HAARLEMSCH
Eerste Blad.
No. 18
Twintigste Jaargang.
144
van WOENSDAG 2 Maart 1898.
met AMSTERDAM.
Nieuwsberichten.
Uitgave van DE ERVEN LOOSJES, Gedempte Oudegi^acht 88.
THEPHOOKNBMMJE
ABONNEMENTSPRIJS
Per drie maanden—,25.
franco p. post —,40.
Afzonderlijke nommers 3 centen per stuk
Prijs per Advertentie van 1-5 regels f 0.25, elke regel
meer 5 cents, groote letters naar plaatsruimte.
TELEPHON1SCHE VERBINDING
VERSCHIJNT:
Dinsdag-: en Vrijdagavond.
Advertentiën, worden aangenomen tot DINSDAG en VRIJDAG des middags ten 12 ure, die alsdan zoo mogelijk nog worden geplaatst.
.\oorü-/.nldliollandselie Stoomtramweg-Maatschappij: HaarlemLelden. 1 Oct. 1897
Amsterdamsche tijd. Haari.Hilleg.Leiden 6X9, 7.45,9,35,10.55 'am., 12.20,1.58,3.17J
4.30, 5.58, 7 23, 8.43 'sav. HaarlemHillegom 10 03. 11.15 'sav.
Stoomtram Haarlem—Alkmaar. (Amsterd. tyd). Haarlem-Alkmaar6.25, 8.10, 9.40, 11.
1.45, 3.10, 4.30, 7.20, 8.45f, 10.45+. Alkmaar-Haarlem: 8.35, 11.10, 12.45, 2.4.50,
6.20, 7.40. 10.—*. Tot Velsen. Tot Beverwijk.
Haarlemsche Tramw ay-M nut schappij. Van 't Station 7.30 'amorgena tot 10.30avonds.
Uit den Hout 7.50 'smorgens tot 10.50 'savonds.
Vertrekuren der Spoortreinen van Haarlem. 1 Oct. 1897. Tijd van Greenwich. Naar Am
sterdam: 5.83. 6.15*, 7.24», 7.45, 8.4*, 8.29,9.6* 9.27*, 10.38,11.—f 'sm., 12.2,12.34,
1.26, 1.54*. 2.21* 2.44, 3.14, 3.36', 4.25, 4.58* 5.24, 5.35*, 6.24, 6.45+, 7.23* 7.57,
8.40, 9.5, 9.38*, 10.8*, 10.40, 11 47* 'sav.
Van Amsterdam: 5.35, 6.55, 7.12*. 7.54*, 8.50, 9.10* 9.26', 9.44*, 10.36, 11.5*, 11.35 'sm.,
12.5, 12.20*, 12.58*, 1.33*, 1.56*, 2.35, 3.5*, 3.27*, 4.1, 4.37*. 5.10, 5.32, 6.7+, 6.50,
7.38, 8.45*, 9.12, 9.56*. 10.30, 11.30 'sav.
Naar Rotterdam: 6.13, 7.33+, 8.15*, 9.32', 10.10, 11.28* 'smorgens, 12,41*, 1.28, 3.28*,
4.32,6.28+, 7X3, 9.8*, 10.20 'savonds.
Van Rotterdam: 5.10, 6.50*, 7.35*, 9.45*. 10.5 'smorg., 12.42*, 1.—, 2.14*, 3.35*, 3.50,
4.32*, 5.32*, 6.33, 5.14*, 8.41*, 10.28 'sav. De met gem. treinen zijn sneltreinen
De met zijn ezprestreinen alleen le en 2e klasse.
Naar den Helder: 6.7, 9.23 'smorgens, 3.55, 6.32, 9.43 'savonds.
Naar IJmuiden: 5.44, 6.7, 7.44, 8.18, 9.23, 11.3 'sm., 12.36, 2.21, 3.55, 5.4, 8.7,9.43'sav.
Van IJmuiden: 6.52, 8.54, 10.2,11.32'sm., 2.9,3.40,4.52, 5.51,6.43,8.36,9.35,10.44's av.
Naar Zandvoort: 6.34, 7.39, 9.51, 'sm. 12.11, 2.3.35, 5.9, 8.10 'b avonds.
Van Zandvoort: 6.59, 8.4, 10.81 'sm., 12.59, 2.45, 4.6,58, 8.36 'savonds.
Deze treinen stoppen alien aan de Halte.
