en heeft hij zitting genomen. Bij de be
handeling van het ontwerp betreffende
den aanleg van een Noord-Ooster-lokaal-
spoorweg met hulp van den Staat als
aandeelhouder, betoogde de heer van
Delden dat de bedoelde streekZwolle
Delfzijl, met zijtakken naar Almeloo
en Assen meer behoefte heeft aan
tramverbindingen dan aan een lokaal
spoorweg. De Min. van Waterstaat was
het daarmeè niet eens. Het ontwerp
werd zonder stemming aangenomen. Goed
gekeurd werd de Internationale Sanitaire
overeenkomst, na eene gedachtenwisse-
ling tusschen de heeren van Kol, van
Karnebeek en de Ministers van Buitenl.
Zaken en Kolonieën over de maatrege
len tegen overbrenging van de pest naar
Indië en het tegengaan van pelgrims
tochten naar Mekka. De Ministers wezen,
in zake de Mekkagangers op de noodige
medewerking van de Turksche Regee
ring en verder op de bestaande quaran
taine-inrichtingen in Indië, alsmede op het
feit, dat verschillende quarantaine-eta
blissementen bezet zijn met ontsmettings
ovens. Dank zij de energieke maatregelen
is de pest tot nog toe uit Indië geweerd.
Na goedkeuring van een paar kleine ont
werpen was aan de orde de interpellatie
Troelstra in zake Gebr. Hogerhuis. De
interpellant verklaarde niet bevredigd te
zjjn door de beschikking van den Officier
van Just, te Leeuwarden tot handhaving
van de schuld der Hogerhuizen: het
volksgeweten werd er niet door gerust
gesteld, en de strijd voor recht werd
er niet door beëindigd. Spreker kriti
seerde uitvoerig de gepubliceerde beschik
king, door welker openbaarmaking het
oordeel van het volk over de zaak is
ingeroepen. Gelukkig is de vooropgezette
opinie van den officier niet de uitspraak
van de Rechtbank. Het stuk is geen
verweerschrift, maar een eenzijdig plei
dooi van de onschuld van de aangewezen
daders en eene verdachtmaking van de
getuigen voor de Gebr. Hogerhuis. Vol
gens interpellant bewees de Officier het
alibi van Dijkstra geenszins. Interpellant
hecht veel aan het steeds volhouden van
de beschuldiging tegen anderen dan de
Hogerhuizen en ziet daarin geen komedie
of poging om de Justitie op een dwaal
spoor te brengen. De beweging ten gunste
van de veroordeelden noemde hij ernstig.
Interpellant ontkende verder, dat de
onderschepte korrespondentie in de ge
vangenis het geloof aan de schuld der
Hogerhuizen versterkt en wees er op,
hoe de Off. de verklaring van nieuwe
beschuldigden en familieleden als waar
aanneemt. De beschikkin g heft niet op den
twijfel aan de schuld der Hogerhuizen,
en Spreker bleef zijn aandrang op hun
invrijheidstelling handhaven tegenover
de verdraaiing van de waarheid in het
stuk. Hjj hoopte, dat de Kamer nog licht
zou vragen in de duisternis, en dat de
Min. den twijfel zou wegvagen, die
het licht der gerechtigheid verbergt.
Ook vroeg hij, of de Min. de verantwoorde
lijkheid wil dragen voor een beschikking
van den Off. van Just., en, wanhopende
aan eene nieuwe vervolging, waar de
rechterlijke macht aan niet onbevangen
indrukken onderhevig is, vroeg hij met
een bloedend hart, of de Min. genegen zou
zijn, een verzoek om gratie, niet uit
gaande van de veroordeelden, te onder
steunen bij de Koningin. Dan zou hij
eene daad van rechtvaardigheid doen,
en niet alleen maar berusten. De Min.
van Just, weigerde te debatteeren over
de schuld of de onschuld van de gebr.
Hogerhuis, en betoogde, dat de Kamer
geen oordeel kan vellen over feiten, wel
over de vraag of de wet geschonden is.
