HAARLEMSCH
Eerste BiacL
No. 92
Twintigste Jaargang.
144
van WOENSDAG 16 November 1898.
N ieuwsbericliten.
4
Uitgave van DE ERVEN LOOSJES, Gedempte Oudegracht 88.
TELEPHOONNDMMEK
TELEPHON1SCHE VERBINDIN8
met AMSTERDAM.
ABONNEMENTSPRIJS
asr drie maandent —,25.
franco p. post —,40.
AÏjonderlljle nommers 3 centen per stuk
Frija per Advertentie van 1—5 regels i 0.25, elke regel
meer 5 cents, groete letters naar plaatsruimte.
VERSCHIJNT:
Dinsdag^ en Vrijdagavond.
Advertentiën warden aangenomen tot DINSDAG en VRIJDAG des middags ten 12 ure, die alsdan zoo mogelijk nog worden geplaatst.
Mignon, de Bachvereeniging.
Een nieuw en stijgend succes gaf gis
terenavond de voorstelling van Mignon
aan het Nederlandsch Opera gezelschap
in onzen schouwburg. De bezetting lever
de een geheel, dat met de beste voor
stellingen van dit werk waarvan de
herinnering ons is bijgebleven, kon
wedijveren.
Mevrouw Tijssen-Bremerkamp gaf in
de titelpartij een meer dan sympathieke
Mignon. Door mooi spelen voortreffelijken
zang verwierf zij onverdeelden bijval.
Evenzoo de heer Phlippeau. VoorFran-
sche werken blijkt zijn stem in het bij
zonder geschikt; bovendien is zijn zang
kunst nobel en draagt heel zijn doen het
stempel van voornaamheid. Dit tweetal,
Mignon en Wilh. Meister, was wel in de
eerste plaats instaat, het publiek warm
te stemmen. Doch ook mejuffrouw Fannie
Francisca en de heer Hoes,respectievelijk
bedeeld met de partijen van Philineen
Lothario deelden in het groote succes.
De eerste kan bij ernstige studie een
studie welke er op aangelegd is haar
coloratuur nog meer te polijsten en haar
stem te versterken een goede kracht
in het gezelschap worden. Lothario was
een waardige grijzeeenvoudig en sober
in zijn spel in zijn zang niet onver
dienstelijk. De overige leden van het
gezelschap mogen wij met veel lof ver
melden. Ook de Koren en het Orkest.
Niet dikwijls hebben wij het laatste
zooveel goede zorgen aan een werk zien
besteden als dit gisterenavond het geval
was. Aan den nog jeugdigen leider, die
den beer van der Linden verving, daar
voor alle hulde. Onder den totaal-indruk
van Thomas bekoorlijke werk zijn wij
geneigd de voorkeur te geven aan ons
nationaal gezelschap boven dat der Ita
lianen.
Een volgende maal Faust met mevrouw
Madier, Phlippeau, Orelio enz. en het
huis zal vol zijn tot in den nok.
De schouwburg was nu op alle ran
gen flink bezet en er waren bloe
men. Bloemen voor Mignonvoor Philine
en voor Wilh. Meister.
Laat het meer gewoonte worden onder
ons, onze gevierde artisten met bloemen
voor hunne kunst te loonen.
De avond van gisteren werd er in zijn
beteekenis door verhoogd.
Zou het geen overweging verdienen na
afloop der pauze eenige oogenblikken
van te voren op de koffiekamer te waar
schuwen. Men bleef dan verschoond van
de onrust die het binnenkomen bij open
doek meebrengt.
Heeren Directeuren.der Haarlemsche
Bachvereeniging hebben eene opgaaf
verzonden van de concerten voor het
seizoen 180899.
De muziekliefhebbers zullen ongetwij
feld zijn verrast door de mededeeling
dat bij alle vijf uitvoeringen een orkest
zal medewerken en mogelijk nog meer
hierdoor, dat de Bachvereeniging zich
daarbij uitsluitend bepaalt tot het orkest
van het Concertgebouw onder leiding
van den heer Mengelberg.
Wij hebben er meermalen op gewe
zen, dat met het oog op de artistieke
beteekenis der Bachconcerten geen plaats
kon worden ingeruimd aan orkesten
van minderen rang.
Nu het H.H. Directeuren is gelukt,
het in de door velen gewenschte richting
te sturen, mogen wij by voorbaat daar
over met bijzondere ingenomenheid
spreken.
Bij elk concert zal een artiest van
naam medewerken. Genoemd worden
Carl Scheidemantel (zang), Harold
Bauer (piano) Willy Hess (viool), Sophie
Jaffé (viool) en Julia Gmeiner (zang).
