HAARLEMSCH Eerste Blad. No. 6 Uitgave van DE ERVEN LOOSJES, Gedempte Oudegracht 88. Eenentwintigste Jaargang. 144- t -.25. van ZATERDAG 21 Januari 1899. Ned. Vereen, tat bevordering van Zondagsrust. E E O IT I E E. TELEPHOONNUMMEK T1LEPHON1SCHE VERBINDING met AMSTERDAM. ABONNEMENTSPRIJS Per drie maanden franco p. post ,40. ifionderlijke nommers 3 centen per stuk Prijs per Advertentie van 1—5 regels f 0.25, elke regel meer 5 cents, groote letters naar plaatsruimte. VERSCHIJNT Dinsdags en Vrijdagavond. Admertentiën worden aangenomen tot DINSDAG en VRIJDAG des middags ten 12 ure, die alsdan zoo mogelijk nog worden geplaatst. Doet Uwe inkoopen liefst niet op Zondag. Waarom zoudt gij geheel onnoodig de Zondagsrust van anderen storen? Het Bestuur der Afdeeling. In de Raadsvergadering van Woensdag waren alle leden tegenwoordig op één na. Na de lezing der notulen heette de Voorzitter de vergadering welkom bij deze eerste vergadering in het jaar, sprak daarbij den wensch uit, dat het een gelukkig jaar moge zijn voor Vor stin, Vaderland en Gemeente, hierhij den leden toewenschende, zich ook in 1899 te kunnen wijden aan de verhooging van den welstand der Burgerij. Vervolgens had de gebruikelijke trekking der afdeelingen plaats. Daarna deed de Voorzitter de gewone mededeelingen. De onderwijzer A. F. L. Blad ver zoekt met ingang van 1 April ontslag uit zijne bedrekking, wegens zijne be noeming bg het Openbaar Lager Onder wijs in Nederlandsch Indië, het wordt eervol verleend. B. en W. vragen 500 aan voor de bestrating en rioleering van grond langs de Poellaan, welke som wordt toege staan. De Heer J. H. Krelage wenscht aan de gemeente over te dragen eene strook gronds, liggende in het verlengde van de Bloemhofstraat en verzoekt den Raad het noodige te verrichten tot den door hem bedoelden afstand. Het voorstel luidt hiertoe over te gaan met bepaling, dat de overdragende partij zal betalen 75 pet. van de raming der kosten voor bestrating en rioleering, waartoe de Raad besluit. Vastgesteld werd eene tweede supple- toire begrooting voor den dienst 1898, sluitende met een batig saldo van ƒ90202,01. Mede werd vastgesteld het tweede supletoire kohier der plaatselijke directie gemeentebelasting dienst 1898, tot een bedrag van /2117.62^. De schermvereeniging van het Batal jon Dienstdoende Schutterij alhier houdt ter gelegenheid van haar vijfjarig bestaan in Februari een grooten twee daagschen nationalen en internationalen scherm wedstrijd Zij heeft de verwachting dat daaraan flink zal worden deelgeno men en verzoekt den Raad voor dit doel ƒ25.beschikbaar te stellen. B. en W. meenen, dat er genoegzame termen bestaan om aan dit verzoek te voldoen en stellen voor gunstig te be schikken. De Heer Klein wijst er op, dat de uitvoering al weer op Zondag plaats heeft. Wenscht dit zooveel mogelijk tegen te gaan. De Heer de Kanter beantwoord, de Heer Klein repliceert. Het voorstel wordt aangenomen met algemeene stemmen. De weduwe Creemers haar man was gedurende vijftig jaar straatmaker in dienst der gemeente verzoekt nog maals eene gratificatie van 50. Het is B. en W. echter niet gebleken, dat de adressante inderdaad behoefte heeft aan dien onderstand, reeds driemaal door haar genoten, en vindt dus geen vrijheid het bedrag weer toe te staan, de der Commissie van bijstand voor pensioen en onderstand is dezelfde meening toe gedaan. De Heer Van Lennep wenscht inlich tingen omtrent den toestand der vrouw. De Heer Waller licht toe, dat er geen bepaalde behoefte bestaat. De Heer Cnoop Koopmans bezit die overtuiging niet. Ook de Heer Klein wil den steun weer verleenen. De Voorzitter deelt mede, dat na nauwgezette overweging B. en W. tot het voorstel van afwijzing gekomen zijn. De Heer Schürmann meent, dat er sedert drie jaar geen verandering in haar toestand gekomen is, wil dus weer toestaan. De Heer Stolp wil toestaan tot de pensioenregeling gereed is. Nog