De mooie praatjes van valsche phi
lanthropic, dat de inljjving van de Re
publieken een weldaad voor de inboor
lingen zal bljjken, maakten op hem
geen indruk.
„Ik vertrouw het goed behandelen
van de inlanders liever toe aan de Boeren
dan aan goudzoekers en Mammon-aan-
bidders", zeide hij.
«Het bestuur van Cecil Rhodes zou
spoedig blanken en kleurlingen zuchtend
het bestuur van President Kruger en
de Regeering der Zuid-Afrikaansche
Republiek doen terugwenschen."
Verleden week bracht een Britsche
colonne onder kolonel Williams een
bezoek aan de Boerenkwartieren in de
buurt van Klerksdorp, in het westen
van Transvaal.
De Boerenmacht was echter ver
dwenen. De vrouwen en kinderen werden
meegenomen, evenals het vee, het voed
sel werd onbruikbaar gemaakt.
In een treffen op den 10en Mei werden
luitenant Edward Lamb en drie man
gedood, zeven man gewond, allen be-
hoorende bjj kolonel Williams colonne.
Het bericht, dat De Wet de Kaap
kolonie is binnengetrokken, is nog niet
bevestigd.
Aan de Natalsche grens moet een
nieuw Afrikaansch contingent gevormd
zjjn, onder bevel van Scheeper. Men
zegt dat deze troep uit 800 man bestaat.
De Times verneemt uit Middelburg,
dat de hoofdmacht der Boeren onder
Botha en Schalk Burger tusschen Caro
lina en Ermelo staat.
De Tïmm correspondent te Pretoria is
wat meer optimistisch geworden; hij
seint dat na de operaties aan de Oli
fantsrivier en de inbezitneming van
Pietersburg de Boeren minder hoopvol
schijnen te zgn.
Laf an verneemt uit -Durban dat een
syndicaat, met een kapitaal van 7 milli-
oen pond sterling, voornemens is een
directe spoorwegverbinding aan te leggen
van Johannesburg naar de kust, waar
langs do reis in 12 uren zou kunnen
worden afgelegd.
Uit de verliezenljjst blijkt dat een
officier en zes man van de geregelde
troepen den 16en Mei bij Uitkomst zijn
gewond.
De Daily Mail wil weten dat zelfs
in het ministerie een partjj is die den
oorlog moede is, niet alleen maar die
van oordeel is dat de Zuidafrikaansche
oorlog Engelands ondergang kan worden
en tot eiken prijs beëindigd moet worden,
geljjk de Daily Mail het uitdrukt: „die
met vreugde een schandelijken vrede
zoude sluiten". Aan het hoofd van deze
dissidenten moet Sir Michael Hiks Beach
de minister van financiën staan.
Van de expeditie, die uit Nederland
is uitgezonden, om de Zaterdag plaats
gehad hebbende zoneclips waar te nemen
te Karang Sago op Sumatra is te Amster
dam het volgende telegram ontvangen:
„Zon tijdens eclips gedeelte bewolkt.
Photografiën corona met verschillende
refractoren en photografiën de spectra
van corona en chrosmospheer met beide
spectografen gelukt.
„Photografiën met prisma camera,
polarisatie warmte en lichtmetingen niet
gelukt. De waarneming der zonsverduis
tering op West Sumatra is een volkomen
succes.
HAARLEM 21 Mei 1901.
Het Spoorwegplan.
Op initiatief van, naar men ons mede
deelde, het Raadslid van de Kamp en
met medewerking van verschillende
Vereenigingen had Maandagavond eene
bijeenkomst plaats van verschillende
belangstellenden in onze Haarlemsche
Spoorwegplannen. Onder de talrijk aan
wezigen merkte men op onzen afge
vaardigde ter Tweede Kamer Jhr. Mr.
F. W. van Styrum en vele, raadsleden.
Dr. Timmer opende de vergadering
met een kort woord, en leidde den spre
ker, den Heer Jhr. Mr. A. J. Ret haan
bjj het zeer talrjjke gehoor in.
Spreker herinnerde aan Prof. Telders,
die zooveel had gedaan om te pogen tot
een oplossing in de lastige spoorweg
kwestie, Deze was zeer zeker de eerste
ook als technicus, die de zaak hier tot hel-1
derheid kon brengen. Doch sedert is
Prof. Telders overleden en dus had
Spreker, als bekend met de geschiedenis
der plannen, zich beschikbaar gesteld.
Hoe zgn de bezwaren ontstaan?