Tram-Omnitms-Maatschapplj- BloemendaalOverveenHaarlem. 1 Oct. 1897.
Vertrekuren van Bloemendaal (Hotel Kennemerland)8.25+, 9.10,10.40,11.5* 11.40* 's m.,
12.15, 1.—1.30, 2.55, 3.15, 4.—, 4.40, 6.05, 6.50, 8.20 9.15*, 9.50 's avonds.
Van Haarlem (citation): 9.35, 10.25, 11.21*, 11.45 'sm., 12.21', 12.59, 1.42§, 2.17, 3.45,
4.10, 4.46, 5.20, 6.46, 7.35, 9.25, 9.59*, 10.37 'savonds. Alleen op Z( n-en Beest-
Tufscken 15 Dec. en 15 Maart alléén op Zon- en Feesfd. Vertrekt Zondags 8.5.
Telegraafkantoor. 1 Mei 1897. Het kantoor is geopend op werkdagen van 's m. 7.30 tot 's av,
9.30 uur, op Zon-en algemeen erkende Christelijke feestdagen van's m. 7.30—3.30's av.
5.308.30 vur. Binnenl. Telegrammen worden berekend tegen 25 cents voor de eerste
10 woorden, vort elk tweetal woorden daarboven 3 cents.
Dienstregeling van het Postkantoor. 1 Mei 1897. Tijd van Greenwich. Openstelling
van het kantoor: Dag van 7.30 'smorg. tot 9 uur'sav. Op Zondag van's morg. 7.30 tot
9,30 en van 11.30 tot 2.30 uur 's av. Voor de storting en uitbetaling van postwissels, post.
bewijzen en de invordering van gelden op kwitantiën alleen op werkdagen, van 8 30 uur
'smorg. tot 2.30 uur'sav. Voorde Spaarbani van 's m. 8.30 tot 8.30 uur 'sav., op Zon
dag van 8.30 tot 9.30 ure 'sm. Voor de Postpakketten alleen op werkdagen, van
's morgens 7.30 tot 9 uur 'savonds.
Aanvang der bestellingen. Op werkdagen: 6.40, 8.10,10.40'sm., 12.10,2.40,6.10,8.55'sav.
Op Zon- en algemeene erkende Christelijke feestdagen: 7.25 's morgens, 2.30 'savonds,
Lichting der hulpbrievenbussenBotermarkt, Gr. Houtstr., 2e Hassel.str., Parklaan, Kaasplein,
Amsterd. Poort: 6.25, 9.40 'smorg., 1.40, 4.55, 8.10'sav. Florapark, Kampersinge),
Leidschevaart, Schootersingel, Brongebouw: 6.10, 9.25 'sm. 1.25, 4.40, 7.55 'sav.
Des Zondags: buitenwijken 'sm. 6.10 en 12.25 's av., binnenwijken 's m. 6.25 en 12 40 'sav.
Lichting aan het StationRichting Amsterdam 7.40,10.55,11.57 'sm., 12.29*, 1.49,2.39*. 5.19*,
5.30* 6.40", 10.15* 'sav. Richting Rotterdam 7.28, 11.23" 'sm., 12 36. 4.27*,6.23,
9.03*, 10.15" 'sav. Richting den Helder, 6.2,9.18'smorg., 12.29*, 4.59*, 9.38*'savonds.
De met worder Zondags niet gelicht.
Weten en Werken.
De Heer C. Kuhn vervulde de spreek
beurt Maandagavond bij de dertiende
of laatste bijeenkomst. Het was niet voor
het eerst, dat de Heer Kuhn voor ons
optrad; als teeken van herkenning be
groetten de bezoekers hem op de wijze
als men dit in Weten en Werken doet,
met voetgetrappel.
In onzen kring is Justus van Maurik
getapt". Het viel dus zeer in den smaak,
dat Spreker uit den ruimen voorraad
van des schrijvers pennevruchten, geko
zen had Sint Nicolaas avond.
Men kent de aandoenlijke novelle. De
machinist Linders, jong weduwnaar met
een kindje, de blonde Anna, vaders troost
en vaders afgodje, vaders hoop en vaders
vrees. En wij herinneren ons, dat de man
verlof had om den Sinterklaas bij zijn
kind te blijven en wat de man niet al
deed om zijn meiske dan gelukkig te
maken en hoe hij zong met het kind en
de kleine steeds meer wenschtetehooren.
