HAARLEMSCH
Eerste Blad.
No 1
Uitgave van DE ERVEN LOOSJES, Gedempte ütidegracht 88. Tweeëntwintigste Jaargang.
144
van WOENSDAG 3 Januari 1900.
1899.
TlLIPHOOHNDkMlI t05"/0
TELEPHONISCHE VERBINDING
met AMSTERDAM.
ABONNEMENTSPRIJS
Per drie maanden—,25.
franco p. post—,40.
Afiwnderlljke aommers 3 centen per stuk.
PrQi per Advertentie van 1-5 regels f 0.25, elke regel
meer 5 cents, groote letters naar plaatsruimte.
VERSCHIJNT:
Dinsdag- en Vrijdagavond.
Advertentiën worden aangenomen tot DINSDAG en VRIJDAG des middags ten 12 ure, dü alsdan zoo mogelijk nog worden geplaatst.
N#»rd-Zntdliollfuidsclie Stoomtramweg-Maatschappij: Haarlem—Leiden. 1 Oct. 1899.
Amsterdamsche tijd. Haart.Hilleg.—Leiden 7.29, 8 41, 10.04, 11.21 's m., 12.33, 1.56
3.13, 4.25, 5.48, 7.05, 8.34 'sav. HaarlemHillegom 9 54, 11.15 'sav.
Stoomtram Haarlem—Alkmaar. (Amsterd. tjjd). Haarlem-Alkmaar: 7.30, 9.50,12.20, 2.10,
4.30, 6.20, 9 10 loopt maar tot Beverwijk. Alkmaar-Haarlem: 6.30, 8.45, 10.35, 1.05
3.25, 5.15, 7.35.
Haarlemsche Tramwaj-Maatschapplj. Van 't Station 7.80 'amorgena tot 10.30 'a avonds
Uit don Hout 7.50 'amorgena tot 10.50 'aavonds.
Vertrokureu der Spoortreinen van Haarlem. 1 Oct. 1899. Tijd van Greenwich. Naai
Amsterdam5.17, 6.15*, 7.07*, 7.18*. 7.45,8.01*, 8.32*, 9.08*, 9.28,9.44*, 10.41,11.-*
11.25, 1155* 'smorg.,12 31*, 1.08, 1.54". 2,14* 2.44, 3.14*, 3 36*, 3.47*, 4 10 4.42*,
4.58*. 5.16', 5.35*, 5.45*, 5.56*, 6.06, 6.25* 7.10*, 7.55, 8.21*, 9.07* 9.24, 9.38*,
1010*, 10.34*, 10.45, 1148* 's avonds.
Van Amsterdam: 5.33, 6.48, 7.12*, 7.17', 7.53*, 8.05, 8.49', 9.10*, 9.27* 9.44*, 10.11,
10.44*, 11.07*, 11 33, 11.52* a morg., 12 05", 12.45*, 1.32, 1.55*, 2.25, 3.05*, 3.25*,
3.53, 4.35*, 4 39, 510, 5 32, 6.07*, 6 25*, 6 45, 7 30. 8.51", 9.15, 9.32*, 9.55*. 10.33,
11.35 'aavonda.
yaar Rotterdam: 6.11, 7.33*, 7 36 tot Leiden. 8.15*,9 16*,9 32', 10.09,11 30*'a m.. 12 04,
tot Leiden, 12,32*, 1.12,3.28*, 4 24 tot den Haag, 5.38 tot Vogelenzang, 6.28*, 7.16,
9 1 3* 9 57 10 18* a avonds.
Vaa Rotterdam:'5.07,5.58*,6.41*, 7 35*,8 31*,9.44", 10 05 'amorg., 12 40*. 1.—2 12*3 44*
3.48,4.22', 4.45*, 7 05*. 7.10,814*, 8.41*, 10.29 's av. De metgem. trein, zijn aneltr.
Naar den Helder: 6.22, 7.23* 9.47* tot Ajkmaar am.. 12.19, 2.02 tot Alkmaar, 3 55, tot
Alkmaar, 5.46* tot Alkmaar, 6.53 ,ot Alkmaar, 8.26*, 9.45 aar.* zijn sneltreinen.
Naar IJ muiden6.04,7.43,8.18,9.28,10.44 'a m., 12.19,2.02,3.55.5.10,6 53,8 26,9 45 'a av
Van IJmuidem: 6.35, 8 24, 10.8, 10.48 'amorg, 12.26, 2.06, 3.37 5.14, 6.34, 7.38, 8.24,
9 26, 10 29 'aavonda.
