De vrouw van Mr.
Perkins.
la en om Daarlem's
Collegium Medico-
Pharmaceuticum.
Uit het Engelsch.
4)
„Wat voor een weduwe mijnheer
Perkins, bestorven of onbestorven P"
Maar op dat oogenblik hield mijn
heer Perkins niet van grapjes. „Kijk
eens hier mijnheer Peebles" zei hij
„als een man een plaats zoekt voor
zijn eigen weduwe, dan kunt u er
zeker van zijn, dat zij onbestorven
weduwe is. Verstaat u?
„Zoo, is het uw weduwe dan?"
vroeg Peebles.
„Wel natuurljjk. U denkt toch
niet dat ik mij druk zou maken om
een plaats voor een ander's weduwe
te zoeken. Maar, kunt u haar niet
ergens bezorgen, 't hindert niet waar."
Weer peinsde Peebles.
Hij herinnerde zich plotseling alle
aantrekkelijkheden die zij voor een
geletterd man zou hebben volgens
Mary. Hij wist dat zij een wonder
baarlijk geheugen had, dat zij versjes
kan reciteeren en heele bladzijden
encyclopedische kennis ten beste
geven, wat van onschatbare waarde
voor hem zou zijn bij het schrijven
van opstellen over financieele en po
litieke kwesties en economie, waarin
de schryver soms vermoed wordt
waarheid te schrijven. En haar vluch
tige, ongedurige geest zou hem mis
schien wel eens inspireeren een
roman in drie deelen te schrijven.
In welk geval er kans zou bestaan,
dat hij het verhuurkantoor voorgoed
vaarwel kon zeggen. Bovendien had
hij gevoeld dat wat bij zijn werk
ontbrak een vrouwelijke geest was.
Hij moest een vrouwenstem hooren,
een vrouwengelaat zien en een vrou
welijke gestalte aanzijn zijde hebben.
Dat was alles een dure geschiedenis,
maar nu zij hem was aangeboden.en
wat Mary betreft, die was toch ver
loren voor hem.
„Laat zij maar komen, Mynheer
Perkins.
EINDE.
FRAGMENT
M. G. W.
1)
De volgende sprokkels gegaard uit
bescheiden berustende in het archief
en de Bibliotheek der Gemeente mo
gen in goede aarde vallen en mede
werken om Haarlem's ingezetenen
nader vertrouwd te maken met merk
waardigheden betreffende de plaats
hunner inwoning. Het nieuwe regle
ment op het archief zal voorzeker
nuttig werken en navorschers en
snuffelaars oproepen voor den strijd
om een juiste, ware geschiedenis van
de oude gravenatad samen te stellen.
Wijlen Dr. C. Ekama gaf in zijne
verhandeling: „Romeyn de Hooghe
en de Hortus Medicus met het stand
beeld van L. Jzi. Coster" een
tamelijk volledig relaas van den Hor
tus, doch schijnt (wellicht terecht), de
geschiedenis van het Collegium Me-
dico-Pharmaceuticum niet belangrijk
genoeg te hebben geacht om als on
derwerp te dienen voor eene, zij het
dan ook vluchtige studie. Voor een
medicus vooral men mag dit ten
minste aannemen moet dit onder
werp iets aantrekkelijks hebben. Voor
hen, die buiten het vak staan levert
eene studie in die richting onvermij
delijk ernstige bezwaren op; dat dus
spoedig een meer bevoegde dit onder
werp ter hand neme en evenals Dr.
Krul voor 's Gravenhage deed, in
een lijvigen bundel de geschiedenis
van het meergenoemde Collegium,
uit de in het archief aanwezige be
scheiden, zoo compleet mogelijk be-
schrijve!
Wat hier volgt zijn sprokkels,
waaronder korte levensbeschrijvingen
van Haarlemmers, die in vorige
eeuwen op medisch of natuurkundig
gebied hebben uitgemunt, het leeuwen
deel zullen vormen.