Wetschennis is niet beweerd, en evenmin
is het gewijsde ingeroepen tegen een
nader onderzoek der justitie, dat hij
niet aarzelde in te stellen, en 't welk de
verklaringen der getuigen tegen de
Hogerhuizen bevestigden. De Min. aan
vaardt de verantwoordelijkheid voor de
beschikking van den Off. van Just., en
haar publikatie, welke hij gelast had ter
ontlasting van de drie nieuw aangewezen
verdachten. Protesteerende tegen de voor
stelling van de openbaarmakingalseen op
zettelijke misleiding van het publiek, her
innerde de Min., dat de onderzoekingen
van den interpellant in geestverwante
organen als praatjes zonder bewijskracht
zijn afgekeurd. Tegen 's Ministers ge
weten streed een rechtsingang uitte-
lokken tegen onschuldigendoor twijfel
op te wekken bemoeilijkt men de zaak,
doch de Min. hecht aan den onafhan
kelijke rechter, ondanks diens feilbaar
heid. Tegenover veel beëedigde verkla
ringen door den interpellant bijgebracht,
staan de beëedigde verklaringen door
de veroordeelden erkend. Op de vraag
om gratie kon de Min. niet antwoorden,
wijl het advies zal moeten afhangen
van de omstandigheden. Intusschen
mocht de heer Troelstra bedenken, dat
gratie verleend wordt van straf, niet
van een veroordeelend vonnis: daaraan
raakt de Kroon niet. De heer Troelstra
repliceerende, had rehabilitatie van
de drie beschuldigden voor de publieke
opinie meer afdoende geacht dan de
openbaarmaking van den Off. van Just.
Interpellant zal de Kroon niet diskwa-
lificeeren, als een verzoek om gratie
wordt afgewezen, vermits de Min. daar
voor de verantwoordelijkheid draagt
Maar geen gratie willende vragen, stelde
hij eene motie voor waarbij de Kamer
in de zaak der gebr. Hogerhuis aandringt
op hunne invrijheidstelling. De motie,
niet voldoende ondersteund wordend,
verviel. De heer v. d. Zwaag betreurde
het gemis van de bepaling, dat bij
twijfel aan rechtvaardigheid het vonnis
herzien worde. Hij zelf twijfelde aan de
schuld, en de rechter had den twijfel
ten voordeele van de beklaagden moeten
uitleggen. De Min. verklaarde zich bereid
het vraagstuk voor revizie doch buiten
deze zaak te overwegen. Bij de
interpellatie v. d. Velde over het boezem
water in Delfland verklaarde de Min.
van Waterstaat enz., dat, in afwachting
van de rapporten, een proef zal worden
genomen, waarvan veel wordt verwacht.
Amerika heeft Woensdag vijf en
dertig transportschepen met troepen
uitgezonden, begeleid door dertien oor
logsschepen.
De ingezetenen van Santiago klagen,
dat zij geen behoorlijk rantsoen levens
middelen krijgen en zij vallen de spaan-
sche overheden hiervoor in eene courant
aan. Natuurlijk behooren deze berichten
onder reserve als waarheid aangenomen
te worden, waarschijnlijk worden zij
morgen weer tegengesproken het pu
bliek begint aan al die tegenstrijdigheden
gewoon te raken en gelooft niet gemak
kelijk meer. Het bericht van den val
van Manilla is tot heden niet bevestigd
er is dus nog kans, dat het nog niet
zoover gekomen is.
HAARLEM, 17 Juni 1898.
De Firma G. de Vos en Co., wijn
handelaar alhier, heeft haar kantoor
en pakhuizen Spaarne 96,98 en haar
bodega Barteljorisstraat 2, hoek Krocht.
Om het publiek hierop attent te maken,
geeft de firma een plattegrond van
Haarlem, waarop twee genoemde punten
recht duidelijk zijn aangewezen. De
kaart is zeer helder van druk en bevat
eene uitgebreide stratenlijst.
De Heer J. Veth, Groote Hout
straat 79, heeft iets nieuws geïmpor
teerd voor den wielrijder. Het is het
Pan de Higo de Espana of wel het
Spaansch vijgenbrood. Het bestaat uit
samengeperste vijgen met toevoeging
van limoen, oranje, anijs en vanille,
waardoor het niet alleen zeer voedzaam,
maar tevens zeer gezond en opwekkend is.