Naar Zandvoort: 6.08, 7 46, 9.51, 'a morgens, 12.07, 2.17, 3.50, 5 01, 7.59 's avonds.
vaa Zandvoort: 6.40, 8.09, 10 33 'am., 12 44 2 46, 4.19, 6.03, 8.39 'savonds.
Alle treinen stoppen aan de halte.
Tram-Omalbu-Maatschapplj. Bloemen daalOverveenHaarlem. 1 Oct. 1899.
Vertrekuren van Bloemendaai (Hotel Kennemerland): 7.45, 8.25**, 925, 1015*, 1040'
li.40* 'a m„ 12.05,12.10*, 1.25,1.55, 2.55,3.25,3.50,4 40, 5.40, 6.45, 7.15, 8.40 9.15*
9 50 'a av.
Van Haarlem (Station): 8.33, 9.29, 10.25, 10.57*, 11.47'am., 12.18* 12.45* 1.28 2.17,
2.34, 3 45 4.07, 4.38, 5.18, 6.16, 7 30, 8.16, 9.31, 10,01*, 10.35 'aav.
Alléén Zon- en Feestdagen. Zondags 8,05.
Eerste Neder]. Electrlsche Tram-Maatschappij Haarlem—Zandvoort- Stadstijd.
Van Haarlem: 6.20, 7.40, 9.-, 10.10, 11.15, 12 25, 1.-, 1.40, 2.10", 3.-, 3,35*
4.20-, 5,25, 6.35.
Van Zandvoort: 7.—, 8.15", 9.35, 10.40, 11.52, 1.10, 1.32', 2.20, 2.52*, 3.28,
4.12*. 4.52, 6.-, 7.10.
Uitsluitend op Woens-, Zon-en Feestdagen bij zeer gunstig weer. Schooltreinen.
Telegraafkantoor. 1 Oct. 1899. Tijd van Greenwich. Het kantoor is geopend op werkdagen
van 'sm. 7.30 tot'sar 9.30 uur, op Zon-en algemeen erkende Christelijke feestdagen
van'sm. 7.3011.30'sm 12.30—2.30, 6.307.80 unr. Binnen], Telegrammen worden
berekend tegen 25 cents voor de eerste 10 woorden, verder tot 50 woorden 6 cent voor
elke 5 (of minder) woorden daarboven, en boven 50 woorden 5 cents voor elke 10 (of minder)
woorden meer.
Dienstregeling van bet Postkantoor. 1 Oct. 1899. Tijd van Greenwich. Openstelling
van het kantoor: Dag van 7.30 'amorg. tot 9 uur'aav. Op Zondag van'a morg. 7.30 tot
9,30 en van 11.30 tot 2.30 uur 'a av. Voor de atorting en uitbetaling van postwissels, post-
bewijzen en de invordering van gelden op kwitantiën alleen op werkdagen, van 8 30 uur
'a morg. tot 2.30 uur 's av. Voor de Spaarbank van 's m. 8.30 tot 8.30 uur 'a av., op Zon
dag van 8.30 tot 9.30 ure 'a m. Voor de Postpakketten alleen op werkdagen, van
'amorgena 7.30 tot 9 uur 'savonda.
Aanvang der bestellingen. Op werkdagen: 6.40, 8.10,10.40'am., 12.10,2.40,7.10'sav.
Op Zon- en algemeene erkende Christelijke feestdagen: 7.25 'smorgens, 2.30 'aavonda
Lichting der hulpbrievenbussenFlorapark, Kampersingel, Koninginneweg. Scbotersingel,
6.10, 9.25 'sm. 1.10, 4.40, 7.40 'sav. Zondags 6.10 'sm. 12.25'sav Gr. Houtstr.,
Amsterd. Poort, Boterfabriek Parklaan6.20, 9.35 's m„ 1 20, 4.50. 7.50 's av. Zon
dags 6.20 sm. 12.35 'sav. Brongebouw, Leidschevaar*, 6.15, 9.30'sm. 1.15, 4 45,
7 45 's av. Zondags 6.15,12 30. Botermarkt, 2e Hassel.str., Kaasmarkt6.25, 9.40 's morg.,
1.25, 4.65, 7 55'sav. Zondags 6.25 'sm., 12.40'sav.
