EEN MOEDERHART DOOR LIESBETH VAN ALTENA. 25) In weinige onsamenhangende woor den |,want zijns ondanks voelde hij zich zeer geschokt deelde hij haar mede, wat hij haar wilde toe vertrouwen, met verzwijging van het onderschreven stuk, noemde zich ge- geheel uit het veld geslagen en zelfs ten einde raad door zulk een onver- hoedsche ontknooping ende goede, aanbiddelijke Julie met haar hart vol deernis voor al wie leed, bood hem aan voorloopig zijn intrek bij haar te nemen, en indien hij liever niet naar Rome mocht gaan, zich desnoods on der haar vrijheidlievend dak te ver schuilen. De kamer, welke zij voor Diane gereed had, kon hij staande voets betrekken, terwijl een atelier ook reeds was ingericht. .Eind goed al goedjuichte hij. .Welk een voortreffelijke vrouw leer de ik in u kennen, in de eenige ver wante mijner Tine 't Is niet mijne voortreffelijkheid, die ge iets te danken zoudt hebben maar uwe relatie tot Tine! Ik heb familiezwak en die deugd of dat gebrek, deelt zij met mij, al is zij een Day de Grounouille, toch is zij al mede een Yivian!" „Zeer waar zeer waar En daar om zullen wij zegevieren over de Day de Grounouilles. Zij zijn slechts mot hun beiden en wij, met inbe grip van Gilbert, reeds met ons vie ren!" lachte St. Elme zijns ondanks, want Diane's fierheid, geheel hare houding, stond hem steeds voor den geest. Indien hij haar aldus had kun nen schilderen zijn roem ware voor immer gevestigd. En nu het knellende juk was afgeschud, nu zijn nek bevrijd was van den strop, nu geleek die vrijheid hem weinig strijd waard geweest te zijn. Omdat niet hij, maar zij zij zelve den band had verscheurd en hem met verach ting achtervolgde, in stede van met haren ijverzucht. Hoe nu te doen? Terug gaan en zijn karige inboedel doen overbrengen naar de gastvrije woning eener „belle Julie" P Kon hij Diane berooven van het weinige, dat geheel hare omge ving, wel beschouwd geheel haren rijkdom bevatte. Waarom zich niet liever den last van een inboedel ge lijkertijd afgeworpen Wat toch was die inboedel, wat toch kon hij zijn voor een Tine, die zoo weelderig was ingericht? En hij besloot alleen zijn atelier te ontruimen en wel ten spoe digste. Zijn onverhoeds geworden gastvrouw hechtte onmiddellijk het zegel aan zijn besluit om Diane in het bezit van den inboedel te laten. Hij spoedde zich onder herhaalde dankbetuigingen heen, om dadelijk een paar mannen te ne men en een en ander te doen overbren gen. Thuis gekomen klopte hij vruchte loos aan de gesloten deur, achter welke Diane was verdwenen. Het atelier was open. Hij sloeg de handen da delijk aan den arbeid en naar de over zijde was hij spoedig verhuisd. In het ontruimde vertrek liet hij een schrijven achter, eene schenking van alles wat de gezamelijke woning verder inhield aan de vrouw, die in zoo hooge mate zijn oogappel was geweest, die hij als een onschuldige vijftienjarige uit hare woning had gelokt, aan minnende ouders ontrukt en mee naar Parijs had genomen, omdat hij niet buiten haar kon leven. „Waarom moest Louis mij ook voor stellen aan dat bekoorlijke kind met al hare schatten in de toekomst!" prevelde hij, een laatste studie nog oprollend, eigenlijk een eerste, een eerste schets van Diane's lieftallig wezen, nog in Italië genomen. Waar waren zij gebleven, die blijde, zorge- looze dagen hunner kennismaking, toen de geheele wereld voor hem be stond in de betooverendeltaliaanschó. Had hij het blonde kind met niet minder gitzwarte oogen, zoo lief als Diane destijds P Als kon men ten twee den maal met den hartstocht der jeugd beminnenlachte hij schamper, en met loomen tred scheidde hij voor immer van de geliefde werkplaats, waar de eerste kreten zijner kleine jongens hem zoo vaak 't hart hadden doen zwellen van vaderweelde. Hij had hen dien morgen niet ge zien. Waar had de vergramde leeuwin hare welpen heengevoerd, in veilig heid gebracht En wie, wie kon dat geschrift hebben opgesteld P Eensklaps voelde hij te verbleeken. Dat schrift kwam hem plotseling bekend voor. o Gewis geen ander dan hij dan Louis die zich wilde opwerpen als verdediger der vrouwelijke rechten op arbeid en gelijkstelling, en als student droomde van een vestiging als rechts geleerde om arme veriatenen, bedro genen gelijk Diane, met rechtskundi gen raad bij te staan. Ha die verra der Hij moest ook de Day's