Achterstaande advertentie noodigt
de ingezetenen van Haarlem uit tot bezich
tiging van het ameublement door Haar-
lemsche dames vervaardigd. Men meldt
ons dienaangaande, dat de meubelen
vervaardigd zijn naar Fransch model
door den Heer J. L. Mommaas, Korte
Houtstraat 18 alhier.
De patronen voor het werk zijn ont
worpen door Mej. W. Klinkhamer, die
tevens de tafel, het salonmeubel en
den zuil met brandwerk in kleuren
versierde.
Het kunstnaaldwerk op canapé,
fauteuils, stoeltjes en schermpje werd
vervaardigd door de dames Bakker,
Botman, Charbon, Keijzer, Mulder en
Jenny Weijerman. Ook van het Deven-
tersch karpet was Mej. W. Klinkhamer
de patroon ontwerpster.
Het gehéél wordt verloot a één gulden
het lot ten bate der nationale onder
neming.
Tevens worden nog sommige andere
inzendingen ten toon gesteld o.a. een
weefstuk, gobelin, waarvan het patroon
ontworpen is door Mej. A Klinkhamer.
Moge een talrijk bezoek en groote af
name van loten het succes helpen verze
keren.
Op het Museum van Kunstnijver
heid zullen aanstaanden Zondag te zien
zijn afbeeldingen van de StJanskerkle
's Hertogenbosch en vandedom teKeulen.
Zondag is de toegang vrij.
INGEZONDEN.
Een kleine poging om verbetering te brengen
in het lot der Naaisters.
Den laatsten tijd ben ik veel in de
gelegenheid geweest met verschillende
naaisters te spreken, zoowel met eersten
in haar vak als minder bekwamen.
Zoo is mij allerlei ter oore gekomen,
waarover ik vroeger nooit gedacht had.
Eenige dier ervaringen wil ik hier
meedeelen, hopende zoodoende velen op
merkzaam te maken op bestaande toe
standen, die dringend verbetering be
hoeven Het volgende o. a. wekte mijn
grootste verontwaardiging op. Ik be
zocht een zeer groot atelier, de werk
sters zaten flink te naaien; mijn indruk
was, dat „de juffrouw" zeer vele klanten
had. „Nu, U behoeft niet te klagen
over te weinig werk, er is veel werk
onder handen en ik zie nog meer in
de kasten dat ter gereedmaking klaar
ligt—"
„Ja, zeer veel werk, juffrouw" ant
woordde zij met een zucht. „Moet dat
zoo zuchtend gezegd worden? Moet het
werk eerder klaar zijn dan ge het ge
reed kunt krijgen? Hebt ge met de
gewone naaistersmanier meer beloofd
dan ge volbrengen kunt?" »Och neen,
het is iets anders wat mij hindert."
Toen wij later alleen waren heeft ze
mij gezegd wat haar die zucht ontlokte.
Zij moest mij toegeven dat zij zeer veel
werkt had, „maar," zei zij, »er is zooveel
van dat werk, en juist het kostbaarste, dat
vooreerst niet betaald wordt." „Betaalt
dan niet iedereen direct vroeg ik
haar langs mijn neus weg, „hoe is dat
mogelijk?" „Och, was het maar waar,
ik zou heusch geen reden tot zuchten
of klagen hebben, want dan zat ik er
warmpjes in. Er zijn echter dames die
zoo heel lang wachten eer zij hare re
kening voldoen." „Hoelang duurt dat
dan wel?" „Ja, soms wel 2 of 3 jaar;
dikwijls 3 maanden, maar tot die groote
uitzonderingen behooren zij, die met
de maand of contant betalen. Het naaien
wordt ons zoo dikwijls door doktoren
verboden, omdat het zoo'n zenuwach
tig werkje is, maar wat het meest ze
nuwachtig maakt is dat wij de voor
schotten, die soms zoo heel hoog zijn
met de maand aan de winkeliers of
fabrikanten moeten betalen omdat wij
anders onze percenten missen of ons ere
diet verliezen. Bovendien moeten onze
werksters natuurlijk haar loon per week
ontvangen." „Maar het gebeurt toch
ook dikwijls wanneer wij om onze re
kening vragen zoowel bij winkeliers als
bij naaisters, dat geantwoord wordt
„O, dat komt wel te recht" en dan
moet men soms wel 2 of 3 keer vra
gen, eer men de rekening ontvangt,
tenminste, dat is mij reeds verscheiden
malen overkomen."