In 1836 is de concessie Spoorweg
Haarlem—Amsterdam verleend met tot
station waar thans de centrale werkplaats
is. Men rekende niet op gr ooten invloed
van het ljjntje. Het Station werd later
verplaatst naar de tegenwoordige plaats;
Jansweg en Kruisweg waren toen nog
geen hartaderen des verkeers, wat dus
ook geen aanleiding gaf tot bezwaar. In
middels had de Spoorweg kradhtig
meegewerkt tot den bloei van Haarlem.
De Spoorweg is dus niet de eenige schul
dige in de tegenwoordige toestanden.
Welke zjjn de bezwaren?
Vóór de uitbreiding der gemeente
ondervond men weinig bezwaren, doch
bij de uitbreiding der stad waren het
eerst de overwegen, het tijdverlies, en het
noorden en zuiden der gemeente staan
niet in geregelde verbinding. Tramwegen
kunnen niet uitgebreid worden. Boven
dien kan Haarlem niet van haar gunstige
gelegenheid van ligging ten opzichte
van het Noordzeekanaal gebruik maken
omdat de spoorwegbrug hierin een belet
sel is. In den beginne liepen er vier trei
nen, thans 127, waardoorde brug bjjna
uitsluitend gesloten is. Ook ontbreekt
de gelegenheid tot lossen en laden bg de
wagons. Goederenstation en Spoorwegha
ven zijn noodig, bestaan die, dan zal de
handel toenemen. Ons station is gevaar
lijk, niemand zal dit ontkennen. In verge
lijking met andere stations zijn wij zeer
ten achter.
Om deze bezwaren op te lossen heeft
men te vergeefs getracht, waartoe de
verhouding tusschen gemeente en Maat
schappij te wenschen ook al in den weg
stond.
Men wilde nu dwingen door last en
moeite aan de Maatschappij te veroorza
ken. Men heeft toen rechtskundig advies
ingewonnen. Met dwang was niets uit
te richten, dus gemeen overleg.
De Raad benoemde een Commissie,
die in contact kwam met de Maatschap
pij. De laatste erkende eenige bezwaren,
maar overigens ontkende zjj de oplossing,
als niet in het belang der Maatschappij
zgnde. Prof Telders werd als technicus
aan de Commissie toegevoegd. Plannen
werden ontworpen. Het plan Telders
kwam tot stand; het maakt nog de kern
uit van het tegenwoordige plan, het zou
kosten f750.000, doch wie zou het
betalen 1 De Maatschappij stelde zich op
het standpunt van zelf te zullen betalen
alles wat geen betrekking had op het
straatverkeer. In 1875 zou de Spoorweg
worden verhoogd, deMaatschappjj eischte
als bijdrage ƒ120.000, dit werd niet
toegestaan. Het plan Telders zou uitge
voerd worden als de gemeente 390.000
bijdroeg. Dit vond men te hoog. Het
plan vond geen gunstig onthaal, het
maakte een slechten indruk, dat de be
handeling anderhalf jaar duurde.
Toch mocht het gelukken van de
Maatschappij later, in 1890, gunstiger
voorwaarden te verkrijgen. Nu werd
250.000 aangeboden.
Voorgesteld werden overwegen over
den spoorweg, het zou kosten ƒ350000
en nog eenige andere viaducten werden
voorgesteld, doch de bezwaren hieraan
verbonden waren voor het vervoer zeer
groot. Een tunnel onder den spoorweg
door werd de kosten niet waardig ge
keurd, onze voetbrug is ook niet af
doende gebleken - bovendien ontsiert
het. Al de plannen hebben gefaald. Toen
heeft de Maatschappij een onzijdig plan
gemaakt. De Jansweg zou gesloten
worden, een verhooging aldaar tot zeven
meter zou verbetering brengende
regeering wilde dit niet, nog een ander
plan ondervond hetzelfde lot.
De tegenwoordige Minister van Han
del en Nijverheid heeft eindelijk het
iniatief genomen tot verbetering, hierbij
gebruik makende van zekere wetsbe
palingen. Voor de ontwikkeling van het
verkeer en de uitoefening van den dienst
heeft de regeering te gelasten, de Maat
schappij heeft er geen genoegen més
te nemen en dan beslist een scheidsrecht.
Het tegenwoordig plan is een gevolg van
gemeen overleg tusschen den Min. en
de Maatschappij. De Minister meende
dat de gemeente tot het tot stand
brengen geldelijk moest bijdragen.
Spreker zette nu het spoorwegplan
uiteen, zooals wij het kennen.
