HAARLEMSCH Eerste Blad. No. 77 Twintigste jaargang. 144 met AMSTERDAM. van ZATERDAG 24 September 1898. Isi. Vereen, tot bevordering van Zondagsrust. Doet Uwe inkoopen liefst niet ep Zondag. Waarom zoudt gij geheel onnoodig de Zondagsrust van anderen storen? Uitgave van DE ERVEN LOOSJES, Gedempte Oudegracht 88. TELEPHOONNUMMER TELEPHON1SCHE VERBINDING ABONNEMENTSPRIJS Per drie maanden—,25. franco p. post ,40. ifionderlijke nommers 8 centen per stuk Pr||s per Advertentie van 1-5 regels f 0.25, elke regel meer 5 cents, groote letters naar plaatsruimte. VERSCHIJNT: Dinsdag? en Vrijdagavond. Advertentiën worden, aangenomen tot DINSDAG en VRIJDAG des middags ten 12 ure, die alsdan zoo mogelijk nog worden geplaatst. Het Bestuur der Afdeeling. KRONIEK. De Raadsvergadering van Woensdag was zeer bezocht; slechts één lid was afwezig. De lezing der notulen werd uitgesteld tot eene volgende vergadering. De mededeelingen waren Diet belang rijk. In behandeling komt de begrooting van inkomsten en uitgaven van het St. Elisabets of Groote Gasthuis over 1899, sluitende in ontvang en uitgaaf met een bedrag van f 73984, waarbij een subsidie uit de gemeentekas groot 44364. Zonder discussie goedgekeerd. Ingediend was de begrooting over 1899 van de d. d. schutterij waarop voorkomt het batig slot 1898 en de gratificatie voor den luitenant-adjudant Van Alphen. De Commissie van finan cien stelt voor deze beide posten van de begrooting af te voeren en die be grooting aldus gewijzigd aan te nemen. De Heer de Kanter bespreekt den af trek voor den Heer Van Alphen, aan gezien die post niet op die begrooting behoort; de Raad toch besluit hiertoe sedert eenige jaren, en zal dit wel weer doen als het noodig blijkt. Aldus wordt besloten. In verband met een vroeger genomen Raadsbesluit wordt thans door de tramcommissie uit den Raad voorgesteld aan de heeren Frans Anderheggen Jr. en L. J. Neumeijer Jr. te Amsterdam, onder nader vast te stellen voorwaarden, concessie te verleenen tot het aanleggen en exploiteeren van de navolgende elec- trische verbindingswegen 1°. van eene lijn loopende van de Amsterdamsche Vaart langs den Hee rensingel en deze verbindende met de Lange Heerenvest door eene overbrug ging der Singelgracht, die ook voor voetgangers dienst zal kunnen doen; verder door de Antoniestraat, langs den Burgwal, over de Langebrug naar de Turfmarkt en van daar over de Gedempte Oudegracht, het Verwulft, de Raaks en langs de Zijlvest naar den Zijlweg en op dien weg tot aan den grens der gemeente Bloemendaal. 2°. van eene lijn loopende van de Amsterdamsche Vaart met eene over brugging van den Oostsingel naar de Oostvest en verder door de Dijkstraat langs de Houtmarkt en met eene brug over het Spaarne naar den Koudenhorn en van daar over of langs de Zanders- brug en de Nieuwe Gracht naar de Parklaan, om door het Kenaupark aan sluiting te verkrijgen met de tram naar Bloemendaal; een en ander onder verplichting het maken van de bruggen over de Hee- rensingelgracht en de Oostsingelgracht voor hunne rekening te nemen, alsmede versterkingen of verbreedingen van andere bruggen en ook alle werken aan den openbaren weg uit den aanleg van de geprojecteerde lijnen voortvloeiende, terwijl wanneer de gemeente op het door haar gekozen tijdstip besluit tot het maken van eene nieuwe brug over het Spaarne door hen zal worden bijgedragen een som van twintigduizend gulden. Omtrent de orde van behandeling der stukken heeft eenige discussie plaats, en eene toelichting van den Heer Tjeenk Willink. Omtrent het stichten van de brug over het Spaarne behoudt zich natuur lijk de gemeente voor, die brug ter zijner tijd te bouwen of te vernieuwen. De Heeren Stolp, Macaré en Bijvoet hebben het woord in deze. De laatste wil een termijn bepaald zien voor de concessie. De Heer Stolp zegt, dat die termijn