»De naaisters die zoo handelen, be
derven 't juist voor de anderen; zij
zenden de rekening niet gauw uit vrees
dat men denken zal dat ze om haar
geld verlegen zijn, terwijl velen toch
in haar hart dankbaar zijn, het geld
wat haar eerlijk toekomt, spoedig te ont
vangen." „Hebt ge de dames wel eens
gevraagd dit verschuldigde te willen
voldoen?" sO ja, maar daar zien wij
vreeaelijk tegenop; als ik geen raad
meer wist, heb ik't wel eens gevraagd;
van sommige dames heb ik 't dan ook
wel gekregen, maar mij werd toege
voegd dat mevrouw 't me wel betalen
zou (nota bene iets wat haar toch eer
lijk toekwam), m3ar dat het ook de
laatste keer was en zij bij mij voor
mijn brutaliteit" in 't vervolg niets
meer bestellen zou. Bij andere dames
werd ik weggestuurd en kreeg tot be
scheid, dat Mevrouw wel zou betalen
als 't haar goeddacht en nu ik er om
gevraagd had, kreeg ik 't vooreerst nog
niet. Er zijn ook dames die 't soms
werkelijk vergeten en spijt hebben als
zij er over denken."
Ik ging heen en dacht over 't gehoor
de na, en het werd mij duidelijk dat
er wel verandering in dezen toestand
gebracht kon worden wanneer alle naai
sters zich vereenigen Een groote stap voor
waarts zou 't zijn wanneer alle naaisters
op hare nota's lieten drukken: „overeen
maand (desnoods 2 of 3 maanden) zal,
mits nog niet voldaan, over dit bedrag
beschikt worden." In het begin zou het
misschien wat last veroorzaken maar
er zijn toch zooveel dingen die op tijd
betaald moeten worden (huishuur, school
geld enz,) en wanneer alle naaisters
samenwerkten, want eendracht maakt
macht, zou men spoedig n:et be ei we
ten of 't hoort zoo.
Van zooveel gewoonten en gebruiken
wordt gezegd. „Dat hoort zoo," mocht
dat ook toegepast worden op het zoo
veel mogelijk direct betalen van reke
ningen. Als iedereen eens bedacht hoe
veel verdriet veroorzaakt wordt door
schulden niet direct te voldoen, geloof
ik dat 't veel minder zou voorkomen.
Ieder onzer wil wel eens gauw gehol
pen worden, hetzij met een warme win-
terjapon, want de koude is zoo plotse
ling ingevallen, of met een luchtig zo
merkleedje, want het is niet om uitte
houden in zoo'n warme japon; of ge
gaat op reis en hebt nog eenige toilet
jes noodig, de naaister kan 't gauw
gauw voor u gereedmaken; als 't nu
op betalen aankomt, moet een stem in
U roepen, slaat ik gauw, gauw beta
len." Nu de tijd van reizen weer voor
de deur staat en er menig kleedje door
verschillende naaisters gereed gemaakt
is nu is 't uwe plicht dames, om voor
ge de heerlijke berg-bosch of zee
lucht zult genieten uwe schulden aan
die arme wachtende te voldoen. Waar
lijk, gij zult van al het schoone in Gods
heerlijke natuur meer|kunnen genieten
als er geen schuldenlast op uwe schou
ders drukt. Wij allen verlangen er
naar eens een paar dagen het gewone
alledaagsche leven vaarwel te zeggen.
Ook uwe naaister kan, wanneer gij
haar het verschuldigde voldaan hebt
een paar dagen rust nemen en van de
heerlijke buitenlucht genieten.
Daarom dames, kijkt eens na of gij
nog onbetaalde rekeningen hebt; be
taal ze dan zoo gauw mogelijk; dan
zullen er velen zijn waaronder ook uwe
naaister, die u dankbaar zal zijn, zij 't
dan ook voor iets wat haar toch eer
lijk toekomt. MARG G.
Haarlem, Juni '98.