Uithoofde de mogelijkheid van ver
andering in het kabinet was spoed noodig.
Haarlem achtte zich echter met de
plannen niet genoeg geholpen te zijnen:
hierdoor ontstonden eenige wijzigingen
in het plan, welke door Spreker als nood-1
zakelijk werden geacht.
B. en W. van Haarlem hebben daarop
zich in betrekking gesteld met de Maat
schappij, doch daar al de verbeteringen
Haarlemsche belangen zijn, moest er toe
werd bijgedragen, d.w.z. de verbeteringen
door Haarlem gewenscht moeten door
Haarlem betaald worden. De Maatsch.
heeft behoefte aan uitbreiding van de
Centrale werkplaatsen, zjj wenscht hier
toe gemeentegrond, thans in erfpacht,
waar door de kosten worden terugge
bracht op ongeveer 300.000.
Haarlem komt ten opzichte van den
handel in gunstigen toestand door den
aanleg van spoorweghavens.
Spreker resumeert: Er zijn nadeelen,
er zgn voordeelen, de laatsten overtreffen
de eersten. De ontsiering zal big ken van
minder belang zgn.
De financieele bezwaren zijn van niet
geringen aard, doch tot het verkrijgen
van een goeden toestand hehoort men toe
te tasten, ook omdat het huidige plan
het goedkoopste is. Haarlem zal dan ook
hebben medegewerkt tot de meerdere
veiligheid. Ons marktwezen, onze scheep
vaart zal opbloéien. Als deze plannen
worden verworpen, bestaat er kans dat
men in veel minder gunstige conditie
komt. Zeer zeker zullen Haarlem niet
weer zulke gunstige omstandigheden
aangeboden worden. Spreker hoopt dat
in den Raad genoeg mannen zijn van
zulk een vooruitzienden blik dat zij ook
den dank van hel nageslacht zullen
inoogsten. Applaus.
Van de gelegenheid tot het verkrijgen
van inlichtingen maakt de heer de Braai
gebruik, vroeg hoe deSpreker denkt over
het goederenstation in verband met de
wenschen der Haarlemsche nijverheid.
De Heer Raas wenscht nog iets te we
ten in verband met de bijdragen. Den
Heer de Braai antwoordende, zeide
Spreker, dat die plaats gekozen was
aan de zuidzjjde omdat elders geen
genoegzame ruimte was voor rangeer
terrein. De Maatschappij zal zeker het
noodige doen om handel en industrie i
terwille te zijn.
Aan den heer Raas antwoordde Spre
ker vervolgens. De vraag is of Haarlem
niet gedwongen is zich opofferingen te
getroosten, als zijnde in het belang der
gemeente. Tasten wjj nu niet toe, dan
blijft de toestand zoo als zij is, wie
weet voor hoe lang.
Dr. Timmer bracht ten slotte dank
aan den geachten Spreker voor de hel
dere uiteenzetting der feiten en hoopt
dat een cordaat minister en een cordate
Raad zullen samenwerken tot het uit
voeren van een cordaat plan.
Muziek.
In November van het vorig jaar werd
alhier door den heer Joh. Steenman een
Orkest opgericht, bestaande uit dames
en heeren die reeds eenigszins gevorderd
waren in het vioolspel. Zaterdagavond
gaf dit Orkest een Concert in het Bron
gebouw ten bate van de Vereeniging
«Weldadigheid naar Vermogen". Met
bijzonder genoegen hebben wij de uit
voering bijgewoond en waren niet weinig
verrast over het gehalte der voordrachten
en over de resultaten, door den heer
Joh. Steenman in korten tjjd verkregen.
De meeste der medewerkende dilettan
ten hebben blijkbaar al veel muziek
gemaakt, anders zou het Orkest zoo niet
voor den dag hebben kunnen komen.
Mocht de heer Steen man derhalve bij
den aanvang het pad reeds voor een
deel geëffend vinden, toch bleef er heel
wat te doen over om te komen tot een
ensemble, zoo sluitend en correct, zoo
muzikaal en goed verzorgd. Zijne veel
zijdige ontwikkeling als musicus, zijn
goeden smaak en kunstzin hebben in
dezen kring verrassend veel gedaan, en
geven tevens den waarborg dat de
nieuwe muziekvereeniging zich verder
in hel rechte spoor zal blijven voort
bewegen. Zij worde daarom met een
hartelijk welkom begroet.