hebben ingelicht. De verworpen minnaar had zich op den gelukkigen medemin naar gewroken op den vriend, die zijn vertrouwen had geschokt, neen, verraden. Kon hij Louis vloeken haten, wraak, ontzettende wraak zweren? Neen, hij moest veeleer zich zeiven verfoeien. Doch geen St. Elme die zich zeiven in het ongelijk zou stellen, of tot schuldbesef komen. Hij wierp de keten van zorg en kommer achter zich. Het verleden was voorbij de toekomst zijner De toekomst, die blijde rozenrood ter kimme gerezen toekomst, waarin hij een Tine Day de Grounouille de zijne zou noemen, geheel de Parijzer aristo cratie ten spijt. Julie ontving haren huisgenoot met ongeveinsde hartelijkheid en toen ein delijk de Zondag was gedaagd en het uur van de Hoogmis geslagen, gevoel den beiden zich in feestelijke stemming, zoo feestelijk als Gilbert in een treuri ge verkeerde. De trouwe dienaar gevoelde het vertrouwen van moeder en zoon te beschamen. En toch hoe kon hij het arme kind aan haar droevig lot overlaten? Nog eenmaal waagde hij 't haar te spreken van zijn geweten, doch vervuld met geheel andere ge dachten antwoordde zij niet eens. Het regende. De bezorgde vader liet inspannen. Tine mocht niet met vochtige voeten in de kerk zitten Een oogenblik beving haar een dood schrik. Doch wat nood! Gevaar voor ontdekking verminderde immers, in dien ook de koetsier haar naar de kerk had gereden P En met een luch tig hart wipte zij op de trede en reed heen, met een knipoogje tegen Gilbert, toen hij haar bij het opstijgen een vragenden blik toewierp. Voorde kerk steeg zij uit, ging de hoofddeur bin nen door Gilbert gevolgd, om door een zijdeur weder op de straat te zijn, en flink door te stappen. Tante Julie stond op den uitkyk. Zij opende zelve de deur en omarmde Blanche's dochter met een „Honderd maal welkom, waarde nicht!" „Kom mij als de mis geëindigd is, weder halen, Gil riep zij dezen na, en de oude man waggelde heen, met ozoo'n bezwaard gemoed. Eerst toen trad St. Elme te voor schijn. Onder een vreugdekreet vie len de gelieven elkander in de armen. Uit bescheidenheid verwijderde zich de goede, edele tante Julie. Hoe ge lukkig had zij bereids die beide harten gemaakt hoeveel gelukkiger hoopte zij hen te doen worden, en Tine daar door door onverbreekbare banden aan zich te hechten. Maar al te vlug bewogen zich de wijzers van een staande klok. Maar al te schielijk speelde ?ze een treuri ge melodie, zoo snel verliep het halve uur. Eindelijk schelde Gilbert] weder „Tot wanneer?" vroeg Charles. Toch niet weer voor zoo duldeloos lang?" „o Neen, tot heden over acht dagen, maar weet wel ik leef die acht dagen niet, tenzij ik ik u eiken mor gen voorbij mocht zién komen." „Elke morgen, voor dag en dauw?" vroeg hij. „Zoo als die eene keer. Zoudt ge 't voor mij over hebben, eiken mor gen, zoo vroeg op weg te zijn?" „Wel stellig, mijn lieveling! Kfram ik niet driemaal 's weeks voor u alleen voor u naar Brussel? Maar wilt ge mij eiken morgen, zooals op dien éénen, een bloem toewerpen?" „Dat zal ik En gij zult ze alle drogen en bewaren Niet voor mijn bruids- maar voor mijn doods bloemen als ik van zaligheid ster ven mocht Mama stierf immers ook veel te jong P" „Stil, stil, lievelingWij denken slechts aan leven en genietenIk zal die bloejnen bewaren als als „Gilbert wordt ongeduldig, Tine!" verzekerde tante Julie. „Schielijk uw hoed opgezet. Kom ik zal u kamenie- ren. Ge moet geen reden van argwaan geven, 't Rijtuig kon weer voor de kerk staan Zeg in dat geval dat ja wat „Dat gij deze schets even zijt gaan huren, om te copieeren." En de eerste rol, die hem in handen viel in de hare duwend, gaf hij haar een afscheidskus. Tine verzuimde in hare ontroering, tante Julie te groeten. Als een slaap wandelaar trad zij voort, 't Weder was opgehelderd; het rijtuig op stal gebleven. Haastig begroette zij Papa en Groot mama, prevelde iets van een schets, die zij nog even in een kunsthandel had gekocht, liever gehuurd om te copieeren, en ontrolde het portet van Diane, wier naam er met groote letters onder gepenseeld was. Papa was verrukt over de schoon heid van het kopje, volgens zijne verzekering en Grootmama even eens, terwijl Tine zelve onwillekeurig prevelde, „Dianedat is dus Diane Eerst 's avonds bespeurde St. Elme zijne vergissing. „Goede hemel! Indien die ellendige Louis de Lude