Toen werd het kind ziek, en de dokter
constateert croup. Zieker en zieker werd
het schaap. Linders, met gebroken hart,
met tranen in de stem zingt hetNicolaas-
liedje. 'l Kind lacht. Een straal van hoop.
Het kind sterft. Bij Linders vertoonen
zich teekenen van waanzin, geen wonder.
En dan nog wordt hij geroepen om dienst
te doen op den avondsneltrein. Werk
tuiglijk bestuurt hij de machine. In den
ontsnappenden damp, meent hij zijne
Anna te zien, Item toewenkende, maar
steeds verwijdert zich het beeld zijner
wilde fantazie. En sneller en sneller vliegt
de trein voort. Meer kolenhooger stooml
De gesprekken der passagiers laat de
Spreker ons beluisteren, allen hebben
't in hoofdzaak over het schokken van
den trein, ieder denkt het zijne van den
man op de machine, niemand weet het.
Sneller en sneller gaat het, daar blin
ken in de verte drie roode oogen't is
een noodsein. Nu krijgt Linders zijne
bezinning terug, hij kent het gevaar,
remt, en remt, en remt. Eene botsing
was niet te voorkomen, maar Linders
laatste heldere ooger.blikken hadden die
tot een minimum herleid, doch zij was
sterk genoog om hem van de machine
te werpen endood.
De Heer Kuhn heeft uit van Mauriks
schetsen niet de slechtste gekozen en
innig mooi werd zp weergegeven, met
al de actie die het stuk eischt, flink
reproduceerende de toestanden door den
schrijver zoo fraai gedacht.
Willem van Zuylens Eerste Liefde was
vervolgens aan de beurt.
Voor de bewonderaars van Van Zuylen
is dit stukje verliefdheidswaanzin, om
zijn onsmakelijke ontknooping misschien
wel hel toppunt van komiekerigheid,
maar aan den Spreker bemerkten wjj
toch ook dat van Zuylen van Maurik
niet is en dat diens tooneelachtig mooi-
doen niet in een adem kan genoemd
worden met het schetsje van den laatste,
getiteldEen Zondagmorgen verrassing,
een schetsje overvloeiend van tintelend
leven, raak bedoeld, raak neergeschreven
en door den Heer Kuhn allervermakelijkst
weergegeven, en zeldzaam mooi in 't
licht stellend de dronkemans goedmoe
digheid en de dronkemans logica van
den harmonikaspelenden schipper. Dat
een en ander nog al stof gaf tot vroolijk-
heid behoeft zeker niet nader aangetoond.
De reeks der lezingen voor dit seizoen
is hiermede gesloten. Dertien voordrach
ten hadden plaats. De letterkundige
voordrachten vormden het grootste aan
tal. Twee ervan bewogen zich op weten
schappelijk terrein. Over het algemeen
kan gezegd worden, dat de behandelde
onderwerpen veel belangstelling wekten
en het pleit zeer zeker voor het feit, dat
het Bestuur uitstekend op de hoogte is
van de eischen aan welke de verschillende
Sprekers in Weten en Werken moeten
voldoen, om te voldoen aan de behoeften
der toehoorders.
Dat van tijd tot tijd een zijsprong op
wetenschappelijk gebied plaats heeften
ook dan de Spreker met genoegen wordt
gevolgd, pleit zeker voor de waarheid
van een vroeger bijgebrachte stelling,
dat de handwerksstand, en bij name de
Haarlemsche, een zekeren graad van
ontwikkeling heeft bereikt, welke men
soms te vergeefs zoekt in andere kringen.
Het moge nu weêr wat al te optimis
tisch genoemd worden, maar toch meenen
wij het opnieuw onder de aandacht te mo
gen brengen,dat Weten en Werkenin niet
geringe mate aandeel daarin heeft, tenzij
men de meening zij toegedaan, dat een
onverdroten veertigjarige werkzaamheid
voorverlichting en beschaving geen spoor
nalaat in het zand des tijds, en tevens
dat er nog veel, zeer veel onafgedaan
werk ligt op den weg van Weten en
Werken, werk dat verricht zou kunnen
worden, als de Vereeniging den meer
algemeenen steun vond harer waardig.
Aanstaanden Maandag heeft voor de
bezoekers van Weten en Werken nog een
voordracht plaats. Zij gaat uit van de
V ure enig vu] ter bevordering van Volksge
zondheid en zal gehouden worden door den
lieer Dr. van Persijn, Arts en Officier
van Gezondheid. Van dit buitenkansje zal
zeer zeker door de bezoekers druk gebruik
gemaakt worden.