wordt bepaald in verband met den brugbouw door de gemeente. Art. 1 en 2 werden aangenomen en daarna het geheele voorstel als boven gemeld. De Tramcommissie stelt ook nog voor aan de Haarlemsche Tramway-Maat- schappij niet toe te staan de gevraagde retributie van f 75.gedurende 50 jaren, doch aan te nemen dat op de lijn Groote Markt, Zijlstraat, Zijlweg op nader door de gemeente aan te wijzen gedeelten zal moeten worden gereden met enkel spoor; De heeren Neumeijer en Anderheggen zullen betalen de kosten van verbreeding der Zijlbrug. De Haarl. T. M. was met een andere regeling niet ingenomen, zooals blijkt uit een adres aan B. en W. Zij vindt dubbel spoor noodig, doch twee wissels onvermijdelijk. Onbillijk vond zij eene bijdrage in de kosten voor verbreeding en verzwaring van de Zijlbrug. Het ge bruik van gemeenschappelijke rails be koorde haar ook niet, aangezien dit tot moeielijkheden kan aanleiding geven tusschen de twee concurreerende maat schappijen. En ziet, al deze bezwaren heeft de Tramcommissie en ook de Raad gedeeld. De punten der Haarlemsche Tram concessie komen in behandeling. De Heer Krol wijst er op dat dubbel spoor toch gewenscht blijft en dit ook redelijkerwijze geen bezwaar heeft. Volgens den Heer Stolp laat de Zijlstraat geen dubbel spoor toe. Deze kwestie wordt nog besproken door de Heeren Macaré en Beynes. De Heer de Breuk zegt, dat er goede redenen zijn om enkel spoor te leggen en wijst op het voorbeeld van Amsterdam. Punt 1, als boven gewijzigd, werd aangenomen. De overige punten zullen later definitief geregeld worden. In de Raadzitting van 12 Januari 1.1, was besloten het rapport, der Commissie van financien in zake wijziging van de verordening' op de plaatselijke directe belasting naar het inkomen naar de afdeelingen te verzenden. Deze belastinghistorie kwam thans aan de orde met al de bijbehoorende stukken. De bestaande verordening schikt de belastingplichten in klassen van de eerste voor inkomens van 500 tot beneden f 600 met 100 opgaande tot de vierde, dan met f 200 opgaande tot de dertien de, met 300 tot de zeventiende, met f 400 tot de negentiende, met 500 tot de 21e, met 600 tot de 23e, dan worden de sprongen der toeneming hoo- ger tot de 51e klasse met inkomens van 91000, elke hoogere klas f 1000 meer. De Commissie begint met f 300 met f 100 klimmende tot de 6e, met f 200 tot de 15e, met 300 tot de 19e met ƒ400 tot 2le klimt tot de 53e, met inkomens van- ƒ91000 en elke 1000 meer vormt eene hoogere klasse. De bestaande verordening bepaalt voor den negentien eerste klassen trapsgewij ze afdaling van aftrek. Het nieuwe artikel in deze luidt: Bij de precentsgewijze berekening der te betalen belasting wordt voor elke klas se het middencijfer genomen, onder aftrek van 300.voor ieder belas tingplichtige, van 100.voor zijne vrouw indien deze niet van goederen gescheiden is en van 50.voor elk der overige leden van het gezin. Onder leden van het gezin worden verstaan, kinderen en inwonende per sonen beiden voor zoover zij geen eigen inkomen hebben en geene vergoeding voor kost en inwoning betalen. Voor inwonende personen, die tegen betaling aan het hoofd of de leden des gezins huiselijke diensten bewijzen wordt geen aftrek verleend. Dat met de degressie is gebroken, is toe te schrijven aan de Wet, die geen trapsgewijze afdaling voor aftrek meer toelaat na 3901. Het desbetreffende artikel zegt: Het bedrag der aanslagen in elke belasting als onder c van artikel 240 bedoeld, moet percentgewijze gelijkelijk worden berekend naar het totaal van het inkomen of de vertering, na aftrek van een bij de belastingverordening te bepalen, voor alle aanslagen gelijk of in verband met de samenstelling van het gezin op gelijken voet berekend, bedrag voor noodzakelijk levensonder houd." De Tweede Afdeeling was er nogal vóór om met de