HAARLEMSCH Eerste Blad. >0 96 144 van WOENSDAG 4 December 1901. N ieuwsberichten. Uitgave van DE ER VEIS LÜOSJES, Gedempte Oudegracht 88. Drieëntwintigste .laargang. tï|lephoonnum>i;er telephonische verbinding met AMSTERDAM. ABONNEMENTSPRIJS Per drie maanden —,25. franco p. post—,40. Afzonderlijke nommers 3 centen per stuk. PrQa per Advertentie van 1-5 regels f 0.25, elke regel meer 5 cents, groote letters naar plaatsruimte. VERSCHIJNT Dinsdag- en Vrijdagavond Advertentien worden aangenomen tot DINSDAG en VRIJDAG des middags ten 12 ure, die alsdan too mogelijk rwg worden geplaatst. Tweede Kamer. In de zitting van Woensdag werden, bij de voortgezette behandeling van delndiesche Begrooting, besproken door de heer van Limburg Styrum de positieregeling der personen belast met de voorziening in de gods dienstige behoeften van militairen en van mingegoede Christenen, ten opzichte van wie de Min. eene milde regeling voorstaat; door den heer van Kol de ondersteuning van inlandsche armen; door den heer van Bylandt de wensche- lijkheid van subsidie aan de mediesche zending te Djokjocarta. De heer van Kol drong aan op krachtige bestrijding der malaria, oprichting van een sanato rium verbetering van de verpleging van krankzinnigen en vermeerdering van verloskundige hulp. Verschillende dier wenschen beloofde de Min. te zullen overwegen. Aan den heer Fock, die spoedige invoering der Mijnwet verzocht, antwoordde de Min., dat hg, met mach tiging van de Koningin, uit Nederland naar Indië een ambtenaar, geheel in gewijd in de mijnwetgeving, zal uitzenden ter bespoediging van de uitvoering daar te lande. Nog bepleitte de heer van Kol het maken van een vast plan voor irrigatie. Hij wenscht deor eene leenirg voor die werken het toekomstige ge slacht in de kosten te doen mede be talen en acht bet tjjdstip gunstig met het oog op een aanstaande reorganizatie van het waterschaps bestuur. De heer Conrad herinnerde dat in het Ingenieurs- Instituut de meerderheid algemeen het irrigatie plan niet gunstig gezind was. Ook de Min. verklaarde zich met den Gouv.-Gen. meer voor irrigatie-afdee- lingen. De heer van Kol repliceerde. De heer Tydeman bracht onder 's Ministers aandacht het groote belang van eene rechtstreeksche telegrafiesche gemeen schap tusschen het Moederland en de Koloniën. De Min. deelde mede, dat voorbereid wordt een voorstel van een van vreemde mogendheden onafhanke lijke telegraaflijn naar Indië. De heer Schaper bracht ter sprake de z.i. recht matige grieven van het personeel der Indiesche Spoorwegmaatschappij en drong vooral aan op tegemoetkoming aan het verzoek tot verbetering der pen sioensregeling. De Min. beloofde aan gaande verschillende klachten een onder zoek te zullen instellen. Bij de afd. Oorlog achtte de heer Melchers de ter dood brenging van een fuzelier wegens insubordinatie veel te streng tegenover geljjke feiten, waarvoor gratie werd verleend. Barbaarsch en onchristelijk noemde spreker het, zich op deze wijze van een slecht soldaat te ontdoen. De heer van Kol kwam op tegen onnoodige geldvermorsing aan de verdedigings werken, waar tegen hjj een am. dacht voor te stellen. De heer Verhey betoogde de Nederland in de militaire uitgaven van Indië behoort bjj te vragen wegens het belang van de Kolonieën voor het Moederland, evenals het ook gedeeltelijk de Atjeh oorlogsuitgaven moest dragen. De heer ldenburg besprak het betrekke lijk drankmisbruik in het Indiesch leger, de noodzakelijkheid van fourrage-indem- niteiten en het defensie-vraagstuk. De heer Rink vroeg inlichting in de bekende zaak van den gewezen 1ste luit. Bos, en wilde weten, of aan het votum der Kamer gevolg was gegeven, en of deze Reg. bereid was dat te doen. De heer Duimaer van Twist liet een krachtig protest hooren tegen de rede van den heer Melchers in zake het voltrekken van de doodstraf aan den fuselier Cle- veringa. De Min. van Kol. wees er op, dat volgens ds lechterljjke autoriteiten geen gratie behoorde verleend te worden, zoodat in geen geval het woord „moord" te verdedigen is. De Gouv.