BURGERLIJKE STAND.
ONDERTROUWD,
li Juni. F. Tilkamp en J. H. Kooij.
15 Juni. J. Martens en A. v. Santen.
J. Hoek en C. C. v. Dijk. D. v Gelderen
M E Schouten. C.KionenA E. Nijssen.
A. Herschoe en L. G. v. Dijk. 16 Juni.
A. P. de Graaf en N. L. Heijbser. H. J.
Abresck en A. M. Scomers.
GETROUWD.
15 Juni. A. W. v. Dan«ik en A. W. Geijl-
voet. J. Vermaas en W. Steffers. G.
Hofsté en A. M v. Miegem. 16 Juni.
A. N. Brossois en W. G. Hessels. C. Visser
en M. J. Craandijk.
GEBOORTEN.
7 Juni. M. Scbagn geb. Kruize d 11.
9 Juni. M Mil&tz geb. V. Dam d. W. M. v.
Roode geb. v. Galen d. A. W. Blesgraaf
geb. Neeli«een z. H. G. v. d. Weetering geb.
v. d. Laar z. 10 Juni. A. C. Andrea geb.
Verhagen d. A.M. Reokman geb. v. Huizen
z 11 Juni. D. Schutte geb. Koster z.
H. Schoen geb. Assies z. M. M. Proper geb.
Zwaving z. N. Cauveren geb. v. Praag d.
A. S. Poen geb. v. Dokku-n z. 12 Juni.
A. T. Bausch geb. Thjjssen d C. J. M.
Witlou geb Mejjs d. G. v. Gasteren geb.
Galis z. J. Hiel geb. Roks d. C. Prins
geb Rip d. J. v. Wel geb. Vroom d.
A. C. Lamers geb. v. LieshoHtd. J. Lint
horst geb. Cuper d. li Juni. J. Hezemans
geb. de Vleeshouwer z. E. Meynhout geb.
Miedema z. 11. 14 Juni. H. M. Hagedoorn
geb. de Droog d. M. v. Tongeren geb. de
Rooy d. H. Deelen geb. Mouthaan 2z.
J. v. Berk geb. v. Weslerkoven z. M.C.
Droog geb. Hendriks z. H. Swart geb.
Timmer d. M. Bood geb. Otsen d
15 Juni. A Vrugt geb. Munrterman d.
C. A. Stoute geb Bel z. A. Hoogland geb.
de Boer d.
OVERLEDEN.
9 Juni W. A. Bank 4 m. zBrouwers
vaart. J. D. v. d. Eijnde 2 d. z., Bakenesser-
gracht. G. Rijkbrsch geb. v. L'iijen 70 j„
L. Annastr. H. G. Adelbert geb. Pilger
84 j„ Koudenkorn. P. Sennip 7 m. d.,
Nieuwe Gracht, 10 Juni M. J. Lucas 14 m.
d. Vrouwest. W. Post 16 m. d Anfonie-
straat. J. E. Reijns 6 m. z de Witstr.
C Majoor geb. Steenken 93 j., Gr. Heiligl.
11 Juni. A. v. Duijn 16 m.. Ravelingst.
A. W. Wessclius 28Nassaulaan.D Stolp
81 jLange Veerstr. T. Nieuwenhuizen
91 j., L. Poellaan. 13 Juni. K. de Wilde
geb. de Bruin 79 j.. Gasthuisvest. P. J.
Akkerman 1 m. z Ged. Raamgr. H. Verdel
11 m. z., KI. Heiligland. C. Hommels 17 m.
z., Jan Steenstraat.
MUZIEKUITVOERING
in den Hout op Zondag 19 Jnni des namiddags van
21/» tot 4 uur, door het Haarlemsch Muziekkorps,
Dir. luit.-kapelnieester C. P. W. KRIENS.
PROGRAMMA.
I. -Echtes Wiener Blut." Marsch. Komzak.
2. OuvertureFlotow.
3. -Wiener Bonbons." Walzer..Strauss.
4. Grande fantaisie de l'opéra
'Romeo et Juliette"Gounod.
5. Ouverture -Giralda"Adam.
6. »Neu Anna." PolkaStrauss.
7. Ballet -Gustaaf III"Auber.