De eerste, die bij de uitvoering
van a.s. Dinsdag optreedt, behoort door
de zeldzame kwaliteiten zijner stem tot
de meest sympathieke concertzangers
van onzen tijd. Hij was jaren een sieraad
der Wagner uitvoeringen te Bayreuth
en handhaaft thans aan de Dresdener
Hofopera zijn beroemden naam. Carl
Scheidernantal werd den 21 Januari
1859 te Weimar geboren. B.
Omtrent de verhooren der generaals
bij het hof van cassatie is niets uitgelekt.
De toegangen tot de zalen van het
hof waren zoo streng bewaakt dat geen
oor iets vernemen kon. Naar sommige
geruchten te oordeelen, heeft het eenigen
schijn, dat de militaire overheid, thans
Dreyfus loslatende, Picquart, die nog
steeds niet in vrijheid is gesteld, tot
prooi heeft gekozen.
Men meent, dat geruchten omtrent
in vrijheidstelling van den Kolonel, geheel
bezijden de waarheid zijn; zoo gemakke
lijk zal men den wakkeren en naar het
ons voorkomt, waarheidslievenden officier
niet loslaten. Van eene geachte zijde
komt men tot de conclusie, dat de
leverancier van militaire stukken Ester-
hazy was en Henry ze hem bezorgde,
maar deze veronderstellingen, hoezeer
mogelijk, kunnen niet als waar aange
nomen worden.
Het hof van cassatie, zoo meldt men,
heeft besloten, de zoogenaamde beken
tenis van Dreyfus ter zijde te leggen,
aangezien kapitein Lebrun Renault er
pas mede voor den dag gekomen is
drie jaren na de degradatie en nog wel
onder zeer verwarde omstandigheden
een rapport er van is opgesteld. Men
ziet er uit, dat het hof zicli niet vast
grijpt aan dubieuze zaken, ze weet los
te laten als ze geen genoegzamen rechts
grond aanbieden.
Het verhoor der oud-ministers heeft
zeer lang geduurd, van enkelen wel
vier uren.
De verhooren schijnen voor het hof
zeer vermoeiend te zijn, althans president
Loew is aan het einde van een der zit
tingen ernstig ongesteld geweest. Den
volgenden dag kon hij echter de werk
zaamheden hervatten. Omtrent den aard
en den loop van het onderzoek wordt
niets vernomen.
Medegedeeld was, dat Dreyfus in
kennis was gesteld met de pogingen tot
revisie. Het bljjkt nu echter niet waar
te zijn, althans men bericht, dat Dreyfus
nog den 24 September een wanhopigen
brie! heeft geschreven aan den gouver
neur van Guyana en dat de inhoud
aan Mevrouw Dreyfus werd medege
deeld. Vervolgens is den minister ver
zocht den gevangene met de plannen
ter revisie in kennis te stellen, maar
dit is geweigerd. Nu schijnt het plan
te bestaan de zaak bij het hof van
cassatie aanhangig te maken.
Aanstaanden Maandag denkt het hof
weer zijn werk voort te zetten. Inmid
dels gaat men in Frankrijk door woord
en beeld voort de hoofdpersonen in het
Dreyfus-drama en tevens de vijf minis
ters aan de kaak te stellen, zonder dat
de geïnteresseerde of de regeering iets
doen om dit te stuiten.
Men denkt, dat allen wachten op de
beslissing van het hof, en dat dan de
bom los zal breken, hoe ook de beslissing
moge zijn. Een der bladen, geen Drey-
fusblad, meent te weten, dat onder leden
van het hof de overtuiging al sterker
wordt, dat de enquête zal leiden tot
revisie.
De Cavaignac heeft omtrent zijn lang
durig verhoor aan zijne vrienden een
en ander verteld. Hij heeft zegt hij
uitvoerig zijn overtuiging: waarom
hij Dreyfus voor schuldig hield, kunnen
uiteenzetten, maar over daadzaken of
bewijzen, door hem aangevoerd, liet hij
zich niet uit. Hij heeft aan de Kamer
nu ook alles verteld van de „bekentenis",
beweert hij, en de raadsheeren verzocht
vooral de betrokken personen te hooren.
De officieuze Italië verklaart voor ge
heel uit de lucht gegrepen de mededee
ling als zou de attaché Panizzardi, wel
bekend, destijds aan de Italiaansche
Regeering een telegram in cijferschrift
hebben gezonden, waarin Dreyfus' naam
als die van den verrader genoemd werd.
Het was een laatste noodschot van Le
Journal. De Italiaansche Regeering heeft I
immers, evenals de Duitsche, al lang
geleden officieel verklaard, dat zij of
hare agenten nooit ofte nimmer iets met
Dreyfus te maken hadden.
Zondag gingen geruchten, als zou
Dreyfus zijn overleden. Het bericht
kwam uit Colmar in den Elzas. Van
alle zijden werd dit betwijfeld, o.a. door
den schoonvader des gevangenen, die
pas twee dagen geleden door bemidde
ling natuurlijk van koloniën een zeer
goeden brief van hem had ontvangen.
