HAARLEMSCH
Eerste Blad.
No. 24
Uitgave van DE ERVEN LOOSJES, Gedempte Oudegracht 88. Eenentwintigste .laargang.
144
van ZATERDAG 25 Maart 1899.
Ned. Vereen, tot bevordering
van Zondagsrust
Doet Uwe inkoopen liefst niet
op Zondag. Waarom zoudt gij
geheel onnoodig de Zondagsrust
van anderen storen?
TELEPHOONNUMMKK
TELEPHONISCHE VERBINDING
met AMSTERDAM.
ABONNEMENTSPRDS
Per drie maanden—,25.
franco p. poet —,40.
Afzonderlijke nummers 3 centen per stuk.
Prijs per Advertentie van 1-5 regels f 0.25, elke regel
meer 5 cents, groote letters naar plaatsruimte.
VERSCHIJNT:
Dinsdag^ en Vrijdagavond.
Advertentiën worden aangenomen tot DINSDAG en VRIJDAG des middags ten 12 ure, die alsdan zoo mogelijk nog worden geplaatst.
Het Bestuur der Afdeeling.
KRONIEK.
De Raad was 23 Maart weer bijeen.
Na lezing der notulen en de mede-
deelingen, die heden niet veel om 't lijf
hadden, volgde de behandeling der
agenda-punten.
Mejuffrouw A. M. Tit verzocht eervol
ontslag als onderwijzeres 2e klasse van
School Lr. A. Het wordt verleend tegen
1 !uni a.s.
In behandeling komt het voorstel
voor de verordening regelende den rang,
het getal en de bezoldiging der ambte
naren en boden der gemeente-secretarie.
De vorige vergadering was de behande
ling verdaagd. Volgens verklaring van
den Voorzitter in die vergadering zou
deze regeling eene uitgave vermeerde
ring van f 1650 met zich brengen.
De Heer Tjeenk Willink wenscht
inlichtingen omtrent het aanvankelijk
salaris der klerken, 350, en den eisch
omtrent eenige bekendheid met de be
ginselen der gemeente-secretarie Hij
stelt voor dit op f 275 te brengen. De
Voorzitter beantwoordt, dat het mini
mum 350 niet te hoog is. De Heer
Bijvoet zou ook 275 willen De Voor
zitter deelt mede, dat bij aanneming
van het voorstel B. en W. eene ruimer
keus zullen hebben bij eene vacature,
andere gemeenten hebben veel hooger
cgfer De Heer Willink brengt nog een
en ander in het midden. De Heer van
Lennep heeft nog het woord. De Heer
de Breuk licht toe. Toen kwam de
verordering artikelsgewijze in behande
ling. Bij traktement klerken stelt de
Heer Willink voor het aanvangstrakte-
ment te bepalen op 275. De Heet
Krol is daar niet voor. Amendement
Willink in stemming valt. De verorde
ning wordt daarna onveranderd aange
nomen.
De Raad had in zijne vergadering van
21 December aan B. en W. opgedragen
een onderzoek in te stellen in hoeverre
het aanbeveling verdient de vischmarkt
te verplaatsen.
B. en W. deelen mede, dat, ook al
ware eene andere plaats aan te wijzen,
het behoud wenscheljjk is in verband
roet de hooge kosten voor den bouw
van eene nieuwe vischmarkt. B en W.
handhaven nu hun voortel tot overdek
king der bestaande markt.
De Heer Bijvoet heeft eene opmerking.
De Heer Macaré meent, dat het plan
van eene nieuwe vischmarkt nog niet
'zoo geheel behoort weggeworpen en dan
zou het Verwulft of daaromtrent wel
in aanmerking kunnen komen.
De Voorzitter gelooft, dat de tegen
woordige vischmarkt nog ruim in de
behoeften voorziet.
Het voorstel tot overdekking wordt
aangenomen.
Vastgesteld werd een post af- en
overschrijving en suppletoire begrooting
voor het Burgerlijk Armbestuur.
B. en W. stellen voor over te gaan
tot de verbetering van de gemeentebe
strating welke door de werkzaamheden
aan de waterleiding als door andere
omstandigheden zeer geleden heeft. Een
bedrag van 58000 kan van het be-
noodigde bedrag gebracht worden ten
laste van de gemeentelijke waterleiding.
B. en W. zeggen in het raadsstuk dat
hierop betrekking heeft, met de verbe
tering naar hun gevoelen niet te moeten
wachten tot het buizennet der gemeen
telijke gasfabriek gereed is, omdat on
middellijk herstel noodig wordt geacht.
Voorgesteld wordt dus een bedrag vau
58.000 te besteden voor verbetering
der bestrating en dien post betaalbaar
te stellen op aanleg van de duinwater
leiding.