er achter kwam Zou hij niet aan opzet gelooven Doch geen zorgen voor den tijd En met zorgeloos gemoed zocht hij ver strooiing bij vrienden van eigen ge halte. LOOFDSTUK XVII. St. Elme was niet de eenige, die den nacht van Zondag op Maandag doorwaakte. Tine was den geheelen dag zóó af getrokken, zoo vreemd geweest, dat zoowel Grootmama als Papa er zich over verontrustten, en wederkeerige onrust verwekte slapeloosheid bij bei den. Gilbert kon de slaap niet vatten van gewetenswroeging. Ilij besefte volkomen zich vergrepen te hebben aan zijn heer, door zoo volstrekt in strijd te handelen met diens uitdruk- kelijken wil, al had deze dien wil niet rechtstreeks als zoodanig aan hem leeren kennen. Plechtig nam hij zich voor, dat het de eerste, maar ook de laatste keer zou geweest zijn, dat hij den goeden heer Philip niet vrij en frank onder de oogen te durfde zien. Tine hield haar geluk wakend. Haar onverhoopt geluk, wekelijks zulk een overheerlijk rustig „tête-a-tête" te kunnen hebben, met den geliefde, wiens trouw zij aan een vuur proef zoujjkunnen onderwerpen, ter- wijlji St.ii Elme zelf meer en meer ontstemd werd over eigen onhandig heid, om Tine juist het portret in handen te spelen, dat hij tot eiken prijs aan hare blikken zou hebben onttrokken, zoo lang hij den naam niet had weggeschilderd. Wat zouden de gevolgen dier onhandigheid kun nen .zijn? Wat moest Graaf Day van hem denken, indien Tine de zooge naamde gehuurde schets liet zien Graaf Day, die hem onbewimpeld, bij monde zijner moeder, zijn gepleegd bedrog aan die arme had verweten Zelfs in den „cercle" had hij geen rust gevonden, was vroeg naar huis gegaan, dat is: naar de woning van Julie Vivian, en luierde tot ver in den morgen, zonder de afspraak te geden ken, in zake den morgengroet. Tine was vroeg op. Hij stond immers voorbij te komen, en reeds had zij de schoonste roos uit den frisschen ruiker genomen, om ze hem toe te werpen, als nieuw onderpand harer liefde. Zij wachtte en wachtte eindelijk werd zij des wachtens moede, en zette zich, daar het nog veel te vroeg was voor het het ontbijt, voor den schil dersezel. Zij moest immers Grootmama en Papa bewijzen, dat de schilderkunst haar zoo lief was geworden, dat St. Elme haren aanleg niet om niet had geroemd, dat zij waarlijk reeds ver genoeg was om Diane te copieeren. Diane! 't moest zeker die zuster zijn! „Diane Diane!" prevelde zij gedurig, geheel verloren in de aan schouwing van het portret. „Waarom kuut gij wilt gij mijn zuster niet worden? Ge zoudt mij immers zoo dierbaar zijn als gij hem steeds zijt geweest, en ook wel blijven zult! Ik zal u zijn broederlijke liefde waar lijk niet ontnemen. Integendeel, gaar ne zal ik die zoeken te verhoogen. Waarom zouden wij niet gelukkig zijn met ons drieën?" Zij begon het beeld te schetsen, doch de poging mislukte. Die oogen staarden haar zoo droefgeestig aan de lippen schenen te spreken de neusvleugels bewogen zij zich on rustig Zij geloofde het. Haar hart klopte en een weemoed overviel haar, die haar deed zuchten en de oogen schemeren. 't Was haar of een zusterziel haar toesprak met haar weende en snikte Arme, gij armeIk heb deernis met u!" Zij stond op doch de weemoedige blik dier geschilderde, door hèm ge schilderde oogen, volgde haar. Zij wist ze niet te ontkomen. Zij staar den haar in de ziel. Eensklaps slaakte zij een zucht van verlichting. Zij begreep, zij gevoelde de wondermacht dier oogen. Zij her innerde haar aan den laatsten blik harer moeder, want zij nokte: „Mama, beste mama, zie mij niet zoo aan door die oogen Zie mij niet zoo aan, zoo ernstig, zoo droevig, zoo be straffend! Ach! Ach! Waarom hebt gij mij ook verlaten Zij zette een karton Toor het portret en ontbladerde de roos, die zij hèm niet had kunnen toewerpen, omdat hij zijn belofte niet had gehouden, de eerste die hij deed. Toen zocht zij zich woord voor woord te herinneren van het laatste gesprek op de Tentoon stelling te Brussel, over diezelfde Dia ne, wier portret hij haar meegaf. Deed hij dit als bewijs hoe weinig hij zich om het ongeval bekreunde of bij ver gissing Moest ook Diane, den genialen, be- minnelijken man niet lief hebben ge kregen? (Wordt vervolgd.) Gedrukt bjj DE ERVEN LOOSJES, te Haarlem.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlemsch Advertentieblad | 1897 | | pagina 6