Het oudste document dat Haarlem
over chirurgijns bezit, is gedateerd
»'t sondachs nasinte Adolfsdoch, 1388
(zegge dertienhonderd acht en tach
tig) 3)
't Is eene aanstelling ten behoeve
van Claes van Spairnewoude tot
Chirurgijn 4en luidt aldus:
Wy gherrit andrees zoen rechter
tote Haerlem dire van bakenesse hu
ghe rode Willaem van adricum died-
wims zoen ian lottmis zoen Horens
hone ysebrant van Spaernwoude
ende claes van assendelft jans soen
scepene gerrit ian jan van scoten
(feytian bannix soen en ian eylaerts
soen rade inder selver stede doen
cont allen lieden dat wi by wille
ende goetduncken der vroescap en
der rickheden van der stede die mede
op den huse te rade pleghen te zitten
aen ghenome hebben claes van spair
newoude onser stede meester te wesen
van surgyen met der stede in haer
heerwaerden te varen daert die stede
te doen heeft haer zycken daer te
curyeren by der hulpe van gode na
zinne macht, eri hier voer zei claes
van spairnewoude van der stede van
Haerlem hebben alsoe langhe als hy
leeft twintigh pont holls paeyment
siaers voor sinne clider en lone te
zamen die men wtreyken zei en be-
Haarlem, Jok Enschedé Zonen, 1869.
Haagsche Doctoren, chirurgen en apo
thekers in den ouden tjjd. Archief-stu
diën door Dr. R. Krul. 's Gravenhage, W.
P. van Stockum en Zoon 1891. 8°. 8S0 bli.
3) 80 Augustus 1388
J) Inv. Afd. I 513.
talen alle iaere alsolanghe als hij
leeft van onser stede weghen tot
paeshen binnen den vier heylighen
daghen. Daerop sel dese claes van
spairnewoude porter te Haerlem wesen
van allen oncost daer wy in zitten
tot sinne doet toe. In oerconde dezen
brieve bezighelt met onser poerte
daghelyx zeghel ghegeven in den
iaer ons her MCCC achte en tach-
tich tsondachs na sinte adolfs dach.
Zoo vinden we in tresoriers rekening
van 1593 dat 300® „gaiges versche
nen Meydaege" werd betaald aan
Mr. Arent Jacobsz doctor.
Een veertig jaar later (1636) was
de bezoldiging verdubbeld, althans
wordt dan aan Doctor Matthias Da-
miüs „aangenomen synde in de be
smette huysen" den 14 dec een
bedrag van 300j? uitbetaald „over
een half jaar tractement" terwijl dat
jaar nog een chirurgyn (niet genoemd)
en een extra-ordinaris pestmeester
tegen 't zelfde tractement werden
aangenomen. 1
Zooals in alle steden, tierde ook
hier welig een ras van kunstenaars,
die, zich voor doctor uitgevende, onder
alle mogelijke hocus pocus de goe
gemeente by den neus leidde en haar
de blanke zilverlingen ontfutselde.
En geen wonder, wie stelt zijn eigen
gezondheid niet op prys, en toen
was het bijgeloof, door domme pries
ters nog sterker dan tegenwoordig
als 't ware met den lepel de gemeente
ingegoten, een niet te versmaden
hulpmiddel voor de kwakzalvers, die
stad en lande afreisden om hun
nietswaardige geneesmiddelen voor
een goeden prgs van de hand te doen.
De Resoluties van Burgemeesters
de anno 1692 melden ons in dato
13 Aug. op de remonstrantie van de
stadts doctoren en Chyrurgyns als dat
sy ondervonden hebben dat een di-
drico van Bergen Bigh qualificeerende
te wesen een doctor in de medicyne
binnen dese stadt quam te practiseren
als doctor ende dat sy ondervonden
hadden dat dezelve nooyt iets anders
als een Regiments veltscheerder was
geweest ende daeromme voor de doc
tors deser stadt ontboden synde om
syne Bulle, na de ordre van dese
stadt te exhiberen ende sulx niet
konnende doen als nooyt tot doctor
synde gepromoveerd geweest en oock
nyt desselfs recepten ofte ordonnantie
door de voorsz doctoren ter camere
geexhibeert gebleecken synde dat
deselve is teenmael onbequaem soo
is deselve geinterdiceert alhier te
practiseren op poene van arbitrale
correctie."
In dezelfde vergadering werd be
sloten in navolging van andere steden
als Leiden, Amsterdam, enz. een
Dispensatorium samen te stellen, welk
onderzoek werd opgedragen aan den
burgemeester dr. Willem van Nieu-
wenhuyzen.
