HAARLEMSCH Eerste Blad. No. 93. Uitgave van DE ERVEN LOOSJES, Gedempte Oudegracht 88. Eenentwintigste Jaargang. 144 van WOENSDAG 22 November 1899. Nieuwsberichten. tilkfhoonnt7mmix TEL1PH ONISCHE VERBINDING met AMSTERDAM. ABONNEMENTSPRIJS Per drie maanden,25. franco p. post —,40. Afzonderlijke nommers 3 centen per stuk. Prijs per Advertentie van 1—5 regels f 0.25, elke regel meer 5 cents, groote letters naar plaatsruimte. VERSCHIJNT: Dinsdag- en Vrijdagavond. Adverlentien worden aangenomen tot DINSDAG en VRIJDAG des middags ten 12 ure, die alsdan zoo mogelijk nog worden geplaatst. „ONZE LEESTAFEL". Onlangs verschenen werken op aan vrage ter bezichtiging te verkrggen bij De Erven Loosjes, te Haarlem. BIERENS DE HAAN (Dr. P.) Het vraagstuk der beteekenis van hypnose en suggestie voor de opvoeding. Voor dracht gehouden voor het gezelschap van hoofden van scholen in 't arron dissement Utrecht, op 30 September 1899ing. —.50 BOREL (HENRI) Een droom.geb. 3. ing. 2.50 CLEMENT (BERTHA) Op Rozenhof. Een verhaal voor jonge meisjes. Uit het Hoogduitsch door Marie J. geb190 COUPERUS (L.) Psyche. Tweede druk, geïll. met een teekening van Jan Tooropgeb. - 4.50 IVOI (PAUL d'.) Vrijbuiter triplex. Uit het Fransch vertaald door Antoinette. Met 100 illustratiën tusschen en 19 groote afbeeldingen buiten den tekst op hout gegraveerd naar teekeningen van Louis Tinayregeb. 2.90 KOETSVELD (C. E. v.) Schetsen uit de pastorie te Mastland. Twaalfde druk. Uitgegeven onder toezicht en met in leidend woord van Dr. E. Laurillard. Geïllustreerd met 10 groote oorspron kelijke etsen van Prof. Dr. Carel L. Dakegeb. 25.- RIEMENS (Dr. J.) Alles het uwe. Ge dachten en beeldengeb. 5.90 TADEMA (J. W.) Madeliefjesgeb. - 1.25 Buitenlandsche Werken: "WAILLY (G. de) A travers 'exposition de 1900. denxième partie (La porte monnmentale et le petit palais).35 HISTORY (A PICTORIAL) of the Trans vaal and South Africa. Nearly 200 illustrations and six specially prepared mapsing. .65 Bovenstaande werken zgo voorhanden bjj de boekhandelaars De Erven Loosjes Tweede Kamer. In de zitting van Dinsdag werd eerst besloten de geheele week de beraadsla gingen om 10 uur te doen aanvangen. Het debat werd voortgezet over art. 21 der Ongevallen wet (tijdelijke uitkeering van 8sten tot den 22sten dag van 50 pet. van het dagloon en na drie weken 70 pet.) De heer Kuyper ontvouwde nader zqn amendement tot uitkeering op den dag na het ongeval; tot ver vroeging van de ongeschikt verklaring, tot verhooging der uitkeering van 50 op 70 pet., en tot toekenning aan ge deeltelijk ongeschikten van 35 tot 50 pet. H\j vroeg de medewerking der Reg. na een schets gegeven te hebben van de ellende, in een gezin bij ziekte van den kostwinner en van het daaruit voortkomende demoralizeerende borg- stelsel. Op simulatie zou straf kunnen worden gesteld. De heer Meesters ver dedigde de toekenning van 50 pet. van af den dag van het ongeval, zijnde de terugwerkende kracht van het Regee- rings voorstel, door den heer Troelstra voorgesteld. De heer Tydeman bestreed het am. Kuyper, vooral wegens de kategoriën van schadevergoeding bij tijdelijke ongeschiktheid. De heer Vee- gene bleef om verschillende redenen aan het am. Drucker (70 pet. loon na den 8sten dag) de voorkeur geven, maar bjj verwerping zou hij voor het am. Kuyper stemmen. De heer Kuyper ver klaarde, dat de meerderheid der Komm. van Rapp. het am. Kuyper steunde. De heer Troelstra was van oordeel, dat het am. Kuyper beter voldoet aan den wensch van de werklieden, dadelijk loon toe te kennen, dan het zijne, maar hij handhaafde zijn am., voor het geval het am. Kuyper mocht worden ver worpen. De Min. van Waterstaat enz. bracht nog eenige wijziging in de re- daktie van het artiekel, wat betreft het am. Kuyper, tegen het eerste gedeelte had hij geen bezwaar, wèl tegen het tweede. De Min. meende het am. sterk te moeten ontraden, omdat daardoor geprejudicieerd werd op de latere rege ling der ziekteverzekering. Tegen het am. Troelstra zou, meende hij, nog het minste bezwaar bestaan. Na nog eenig debat tusschen den Min. en de heeren Kuyper en Pijnappel werd eerst in stemming gebracht het sub.