HAARLEMSCH
Adresboek van Haarlem
Eerste Blad.
No. 14
Twintigste Jaargang.
144
van WOENSDAG 16 Februari
Het
1897.
Prijs ing. f 1.75, geb. 2.—,
DE ERVEN LOOSJES.
Nieuwsberichten.
Uitgave van DE ERVEN LOOSJES, Gedempte Oudegracht 88.
Ï11EPHOONNDMMER
TELEPHON18CHE VERBINDING
met AMSTERDAM.
ABONNEMENTSPRIJS
Per drie maanden
f -.25.
Aftonderlljke
franco p. post —.40.
nommers 8 centen per stuk
Prijs per Advertentie van 1—5 regels f 0.25, elke regel
meer 5 cents, groote letters naar plaatsruimte.
VERSCHIJNT:
Dinsdag- en Vrijdagavond.
Advertentiën worden aangenomen tot DINSDAG en VRIJDAG des middags ten 12 ure, die alsdan zoo mogelijk nog worden geplaatst.
..oord-ZuidiioIlandsche Stoomtramweg-Maatschappij: Haarlemtelden. 1 Oct. 1897.
Amsterdamsche tijd. Haarl.Hilleg.—Leiden 6.C9, 7.45,9.35,10.55 'sm., 12.20,1.58,3.17,
4.30, 5.58, 7 23, 8.43 'sav. HaarlemHillegom 10 03. 11.15 'sav.
Stoomtram Haarlem-Alkmaar. (Amsterd. tijd). Haarlem-Alkmaar6.25, 8.10, 9.40, 11.
1.45, 3.10, 4.30, 7.20, 8.45f, lO/tif- Alkmaar-Haarlem: 8.35, 11.10, 19.45, 2—, 4.50,
6.20, 7.40, 10.—*. Tot Velsen. -}• Tot Beverwyk.
Haarlemsche Tramway-Maatschappij. Van 't Station 7.30 'a morgens tot 10.30avonds.
Uit den Hout 7.50 'smorgens tot 10.50 'savonds.
Vertrekuren der Spoortreinen van Haarlem. 1 Oct. 1897. Tjjd van Greenwich. Naar Am
sterdam: 5.33. 6.15*, 7.24*, 7.45, 8.4*, 8.29,9.6*, 9.27*, 10.38,11.—'sm., 12.2,12.34.
1.26, 1.54*. 2.21* 2.44, 3.14, 3.36*, 4.25, 4.58*, 5.24, 5.35*, 6.24, 6.45-j-, 7.23*, 7.57,
8.40, 9.5, 9.38*, 10.8*, 10.40, 11 47* 'sav.
Van Amsterdam: 5.35,6.55, 7.12*, 7.54*, 8.50, 9.10* 9.26*, 9.44*, 10.36, 11.5*, 11.35 'am.,
12.5, 12.20', 12.58*, 1.33*, 1.56*, 2.35, 3.5*. 3.27*, 4.1, 4.37*. 5.10, 5.32, 6.7f, 6.50,
7.38, 8.45*, 9.12, 9.56*. 10.30, 11.30 'sav.
Naar Rotterdam: 6.13, 7.33f, 8.15*, 9.32', 10.10, 11.28* 's morgens, 12,41*, 1.28, 3.28
4.32, 6.28-f-, 7.23, 9.8*, 10.20 'savonds.
Van Rotterdam: 5.10, 6.50*, 7.35*, 9.45*, 10.5 'smorg., 12.42*, 1.—2.14*, 3.35*, 3.50,
4.32', 5.32*, 6.33, 5.14*, 8.41', 10.28* 'sav. De met gem. treinen lijn sneltreinen
De met zijn eiprestreinen alleen le en 2e klasse.
Naar den Helder: 6.7, 9.23 'smorgens, 3.55, 6.32, 9.43 'savonds.
Naar IJmuiden: 5.44, 6.7, 7.44, 8.18, 9.23, U.3 'sm., 12.36, 2.21, 3.55, 5.4, 8.7, 9.43'sav.
Van IJmuiden: 6.52, 8.54, 10.2,11.32 's m., 2.9,3.40,4.52,5.51,6.43,8.36,9.35,10.44's av.
Naar Zandvoort: 6.34, 7.39, 9.51, 'sm. 12.11, 2.3.35, 5.9, 8.10 's avonds.