herziening tot het uiterste oogenblik te wachten, daar wijziging der Wet niet tot de onmo gelijkheden behoort toch werd door haar besloten te adviseeren tot aanneming van het ontwerp. De Heer Macaré meent dat de be dragen der inkomsten niet door B. en W. kunnen vastgesteld worden. Herziening der verordering zou zeer zeker niet door deze regeering zijn aanbevolen. De minister heeft de zaak in onderzoek en zeer waarschijnlijk zal een wetsvoorstel tot wijziging binnen eenigen tijd komen, niets dringt dus om met de wijziging te wachten. De tijdigheid van de wijziging betwist Spreker, stelt voor de zaak thans uit te stellen, totdat de uitslag van het door de Regeering ingestelde onderzoek bekend zal zijn. De Heer Waller heeft nog het woord. Behoefte tot verandering en wijziging is hier vroeger al lang gevoeld. Waartoe dus met de verandering wachten. De Heer Macaré blijft bij zijne meening. De Heer Tjeenk Willink wil in af wachting van de dingen die komen kunnen, óók verdagen. De Heer de Kanter vindt het vreemd, dat in geen van de rapporten der afdeelin gen gesproken wordt van verdagen, zal dus niet voor verdaging zijn. De Heer Krol wil de bestaande ver ordening wijzigen. De Heer Macaré heeft nog het woord en wijst uit de stukken aan, dat de afdeelingen wèl voor verdagen waren. De Heer Speelman wil thans de herziening. Bij stemming van voorstel Macaré staken de stemmen en zal de beslissing dus vallen in de volgende vergadering. De Heer G. Kranenburg verzocht den Raad te mogen huren een gedeelte van het Leidsche plein ter grootte van 3250 M. orn daarop a.in te leggen een kinder speeltuin Het stuk was om bericht en raad gezonden aan de Commissie van finan ciën. Deze adviseert tot afwijzing, doch mocht de Raad in deze met haar ver schillen, dan te besluiten den grond te verhuren tegen 5 ets per Mr. De Heer A. H. Broos en zeven andere bewoners van perceelen uitkomende aan het Leidsche plein, wezen in een adres aan den Raad op het gevaar, dat de lust om op genoemd plein huizen te bouwen nog aanmerkelijk zal verminderen als daar een kinderspeeltuin is en verder dat hun buurt rijkelijk den last onder vindt van het aanwezig zijn van twee volkrijke gemeentescholen, welke over last nog zal vermeerderen als er een melkinrichting en een speeltuin bij komt. De Heer Winkler bestrijdt in eene uitvoerige rede de noodzakelijkheid van een kinderspeeltuin hier ter stede en hij acht die ook niet gewenscht. Kra nenburg wil de zaak drijven natuurlijk ten eigen voordeele. Bovendien vermin dert de waarde der gronden en men heeft toch ook verplichtingen tegenover hen, die aan de Leidsche Vaart hun perceelen hebben. Bovendien wijst Spreker op het ver zoekschrift van acht ingezetenen en dan nog zal het onderwijs er ook door lijden. De Heer Willink sluit zich bij het betoog aan. De Voorzitter bespreekt de zaak, wijst op de voordeelen er van en tracht de redenen van den Heer Winkler te niet te doen. De Heer de Kanter zal tegen stem men. De Heer Waller meent, dat het uiterlijk aanzien van het Leidsch plein er zeer door zou verbeteren. De Heer Winkler wil dan op andere wijze het uiterlijke aanzien verbe teren. En dan begeert Kranenburg ook eigenlijk daar geen speeltuin. De Heer Schürmann weet dit laatste te bevestigen. De Voorzitter geeft het niettegenstaan de het aangevoerde nog niet op. Des niettemin valt het voorstel met vier stemmen voor, waarna de vergadering in geheime zittting overgaat. De werkzaamheden van den Raad resumeerende is: Een begrootinkje goedgekeurd; één gewijzigd; een tramplan in beginsel toegestaan; het belastingvraagstnk onbeslist gelaten; de kinderspeeltnin afgestemd. Dit magere resultaat werd bereikt in drie en een half uur. Vooral de belastingdebatten waren

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlemsch Advertentieblad | 1898 | | pagina 1