De Heer Roog vraagt opheldering in
verband met de twee ton die noodig
zal zgn. De laatste vier jaren is er aan
de straten niet veel gedaan. Hij berekent
dat er meer zal noodig zijn in dit jaar.
En als de twee ton verwerkt zgn dan
is men er niet, want dan komt de gas
leiding, zou wenschen anderhalve ton.
De Heer Speelman kan zich ook niet met
de voordracht vereenigen. De waterlei
ding is niet alleen de schuld. Verder
heeft Spreker niet veel op met de wijze
van bestrating. En dar, zou hg liever
leenen voor de straten. Kan zich dus
niet met de voordracht vereenigen.
De Heer Macaré zegt, dat hier steeds
klachten zijn over het bestratingssy
steem. Zou gaarne zien dat omtrent het
straatmaken aan een nader onderzoek
wordt onderworpen. Gelooft niet, dat het
juiste tijdpunt tot verbetering gekozen is.
En waaruit wordt de verder noodigean
derhalve ton betaald? Het is onbillijk, dat
alles op waterleiding wordt gebracht.
Nadere inlichtingen zijn dus gewenscht.
De Heer Stolp gaat mee met de be
denkingen van den Heer Roog. Meent
dat het goed is het cijfer op waterleiding
te brengen, doch de som is te klein.
De Heer Bij voet gaat met de Heeren
Roog en Stolp meê; de raming is te laag.
De Heer de Breuk komt op tegen de
bewering, dat het straatmakerspersoneel
niet haar werk verstaat. Gerepareerde
straten goed te maken is een wanhopig j
werk. De waterleiding heeft wel een
zeer groot deel de schuld door de aan
sluiting van twee duizend huizen. Spreker
toont aan hoe de straten in minder goe
den toestand gekomen zijn. De raming
van hetgeen door de waterleiding be
dorven is, is te danken aan een grondig
onderzoek. Bovendien is het juiste oogen-
bliktot verbetering wèl gekomen. In twee
jaar denkt men 80000 te verwerken
en deze behooren op gewone uitgaven.
Komt de gasleiding, welnu, dan betaalt
deze later meê.
De Heer Roog meent met twee ton
geen greep in het duister gedaan. De
twee ton moeten beslist in twee jaar
verwerkt.
De Heer Stolp blijft bij zijne meening,
dat de gevraagde som te gering is.
Anderhalve ton is noodig en deze behoo
ren gebracht op waterleiding.
De Heer Krol bespreekt nog de zaak.
De Heer de Kanter doet nog opmer
ken, dat de 58000 veroorzaakt is door
de waterleiding en deze dus door haar
betaald moet worden.
De Heer Macaré blijft bij zijne mee
ning dat aan het straatleggen niet de
noodige zorg wordt besteed. Is men
zeker dat de aansluitingen voor water
leiding voltooid zijn?
De Heer Waller wijst er op, dat het
de bedoeling is de ƒ58000 als minimum
op waterleiding te brengen, en aan de
toekomst over te laten wat er meer noodig
mocht zijn.
De Heer Stolp wenscht als amendement
150000.
De Heer de Breuk wijst er nog op,
dat de nieuwe bestratingen goed zgn.
De groote stroom van aansluitingen
aan waterleiding heeft opgehouden, al
thans in de hoofdstraten.
De Heer Macaré vult het amendement
aan met de bijvoeging ^overwegende
dat de schade door de waterleiding."
Het amendement Stolp komt in be
spreking. De Heer Schürman wenscht
op dit am. niet in te gaan.
De Heer Stolp bedoelt ƒ150000, doch
hiervan ƒ58000 te brengen op water
leiding. De Heer de Clercq van Weel
heeR nog een vraag, door den Heer
Stolp beantwoord.
De Voorzitter meent, dat men tegenover
de waterleiding niet eerlijk zou zijn
door het aannemen van het am. Stolp.
Nog eenige discussie. Am. Stolp in
stemming wordt verworpen met 21 tegen
7 stemmen.
Nu komt voorstel B. en W. in stem
ming. Het wordt aangenomen met 20
tegen 8 stemmen.
D. Dekker, machinist op de sleepboot
Snelvaart, heeit den 14 Februari toen
hij alhier bg een brug moest wachten
een ijzeren staaf, fragment der brug
leuning, op het hoofd gekregen, toen
hij, na zich even van zijn vaartuig ver
wijderd te hebben, zich van de brug liet
afzakken, wat niet zou gebeurd zijn
als de leuning niet gebroken ware. Door
dit ongeval heeft machinist Dekker ver
scheidene dagen niet kunnen werken
en daar hij een tal rij k gezin heeft, ver
zocht hg schadevergoeding.