Van Zandvoort: 6.59, 8.4, 10.31 'sm., 12.59, 2.45, 4.6.58, 8.36 'savonds.
Deze treinen stoppen allen aan de Halte.
Tram-Omnibus-Maatschapplj. BloemendaalOverveen—Haarlem. 1 Oct. 1897.
Vertrekuren van Bloemendaal (Hotel Kennemerland)8.25-j-, 9.10,10.40,11.5* 11.40* 's m.,
12.15, l.-§, 1.30, 2.55, 3.15, 4.-, 4.40, 6.05, 6.50, 8.20 9.15*, 9.50 's avonds.
Van Haarlem (Station): 9.35, 10.25, 11.21*, 11.45 'sm., 12.21*, 12.59, 1.42§, 2.17, 3.45,
4.10, 4.46, 5.20, 6.46, 7.35, 9.25, 9.59*, 10.37 'savonds. Alleen op Z' n- en Feest-
Tussehen 15 Dec. en 15 Maart alléén op Zon- en Feesfd. -j- Vertrekt Zondags 8.5.
Telegraafkantoor. 1 Mei 1897. Het kantoor is geopend op werkdagen van 'in. 7.30 tot 'sav,
9.30 uur, op Zon-en algemeen erkende Christelijke feestdagen van 's m. 7.30— 3.30 's av.
5.308.30 nur. Binnenl. Telegrammen worden berekend tegen 25 cents voorde eerste
10 woorden, voei elk tweetal woorden daarboven 3 cents.
Dienstregeling van het Postkantoor. 1 Mei 1897. Tijd van Greenwich. Openstelling
van het kantoor: Dag van 7.30 'smorg. tot 9 uur'sav. Op Zondag van's morg. 7.30 tot
9,30 en van 11.30 tot 2.30 uur 's av. Voor de storting en uitbetaling van postwissels, post-
bewijzen en de invordering van gelden op kwitantiën alleen op werkdagen, van 8 30 uur
's morg. tot 2.30 uur 's av. Voor de Spaarbank van 's m. 8.30 tot 8.30 uur 's av., op Zon
dag van 8.30 tot 9.30 nre 's m. Voor de Postpakketten alleen op werkdagen, van
's morgens 7.30 tot 9 uur 'savonds.
Aanvang der bestellingen. Op werkdagen: 6.40, 8.10,10.40'sm., 12.10,2.40, 6.10, 8.55'sav.
Op Zon- en algemeene erkende Christelijke feestdagen: 7.25 's morgens, 2.30 'savondi,
Lichting der hulpbrievenbusse»Botermarkt, Gr. Houtstr., 2e Hassel.str., Parklaan, Kaasplein,
Amsterd. Poort: 6.25, 9.40 'smorg., 1.40, 4.55, 8.10'sav. Florapark, Kampersingel,
Leidschevaart, Schootersingel, Brongebouw: 6.10, 9.25 'sm. 1.25, 4.40, 7.55 'sav.
Des Zondags: buitenwijken 'sm. 6.10 en 12.25 's av., binnenwijken 's m. 6.25 en 12.40'aav.
Lichting aan het StationRichting Amsterdam 7.40,10.55,11.57 'sm.,12 29*, 1.49,2.39". 5.19*,
5.30* 6.40*,10.15* 'aav. Richting Rotterdam 7.28, 11.23*'sm„ 1236. 4.27*,623,
9.03*, 10.15* 'sav. Richting den Helder, 6.2,9.18 'smorg., 12.29*, 4.59*, 9.38* 'savonda.
De met worder Zondags niet gelicht.
is voorhanden in den Boekhandel van
Weten en Werken.
De Heer Saeijs trad Maandagavond
als spreker op. Haast kunnen we vooruit
bepalen, dat we een lesje krijgen in
Land- en Volkenkunde, als dit het geval
is. Eigenaardig dat er bij eene weten
schappelijke lezing altijd eenige vreemde
gezichten zijn op te merken, en er dan
óók eenigen niet komen die anders niet
licht eene bijeenkomst overslaan. Gevolg
trekkingen wenscht de verslaggever in
deze met te maken, maar wel dat
Maandagavond voor den weetgierige
heel wat kennis was op te doen omtrent
de Indische dierenwereld en dat Spreker
uit den schat zijner gegevens op hoogst
bevattelijke wijze mededeelde.
