HAARLEMSCH Eerste Blad. No. 91 Twintigste Jaargang. 144 van ZATERDAG 12 November 1898. Ned. Vereen, 1st bevordering van Zondagsrust. Doet Uwe inkoopen liefst niet op Zondag. Waarom zoudt gij geheel onnoodig de Zondagsrust van anderen storen? KRONIEK Uitgave van DE ERVEN LOOSJES, Gedempte Oudegracht 88. TELEPHOONNUMMER TELEPHON1SCHE YERBINDINO met AMSTERDAM. ABONNEMENTSPRIJS Per drie maanden—,25. a franco p. post —,40. tfionderlijke nommers 3 centen per stuk Prijs per Advertentie van 1—5 regels f 0.25, elke regel meer 5 cents, groote letters naar plaatsruimte. VERSCHIJNT: Dinsdag« en Vrijdagavond. Advertentiên worden aangenomen tot DINSDAG en VRIJDAG des middags ten 12 ure, die alsdan zoo mogelijk nog worden geplaatst. Het Bestuur der Afdeeling. De Raadsvergadering van Woensdag, hoofdzakelijk belegd met het oog op de begrooting, nam een aanvang 's morgens ten 10 ure. De vergadering werd geopend met de lezing der notulen van twee verga deringen. De agenda behelsde nog eerst de volgende punten: De Heer G. C. W. Bohnensieg verlangt wegens gezondheidsredenen ontslag als lid-voorzitter der commissie van toezicht op het Middelbaar Onderwijs. De Raad verleent het, met dank voor de aan de gemeente bewezen diensten. De Heer M. G. Hoeneveld verzoekt en verkrijgt eervol ontslag als onderwijzer aan de 3e Tusschenschool. De resumtie van de verordening op de plaats, belasting naar het inkomen, kwam nu in bespreking. De Heer Van Styrum heeft het woord betreffende re dactiewijziging, evenzoo de Heer Tjeenk Willink. De Heer Macaré heeft mede nog een paar bedenkingen, betreffende wijziging in de Redactie, door de Heeren Waller en Krol beantwoord. Een gedaclitenwis- seling had nog plaats over de beteekenis van het woord resumtie. Ten slotte wenscht de Heer Van Styrum eene bijvoeging in verband met de Wet. waartoe de Raad besluit. De Heer Leu- pen doet nog een vraag welke, als be trekking hebbende op eigen aangifte, niet in behandeling komt. De Heer Macaré protesteert tegen de gemaakte redactiewijzigingen, omdat zij aanleiding geven tot andere zaken dan door den Raad zijn vastgesteld, waartegen de Heer Krol opkomt, als niet te zijn geschied De Heer de Kanter verklaart in denzelfden zin. Nog eenige spraakverwarring. De Heer Macaié tracht de kwestie in goede richting te brengen, doch stelt niet voor de resumtie eenvoudig aan de Comm. van Financiën terug te zenden. De Heer Lodewijks heeft nog een amendement, dat wordt aangenomen. Volgens dit belast in de eerste klas alle inkomens beneden de 600.— aange zien de wet geen vrijstelling van inko men toestaat- De Heer Willink stelt voor de ver ordening in werking te doen treden den 1 Januari 1S01. De Voorzitter maakt de opmerking, dat deze discussie niet kan geopend worden, de Raad had toch bepaald, nu, niet in 1901 in te willen voeten. De Voorzitter stelt voor de discussie over de verordening te heropenen. De Heer Macaré houdt vol, dat er wijzi gingen zijn aangebracht, die door den Raad bij amendement hadden behooren aangenomen te worden en de Comm. dus buiten haar mandaat is gegaan. In zekeren zin beaamt de Voorzitter dit, doch de Comm. zal zeer stellig de wenken in deze ter harte nemen. Applaus. De Heer Macaré zal tegen de veror dening stemmen, als ontijdig, onbillijk en niet uitvoerbaar. De Heer Willink verklaart in den zelfden zin en waarschuwt ernstig tegen aanneming. t De Heer Van der Mersch verklaart zijn stem vóór, als te zijn in het belang der gemeente. De verordening werd aangenomen met 8 stemmen tegen. De rekening en verantwoording der Stads Bank van Leening, wijzende een voordeelig saldo groot 978.82, wordt goedgekeurd; het saldo wordt gestort in de gemeentekas. Voorgesteld wordt aan de