijd naar Rome zou gaan voor zijne studiën. De kinderen kon zij voor de gezelligheid zoo lang bij zich houden. „Zult gij hen dan vooraf als de uwe erkennen en voor de schande vrijwaren, die een ontaard vader hen berokkent door zijn huwelijk voor den priester te loochenen?" vroeg Diane zeer kalm en waardig gelijk hare ge heele figuur was. „Wij zullen zien Wij zullen zien Zoodra ik terug kom!" „Neen mijn geduld is ten einde Vóór uw vertrek moet dit ge schieden." „Ha ha! gij smeekt niet langer maar gij gebiedt „Ik gebied, ja! En ik beb recht tot gebieden na zoo schromelijk door u misleid te zijn. Wilt gij of wilt gij niet? Antwoord, nietswaardige!" En zijn voormalig vergood model, om hare Italiaansche schoonheid, rekte zich in hare volle lengte uit, en wierp hem een blik toe als dien eener Ne mesis. „Laat ons kalm beraadslagen „Dat is onnoodig. Teeken dit ge schrift. Luister!" „De ondergeteekende ver klaart op den 2 Januari 1880 in de kleine kapel te Ravenna, ten overstaan van den priester Willebrodi voor God en de we reld tot zijne wettige huisvrouw te' hebben genomen, onder eede van levenslange onkreukbare trouw, Diane Ludovico. Verder in plaats haar ten Raad- huize voor den Maire te geleiden, verzekerdjte hebben, dat eerst de volgende week het huwelijk bur- gerlijk kon worden gesloten, en eenmaal in haar bezit, die bur gerlijke' bekrachtiging tot den huidigen dag verschoven te heb ben. Ten 'slotte de beide kinderen uit dien kerkelijk gesloten echt te erkennen als zijne wettige afstammelingen en erfgenamen, zullende geen moeite of kosten ontzien, om te vergoeden het geen hij moeder en kinderen mis daan heeft." „Wie heeft dat voor u opgesteld?" „Dat zij u om het even. Teeken, of...!" Zij snelde naar de deur, draaide den sleutel in het slot om, stak dien bij zich, en greep naar een revolver op wier aanwezigheid hij nietjnjhet minst was bedacht. Een oogenblik was hij radeloos. Zijn leven was in hare macht.flndien hij aan haar verlangen voldeed, was hij gered, en zou het zoo moeilijk vallen het papier in handen te krijgen en te vernietigen „Ten derdenmale, Charles de St. Elme, teeken ofsterfIk heb gezworen, liever mij en de kinderen aan de genade van den rechter over te leveren, dan als een speelbal te worden weggeworpen, na steeds in den waan verkeerd te hebben wettig gehuwd te zijn." Geheel haar uiterlijk joeg hem schrik aan. Was die Nemesis, de zach te, droefgeestige bedrogene? Hij verbeet zich, nam een pen en antwoordde pijnlijk lachend: „Wat stelt gij u toch dwaas aan, Diane! Waarom zou ik weigeren Zij wantrouwde hare ooren. Hoe was hij plotseling zoo gedwee gewor den? Zij verloor zich in gissingen. „Ziedaar 't brenge u op, wat ge er van verwacht!" „Mijne eer en die onzer kinderen sprak zij fier. „'t Geschrift is op zegel, zooals gij zeker wel gezien hebt. En nu, luister, Charles de St. Elme! Gij meent, dat jalouzie op eene an dere vrouw, mij voortdrijft, tot wat niet al! Ge bedriegt u. Waar de liefde is gestorven, kan geen ijver zucht meer bestaan. Ik heb de kin deren geleerd u te vergoden. Dat ik hun nimmer zal leeren u te verach ten, moogt ge op prijs stellen, maar maar weet, dat ik u met al de innig heid van mijn vroegere liefde veracht zelfs zoo diep veracht, dat ik noch uw brood langer wil eten noch dat uwer beschermster, want ook aan dat brood kleeft schande. Ik heb vernomen wie die madame Julie is en acht mij zelf te hoog, om ten harent mijn intrek te nemen. Ik heb werk gezocht en gevonden. Ik kan u niet uit onze gezamen lijke woning verjagen, maar morgen op den eersten, wordt u de huur van onze kamers opgezegd, en heb ik ze voor mij gehuurd. Pak dus het uwe bijeen en vestiguelders!Mijnent- halve ziedaar de deur!" Met trotsche houding wees zij er naar, met het gewichtig stuk in de hand, keerde zich om, trad het belen dend vertrek in en sloot de deur achter zich toe. „Sapristy!" kreet St Elme. „Het lam werd een hyena!" Hij nam zijn hoed en snelde naar Julie. Wordt vervolgd.) Gedrukt bjj DE ERVEN LOOSJES, te Haarlem,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlemsch Advertentieblad | 1897 | | pagina 6