De Duitsche bladen zijn over het al
gemeen kalm over het verloop van
het proces Zola. Eén uitdrukking in een
der bladen als: Men straft Zola, maar
bedoelt Duitschland, is echter bewijs ge
noeg van ingehouden gevoeligheid.
Dat de kwestie evenwel nog lang niet
van de baan is, weet menZola komt
in cassatie, en men verwacht ook wat
van de eerlang te houden interpellatie in
de Senaat, waar de minister van Justitie
zal geïnterpelleerd worden over de wette
lijke onregelmatigheden in het proces
Dreyfus.
Inmiddels bedaart de agitatie er niet
op, als er telkens weer, als thans nieuwe
geheimzinnigheden te berde gebracht
worden als, dat Esterhazy zou hebben
verklaard het bekende borderel geschre
ven te hebben op bevel, met de belofte
dat men hem zou beschermen.
Men zou meenen, dat al deze geruch
ten de regeering ten laatste zouden
moeten noodzaken om cvertegaan tot
vonnis-revisie, maar het is heel wel
mogelijk, dat men er voor terugdeinst,
alles op te rakelen wat de grondslag
uitmaakt der geheele beweging, omdat
daardoor misschien een nog grooter
tumult zou ontstaan, dan dat de grond
slag geheel te wijten is aan een antise
mitisch drijven, een streven tot ver
dachtmaking, dat nimmer door een wel
denkend mensch op eenige wijze kan
worden vergoelijkt.
In Parijs namen de vervolgingen een
aanvang voor hen die aan Zola blijken
van sympathie hadden gegeven. Zoo is
de advocaat van Picquart, ontheven van
zijn wethouderschap in het zevende
arrondissement te Parijs; is Grimaux,
een zeer geacht docent der Polytech
nische School op verlofstraktement ge
steld een artillerie-luitenant op nonac
tiviteit geplaatst, wegens het schrijven
van een brief van hulde aan Zola. Pic
quart is uit den dienst verwijderd met
verlies van recht op pensioen en het
dragen van den uniform. Men mag dit
aanmerken als een beginnen van de
straffen door den minister president toe
gezegd. Welke maatregelen zullen geno
men worden tegen de moedige mannen,
die zich in de zaak partij hebben gesteld,
is niet vooruit te zeggen, maar dat ook
zij getroffen zullen worden, is zoo goed
als zeker.
Zola moet, behalve zijn 3000 francs
boete, nog de kosten van het geding
betalen, die op de kleinigheid van
150,000 francs worden geschat. Daarbij
heeft hij aan Labori een honorarium
opgedrongen van 10,000 francs, welke
deze evenwel niet behouden wil, maar
aan de armen zal schenken.
Beiden, advocaat en cliënt, gaan hier
uit van het loffelijk denkbeeld, dat zij
hier geheel „schoon van geld" moeten
zijn. Zoo heeft Zola voor alles, wat hij
over de Dreyfus-zaak heeft geschreven,
het honorarium, dat men hem anders
schenkt, geweigerd.
Zaterdag middag om vqf uur, toen
de Koning van Griekenland met prinses
Marie in een landauer van Phalera
terugkwam, losten twee personen, in
een evenwijdig aan den weg loopende
gracht verborgen, geweerschoten op het
koninklijke ï+jtuig. Het eerste schot
miste, het tweede trof een piqueur van
het rijtuig in den arm. Het span sloeg
in galop en zeven schoten werden het
rijtuig achterna gezonden, maar zonder
resultaat.
Het bericht van den aanslag verwekte
enorme beweging. De Koning en de
prinses kwamen ongedeerd in het paleis
terug. Een der daders droeg een grijs
pakde Koning heeft verklaard dat hij
hem gemakkelijk zou kunnen herken
nen. De aanranders zijn gevlucht.
Nadere berichten deelen nog mede:
Een kogel trof den piqueur, die naast
den koetsier op den bok van het rutuig
des Konings zat. Op net oogenblik dat
de tweede kogel langs het rijtuig heen
vloog, was de koning reeds opgestaan
om met zijn lichaam prinses Marie te
beschutten. Een paard van het rijtuig
werd insgelijks getroffen, maar zeer
licht, zoodat het span zonder beletsel