B en W. zijn echter van meening,
dat hier van schadeloosstelling geen
sprake kan zijn omdat de leuning niet
kan geacht worden te dienen voor het
aan wal gaan der schippers en stellen
dus voor afwijzend te beschikken, waar
toe de Raad besloot.
Voorgesteld wordt, in verband met
den aanleg van de electrische tram aan
de Haarl. Tram maatschappij op te zeggen
de vergunning tot het hebben van een
hulpstal op het Stationsplein en aan de
electrische tram eene eenigszins veran
derde richting te geven, nadat de Voor
zitter nog had voorgesteld aan de kosten
der verplaatsing van den hulpstal ƒ200
te betalen. Tegen dit laatste gaan enkele
stemmen op. De Heer Krol toont aan,
dat de betaling van 200 volkomen
gebillijkt is.
De Heer de Breuk licht nog de zaak
toe. Nu nog eenige discussie wordt het
voorstel met de bijvoeging in stemming
gebracht en aangenomen.
De besturen van eenige Coöperatieve
Bouwvereenigingen van werkmanswo
ningen verzoeken wgziging van de voor
waarden tot levering van duinwater in
[I dier voege, dat hun het water geleverd
wordt tot een minimumbedrag van 4
de 30 M3 met bijbetaling van 25 ets
voor eiken M3 meer.
B. en W. stellen voor op dit verzoek
in te gaan, het water tot 30 M3 te leveren
tegen 4.per jaar met 25 ets bijbe
taling voor eiken meter meer, eene
jaarlgksehe vergoeding van ƒ1.voor
het aanbrengen van dienstleiding en
tapkraan en 1.50 per jaar meterhuur.
Tevens vragen B. en W. aan 50000
voor het aanschaften van watermeters,
betaalbaar op aanleg van duinwaterlei
ding. De Heer Speelman wenscht te
weten hoeveel perceelen aansluiting heb
ben tegen 4.De Heer de Breuk
zegt dat hun aantal twaalfhonderd is.
Omtrent deze zoogenaamde kamer
contracten deelt de Spreker nog eenige
interessante bijzonderheden mede.
Het voorstel wordt daarna zonder
stemming aangenomen.
De recognitie voor grondgebruik door
de gasfabriek en korting op gasgebruik
aan de gemeente verschudligd bedraagt
voor 1898 eene som van 1042.565.
De Raad neemt deze opgaaf aan voor
kennisgeving.
Nader wordt aan de aannemers Bogerd
en van Doorn in huur afgestaan een
gedeelte van het Harmenjansveld ter
grootte van 1100 M1 tegen 10 ets per
M!. Het terrein moet gedurende den
bouw van de nieuwe gevangenis dienen
tot opslagplaats van bouwmaterialen.
De Raad besluit hiertoe.
In November 1898 verzocht het Be
stuur der Vereeniging „Vergunning"
den Raad de veroidening der politie
verordening in dien geest te wijzigen,
dat voor al de inrichtingen met vergun
ning het sluitingsuur bepaald zij op 12
uur.
De Commissie tot het ontwerpen en
herzien van verordeningen met straf
bepalingen stelt voor het verzoek te
wijzen van de hand.
Den Heer Macaré komt het voor, dat
men hier met een ongezonden toestand
te doen heeft. Men heeft hier te doen
met twee sluitingsuren. Dit behoort
gewijzigd, want het is buiten de ver
ordening.
Men zou kunnen besluiten tot absolute
vrijheid, welke tot bandeloosheid; leidt
het sluitingsuur 11 uur; of 12 uur; of
verschil in sluitingsuur met verhooging
met 10 pet. voor een later uur. Spreker
meent hiervan eerst later een en ander
in behandeling te brengen.
De Heer Schürman wenscht te weten
op welke wijze en onder welke omstan-
digen het later sluitingsuur wordt toe
gestaan. Wenscht verder een gelijk
sluitingsuur. De Heer van den Berg heeft
nog het woord, is ook van meening dat
met twee maten gemeten wordt De Heer
van der Mersch zet den toestand helder
uiteen. Meent dat men behoort te wachten
tot de behandeling van de politie-ver-
ordening aan de orde is. De Heeren
Van Styrum en Macaré hebben nog het
woord.
De Voorzitter doet opmerken, dat door
zijn ambtsvoorganger het recht van
dispensatie zoo ruim was toegepast dat
het sluitingsuur van 12 uur bijna regel
was. Spreker heeft daarin eenige veran
dering gebracht, hoewel het getal dat
om 12 uur mag sluiten nu toch nog 68 is.