Nieuwsberichten.
dracht en de nieuwheid van het onder
werp in aanmerking genomen.
Hoewel het reeds vrij laat was, ver
langde men nog meer. Spreker voldeed
aan dien wensch door voor te dragen
het luimige stukje van Falkland, getiteld
Een angstige avond. Het welgemeende
applaus moge den Heer Goteling Vinnis
een bewijs zijn, hoezeer zgne voordrach
ten in Welen en Werken worden op
prijs gesteld.
De volgende spreekbeurt wordt ver
vuld door den Heer C. Kuhn.
Tweede Kamer. Maandag was aan
de orde Hoofdst. IV. Justitieder Staats-
begrooting. Bij het algemeen debat uitte
de heer Marchant de verwachting, dat
deze Minister, krachtens zijn verleden
en zijn karakter zich niet op een ge
prononceerd partijstandpunt zal plaatsen.
Met aandrang gaf hij in overweging
partieele herziening van het Wetboek
van Strafrecht betredende de preven
tieve hechtenis, welke aangelegenheid
urgent is. Ook drong Spreker aan op
wijziging in de wetgeving op naamlooze
vennootschappen en op regeling van den
rechtstoestand der gehuwde vrouw en
natuurlijk kinderen. De heer Hugenholtz
kenmerkte het Kabinet op politiek-
ekonomiesch en theologiesch gebied als
ultra konsei vatief en reaktionair en
beschouwde onze rechtspraak als be
schermster der bezittende klassen. Hij
drong krachtig aan op afschaffing van
het celsysteem. In plaats daarvan
wenschte hij voor gelegenheids-misdadi
gers voorwaardelijke veroordeeling en
voor beroeps- of gewoonte misdadigers
het Elmira systeem, gebazeerd op on
bepaalde vonnissen ter verbetering van
misdadigers. De heer Willinge huldigde
den praktieschen geest van den Minister
en betoogde de urgentie van een her
ziening van het Wetboek van Strafrecht
en Strafvordering. Door den heer de
Ridder werd aangedrongen op stuiting
der propaganda van het nieuw-Malthu-
sianisme, en het stelsel van voorwaarde
lijke veroordeeling bestreden. De heer
Duimaer van Twist besprak misbruiken,
die scheepsbevrachters in praktijk bren
gen bij hun onderhandelingen met
schippers.
In de avondzitting besprak de heer
Fokker nader de regeling van den
rechtstoestand der ambtenaren. De heer
Lueasse vertrouwt, dat deze Min. over
eenkomstig de verklaring in deTroonrede,
zal voortbouwen op de Christelijke be
ginselen. Hjj juicht regeling der admi
nistratieve rechtspraak toe, en wenscht
spoedige bekendmaking van het tijdstip
van invoering der Kinderwetten. Met
genoegen heeft Spreker gezien, dat gelet
zal worden op de bescherming van het
zedelijk karakter van het openbaar volks
leven. Hij wenscht, dat zal gestreden
worden tegen huizen van ontucht en
tegen het Nieuw-Malthusianisme, en dat
de Min. zijn aandacht zal blijven wijden
aan het onderzoek naar het vaderschap.
Regeling van het notariaat acht hjj zeer
wenschelijk, en met warmte bepleitte
hij de wederinvoering van de doodstraf.
De heer Merckelbach, herziening van
het Notariaat besprekende, verklaarde
zich tegen het vrije notariaat. De heer
Ketelaar besprak de kwestie der loterijen
en de oneerlijke konkurrentie. De heer
Rink schaart zich aan de zijde der leden,
die met vertrouwen het optreden van
den Min. te gemoet zien. Drie punten
noemde hij, waarvan de regeling, zoo
al niet urgent, in allen gevalle zeer
wenschelijk is: de voorwaardelijke ver
oordeeling, de beteugeling van dieren
mishandeling en de binnenlandsche geld-
verloting. De heer Verhey betreurt het,
dat deze Min. opnieuw de herziening
van het militair strafrecht op den achter
grond heeft geschoven. De heer de Stuers
besprak de „Balye van Utrecht", eene
ridderlijke orde, die ontaard is in een
instelling tot bedeeling van niet onver
mogenden. Tot verbetering kunnen twee
wegen worden ingeslagenopheffing
van de wet van 1815, of een K. B.
waarbij slechts het honorofiek der Orde
gehandhaafd blijft, en de geldsommen
tot liefdadige doeleinden, worden besteed.