Lichting aan het Station: Richting Amsterd. 7.40,10.65,11.20'sm.,12 26*,1.49.2.39*, 5.30*,
5.51', 6.1', 1013" 'sav. Richting Rotterdam 7.28. 'sm., 1226*. 419', 623, 9.8*,
10.13* 's av. Richting den Helder, 5.58, 9.23 'a morg., 12.14", 5.05*, 6.48,9.40" 's av.
De met wordeL Zondags niet gelicht.
Met blijden zin werd 1899 ingetreden.
Uit het Oosten van Europa toch had
eene stemme het menschdom bereikt,
die van Vrede sprak en die stem was
die eens machtigen.
Welke idealen stelde men zich voor,
als zoo alle natiën hun onderlinge veeten
voortaan niet meer zouden smoren in
bloed en tranen, maar zouden samen
werken om die langs minnelijken weg
tet een goed einde te brengen.
En toch was nauwelijks het congres
te 's Gravenhage uiteengegaan of wapen
gekletter werd vei nomen en al de ide
alen vervlogen als rook.
En diezelfde machtige stem die van
Vrede gewaagde voor Europa, dreef
hare inconsequentie zoo ver, dat zjj de
vrijheden van een aanhoorig volk geheel
en al stelde onder den invloed van
■wetten, bestemd voor hel groote volk
des alleenheerschers.
Hoe groot was Rusland, toen het de
stem der menscheljjkheid deed hooren,
hoe klein tegenover Finland.
Oostenrqk zette zijn strijd over ras-
senoverheersching en taalwetten steeds
voort. Het jaar 1900 brenge daar den
binnenlandschen vrede.
Steeds gebukt onder wanbestuur en
iinancieele zorgen, zet Turkije zijn kwij
nend leven voort, zonder hoop op herstel,
slechts beschermd door den ouderlingen
naijver der mogendheden. Het schoone
Turkije verarmt, het volk gaat er gebukt
onder willekeur van de sterkeren. Elke
vonk van zelfstandigheid wordt uitge
doofd. Het volk slaaft in het gareel van
eene -vrannieke regeering.
In Duitschland leven en beweging op
velerlei gebied, voornamelijk op dat van
nijverheid waarin het den Brit naar de
kroon steekt en welke zich weet te
ontwikkelen op een verrassende wijze
onder den machtigen keizer die weet,
wat hij wil.
Een goed onderlegde natie, dank z\j
het voortreffelijk ingericht onderwijs,
weet zich binnen te dringen overal
waar wat te winnen is, al is de wijze
waarop dit geschied niet altijd volgens
onze begrippen van eerlijke concurren
tie. En die natie helpt haar keizer oaa
diens ideaal, een krachtig en machtig
Duitschland, te bereiken. Jammer, dat
de Duitsche politiek jten opzichte van
Zuid Afrika zulk eene wijziging heeft
ondergaan, niet overeenkomstig het
volksgevoelen.
Italië scheen uit te rusten van zijne
regeerings tegenspoeden.
Frankrijk, hoe menigmaal deed het in
1899 van zich spreken en niet altijd
gunstig.
Sedert den winter van 1894 deed de
Republiek, zoo uit den mond van land
zaten als uit dien van het overige
Europa, stemmen hooren die spraken
van gruwelijk onrecht een harer zonen
aangedaan. Telkens en telkens werden
de kreten voor recht en gerechtigheid
scherper en rauwer, telkens deed men
die stemmen zich verliezen onder groote
woorden en holle frazen, vijf jaren
lang, terwijl men het slachtoffer van
rassenhaat en eigenbelang aan de maat
schappij onttrokken hield ^>p een klip
in den oceaan.
Toen vernam men het J'accuse. Een
schok door heel Europa. Beschuldiging,
laster, nijd, alle verkeerde hartstochten
barstten los, tot het langverwachte
woord revisit den banneling, den diep
gefolterden mensch, naar Frankrijk te
rugvoerde. Om daar zijn vrijspraak te
vernemen Neen, dat was beneden de
waardigheid van het leger en niet in
overeenstemming met de politiek van het
verlichte Frankrijk. Nog wacht de ont
slagene op het woord ontchuldig.
Jammerlijke tooneelen van bandeloos
heid zijn sedert in hetzelfde Frankrijk
voorgekomen. Openlijke opstand tegen
wet en plicht, tegenover eene regeering,
die opziet tegen de partijen, wier kracht
men waarschijnlijk overschat.