-Generaal is bereid den luitenant Bos te plaatsen in eene burgerlijke betrekking, als er zoo een open komt. Ook op andere ge maakte opmerkingen antwoordde de Minister. De heer Melchers verzekerde, dot hij zich geen vrees liet aanjagen door het militaire optredeh van den heer Duimaer van Twist. De heeren van Kol en ldenburg repliceerden. De heer van der Zwaag kwam op tegen de bewering, dat de schuld van Cleveringa's dood zou zijn de antimilitairistiesche propaganda van de socialisten. De heer Ter Laan betoogde, dat niet alleen in de canline, maar ook daar buiten de Reg. geen drank moet verschaffen. In de avondzitting kwamen amende menten aan de ordevan den heer van Kol c.s. tot vermindering met/498.000 voor voortzetting van den aanleg van defentiewerken te Soerabaja en te Ba tavia van een heer Focker tot vermin dering met 73.000en van den heer Ketelaar tot vermindering met/17.500 voor de verwapening van de mobiele artellerie, welk laatste am. voorloopig door den heer Fokker werdovergenomen. De heer van Vlgmen stelde de noodza kelijkheid van moderne kanonnen in het licht. De min. van Kol. wees erop,dat de aangevraagde gelden enkel dienen voor noodzakelijke versterking. De heer Verhey konstateerde dat de aanschaffing van kanonnen nu nog niet aan de orde was. De Min. van Kol. zou zeer betreuren als niet een laatsten termjjn op de begrooting werd'gebracht voor de wer ken ter verdediging van Batavia. Over tuigd van de volkomen doelloosheid wilen de heer van Kol. en zijn medevoorstellers geen cent meer voor die werken toestaan. De heer Fokker handhaafde zijn amen dement. De heer van Vlgmen volhardde bij zijne bestrijding van de amendemen ten; Namens de Komm. van Rapp. werden ze bestreden door den heer van Alphen. De f 90.000 voor reorganizatie der berg- en veldbatterjjen werd aange nomen met 58 tegen '20 stemmen. Het am. van Kol werd verworpen met 71 tegen 7 stemmendat van den heer Fokker werd verworpen met 54 tegen 22 stemmen. Art. 104 geneeskuniigedienst gaf [aanleiding tot eenige opmerkingen van den heer van Limburg Stirum, waarop door den Minister werd geant woord. De Heer van Kol (art. 105 militaire gevangenissen) wees op het ver keerde van het strafstelsel. De Min. zeide overweging toe. De heer van Vlijmen besprak de te nemen proef tot vorming eener legerrezerve in Ned. Indië. Bij de afd. marine liet de heer Verhey eenige belangrijke opmerkingen hooren welke door den Min. werden beantwoord. Hoofdstuk II. {uitgaven in Indië) werd zonder stemming aangenomen. Daarna was aan de orde Hoofdst. I. {uitgaven in Nederland). Bjj art. 19 {keuring van voedingsmiddelen) ontspon zich eendebat tusschen den heer van Helsdingen en den Min. Eerstgenoemde bepleitte de belan gen van de werklieden van het Koloniaal etablisement te Amsterdam. De Min. bestreed hem, maar eindigde toch met te verzekeren, dat er voor den Minister geen enkeie reden bestaat om niet te gemoet te komen aan billijke wenschen. De heer Verhey, na eerst het am. Ke telaar tot vermindering met 2 ton voor de verwapening der mobiele artillerie te hebben overgenomen, trok het weder in na bestrijding door den Min. en door den heer van Alphen, namens de Kommissie. Bg art. 56 {materieel der zeemacht) hand haafde de heer van Kol zgn am. om geen gelden uit te trekken voor een stoomschip voor Nieuw Guineu, en den post te verminderen met 180.000. De heer Cremer bestreed het, en de voor steller repliceerde, maar eindigde toch met zijn am. in te trekken. Hoofdst. I. {uitgaven in Indië) werd zonder stemming goedgekeurd. Hierna kwamen in behan deling Hoofdst. II. {middelen in Indië). Na eenig debat tusschen de heeren van Bijlandt, ldenburg en van der Zwaag en den Minister over de opiumpacht, werden Hoofdst. I. en II. der middelen zonder stemming aangenomen. Het wets ontwerp tot afschaffing van de uitvoer rechten op indigo en koffie js stilzwijgend goedgekeurd. Vrijdag behandeling der staats begrooting. Als men de Engelsche berichten mag gelooven, dan zouden er nu niet meer dan een kleine tienduizend Boeren in het veld zijn, waarvan vijftienhonderd in Kaapkolonie, die niet goed kunnen be sluiten tot verzamelen. Verder zouden Kitcheners troepen voor het grootste deel blokhuizendienst moeten doen, ter