beantwoordt de Voorzitter, waarna voor stel B. en W. wordt aangenomen met 12 stemmen tegen. D. van Aken is genegen aan de ge meente in eigendom af te staan een strook grond, grenzende aan zijn perceel Hoogstraat No. 14, ter groote van 6 M2. B. en W. zijn van oordeel dat de toestand daardoor in de Hoogstraat zeer verbeteren zal en stellen voor den grond te koopen voor ƒ60.De Raad ver- eenigt zich hiermede. H. G. Caalen wenscht van de gemeente te koopen een stuk grond aan de Pa- petorenvest, thans bij hem in huur B. en W. en met hen de Commissie voor openbare werken zijn van oordeel, dat het niet gewenscht is tot dezen verkoop over te gaan en stellen voor afwijzend te beschikken, zooals dan ook wordt besloten. Tot lid van het College van curatoren van het Gymnasium benoemt de Raad den Heer Mr. A. A. van der Mersch. Het gasverslag over December deelt mede, dat het lichtgevend vermogen iets minder bedraagt dan het gemiddelde en uit den wensch, dat de Maatschappij het licht nooit onder 14 kaarsen, Engelsche standaard, liet komen, daar zij zich zelf dan in woord en daad gelijk bleef. Het verslag wordt aangenomen voor kennis geving maar de Heer Macaré heeft nog even het woord betreffende de contróle- tijden. De Heer de Breuk beantwoordt. De Heer Van Lennep wenscht beter toezicht b v.b. in het Florapark. De Heer Bijvoet vraagt inlichting omtrant het aantal kaarsen lichtsterkte. De Heer de Breuk licht toe. De Heer Van Lennep vraagt, water moet gebeuren met den omgewaaiden iep, een der zeventien. De Voorzitter meent, dat dit tot de competentie van de Com missie behoort, de Raad besluit door applaus in dien geest. De Heer V. d. Mersch vestigt de aandacht op den toestand en den vroegeren toestand van den grasberm aan den huizenkant van den Dreef. De Heer de Breuk beantwoordt, dat dit niet anders kan met het oog op de paar denmarkten, doch enkele verbeteringen zullen geschieden door ophooging. De Heer Van den Berg klaagt nog over de groote waterplassen tusschen de hoornen ter zelfder plaatse. Ook hierin wordt voorziening toegezegd. De Raadslukken, nog aanhangig van 1898 blijven dit ook voor 1899. Twee ervan, van W. Plantje e. a., houdende verzoek om de middaggroentenmarkt op te heffen, en van A. Witkamp e. a., houdende verzoek om de groentenmarkt te behouden, worden van de agenda afgevoerd. Na sluiting der openbare, weer een geheime vergadering. Voordrachten in Teylérs Stichting. In de bijeenkomst van Woensdag trad Prof. J. H. Gallée van Utrecht als spreker op met eene voordracht over teeken en klank in de taal. De Nederlander spreekt van taal en spraak, bedoelende met het eerste de onderrichting, met het laatste het middel waardoor dit geschiedt. De mededeeling kan plaats hebben door lichaamsbe wegingen deze kunnen slechts onvolledig zijn door geluidsbewegin gen met de spraakwerktuigen welke zich bevinden tusschen longen en lippen en door zichtbare teekens of schrift. Bij het schrift is elke letter verbonden aan een klank. Spreker stelde zich de vraag, hoe is het schrift ontstaan en hoe heeft het zich ontwikkeld. Er loopt één draad door de ontwik keling der schrftteekenshet is de vorm, die, zich al wijzigende, vertoont als zij thans is en in teruggaande richting komt tot het ideogram, dat is het teeken, dat een begrip uitdrukt. Zoo beeldde men in de vroege oudheid het water uit door een golvende, de slang door een tweemaal gebogen lijn. Het begrip dorst door een diervorm met de golflijn, dat van morgen en middag door eene opgaande en eene volle zon, aanbidding door een menschenfiguur de handen uitstrekkende naar de zon. Uit deze ideogrammen ontwikkelde zich het fonografe schrift, verkorting der beeldteekens tot enkele lijnen, waaruit de lettervormen ontstonden, welker oorsprong Spreker van sommige zeer duidelijk aantoonde. De ideogrammen zoowel als hunne verkortingen werden gebijteld op stee- nen, de vroegste van deze worden gele zen