-am. van Kol c. s. (stelsel Drucker als na den derden dag na het ongeval blijkt van geheele of gedeeltelijke ongeschiktheid) en verworpen met 61 tegen 20 stemmen. Het am. Drucker (70 pet. van het loon na den 8sten dag) werd mede verworpen met 55 tegen 26 stemmen. Aangenomen daarentegen werd, met 59 tegen 22 stem men het am. Kuyper (uitkeering van den dag af, vervroeging van ongschikt- verklaring; 70 pet. bij algeheele onge schiktheid). Verworpen werd echter met 49 tegen 32 stemmen het nieuwe lid aan art 21 toe te voegen, door den heer Kuyper voorgesteld: 35 of 50 pet. b(j gedeeltelijke ongeschiktheid. Het am. Troelstra was nu vervallen. Het aldus gewijzigde art. 21 werd nu goedgekeurd. Op art. 22, bepalende de renteuitkeering van drie weken bij geheele ongeschikt heid van 70 pet. loon en bij gedeelte lijke ongeschiktheid van rente in ver houding tot de verloren geschiktheid waren voorgesteld: le een am. Drucker c. s. om, als de werkman in dienst blijft, op tenminste 90 pet. dagloon, de rente aan den werkgever uit te betalen, inplaats van aan den werkman. De bedoeling van dit am. werd toegelicht door den heer Kerdjjk2e een am. van Kol c. s. om bij geheele ongeschikt heid de rente te doen bestaan uit het volle loon, welk am. werd toegelicht door den heer Schaper met een beroep op de billijkheid en de ongunstige pozitie van den werkman; 3e een sub. am. Nolting op het am. Drucker om aan den werkgever de rente uit te keeren, als de getroffen werkman zijn volle loon in diens dienst behoudt. De heer Nolting betoogde de billijkheid van zijn voorstel. De Min. ontried het am. van Kol c. s., daar de wet reeds verder ging dan ergens elders, en be streed het am. Drucker en het sub. am. Nolting, die nadeeliger zouden uitkomen voor den werkman. Namens de Komm. van Rapp. maakte de heer Kuyper bezwaar tegen het am. van Kol, maar verklaarde zich vóór het am. Drucker, en nog meer voor het subam. Nolting. De Heer van Kempen bestreed de weekheid van het am. van Kol, wat de heer Schaper beantwoordde door te spreken van weekheid ten bate van den werkgever. Laatstgenoemde be streed het am. Drucker, waardoor de werkman afnankelijk zou worden van den werkgever. De heer Kerdijk gaf eene wijziging in de redaktie van het artikel in overweging, waardoor art. 22 in avereenstemming werd gebracht met art. 21. Hij trok zijn am. in, omdat de Min. de onuitvoerbaarheid had betoogd. Daar- I door verviel het subam. Nolting. De heer Kerdyk stelde toen een nieuw am. voor, waarna art. 22 werd aangehouden tot den volgenden dag. Door den Heer De Klerk c.s. werd een nieuw art. 22 bi» voorgesteld, om de mogelijkheid te openen tot herziening der rente voor geheel invaliede werklieden, als later bljjkt, dat de loonstandaard sedert mocht zijn verhoogd. Rente herzientng zou slechts om de 5 jaar worden toegestaan. Dit art. 22 bis werd aangehouden. Art 23 werd goedgekeurd. Hierop kwam aan de orde een amendement van de heeren Ver- hey en Raalte, om een nieuw art. 23 bi» in te lasschen. om de rente te verhoo- gen tot 90 pet., indien de getroffene hoegenaamd geen arbeid kan verrichten en een subam. van de heeren Heldt, De Klerk en Nolting, om in dat geval het volle dagloon als rente uit te keeren. Ook dit art. 23 bis werd aangehouden. Op art 24, bepalend, dat bij overlijden van verzekerden de begrafeniskosten worden vergoed, en de rente uitgekeerd aan de nagelaten betrekkingen, werd door den heer Kuyper een am. voorge- steld en toegelicht, strekkend om te waarborgen een behoorlijke begrafenis aan den invalieden werkman. De Min. van Waterstaat had tegen het am. groot bezwaar. De Heer Verhey vroeg of de begrafeniskosten ook vergoed worden, als er reeds rente was genotea, op welke vraag de Min. toestemmend antwoordde. Het eerste am. Kuyper werd aangenomen met 63 tegen 19 stemmen het tweede, bepalend dat de begrafenis, indien nie mand zich daarmede mocht belasten, te doen plaats hebben op kosten der Rijks verzekeringsbank, werd verworpen met 47 tegen 35 stemmen. Art. 24 werd goedgekeurd. .Op art. 25 bepalend de hoegrootheid der rente voor nabestaan den, werd voorgesteld een am, door de heeren Troelstra c.s. om rente toe te kennen niet voor elk ouderloos kleinkind waarvan de overledene kostwinner was, maar voor eiken minderjarige beneden den leeftijd van 16 jaar waarvan de overledene kostwinner was. De