De heer Helsdingen verlangt wijziging
van de Wet op Vereenigtng en Vergade
ring. De heer van Raalte hoopt, dat
het den Min. gegeven moge zijn, aan de
tot standkoming der administratieve
rechtspraak zijn naam te verbinden. De
heer Sa-se van IJsselt bracht een en
ander betreffende de militaire rechtspraak
ter sprake. De heer Roëll had met groote
waardeering kennis genomen van de
voornemens der Reg. betreffende de
administratieve rechtspraak, en gaf ten
dien aanzien eenige behartigenswaardige
wenken. De heer Schaper vroeg den Min.
of hij van plan is om in de regeling
van het arbeidskontrakt op te nemen
de bepaling, dat geen kontrakt geldig
is, waarin niet bepalingen omtrent den
arbeidsduur zijn opgenomen. De heer
de Savornin Lohman" is het met den
Min. eens, dat er geen reden bestaat,
om af te wijken van de bestaande be
palingen omtrent de oplegging van straf
fen. Hij hoopt, dat ten spoedigste door
dezen Minister weèr worde ingediend
als wetsontwerp omtrent het onderzoek
vun het vaderschap. Spreker roemde
den goeden geest, die onder de politie
bestaat. Hervorming van ons politiewezen
geprard met traktementsverhooging
acht hij echtee zeer urgent.
In de zitting van Dinsdag was eerst
aan de orde het opmaken van een voor
dracht voor Raadsheer in den Hoogen
Raad. Als eerste kandidaat werd gekozen
Jhr. Mr. W. H. de Savornin Lohman,
rechter ta 's Graven hage, met 44
stemmen; de heer Mr. H. Binnerts,
vize-prezident van het Gerechtshof te
Leeuwarden, kreeg er 28. Tweede en
derde kandidaat werden de heeren Mr. i
v. Iddekinge, prez. der Rechtbank te
Groningen, en Mr. Nelissen, rechter te
Breda. Daarna werd het algemeen debat
over Hoofdst. IV voortgezet. De Min.
van Just., de verschillende sprekers be
antwoordende, verklaarde zich solidair
met de beginselen van het Kabinet. Hjj
zou geen partijbelangen, maar het
algemeen Land-belang voorstaan. Bij
zijn werkplan staan op den voorgrond
regeling van de raden beroep „Onge
vallenwet, Strafwetherziening en uit
voering der Kinderwetten". Hij is tegen
toelating van debat bij openluchtmeetings
zonder vergunning van de burgemeesters.
Van hem is geen regeling van den
rechtstoestand der vrouw en afschaffing
van militaire rechtspleging in vredestijd
te wachten. Hij is principieel voor rege
ling van het onderzoek naar het vader
schap en van den rechtstoestand van
natuurlijke kinderen, zonder afbreuk te
doen aan het familie leven. Met voor
waardelijke veroordeeling dient een proef
te worden genomen, met verwijzing van
verkeerdheden. De Min. verklaarde zich
tegen wederinvoering van de doodstraf.
Gratie voor de Gebr. Hogerhuis kan de
Min. niet bevorderen. Op verschillende
andere punten beloofde hjj onderzoek;
ook de kwestie van de Balye van Utrecht.
Het K. B. is voor wijziging vatbaar,
maar de mogelijkheid van opheffing
staat bij den Min. niet vast. Na replieken
werd het algemeen debat gesloten. Bjj
de onderdeelen beloofde de Min. aan
den heer van Raalte ernstige overweging
van traktementsverhooging voor het
personeel bij de rechtbanken te Rotter
dam en Amsterdam. Aan de heeren de
Ridder en de Waal Malefjjt kon de Min.,
die instemde met het denkbeeld van
periodieke traktementsverhooging voor
de Rjj ksveldwacht, thans niet toezeggen
een algemeene regeling voor het ver
schaffen van dienstwoningen aan de
Rijksveldwacht. Voorts beloofde de Min.