Wed. J. Schouten voor drie jaren een onderstand te verleenen van 2.per week. Aan genomen. Aan A. J. Schoos eervol ontslagen brugwachter, wordt een pensioen toege keerd van 167.06. Aan de Wed. H. van Markenstein wordt eene gratificatie verleend van vijftig gulden. Haar man was veertien jaar als beltwerker in dienst bij de gemeentereiniging. Tegen twaalf uur eerst namen de discussies omtrent de begrooting een aanvang. De ontwerpbegrooting wijst in uitgaaf een crjfer aan van 1.262.301.73 met een klein batig saldo. In een der afdeelingen was bezorgd heid uitgesproken nopens den financieelen toestand en dat te vergeefs naar bezui nigingsmaatregelen was gezocht. Onge veer hetzelfde wordt vernomen in eene. andere afdeeling en met het oog op de aanstelling van nieuwe ambtenaren wenschte men zich tot het allernoodigste te beperken. Evenzoo de derde afdeeling. De Heer Macaré opent de algemeene beschouwingen. Twee oorzaken hebben ons in moeie- lijkheden gebracht, zegt Spreker, de buitengewone uitgaven en de splitsing van buitengewone en gewone uitgaven. B.v.b. voor de trottoirs is in 20 jaren f 100000 uitgegeven en deze uitgaaf is gebracht op buitengewoon. De Heer Bijvoet merkt op, dat de trottoirs in hoofdzaak in de nieuwe straten en dus buitengewone uitgaven zijn. De Heer Macaré betwist dit. De Voorzitter beantwoordt, dat reeds met die politiek is gebroken. Thans komen de uitgaafposten in bespreking. De Voorzitter beantwoordt de opmer king in een der afdeelingen gemaakt omtrent zijn tijdelijk buiten wonen. Spreker merkte op, dat dit eigenlijk eene zaak is tusschen hem en de regee ring, die in zijn buitenwonen geen bezwaar heeft gezien bij de aanvaarding van zijn ambt, terwijl, wanneer dit buitenwonen was gebleken niet in het belang der gemeente te zijn, daarin verandering zou zijn gebracht. Boven dien, is hij telephoniscli verbonden met de gemeente, en daardoor eerder te bereiken, dan menig ander ambtenaar. De Heer Stolp verklaart de opmerking te hebben gemaakt in het belang der gemeente. Wegens verhoogingen hadden B. en W. aangevraagd f 450.voor de jongere ambtenaren ter Secretarie. Een der afdeelingen wenscht deze verhooging uit te stellen. In hun pread vies verklaren B. en W. zich hiertegen. De Heer Willink vraagt of eene verordening in deze spoedig te verwach ten zijn. De Voorzitter beantwoordt. De Heer Macaré is voor de verhooging om reden van groote uitbreiding der werkzaamheden. De Heer Stolp wil wachten. De Heer de Kanter wijst er op, dat de gewoDe regel betreffende de verhoogingen ook heden gevolgd is. De Heer Stolp trekt zijn voorstel in. De verhooging wordt toegestaan. Gevraagd was of niet de post kosten van telefonische aansluitingen op 100 moest gebracht worden aangezien op de begrooting der Waterleiding reeds f 200 was uitgetrokken. B. en W. toonden aan dat de 300 als aangegeven, behoort te blijven. Aan genomen. Schoonhouden van Raadzaal en Secre tarie is f 200 hooger geraamd. De bedoeling is f 50 daarvan voor den bewaarder en 150 wegens meer dere onkosten door de vergrooting der Secretarie te bestemmen. Aangenomen. Onderhoud en aankoop meubelen voor de Secretarie, heeft bestrijding gevonden. B. en W. meenen, dat het bedrag onge veer noodig zal z\jn. Aangenomen. Kosten voor het aanleggen der bevol kingsregisters geraamd op 1200. wordt terug gebracht op ƒ300. In de afdeelingen was vermindering gevraagd van den post ƒ375 voor aan schaffen van staatsblad, dagbladen enz., doch B. en W. wenschen den post te handhaven. Aangenomen. Op kosten invordering plaatselijke belasting was voorgesteld 200 verhoo ging. Men wenschte die uit te stellen, wat B en W. niet wenschelijk vonden, omdat de werkzaamheden toenemen. Aangenomen. B. en W. hadden