Groepsgewijze zijne stof verdeelende
besprak de Heer Saeijs de wilde, roof-
of verscheurende dieren en wel in de
eerste plaats den tijger, die nog op Java
voorkomt maar voornamelijk op Su
matra. Het dier richt zooveel schade aan
onder het vee van den inlander en valt
soms zelfs dezen aan dat men algemeen
in den tijger den natuurlijken vijand van
den mensch ziet en druk jacht op hem
gemaakt wordt. Van de wijze waarop
dit plaats heeft, gaf Spreker eenige
voorbeelden. Naarmate echter een streek
meer bevolkt is, vermindert daar hun
aantal. Dat de inlander vermaak kan
vinden in gevechten waar tijger en
buffel tegenover elkaar gesteld worden
en ook in het rampokken vond Spreker
afgrijselijk, doch verklaarbaar. Slechts
tijgerhuid en nagels bezitten handels
waarde.
De olifant komt op Sumatra voor.
Gevaarlijk voor den mensch zjjn zij alleen
soms in den bronstijd. Deze kolossale
planteneters vernielen soms in korte
uren des landmans oogst. Er wordt dus
op deze dieren jacht gemaakt, vooral
om het ivoor.
De Rhinoceros, als de olifant een dik
huidige, wordt gejaagd om zijn huid,
die gaarne door de Chineezen wordt
gekocht. De hoorn dient den inlander
als amulet. Bij zijne tochten door het
woud baant het dier zich een pad, al
wat groeit met zijn machtig lichaam
vernielende. Het komt wel voor, dat
zulke neushoornpaden de oorsprong zjjn
van geregelde woudwegen. Een reep
rhinoceros-huid en een hoorn stelde
Spreker ter bezichtiging.
Wilde varkens worden in Indië veel
vuldig aangetroffen; de inlander, als
mohamedaan, gebruikt geen zwijnen-
vleesch en het dier tiert hierdoor welig
voort. De Europeaan maakt er jacht op
om het vleesch.
Verder noemde Spreker nog de civet
kat, bekend om zijn reukstof, de kofiie-
rat en de stinkdas.
Onder de wouddieren hekleeden de
apen eene voorname plaats. De Oran
oetan of woudmensch werd het eerst
besproken. Het dier heeft eene ontzetten
de kracht. In het gevecht met den kro
kodil zelfs blijft deze aap steeds over
winnaar. Dan volgen de baviaan, het
spookdier, bekend door zijne gewoonte
om des nachts voedsel te zoeken, de
wou-wou, zoo genoemd naai het geluid,
dat hij maakt, de neusaap, voor wien de
neus het teerste lichaamdeel is. De apen
zijn bij den landbouwer niet hoog in aan
zien wegens hun zucht tot vernielen.
Toen kwamen de vogels aan de beurt,
eerst de paradijs-vogels, onder de vleu
gels voorzien van een weligen vederbos.
Wegens de groote waarde als handels
artikel, waarbij gave vogelhuiden ge-
eischt worden, jaagt de inlander op dezen
vogel met stompe pijlen. Faizanten,
pauwen, papegaaien, kakatoes, eenden
levert Indië in groote verscheidenheid
op. De eieren der laatste worden gecon
serveerd in kuilen met zout; zij maken
een zeer gewild voedsel uit. De salanga,
de zwaluwsoort, wier nesten door fijn
proevers hoog geschat en tegen zilver
opgewogen worden kwam hier ook ter
sprake.
De herten, welke in groote kudden
gevonden worden in het Asjang-gebergte,
leveren het den-deng of gedroogd vleesch.
De kruipende dieren besprekende, ge
waagde de Heer Saeys van den piton,
door den inlander beschouwd als soms
bij ons de ooievaar, maar een zeer ge
vaarlijke slang van de sterkste soort.
Men telt in Indië vier en twintig soor
ten van vergiftige slangen. Verder treft
men in Indische woningen hagedissen
aan. Deze koudbloedige amphibiën zijn
meer weerzinwekkend dan schadelijk.
De krokodil is van de amphibiën zeer
zeker de gevaarlijkste. Zij leven meest
op Borneo en komen dan voor in zoo
genaamde kreeken. Zij zijn daar een
ware landplaag. De Dajaks bevechten
het dier echter met goed gevolg. Vroe
ger loofde de regeering premies uit voor
het vangen van krokodillen en de eieren.
De slimme inlander wist echter de pre
mie soms te vertienvoudigen, doch dit
bedrog gaf aanleiding dat dit premiestel
sel werd afgeschaft.