Eerst den 4 April van 't volgend
jaar (1693) stellen Burgemeesters
voor het Dispensatorium te laten
drukken mits de kopy aan hen worde
teruggegeven. J)
Reeds waren den 27 April dr. van
Daalen en dr. Alberding op informa
ties uitgeweest waar men 't best
met 't drukken van deze handleiding
terecht zou kunnen komen, terwijl
dr. Vlakveld en den apotheker de
Kooker naar Romeyn de Hooge togen
om hem te vragen een titelplaat te
willen ontwerpen voor deze nieuwe
uitgaaf.
Dat een en ander zuinig werd
aangelegd blijkt uit het feit, dat de
HH. Doctoren persoon!yk te Amster
dam de plaat gingen koopen waarin
de Hooghe etsen zou. 4)
Den 8 Mei werd besloten het Dis
pensatorium te laten drukken bij den
Haarlemmer Willem van Kessel, al
waar het spoedig van de pers kwam.
Een exemplaar aanwezig op de
Gemeente-bibliotheek draagt tot titel
Pharmacopoea Harlemensis Senatus
Auctorirate munita.
Het titelblad, kopergravure van R.
de Hooge wordt door den graveur
verklaard als volgt
Explanatio
Tabulae
Dedicatoriae
Coll. Med. Pharmaceutico.
Peliades, Patrem, infana piëtate
necarunt.
Sic Aconita parant, stultus,
Avarus, egens
Mille oculis medicina cavens, sua
Pharmaca saepe
Perspicit; alma probat, per-
niciosa fugat.
Lex suprema, salus est publica,
Gloria Patrum,
Civibus, Harlemi, cousoluisse suis.
Data ét
Romamo db Hooghe
J. U. D. Corn. R Auctore.
In 't zelfde jaar verscheen te
Amsterdam by Jan ten Hoorn de
nederduitsche vertaling van de Phar
macopoea onder den titel:
»De verbeterde Haarlemmer apo
theek," in welke allerlei Geneesmid
delen, zynde tot Haarlem in 't gebruik,
konstiglgk bereid worden."
Door het Collegie der Medicgne
Doctoren aldaar in 't Latgn eerst
opgemaakt, en door des E. E. Achtb.
Magistraats authoriteit bevestigt.
En in 't Neerduyts gebracht door
Abram Bogaert, Apotheker tot Am
sterdam.
Deze uitgave gaf D. van Hoogstra
ten aanleiding den lof te bezingen
van de „Artzeny bereidinge der Stad
Haerlem".
Zoo krijgt de kunst, in top geheven.
Ten dienste van 't menschelycke leven,
Een glans, die hare vlekken d' oft.
Haar in geen duisternis laat steken,
Maar zuivert van haer erfgebreken,
Als 't dom veroordeel is geweken.
Men siet met lauwerkran sen 't hoofd
Dergenen, die dit werk verrichten.
En Eskulaep een Tempel stich en,
Waer voor de bitse nijd moet zwichten.
Den 3 Sept. in 't zelfde jaar dien
den de stads doctoren Sysmus en van
Dalen een request aan Heeren Bur-
gemeesteren in, waarbg zy te kennen
gaven dat:
Harlemi spud Wilh. van Kessel et Amstel-
odameapud Joannen ten Hoorn MDCXC1II.
De vertaling luidt
Uillegging van de plaat van opdracht aan
het genees- en artsenijbereidkurdig genoot
schap.
De Plejaden hebben in godsdienst-waanzin
hun vader vermoord. Z >o bereiden de domme,
de hebzuchtige, de behoeftige, vergitten. De
geneeskunst met duizend oogen wakende,
overz'et haar geneesmiddelen dikwijls, keurt
de heilzame goed, en wendt zich van de
verderfelijke af Haar heogste wet is: het
algemeen welzyn. de roem van de vaderen:
voor hun Haarlemsche burgers gezorgd te
hebben
Gegeven door Mr. Romein de Hooghe,
ichrijver van Com R.
Wordt vervolgd).
Zie Thesauriersrekening A°. 1636 f°. 53v.
Dagboek Coll. Medico-Pharmaceuticom.
id. id.
D id. id.
Gedrukt bh' DE ERVEN LOOSJES, te Haarlem.