voorgesteld het salaris van den brugwachter aan de brug over de Ringvaart te verhoogen met f 50.Men had gevraagd of deze verhooging niet kon worden uitgesteld. B. en W. wenschen de verhooging echter te handhaven. De Raad besluit alzoo. Aangevraagd was ƒ936 voor een tweeden opzichter voor het bouwtoe zicht. Gevraagd was dezen ambtenaar alsnog niet aan te stellen. B. en W. vinden dien opzichter in het belang van geregelden gang van zaken echter drin gend noodig. Door den Heer Van den Berg wordt voorgesteld dezen opzichter niet aan te stellen. De Heer Roog vindt den opzichter hoog noodig. De Heer de Breuk deelt mede, dat de benoeming zeer wenschelijk is, met het oog op de naleving der bouwverordening. In stemming wordt voorstel v. d. Berg verworpen met 5 stemmen tegen. Tolgelden van de Kleverlaan brengen weinig meer op dan de inkomsten er van bedragen; opheffing der tol vond men daarom in eene afdeeling verkie selijker. B. en W. willen de controle op de ontvangst verscherpen en aldus wordt besloten. Bestrijding vond het voorstel om het loon van den baas-opzichter der straat makers te verhoogen met ƒ1.— per week. Met het oog op de meerdere werkzaam heden vinden B. en W. dat billijk, en zoo werd besloten. Hier kwam ter sprake het verzoek om loonsverhooging voor de plantsoen werkers. Het werd afgewezen. Tengevolge van vermeerdering van werkzaamheden wordt voor den commis saris van politie eene verhooging van f 200.gevraagd. Er wordt verlangd deze verhooging niet toe te staan. B. en W. zijn echter van meening, dat zij alleszins gemoti veerd is. De Heer Stolp licht het voorstel toe, met het oog op de gemeentefinancien. De Heer Krol komt hier tegen op. De Heer Roog wenscht niet te verhoogen met het oog op de verhouding der tracfementen, de Heer Willink bespreekt de zaak. De Voorzitter beantwoordt, ter betooging van het wenschelijke der verhooging, als zqnde voldoende gemoti veerd. Voorstel Stolp in stemming wordt verworpen met 15 stemmen. In al de afdeelingen was men opge komen tegen de verhooging met 200 van den adjunct-inspecteur Wolffram, die reeds eene personeele toelage heeft, terwijl nog was gevraagd tot de voor gestelde vermeerdering van agenten van politie niet over te gaan. Omtrent het eerste punt bleven B. en W. bij hun gevoelen, doch laten het tweede punt aan de prudentie van den Raad over. Volgens het ontwerp wordt de post openbare veiligheid, afdeelingjaarwedden van politiebeambten, ongeveer 4000 hooger geraamd dan voor 1898. De Heer Van der Mersch toont aan, dat, den toestand in aanmerking genomen, de aanstelling der 8 agenten niet gewenscht is. Utrecht heeft 154 agenten op 100000 inwoners, Haarlem heeft naar verhouding even veel agenten. Waarom dus 8 meer? Wenscht uit te stellen. De Heer Macaré toot aan, dat te Groningen minder agenten zqn dan hier. De Heer Stolp bespreekt de verhooging van Wolfram, te verminderen met ƒ100. De Heer Klein wil ook ƒ100 minder; het is een misstand tegenover de ambt- genooten, de zedelijke invloed zal treurig zijn. De Heer Speelman meent, dat de staf der politie te hoog is, grooter dan in andere gemeenten. De Heer Willink sluit zich hierbij aan, wenscht inkrimping van getal adjunct inspecteurs. De Voorzitter beantwoordt. De uit breiding van het getal agenten is gewenscht, maakt opmerkzaam dat de te surveilleeren oppervlakte grooter wordt en dus moeielijker te bewaken dan het hart d«r stad. Staat de Raad de 8 niet toe, dan zal de bewaking er onder lijden. Maar de misdrijven nemen zeer at, naarmate de toeneming van bet aan tal agenten. Een paar takken van dienst zijn ingevoerd, door de wetgeving vast-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlemsch Advertentieblad | 1898 | | pagina 1