HAARLEMSOH
Eerste Blad.
No. 101
Twintigste Jaargang.
144
met AMSTERDAM.
van ZATERDAG 17 December 1898.
Ned. Vereen, tot bevordering
van Zondagsrust.
Doet Uwe inkoopen liefst niet
op Zondag. Waarom zoudt gij
geheel onnoodig de Zondagsrust
van anderen storen?
Nieuwsberichten.
Uitgave van DE ERVEN LOOSJES, Gedempte Oudegracht 88.
TELEPHOONNUMMÏK
TELEPHON1SCHE VERBINDING
ABONNEMENTSPRIJS
Per drie maandent —,25.
franco p. post —,40.
nommers 3 centen per stuk
Afzonderlijke
Prijs per Advertentie van 1—5 regels 10.25, elke regel
meer 5 cents, groote letters naar plaatsruimte.
VERSCHIJNT:
Dinsdag; en Vrijdagavond.
Advertentiën worden aangenomm tot DINSDAG en VRIJDAG des middags ten 12 ure, die alsdan zoo mogelijk nog worden geplaatst.
Het Bestuur der Afdeeling.
Bachconcert, Doopsgezind Zangkoor.
Wanneer heeren directeuren der
Bachvereeniging een nieuwen naam op
het programma brengen, een solist
engageeren van wiens kunstgaven men
nog niets weet, is het voor hen zeker
in de eerste plaats aangenaam te verne
men dat die naam na afloop van het
concert met opgetogenheid genoemd
wordt. Zij mogen zich dan overtuigd
houden eene gelukkige keuze te hebben
gedaan en vinden in de opgewekte be
spreking de erkentelijkheid uitgedrukt
voor hun streven om op kunstgebied het
beste haren leden aan te bieden.
De naam van mejuffrouw Sophie
Jaffé, de vioolsoliste die Dinsdagavond
heel de dichtbezette concerlzaal met
bewondering voor haar heerlijk spel
vervulde, is een waarvan men in de
herinnering nog niet spoedig scheiden
zal.
Hoe talrijk ook het heir van knappe
violisten zijn moge, hoeveel edels en
voornaams de tijden op dit gebied hebben
gebracht, de verrichtingen van deze
geigenfee mogen, waar sprake is van een
rijkgekleurd en innig gevoeld spel, de
hoogste plaats worden aangewezen.
Mejuffrouw Sophie Jaffé behoort tot de
weinige uitverkorenen aan wie het ge
geven is, de diepste aandoeningen waar
voor het menschenhart vatbaar is, in
den nobelsten vorm met volkomen
klaarheid tot openbaring te brengen.
Yoor elke zielsbevinding heeft haar
instrument de analoge expressie; hare
kunst is de hoogste weelde zich vrij
ontplooiend in een even rein als glan
zend licht.
Twee nummers met orkestbegeleiding
Concert No. 5 van Vieuxtemps en
Souvenir de Moscon (deux airs russes)
van Wieniawski wei den door de talent
volle artiste ten beste gegeven. Het was
een lust voor oor en oog zich daarbij te
vetmeien in de heerlijke klankweelde,
de Jvleklooze zuiverheid, de losse gra-
cieuse stokvoering en den schoonen, rus-
tigen stand.
De geestdriftvolle toejuichingen bewe
zen hoezeer men door zooveel talent en
gracie was getroffen.
Bij de orkestwerken had men weder
gelegenheid eene vergelijking te maken
tusschen het oude en het nieuwe. Of
deze niet in het voordeel der eerste
mocht uitvallen?
De vriendelijke sympJionie van Mozart
{d. gr. t.) opende het programma. Daarop
volgde de Tondichtung »Don Juan" van
Richard Strauss, een merkwaardig voor
beeld van instrumentale schildering,
welke door het orkest op grootsche
wijze werd vertolkt. Met Beethovens
Ouverture voor Goethe's treurspel „Eg-
mond" werd de avond besloten. De
exquise wedergave van Mozart en
Beethoven zal, meenen wij, den wensch
doen onstaan, om aan de ultra-moderne
muziek met al haar pracht en praal
voor een poos althans den rug toe te
keeren.
Woensdagavond gaf het Doopsgezind
Zangkoor onder leiding van den heer
Jde Nobel de eerste uitvoering in dit
seizoen. Wij hoorden van het programma
de eerste afdeeling en waren daarbij
ruimschoots in de gelegenheid de voort
gaande ontwikkeling van het Koor te
kunnen opmerken.
Ongetwijfeld wordt dit Koor bijeen
gehouden door een goeden geest. Van
het ernstig streven om den zang met
vrucht te beoefenen mochten de ensem
blewerkjes uitnemend geslaagde proeven
heeten. Het Vrouwenkoor zong in Geist-
lickes Abendlied van Reinecke inderdaad
met mooien klank en groote zekerheid.
De goede verhouding tusschen mannen-
en vrouwenstemmen kwam gunstig uit
in de eerste nummers van het programma.