Het programma van Zaterdag gaf de
volgende werken. Sinfonie Militair van
Jos. Haydn, üejre Kati (viool-solo met
orkest) van Jenö Hubav, Jubel-Ouverture
van C. M. von Weber, Cornelius Marsch
van F. Mendelssohn, Lohenyrin-Fantasic
van R. Wagner—Schreiner, Hochzeits
Marsch van F. Mendelssohn,
Van al deze spande nummer een de
kroon. Recht keurig werd de Sinfonie
gespeeld; mooi genuanceerd, duidelijk
in de verschillende bewegingen, met
zuivere stemming, kortom met al de
goede hoedanigheden, welke noodig zgn
om aan deze ongekunstelde, liefelijke
muziek recht te doen wedervaren. De
omstandigheid dat bij Haydn aan hout
en koper een bescheiden plaats wordt
toebedeeld maken zjjne sinfonieën ook
om deze redenen voor een Orkest, waarbij
het ontbrekende door piano's wordt
aangevuld, wel het meest geschikt.
Bjj No. 2 ontbrak door ongesteldheid
de Soliste welke op het programma was
aangegeven. Nu werd de viool solo door
den heer Steenman zelf gespeeld, natuur
lijk heel mooi, toch bleef de verandering
een teleurstelling, juist omdat de Dames
in dit Orkest zoo flink meedoen en het
geheel zoo sympathiek maken. Ovef de
andere werken behoeven wjj verder «iet
uit te weiden. Genoeg zjj het, te ver
melden, dat ze met aandacht werden
gevolgd en in alle opzichten de belang
stelling waard waren. Met voldoening
mag het Orkest derhalve op de uitvoe
ring terug zien; met voldoening ook,
omdat zjj iets heeft bijgedragen tot
leniging van den nood der armen. De
kunst in dienst der weldadigheid heeft
dubbele waarde.
B.
Vrijdagavond vergaderden de Kies
verenigingen „Haarlem", «Burger
plicht",de R -Katholieke Kiesvereeniging
en de Anti revolution. Kiesvereeniging,
tot het stellen van candidaten voor de
aanstaande Gemeenteraadsverkiezing.
De drie laatstgenoemde Vereenigingen
werken naar men weet met de
Christ.-Hist. Kiesvereeniging samen;
«Haarlem" kon ten slotte zich niet ge
heel daarbjj aansluiten.
Tot candidaten der combinatie zjjn
thans gekozen
'Voor district I
H. F, van Thiel, (aftr.).
J. Sabelis, (aftr.).
Ed. de Lanoy (aftr.).
A. C'. Laane, (nieuwe zetel).
Voor district II:
Ih. G. Schumann, (aftr.).
W. van Linden 7of,(vacature-Zlr Breuk).
J. B. Lasschuit, (vacature-Waller).
G. L. van Lennep, (aftr.).
Mr. C. M. llasch, (nieuwe zetel).
Voor district III:
M. de Braai, (aftr.).
J. J. F. Beynes (aftr.).
J, J. v. Schuylenbury (vacature Cnoop
Koopmans)
J. Leupen, (aftr.).
De Kiesvereeniging „Haarlem" can-
dideerde
voor district 1
11, F. van Thiel (aftr.).
J. Sabelts (aftr.).
Ed. de Lanoy (aftr.).
A. C. Laane (nieuwe zetel) dus Ai-
zelfden als gesteld door de combinatie.
Voor district II:
Th. G. Schürmann (aftr.).
Joh. de Breuk (aftr.).
G. L. Lennep (aftr.)
Mr. Jok. Spoor (vacature Waller).
Dr. J. A. Lodeicijks (nieuwe zetel).
Alleen de heeren Schürmann en Van
Lennep zijn ook door anderen gesteld.
Voor district III:
Vincent Loosies (vacature Cnoop Koop-
mans).
J. J. van Schuylenbury (vacature De
Braai.
J. J. F. Beynes (aftr.).
J. Leupen (aftr.).
Bij de firma H. D. Tjeenk Wil
link en Zoon alhier is verschenen de
vierde druk van de „Gids voor Haarlem
en Omstreken."
De derde druk was van 1896; van
de vele veranderingen en verfraaiingen
sedert dien tijd is goed nota genomen.
Behalve de noodige inlichtingen van
allerlei aard bevat de «Gids" twee en
dertig meestal goed geslaagde illustraties
en zes tameljjk uitvoerige wandelkaar-
ten waarvan de duidelijkheid niets te
wenschen overlaat. Verder bevat het
boekje een goeden plattegrond der ge
meente Haarlem, zoover wjj kunnen
nagaan tot op heden bijgewerkt, welke
plattegrond ook afzonderlijk verkrijg
baar is.