HAARLEMSCH
Eerste Blad.
No: 10
144
van WOENSDAG 6 Februari 1901.
Nieuwsberichten.
Uitgave van DE ERVEN LOOSJES, Gedempte Oudegracht 88. Drieëntwintigste Jaargang.
TELE PHOONNÜM MER
TELEPHONISCHE VERBINDING
met AMSTERDAM.
ABONNEMENTSPRIJS
Per drie maanden—,25.
franco p. poet —,40.
Afzonderlijke nommers 8 centen per stnk.
Pr|i per Advertentie van 1-5 regels 10.25, elke regel
meer 5 cents, groete letters naar plaatsruimte.
VERSCHIJNT:
Dinsdag- en Vrijdagavond.
Advertenticn worden aangenomen tot DINSDAG en VRIJDAG de» middags ten 12 ure, die alsdan zoo mogelijk nog worden geplaatst.
WETEN EN WERKEN.
De voordracht van Maandag had plaats
door Dr. Bleekrode uit den Haag, het
onderwerp was Vuurmiken.
Het vuurmaken is eigenaardig men-
scheljjk, zelfs het meest ontwikkelde
dier weet zich wel aan vuur te warmen,
maar het onderhouden gaat boven zijne
bevatting.
De fabel leert, dat Promotheus het
vuur van Jupiter uit den hemel stalen
aan de menschen bracht. Zijn strat ont
ging hij niet; Jupiter klonk hem aan
een rots en daar werd zijn dagelijks
aangroeiende lever door een gier uitge
pikt. Zoo hoog stelden zelfs de goden
het vuur; het vuur maakte den mensch
onoverwinnelijk.
De ouderdom van het vuur is niet
te bepalen. Reeds de holbewoners ken
den het.
Bij de Romeinen stond nog achthon
derd voor Chr. de doodstraf op het doen
uitgaan van het vuur in den tempel van
Vesta, wat wel wijst op de moeielijkheid
van nieuw vuur te maken.
Men verkrijgt het vuur langs natuur
kundigen of langs scheikundigen weg.
Op de eerste manier gaat men uit
van de waarheid, dat vernietiging van
beweging warmte veroorzaakt.
Men vertelt van warmte door wrijving
van twee stukken hout. Spreker is het
nimmer gelukt zóó vuur te maken. Op eene
gemakkelijk te begrijpen manier toonde
Spreker echter aan, dat vuur werkelijk
door wrijving kan ontstaan. Dan kan men
nog vuur verkrijgen door vuurslag en
tonder en ook met de in 1830 uitge
vonden vuurpomp, waarbij phosphor in
brand wordt gestoken.
Toen kwamen in behandeling de ma
nieren om vuur te maken langs schei
kundigen weg, na eerst nog te hebben
aangetoond de wijze van werking bjj
de zelfontbranders tot het aansteken
van gas, door middel van een bolletje
van platina, welke metaal de eigenschap
bezit heel veel gas op te slurpen, dan
tot gloeihitte komt en zoo het toestroo-
mende gas ontsteekt.
Volgens den scheikundige is vuur de
warmte, de vrijkomt als twee stoffen
door een daartoe geschikte met elkaar
in verbinding gebracht worden.
Zoo ontstaat vuur als zwavel en ijzer
op ontstekingstemperatuur gebracht zijn.
Suiker en chloorzure potasch met
zwavelzuur in aanraking verbrandt met
een heftigen, blauwen vlam.
Door middel van mooi geslaagde proe
ven werd een en ander duidelijk aan
getoond.
De eerste lucifers bevatten dan ook
suiker en potasch, een houtje met dit
deeg werd gedompeld in een buisje met
zwavelzuur, dus door indompeling. Haar
opvolger was de Promotheus; papier met
suiker en potasch, later de Congréves.
Daarna kwam de phosphor lucifer in
gebruik.
De phosphorus, in 1699 ontdekt, komt
alleen voor in beenderen.
Van de wijze der vervaardiging gaf
Spreker een kort overzicht. Bij verbin
ding met zuurstof geeft zjj lichtver
schijnsels, bij 45° smelt, bij 63° ontbrandt
deze hoogst vergiftige stof, men bewaart
haar in gesloten buizen onder water.
Voor zeventig jaar kostte 1 Kilo f 370,
thans 1.50. Hier volgden weereenige
fraaie phosphorusproeven.
Genaderd tot de lucifers fabrikatie,
besprak Dr. Bleekrode het stokje en
zijne vervaardiging en het deeg voor
het kopje, bestaande uit zeer Bjn ver
deeld glas, lijm en gele phosphor. Deze
industrie heeft aan duizenden arbeiders
leven en gezondheid gekostde fijn ver
deelde phosphor tast het gebeente aan in
de eerste plaats de kaak, wat ten ge
volge heeft gehad het verbod van gebruik
van gele phosphor.