Heer Troelstra verdedigde dit am. als van groot belang. De Min. van Justitie be streed het am.het treedt op het terrein der behoefte, en dan is het eind niet te voorzien. Het art. heeft het oog op den Civielrechterlijken onderhoudsplicht. Ook de Heer Kuyper bestreed het, en het werd verworpen met 63 tegen 15 stem men. Art. 26 en 27 werden goedgekeurd. Op art. 28, bepalend de rente voor na gelaten betrekkingen te zamen op ten hoogste 60 pet., werd voorgesteld een am. door de heer Van Kol c.s. om dit te bepalen op ten hoogste 75 pet. De heer Schaper beval dit am. aan. Het debat werd daarna verdaagd tot den volgenden morgen. {Wordt vervolgd). Het is gebleken, dat generaal Joubert niet dood, zelfs niet gek west is; het zal den Boerenvrienden meer genoegen dan den Engelschen. Steeds trekken de Engelsche troepen meer Zuidwaarts, gevolgd, vervolgd of verjaagd door de Boeren. Van de westelijke grens wordt bericht, dat de Engelschen met vierduizend man zouden optrekken tot ontzet van het benarde Kimberley. Zaterdag het kwam eindelijk eens los met eenige berichten, die zeer zeker tot aanloop moeten dienen voor meer belangrijke, die aantoomen dat men in Engeland nog geen reden heeft zich al te zeer te verheugen. Zoo werd mede gedeeld, dat men er niet in geslaagd was de gemeenschap met Ladysmith te herstellen, dat geen gepantserde trein zich tot Estcourt waagt, dat er in den omtrek van Ladysmith een brug is ver nield en dat het ministerie begint in te zien dat die stad nog wel veertien dagen op ontzettingstroepen zou moeten wach ten, altijd als de troepen niet door de Boeren worden opgehouden, en ten slotte, dat vele Natalsche Boeren genegen zijn zich bij hunne stamgenooten uit Transvaal en den Vrijstaat aan te sluiten. Nog is verluid, dat een afdeeling Engelsche troepen ten Zuiden van Ladysmith een Boerenafdeeling hebben aangevallen, maar zich in een kloof moesten terugtrekken. In de stad waren vele gebouwen in brand geschoten, de troepen moesten overdag schuilplaatsen opzoeken, om zich te dekken tegen het verwoede vuur der Boeren en dat de soldaten grooten lust hebben uit de stad te vluchten. Men rekent, dat gedurende de laatste dagen in Afrika met een en twintig transportschepen ruim een en twintig duizend man troepen zijn meegekomen. In verband met het bovenbestaande leest men met eenig ongeloof een officieel publiek gemaakt bericht uit Kimberley en Ladysmith van alles wel. Behalve dat de vrees bestaat, dat de Kaffers met de Boeren gemeene zaak zullen maken, moet de Kaapsche regeering ook vreezen voor de Engelschgezindheid der Boeren in de Kaapkalonie en het moet gebleken zjjn, dat er onder hen geweren zijn uitgedeeld, maar ook door de Engelschen wapen uitdeelingen hebben plaats gehad. Nog deelt men mede, dat Portugal al zijne Afrikaansche grenzen versterkt, maar dat dit geschiedt omdat de Trans- valers daar veediefstallen zouden gepleegd hebben. Zooals gezegd wordt, behoeft dit nog niet onwaardeljjk aangenomen te worden. In de Neue Züricher Zeilung schrijft „een Engelschman" het volgende: „Wat zeggen wel de Zwitsers van de behan deling van Transvaal door Engeland." Ze is van dien aard, dat men zich schamen moet een Engelschman te zijn. Onze politiek is een bandieten-politiek, onze moraal eene bandieten-moraal. Men kan in de geschiedenis geen oorlog aanwijzen, die onder zoo ellendige voor wendsels gevoerd werd. Want al heeft ook President Kruger het ultimatum gesteld wjj hebben hem daartoe uitgedaagd, 't Is een onrechtvaardige oorlog, een gruwelijke oorlog, een schan delijke, erbarmelijke oorlog, een oorlog, waarvoor wij zwaar zullen boeten. Aan geld kost hij ons thans reeds 6 millioen pond sterling. „Chamberlain is daarvoor verant woordelijk. Volgens eene nadere mededeeling is het totaal der troepen, te Kaapstad aangekomen, thans zeven en twintig duizend man, welke in verschillende richtingen naar het oorlogsterrein ver trekken, de bewegingen dier troepen houdt men geheim. In Griquahnd hebben de Boeren een paar plaatsen van belang in bezit ge nomen, dit is ten westen van Oranje 1 Vrijstaat. Te Pretoria gingen geruchten dat Ladysmith Woensdag was overgegaan

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlemsch Advertentieblad | 1899 | | pagina 1