De schildpad, zeer gezocht wegens
zijn caret, zijn vleesch en de eieren, komt
in verschillende grootten voor. Wilde
honden en tijgers maken ook jacht op het
dier.
Van de insecten werden genoemd de
lastige, soms gevaarlijke muskiet, de
bloedzuigers, de zandvlieg, en de alles
vernielende witte mier. Spreker ver
toonde een stuk van het hardste hout,
waaraan dit insect zijne krachten, en
niet te vergeefs, had beproefd. Djatti hout
schijnt het diertje niet aan te durven.
Van de nuttige insecten werden ge
noemd de bij en de schildluis.
Zeedieren leveren de Indische wateren
bij menigte op, men denkt hier aan de
kustenbedervende koraaldieren.
Van de wijze waarop men te werk
gaat om hij de paarloesters het vormen
van paarlen te bevorderen gaf Spreker
een en ander ten beste. Zij komen voor
bij de Aroe eilanden.
Bij de groep Huisdieren moet ir.
de eerste plaats genoemd de karbouw
of wateros. Van deze rundersoort zijn
er op Java drie millioen. Paarden, meest
klein van stuk telt Java er zeshonderd
duizend.
Visch maakt met rijst het hoofdvoedsel
der bevolking uit, visch komt dan ook
in Indië in ruime mate voor.
Hoewel nog lang niet aan't eind van
zijn voordracht, sloeg ongewenscht en
onverwacht het uur van scheiden. De
onderhoudende wijze van mededeelen,
alles opgehelderd door tal van voorwer
pen, hiertoe door de Directie van het
Koloniaal Museum welwillend ten ge-
bruike afgestaan, en eene menigte
wetenswaardige bijzonderheden, deden
den tijd omvliegen en vertrekkende, kon
men zeer stellig de verzekering met zich
nemen van veel gehoord en veel gezien
te hebben, dat nu niet zoo dadelijk bij
iedereen bekend is, en hiervoor den
geachten Spreker onzen besten dank.
In de volgende spreekbeurt zullen wij
het genoegen hebben den Heer W. F.
Andriessen in ons midden te zien.
Eerste Kamer).
Maandagmiddag was eerst aan de
orde de interpellatie van den heer Fran
sen v. d. Putte over den toestand van
het Boezemwater in Delfland. De inter-
pellant schetste de geschiedenis en kon-
stateerde, dat het Opperbestuur nalatig
is geweest door goed te keuren de kon-
ventie van den Haag en Delfland, waar
bij 't laatstgenoemde de beslissing hield
over de waterloozing te Scheveningen.
Spreker beweerde, dat Ged. Staten van
Zuid-Holland nagelaten hadden voor
stellen te doen tot beëindiging van den
toestand, en vroeg, of de Min. die Staten
heeft aangeschreven, door schorsing of
vernietiging der Konventie dien toestand
te doen ophouden, zoomede of er proe
ven zijn genomen met spuiing in Mei.
Spreker wenscht, dat Delfland belast
worde met de spuiing onder kontröle
van den waterstaat, en dat er dan een
afdoende proef worde genomen. Zijn er
groote gebouwen noodig, laten dan de
gebouwde eigendommen in Delfland
daarvoor opbrengen. De Min. van Bin
nenl. Zaken erkende het ernstige van
den toestand. Hij hield vol, dat het
verband tussehen de vervuiling en de
typhus te Voorburg niet volkomen zeker
is. Aan 's Ministers departement zijn
geen historiesche gegevens betreffende
deze zaak voorhanden. De Reg. deed
wat zij kon door de benoeming eener
Staats Kommissie. Hahgende het onder
zoek kan de Reg. niet ingrijpen, maar
zjj verwacht van zelf verbetering nu het
werk aan Vijfsluizen gereed is. De Min.
van Waterstaat enz. sloot zich daarbij
aan en verzekerde, dat het bestuur van
den waterstaat niet kan ingrijpen. Hij
betoogde, dat nu de werken aan Vijf
sluizen zijn voltooid, een nieuwe sluis
misschien overbodig zal zijn, en dat men
in allen gevalle moet afwachten het
rapport der Staats-Kommissie. Overigens
ontkende de Min. dat openzetting der
sluizen te Scheveningen, zonder meer,
iets zal baten. De heer Fransen v. d.
Putte was zeer onbevredigd en duidde
het der Reg. ten kwade, dat zij niet