Toch heeft men die bjj de fabrikatie
noodig, doch men heeft haar door inwer
king van licht beroofd van haar doodel jjke
werking. De hierdoor ontstane roode
phosphor is niet vergiftig.
Op het hout wordt vervolgens gebracht
potasch met zand en lijm, op het doosje
de roode phosphor en dan ontstaat door
wrijving het bekende verbrandings
proces.
Natuurlijk worden millioenen lucifers
vervaardigd en hiervoor veel phosphor
gebruikt. Men heeft berekend, dat het
geraamte van een man genoeg phosphor
bevat voor een millioen lucifers.
Resumeerende wees Spreker op den
langen weg door den mensch doorloopen
om van bet wrijven van twee stukken
hout tot den uiterst praktischen lucifer
te geraken.
Drie zaken trekken steeds de aan
dacht bij Dr. Bleekrode'8 voordrachten
Zjjn bjjzoridere gaaf van lastige vraag
punten voor zijn toehoorders bevattelijk
te maken, de meer dan gewoon prak
tische methode gevolgd bij de proeven,
die altijd gelukken, ten derde de eigen
aardige, leuke manier waarop soms per
sonen en omstandigheden met het be
sprokene in verband worden gebracht.
Den aanstaanden Maandag heeft er
geen voordracht plaats, wel Dinsdag.
Alsdan treedt op Dr. P. M. Keller van
Hoorn, van Dordrecht.
Eert te Kamer. Bij de behandeling
van Hoofdst. V der Staatsbegrooting
(Binnenlandsehe Zaken) drong in de zit
ting van Woensdag de heer v. d. Does
de Willebois aan op speciale wettelijke
regeling der pensioneering van de Kom-
missarissen van politie en op betere in
richting van de Veeartsenijschool. De
heer Zinnicq Bergman besprak eenige
jachtbelangen. De heer Michiels van
Kessenich klaagde over de groote kosten
van het onderzoek bij de landbouwsta-
tions, en wensohte gelijkstelling van zui-
velkonsulenten met leeraars. De heer
Vening Meinesz betoogde de wensche-
lijkheid, dat ook niet-raadsleden benoemd
kunnen worden tot ambtenaren van
den burgerlijken stand, en drong aan
op wijziging der krankzinnigen wet. De
heer van Weideren Rengers betreurde
den administratieven omslag, die de
goede bedoeling der Leerplichtwet dreigt
te verijdelen. Hij achtte een afzonder
lijk landbouw-ministerie onnoodig, drong
aan op aanstelling van een zuivel-kon-
sulent te Londen en betreurde het besluit
tot plaatsing van de landbouwvakschool
te Bolsward. De heer Melvill van Lijnden
wenschte uitbreiding der macht van ge
committeerden bjj de eindexamens der
gymnasia, en vroeg of de senaten reeds
gehoord waren in zake het jue promo-
venti aan de bizondere gymnasia. De
heer Breebaart besprak den aankoop
van fokvee in het binnenland. De heer
de Jong achtte een zuivel-kousulent te
Londen onnoodig. De heer Fennema
ontkende, dat het dwaasheid zou zijn
een Rijkszuivelschool te Bolsward te
plaatsen. De heer Bultman besprak eeni
ge landbouwbelangen, en achtte een
afzonderlijk Landbouwministerie vol
strekt noodig. De Min. van Binnenl.
Zaken beantwoordde de verschillende
sprekers.
In de zitting van Donderdag besprak,
bij voortgezette behandeling van Hoofdst.
V, de heer Fransen van de Putte de
kwestie tusschen Delfland en Schieland
in zake de waterverontreiniging. De
Min. sprak de hoop uit, dat die kwestie
spoedig tot eene bevredigende oplossing
zal komen. Na een paar replieken werd
de begrooting van Binnenl. Zaken aan
genomen. Bjj het debat over Hoofdst VII
Marinebetreurde de heer van Alphen
uitstel van den bouw van een pantser
schip en besprak nog eenige andere zaken.
De heer Fransen v. d. Putte verdedigde
de slagschepen in plaats van onze krui
sers, die tal van gebreken. De Min. ver
dedigde het type kruiser, en antwoordde
op eenige andere opgeworpen bedenkin
gen. De heer Roëll, die vroeger de ver
antwoordelijkheid voor de aanvrage der
3 kruisers door de vorige Regeering had
aanvaard, steunde zijn broeder, den Mi
nister. Na Replieken en dupliek van den
Minister werd Hoofdst. VI aangenomen,
evenals de suppletoire begrooting voor
toevoeging van een zeeofficier als adju
dant aan den Prins-Gemaal. Daarna
werden aangenomen Hoofdst. Villi (Fi
nanciën) en Hoofdst. XI (Onvoorziene
uitgaven), nadat de Min. van Fin. tegen
over de heeren Geertsema en Melvil van
Ljjnden had opgemerkt, dat aan het
kadaster geen absolute bewijskracht kan
worden gegeven in zake grensgeschillen,
maar de kaart slechts als bewijsmiddel
kan dienen.