Een ander bericht deelt mede, dat Drey
fus van uit Cayenne zou gehoord worden
omtrent de bekentenissen aan kapitein
Lebrun Renault.
Zola is nog altijd zoek, men meent,
dat hij weg zal blijven, tot het hof van
cassatie zij n taak heeft ten einde gebracht.
Een zonderling incident heeft het
paleis te Stuttgart in opschudding ge
bracht. De koning van Wurtemberg
was afwezig maar verscheidene leden
der koninklijke familie bevonden zich
nog in het Wilhelmpalast, toen op
zekeren morgen de kamerdienaars in
een der gangen iemand in zijn hemds
mouwen zagen loopen, met een noncha
lance alsof hij in het paleis thuis behoor
de. De man bejegende alle hem gedane
vragen zeer uit de hoogte en beklaagde
zich, dat hij de slechtst bediende vorst
van Europa was.
Daarop nam men hem in hechtenis
en voerde hem naar den intendant aan
het hof, die beval, dat hij onder toezicht
moest worden gesteld, terwijl hij zelf
de koninklijke vertrekken onderzocht.
Hij constateerde, dat de onbekendeden
vorigen avond in het kasteel was ge
komen en zich had begeven naar het
werkkabinet des konings, waar hij een
sigaar had aangestoken en verscheiden
brieven geschreven op papier met het
naamcijfer des konings. Daarna was hij
naar een ander vertrek gegaan, had
zich ontkleed, zijn laarzen buiten den
deur gezet, was in het koninklijk bed
gaan liggen en in diepen slaap gevallen.
Behalve die eene sigaar was er niets
ontvreemd.
Het bleek, dat men te doen had met
een krankzinnige, die aan grootheids
waanzin lijdende was.
Een Russische jonkman, die onlangs
te Nizza werd gevangen genomen we
gens inbraak en een moordaanslag op
den Heer Polovzeff, is gebleken niemand
minder dan Luitenant Gourko te zijn,
een zoon van den vermaarden Russischen
Generaal. Hij is nu van de lijst der
Russische Marine-officieren geschrapt.
Er loopt een gerucht, dat hij zelfmoord
heeft gepleegd.
Zijn vader, Generaal Gourko, is door
den schok die vreeschelijke gebeurtenis
sen zoo ziek geworden, dat men wan
hoopt aan het behoud van zijn leven.
Te Monte Carlo heeft een Mexicaansch
echtpaar, dat aan de speelbank 300.000
francs had verloren, zelfmoord gepleegd.
De Sultan heeft tot heden geen blijk
gegeven van zich te willen schikken naar
den wensch der mogendheden, wat be
treft het stadhouderschap over Kreta
en de czaar blijft aandringen op de
achterstallige oorlogsschatting. Medege
deeld wordt in verband hiermede, dat
de sultan Kreta aan den czaar heeft
aangeboden ter betaling van genoemde*
schatting. Mocht des sultans aanbod
worden aangenomen, dan zoude indien
hieruit geen andere verwikkelingen
ontstaan, het nog best mogeljjk kunnen
zijn, dat het eiland te eeniger tijd aan
Griekenland komt.
Zaterdag ochtend is het Duitsche
keizerpaar weder op de Hohenzollern
scheep gegaan, om, na verschillende
plaatsen aan de Middellandsche Zee be
zocht te hebben, naar Duitschland terug
te keeren. Er is sprake van, dat ook
een Spaansche haven zal bezocht worden
en dat de Spaansche Koningin-Regentes
hun verzocht heeft de verdere reis over
Madrid te nemen. Dit verzoek schijnt
nog in beraad genomen te zijn.
De rechtbank te Hannover heeft een
woekeraar veroordeeld tot gevangenis
straf van twee jaar en acht maanden
en drie duizend mark boete. Hjj had
eenige dragonder-officieren die door
speelschulden in moeielijkheden waren
geraakt, tegen schandelijke rente en
afpersingen aan geld geholpen.
Amerika heeft zijn eisch omtrent het
bezit der EilippijneD niet opgegeven.
Het heet nu dat Amerika die hebben
wil tot goedmaking der oorlogskosten.
Van het overnemen der Cubaansche
schuld wil Amerika ook niet weten, hoe
er ook op gewezen werd, dat toch de
usance dit meebrengt. Beweerd wordt,
dat Spanje de kwestie nu brengen zal
voor de groote mogendheden.
Van Engelsche zijde wordt er opnieuw
op gewezen hoe ongewenscht het is, dat
Amerika tot de groote mogendheden zou
behooren ook met het oog op de Filip
pijnen die zeer zeker, zoo door Engeland
als door Duitschland met begeerige blik
ken worden aangezien.
Verwacht wordt, dat het wel tot
Maart kan duren, eer de Amerikaansche
Senaat zal kunnen beraadslagen over het
vredesverdrag.
V