Ook in Frankrijk geen vrede I
Engeland, aan de spits zich stellende
van de christelijke maatschappij, zich
aanmatigende het recht om anderen de
wet te stellen, ging in zqn christelijk
heid zóóver, dat het een klein, maar
dapper volk een oorlog aandeed, die
daarom zoo schandelijk is, omdat die
werd aangebonden uit winzucht en
eigenbaatdaarom zoo huichelachtig,
omdat men er werkelijk de meening
verspreidt, dat die] noodig voor de
belangen der Afrikaansche maatschap
pij en dus Gode welgevallig is.
Duizenden aan hunne bestemming
onttrokken, honderden gedood, gewond
en verminkt. Slag op slag trof het leger
het einde is niet te overzien. Millioenen
bij millioenen verspild, om het doel te
bereiken, steeds te kort schietend bij
het bewondering wekkend volk, dat
strijdt voor recht en vrijheid en het
hoofd niet laat hangen, als soms de
oorlogskans eens keert. Engeland weten
de wat het wil; Afrika weet, wil en kan.
Onder al die stemmen des tjjds mag
Nederland zich gelukkig noemen.
Geen overheersching als in Rusland,
geen binnenlandsche beroeringen als
Oostenrijk; in scherpe tegenstelling met
Turkqe geloofsvrijheid en volksvooruit
gang; geen pogingen tot ondermijning
van het hoogste gezag als Frankrijk
en tevens niet onder den invloed van
een allesovertreffend meerderheidsgevoel
als Engelandkalm, doch met beraden
ernst de Koloniën besturende en ook
daar trapsgewijze bevorderend datgene,
wat den inlander kan verheffen; allen
vereenigd onder één gematigd bestuur,
dat vooruit wil, zachtjes aan, en dit alles
te zamen verbonden door één band, die
alles omvattende band van onderlinge
waardeering tusscben Vorstin en Volk.
Moge liet immer zoo zijn!
Steeds nog heerscht in het kleine
Nederlatidsche volk een machtige démon,
de drankduivel. Ook in 1899 is het
niet gelukt dien te verslaan, al wijzen
de teekenen der tijden op verbetering
door meerdere samenwerking. Steeds
II nog verspilt onze natie millioenen aan
drinkgewoonten leven, gezondheid en
vrijheid aan het opvolgen van eene natio
nale alcoholmanie.
Wanneer zullen de oogen opengaan
voor het groote kwaad, dat ons en onze
kinderen dagelijks dreigt!
Maar men strijde; worstelen leidt tot
overwinning.
Het kleine Nederlandsche Volk, wat
zou het groot kunnen zijn als het dien
alcohol-smet uit zijne toekomst kon
wegwisschen
Met goeden moed ga men den nieuwen
jaarkring in met de gedachte, dat op
den duur het kwade door het goede
overwonnen wordt.
Hoe meer volksbeschaving, hoe meer
volksgeluk. Men brenge dit waar het
mogelijk is; in het gezin, in de gemeente,
overal doende wat de hand vindt om
te doen. Tegenwerking veroorzake geen
wrevel, maar prikkeleaan tot meerdere
werkzaamheid. Bezwijkt men in den
strijd, toch zal men een goeden strijd
gestreden hebben.
Het gezag, den ouders bjj de wet
toegekend, is een goed beginsel. De
ouders toch zijn aangewezen het kind
op te voeden, tot mensch te maken.
Onder de ouders zijn echter ook
zedelijk zwakken, en wat de maatschap
pij verwachten kan van burgers opge
voed door menschen, die hiertoe totaal
ongeschikt zijn, dit weet ieder, die met
menschen omgaat.
Er gaan stemmen op, om het kind
te beschermen tegen ouders, die het
kind op den verkeerden weg zouden
kunnen voeren. De maatschappij, meent
men, moet het recht hebben, in dat
geval het kind aan het ouderlijk gezag
te onttrekken. Dit kan slechts plaats
hebben, als de wet het veroorlooft en
meer algemeen neemt het gevoelen toe,
dat dan ook zoo'n wet moet tot stand
komen.
Tot algemeene dienstplicht heeft
Nederland het in 1899 nog niet kunnen
brengen, zelfs niet tot algemeene weer-
plicht, doch de afschaffing der plaats-