Vrjjdag gaf de Vestingbegrooting aan
leiding tot debat over de stelling Am
sterdam tusschen de heeren Rutgers
van Rozenburg en Bultman en den Mi
nister van Oorlog, waarna zij werd
goedgekeurd. Hoofdst VIII (Oorlog) werd
aangenomen met 28 tegen 3 stemmen,
nadat de Min. en de heer Ralrusen de
oorlogsuitgaven verdedigd hadden en de
heeren Fennema en Alberda van Eken-
stein, die de wenscheljjkheid betoogden
van meer streven naar verwezentljjking
van vreedzame beslechting van geschillen,
waardoor de oorlog met al zijn ver
schrikkingen onnoodig wordt. Bij het
debat over Hoofdst. IX (Waterstaat enz.)
werden door eenige sprekers verschil
lende belangen ter sprak* gebracht. Na
beantwoording door den Minister werd
het Hoofdstuk aangenomen. Aangenomen
werden nog na kort debat de begroo
tingen van Suriname, Curasao en de
Koloniifn, en de wetsontwerpen tot wij
ziging van de regeerings-reglementen
voor Curasao en Suriname.
De lijkstoet van Koningin Victoria,
was samengesteld als volgt:
Muziekkorpsen van de Household Ca
valry openden den stoet, daarachter
volgden detachementen vrijwilligers van
alle wapens, een eskadron Yeomanry en
de koloniale officieren en korpsen die
te Shorncliffe zijn. Dan kwamen deta
chementen van vier regimenten militie
en een infanierie-detacheering van de
Honorable Artillery Company, verder
vertegenwoordigers van het Indische
leger en zes volle compagnieën linie-
troepen, vier compagnieën gardes te
voet, een compagnie genietroepen, een
compagnie vesting-artillerie, een deta
chement veld artillerie met zes kanonnen,
bereden artillerie met zes stukken en
detachementen van honderd man met
drie officieren van de lancier*, de hu
zaren, de dragonders der garde, de
Royal Horse Guards, de beide regimen
ten der lijfwacht benevens zes officieren
met 200 marinetroepen en 300 matrozen.
Onmiddeljjk achter deze troepen reed
lord Roberts, de opperbevelhebber, «na
geven door zijn geheelen staf, allen in
groot uniform, gevolgd door de muziek
korpsen van de garde te voet.
De Earl Marshal, de hertog van Nor
folk, met aides de camp en een escorte
van de Household Cavalry gingen on
middellijk aan de affuit met de kist
vooraf. Aan weerszijden daarvan liepen
stalmeesters en de drie lijfartsen van
de Vorstin.
Koning Edward VII reed vlak achter
het ljjk met den Duitschen keizer aan
zijn rechter-en den hertog van Connaught
aan zijn linkerhand. Zjj waren aan het
hoofd van de vorsten en prinsen die aan
de plechtigheid deelnamen en werden
gevolgd door de rijtuigen, 21 in getal.
Een detachement bereden troepen sloot
den stoet, die ongeveer even lang was als
de weg dien hij moet langs trekken.
Nadat het stoffelijk overschot per
Allersta te Gosport was aangebracht,
bleet het aan boord van dien bodem
gedurende den nacht van Vrijdag op
Zaterdag.
Overvolle treinen voerden inmiddels
nog maar steeds belangstellenden naar
Londen, de drukte niet weinig ver
meerderd, door de aankomst van troepen
die dienst moeten doen.
Alle winkels waren gesloten, geen
courant verscheen er.
Tegen negen uur vertrok de rouwtrein
uit Portsmouth.
Men schatte het aantal personen in
en in den omtrek van Hydepark op
eenige millioenen, allen langs den weg
opgesteld.
De weg is van Wau-Victoria station
af gerekend twee en een halve mijl lang.
De overledene heeft een militair begra
fenis gewenscht; op het Victoria-station
is de lijkkist daarom op een affuit ge
plaatst, en vervolgens als over dekt met
bloemkransen, waaronder ook een zeer
kostbare van onze Koningin.
Tegen half drie kwam de stoet te
Windsor aan. Toen de stoet gereed was
om van het station te vertrekken, wil
den de artilleriepaarden, die voor de
affuit waren gespannen en langen tijd
in den kouden wind hadden gestaan,
niet loopen; welke pogingen men ook
deed, zij waren niet vooruit te krijgen.
De Koning was zichtbaar verstoord;
iedereen vreesde, dat er een ongeluk
zou gebeuren. De Earl Marshall wist
niet wat te doen. Op dat oogenblik
traden eenige matrozen vooruit en boden
hun diensten aan. De paarden werden
vlug afgespannen; de strengen werden
aan elkander geknoopt tot een lange
lijn, de matrozen plaatsten zich op een
rij en trokken zoo de afluit naar de
St. George kapel.
De dienst in de St. George-kapel was
zeer indrukwekkend; h\j had plaats