Kortom het zangkoor maakte een goe
den indruk en dingt langzamerhand naar
eene hooge plaats onder de zanggezel
schappen in deze stad.
Naar de liederen van mejuffrouw Tilly
de Vries hebben wij met genoegen ge
luisterd. Deze jonge dame heeft een
mooie stemzij zingt met smaak en
voordracht en maakte door al deze
goede dingen een aangenamen indruk.
B.
Tweede Kamer. Woensdag werd
het algemeen debat over Hoofdst. IV
der Staatsbegrooting Justitiegeopend.
De Heer Troelstra klaagde over de veel
heid en zwaarte der opgelegde gevange
nisstraf, gevolg van te hooge straf
maxima. Hij schrijft dit grootendeels
hieraan toe, dat politie en justitie te
veel werk maken van kleine misdrijven,
om goed te maken, dat zoovele groote
misdaden onontdekt blijven, alsmede
aan het te zwaar vonnissen wegens
eigendomsvergrijpen, waarvan een groot
aantal veroorzaakt worden door sociale
toestanden. Kleine diefstallen, uit nood
druft bedreven, worden gestraft, maar
diefstal van kapitalisten en in zake
belastingen blijven ongestraft. Dat komt,
beweerde Spreker, van het klassen
karakter onzer strafwetgeving. Hij hoopt,
dat de toegezegde novelle op het straf
wetboek het euvel zal wegnemen. Terug
komende op de Zaak-Gebr. Hogerhuis,
wees Spreker op de kritiek der pers
tegen de beschikking van den Leeuwar
der Officier van Justitie. Een minister,
die dit stuk verdedigt, is politiek geoor
deeld. Spreker verduidelijkte zijn stand
punt. Hij beweert nog niet, dat de
veroordeelden onschuldig zijn, maar wel,
dat er ernstige twijfel bestaat aan hunne
schuld. De houding van het Openbaar
Ministerie bjj de Rechtbank en het Hof
te Leeuwarden bij het jongste laster-
proces leiden Spreker er toe de Justitie
van partijdigheid en machtsmisbruik te
beschuldigen. De Voorzitter verzoekt
Spreker zich te matigen. Waarom is
eene vervolging tegen Spreker niet
doorgezet? Hij wil boeten voor de zonde
van het recht te willen verdedigen.
Overigens acht hij revizie mogelijk, ook
zonder eenej speciale wet. Bij de beoor
deeling van gratie stelle men niet geheel
vertrouwen in het advies der betrokken
rechters. Men vergete ook niet, dat
de zaak in het buitenland, bepaaldelijk
in Frankrijk reeds de aandacht trekt.
In den naam van het recht en de eer
van Nederland protesteerde Spreker
tegen de houding der autoriteiten in de
zaak-Hogerhuis. Toen deze exclamatie
gevolgd werd door een luid applaus op
de publieke tribune, dreigde de Voor
zitter, dat hij bij de eerste herhaling
die tribune zou doen ontruimen. De
heer Van Asch van Wijck Wijk dij
Duurstede) drong aan op toelating tot
de balie ook van gepromoveerden aan
de Vrije Universiteit, en op praktiesche
opleiding voor de balie. De heer Bouman
verzocht beperking, liever nog geheel
ophouden van verplaatsingen van notaris
sen in hetzelfde kanton. De heer van
Basten Batenburg ontkende stellig, dat
te zware gevangenisstraflen worden
opgelegd; celstraf werkt, volgens hem,
goed, zonder nadeelige gevolgen, en hij
ontraadt daarom verandering in „het
afzonderings stelsel. De heer van der
Zwaag deelde 's heeren Troelstra's afkeu
ring der verschrikkelijke celstraf, die
vernietigend werkt en eene beschaafde
natie onwaardig is. Bij arbeid verstrek
king aan gevangenen lette men op hun
aard en geschiktheid. Spreker achtte
Dr. Walburg Schmidt als gevangenis
dokter ongeschikt, en hij beklaagde zich
over de harde houding van prezidenten
van rechtbanken tegenover beklaagden.
Hij wenscht toelating van niet rechts
geleerden als verdedigers bij de recht
banken en kwam op tegen de hatelijke
achtervolging door geheime politie-agen-
ten van Alexander Cohen en twee buiten-
landsche vertegenwoordigers, uitgenoo-
digd door het pers-komité. De politie
handelde zijns inziens provoceerend en
taktloos. De heer Staalman gaf aan de
ook bij hem niet hoog aangeschreven
justitie de schuld van de door de socia
listen opgezette beweging in zake de
Gebr. Hogerhuis, daar de politie tegen
die propaganda te zwak optrad. Spreker
verwachtte in deze zaak alleen licht van
revizie van het vonnis en zou gratie
betreuren als eene koncessie van de
Kroon aan de socialisten. De heer
Rethaan Macaré wees op het gevaarlijke
van ondermijning van het rechterlik
gezag, dat elke welgeordende Staat
noodig heeft. Uit zijne rechterlijke er
varing ontkende Spreker beslist de
vernietigende werking der celstraf en
het 'te kwistig opleggen van zware straf
ten korte gevangenisstraf werkt demo-
ralizeerend. Hij is echter vóór voor
waardelijke veroordeeling. Volgens Spre
ker bewezen de tegenwoordige diskussie-
ën het noodzakelijke van eene spoedige
behandeling van het revizie ontwerp.