van boven naar beneden, de latere van rechts naar links of andersom, altjjd in tegenovergestelde richting van het beeld van het levend wezen dat zich in het opschrift bevindt. Omstreeks vijf en twintig eeuwen voor onze jaar telling bezigde men tot schrift bewaring den papirus, waarop met den stylos geschreven werd. Zeer waarschijnlijk hebben de Hycsos of herdersvorsten van semitischen oorsprong, toen in Egypte woonachtig, deze schrijfkunst overgebracht naar Palestina, vanwaar de Phoeniciers en de Grieken er mede zijn in kennis gekomen. Na zoo den vorm-oorsprong van het letterteekenen aangeduid te hebben maakte Spreker nog de opmerking dat in ons alphabet geen opvolging bestaat, terwijl bij het Etruskische de vokalen eerst en daarna de consonanten voorkomen en deze laatste nog wel verdeeld naar mate het tong-, lip-sis- of keelletters zijn. De fijnere onderscheidingen in klank kunnen echter door de teekens van het alphabet niet voldoende aangeduid wor den, en sedert lang houden de geleerden zich bezig met het zoo nauwkeurig mogelijk bepalen van den klank. Deze onderzoekingen hebben geen prak tisch nut gehad, zij verruimen echter den blik en mogelijk is het, dat zij nog eens anderen van dienst kunnen zijn, die op het bestaande voetspoor voortgaande, door het gevondene tot verrassende resultaten kunnen komen. Reeds nu hebben zij geleid tot het ontdekken van spraakgebreken. Nauw keurig opteekenen van den klank moet echter gepaard gaan met nauwkeurig waarnemen. Tot de goede waarnemers behoorde reeds Lambert ten Cate, doch toen een Italiaansch zanger den keel spiegel had uitgevonden, bemerkte men de werking der stembanden, als zijnde de toonshoogte der sten afhankelijk van de kracht waarmede de lucht uit de longen wordt gebracht en de trillingen, die de stembanden geheel of gedeeltelijk ondergaan hg het voortbrengen van geluiden. Voortgnande op dezen weg is de wetenschap der klank veel verplicht aan Donders, Helmholtz en Drücker, waarna een Engelsch doofstommenleer- aar in 1867 zich met goed gevolg wijdde aan het onderzoek naar den vorm der organen bij het voortbrengen van klanken. De hoofdfactor hg het spreken zijn de longen, deze brengen de lucht naar de stemvliezen, bjj het maken van ge luid naderen deze elkaar komen in trilling, de hoogte van het geluid wordt hier bepaald, de klankvorming echter heeft plaats in de mondholte, welke bovendien als resonator werkt, zooals door Spreker in 't breede werd aange toond. De klank wordt gewijzigd door het strotklepje evenals de opening dei- mondholte, de stand der tong en het weeke gedeelte van het gehemelte zulks doen. Oneffenheden in deze spraakwerk tuigen doen bijklanken ontstaan; aan dezen is te wijten, wat men noemt een rauwe stem. Men is tot het uitbeelden der klanken naar de beweging der spraakdeelen gekomen door de bewegingen der hier toe werkzame spieren door haar zelt te laten opteekenen d.w.z. wat er geschiedt wanneer de klanken gezegd worden. Het is zaak de hiertoe te bezigen instrumentjes zoo gevoelig te maken, dat de minste spierbeweging wordt aangetoond. Spreker toonde aan op welke wijze dit plaats heeft. Men zoekt echter nog steeds naar volmaakter en zoo deelde Spreker mede dat door hem in vereeni- ging met Prof. Zwaardemaker een toestel was uitgedacht, dat mede tot dit doel kan leiden. Ten slotte wees Spreker nog op den fonograaf als middel om in deze tot juister kennis te komen. Eene menigte afbeeldingen en eenige instrumenten strekten om het bespro kene te verduidelijken voor diegenen van de bezoekers voor wie dit deel der wetenschip of geheel of gedeeltelijk onbekend was. TOONKUNST. Dinsdagavond gaf de Zangvereeniging van de Afdeeling «Haarlem" der Maat schappij tot bevordering der Toonkunst in onze concertzaal een goed geslaagde uitvoering van het oratorium Josua van

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlemsch Advertentieblad | 1899 | | pagina 1