wijl ook nog de hospitalen honderden manschappen bevatten. De Engelsche regeering wenscht, dat de Boeren om vrede zullen vragen, de voorwaarden natuurlijk door haar te stellen en dezen zouden dan geen onaf hankelijkheid bedoelen, zooals de Boeren willen. Eigenaardig, dat de ministers in deze niet overeenstemmen. De eene wil afhankelijke Boeren, de andere wil later een soort van vertegenwoardiging toe staan. In eene redevoering tot zijn kiezers heeft het Engelsche parlementslid La- bouchère ook over den oorlog gesproken, aantoonende, dat daaraan ten grondslag lag een kapitalistisch drijven, alsmede dat de oorlog voorkomen had kunnen worden, als men gevel g had gegeven aan Krugers arbitrage voorstelderhalve lag de schuld aan Engeland. Verder stelde hij in het licht, dat de wijze waarop de oorlog werd gevoerd slechts dood en verderf ten doel had. Ook over de con centratiekampen was Labouchére slecht te spreken. Ten slotte ging Labouchére de oor logskosten na; vele levens zijn opge offerd, 200 millioen pond zijn uitgegeven, ons crediet in het buitenland is met 20 pCt. gedaald, onze markten zijn ingeno men door onze concurrenten; tot twee maal hadden wjj een eervollen vrede kunnen sluiten, doch wg hebben beide malen geweigerd. Labouchére verklaarde zich aan de zjjde van sir Henry Camp- bell-Bannerman te scharen, die den Boeren een autanomie en onafhankelijk heid wilde geven geluk aan die van Canada; de oorlog zou daarmee geëin digd zgn en men zou geen sterke gar nizoenen in ZuidAfrika hebben te hand haven. Ten westen van Middelburg hebben Boeren getracht den spoorweg over te steken, doch werden teruggedreven. Zaterdag 30 November is het juist een jaar geleden, dat lord Kitchener tot opperbevelhebber van het leger in Zuid Afrika werd benoemd ter vervanging van lord Roberts, die naar Engeland was geroepen om als opperbevelhebber over het geheele Engelsche leger op te treden. Vroeger was het gewoonte zulk een verjaardag door een overwinnigsbulletin vergezeld te laten gaan. Naar bericht wordt, zouden verschil lende commando's in de Kaapkolonie kort achterna gezet worden en zouden zij de bosschen in vluchten. Gideon Joubert is gevangen genomen, doch hij was zeer gewond. De Engelschen hebben dus niet veel aan hem, m.a.w. een geduchte vijand hebben zij niet in hem. Hij heeft het echter vroeger den Engelschen zuur genoeg gemaakt, o.a. bij Vlakfontein. Brazilië heeft het nu twaalf jaar met de republiek beproefd, na zijn keizerlijke regeering op zij gezet te hebben. Velen moeten nu naar een keizer uit het huis van Braganza terug verlangen. De re- publiekeinsche regeering is er meer en meer in verachting gekomen en nu spreekt men van plannen om van uit Lissabon in deze eene beweging uit te lokken. In de dokken te Londen heeft de ge zondheidsdienst aldaar in de laatste maanden een verdelgingstocht gehouden tegen de ratten, als voorbehoedmiddel tegen de pest. In de laatste week van October waren aldus reeds meer dan 75,000 ratten gedood. Volgens een Reuterbericht zou mej. Stone, de Amerikaansche zendelinge, die nog altgd door Bulgaarsche roovers werd gevangen gehouden met vooruitzicht op een hoog losgeld, thans bezweken zgn tengevolge van ontberingen. Nader be vestigd is het echter nog niet. Het bericht omtrent den dood van Miss Stone wordt thans echter tegen gesproken. Te Noordgouwe bg Zierikzee zal men proeven nemen met het kweeken van bloembollen. Er zijn reeds eenige bedden tulpenbollen uitgeplant. Mocht het blij ken dat de grond voor deze cultunr geschikt is, dan zal de teelt het volgend jaar op groote schaal worden uitgeoefend. Mogen bij al die proefnemingen de Haarlemsche bloembollen hun roem blijven behouden! Wijlen Zijne Hoogheid Prins Herr mann van Saksen Weimar heeft bjj uiterste wilsbeschikking bepaald, dat het levensgroot portret in olieverf van zijn vader, Hertog Bernhard van Saksen Weimar, in leven generaal van het Ne- derlandsche leger, benevens diens ge- neraalssteek, epauletten en sjerp, aan het Rijks-museum te Amsterdam zullen worden geschonken.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlemsch Advertentieblad | 1901 | | pagina 1