De heer Loeff sloot zich bij den
aandrang tot revizie aan. Voorts wil
hij vergoeding van indirekte schade
bij onteigening. De Min. van Justitie
beantwoordde de verschillende redevoe
ringen. Hij erkende de noodzakelijkheid
van herziening der onteigeningswet
en had geen bezwaar tegen behande
ling van het revizie-ontwerp voor her
ziening der strafvordering. De Min. is
voor rechtsgelijkheid inzake toelating als
advocaat. Staki ng van notaiisverplaat-
singen kon hij niet beloven, en hij was
niet voornemens Dr. Walburg Schmidt
als gevangenisdokter te ontslaan. Al
had de politie taktvoller kunnen
handelen, waakzaamheid ten opzichte
van Cohen was plicht, wegens diens
gevaarlijke antecedenten, o.a. eene ver.
oordeeling wegens majesteitsschennis.
Uit de statistiek konkludeerde de Min-
dat meestal lichte straffen worden op
gelegd, en hij protesteerde dan ook
tegen de insinuatie van den heer
Troelstra dat de Rechtbanken uit wraak
zwaar straffen. Tegen het onondekt
blijven van zware misdrijven zullen
maatregelen genomen worden door
politie versterking. Celstraf moet gevoe
lig zijn om doel te treffen en is, ondanks
vele verschrikkelijkheden, beter dan
gemeenschappelijke gevangenisstraf.
Toch zoekt de Min. verbetering van
het stelsel door vermindering van
volstrekte eenzaamheid en uitbreiding
van het psychiatriesch toezicht. In zake
de zaak-Hogerhuis is geen sprake van
oneer betreffende de rechterlijke macht,
aan wier goede trouw ook bij dwaling
niemand twijfelt. De Min. heeft open
bare behandeling en een onderzoek naar
de waarheid zooveel mogelijk bevorderd.
De vervolging tegen den heer Troelstra
zal later worden doorgezet. Over de
schuld of onschuld der Hogerhuizen
heeft de Min. niet te beslissen, en even
min kon hij gelasten eene vervolging
der als de ware daders aangewezen
personen. Maar mocht eene revizie van
het vonnis de onschuld de Hogerhui
zen aantoonen, de Min. zou zich daar
over verheugen. Overigens neemt hij
geene verantwoordelijkheid op zich voor
iedere keuze eener vervolging door het
Openbaar Ministerie, dat echter in deze
zaak niet afgeweken is van de waar
heid, en dat volkomen gedekt is door
de rechterlijke uitspraak in het laster
proces, al had de Min. aan vervolging
wegens smaad de voorkeur gegeven.
Maar hij protesteerde tegen de be
tichting, het Openbaar Minesterie ten
laste gelegd, van opzettelijke partijdig
heid, en als zouden de Minister en de
rechterlijke autoriteiten samenzweren
tot verberging van de waarheid. Er
volgde nu nog een vrij scherp debat,
waaraan werd deelgenomen door de
heeren Troelstra, van der Zwaag en
Staalman, en toen werd de algemeene
beraadslaging over Hoofdst. IV. geslo
ten.
In de zitting van Donderdag wees
de heer Drucker andermaal op den
grooten achterstand van zaken bij ver
schillende rechts kolegieën, waarin
noodzakelijk voorzien moet worden.
Verder bepleitte Spreker de samen
stelling der rechterlijke kollegiën uit
de bekwaamste rechtskundigen, liefst
jong gepromvreerden. De heer Willinge
zag die kollegieën liefst bezet door
praktiesch meest geschikte rechtsdok-
toren na zekeren oefeningstijd maar
zonder examen-studiën. De Min. van
Just, zich hierbij aansluitend is meer
voor het ancienniteitsstelsel dan voor de
benoeming van jong gepromoveerden.
Achterstand in rechtzaken, waarover
de heeren Drucker en Hartog klaag
den, wilde de Minister trachten op te
ruimen, desnoods door uitbreiding van
het personeel. De heer v. d. Berch
van Heemstede bestreed de ontheffing
van de rechtbank te Zierikzee. De heer
van Raalte betoogde de dringende,
noodzakelijkheid van personeele uitbrei
ding aan de rechtbank te Rotterdam,
te kompenseeren door opheffing van de
rechtbank te Breda of te Zierikzee. De
heer Hartogh wilde tegenover de op
heffing van kleine rechtbanken de