nog overweging tot verbetering van de
toestanden der gevangenbewaarders en
aan den heer Melchers verzekerde hij,
dat over de tegenwoordige dienstregeling
der bewaarders in de gevangenis te
Leeuwarden niet geklaagd wordt. Nadat
de heer Ketelaar vergoeding van woning-
huur gevraagd had voor het onderwijzend
personeel in de strafgevangenissen, de
heer Bolsius de plaatsing van nog niet
veroordeelden in afzonderlijke vertrekken
verdedigd had, en de Minister geant
woord had, spraken de heeren Roessingh,
Goeman Borgesius, Sasse van IJsselt en
van Bjjlandt een zeer af keurend oordeel
uit over de Rijkswerkinrichtingen. De
Min. verklaarde niet te begrijpen, waar
om de heer Goeman Borgesius tijdens
zijn ministerschap zijn ambtgenooten
niet heeft kunnen overhalen om ver
beteringen aan te brengen, waarop de
heer Borgesius antwoordde, dat hjj pas
onlangs studie van de zaak had gemaakt.
Hoofdstuk IV werd zonder hoofdelijke
stemming aangenomen.
In de zitting van Woensdag werd
eerst behandeld het wetsontwerp be
treffende de overbrenging van Landbouw
naar het Dep. van Waterstaat enz. en
van Arbeid naar Binnenl. Zaken. De
heer Bos betoogde de noodzakelijkheid
van een afzonderlijk landbouw departe
ment, te meer noodzakelijk bij de toe
nemende administratieve overlading van
het Ministerie van Waterstaat enz. De
heer van Styrum opperde staatrechte-
ljjke bedenkingen tegen de uitdrukking
in de stukken, dat de Staten Generaal
moeten beslissen, of zjj de Kroon in
deze ter wille zullen zijn. DeheerLely
keurde af, dat de Veiligheidswet met de
Hinderwet niet naar de arbeidsafdeeling
werd gebracht. De heer de Boer oordeelde
een landbouwdepartement nadeelig voor
den landbouw. De heer Talma juichte
toe scheiding tnsschen de op de centra
lisatie gebazeerde Hinderwet en de op
centralisatie gebazeerde Veiligheidswet.
De Min. van Binnenl. Zaken verdedigde
het ontwerp tegen de geopperde be
zwaren. Hij oordeelde de tijdsomstandig
heden bij de Kabinetsformatie ongunstig
voor eene reorganisatie van den Land
bouw door oprichting van een afzonder
lijk departement. Hij ontkende, dat hij
inkonstutioneel zou hebben gesproken
en verdedigde de scheiding van A rbeids-
enVeiligheidswetten op grond van historie
en doel. Na replieken werd het ontwerp
zonder stemming aangenomen. Daarna
werd in hehandeling genomen Hoofdst.
V der Staatsbegrooting Binnenl. Zaken),
waarover geen algemeen debat werd
gevoerd. De heer van Wijck betoogde
het nadeel van een dranknoodwet voor
de vergunninghouders. Hij verwachtte
van den Min. eene betere regeling van
de Drankwet, waarbij het billijkheids
gevoel wordt geëerbiedigd en bevredigd.
De heer de Ras bepleitte lotsverbetering
voor de provinciale ambtenaren. De heer
van Wichers wees op pensionneering van
gemeente-ambtenaren, hunne weduwen
en weezen. De heer de Stuers konsta-
teerde, dat de eerlijkheid en waardigheid
eischen, dat indien Amsterdam haar oud
Raadhuis terug vraagt, dit zal worden
teruggegeven, en het in 1813 gegeven
eerewoord om een passend verblijf, voor
de Soevereinen in te lichten, zal worden
ingelost. De heer Luctssen wenschte
burgemeesters bij voorkeur uit de in
gezetenen te zien benoemd. De heer van
der Zwaag beaamde dit en drong aan op
hooger bezoldiging van de ambtenareu
ter gemeente-sekretarie. De heer Heems
kerk bepleitte herziening der Gemeente
wet ten aanzien van de inrichting der
gemeentebegrootingen, en aan een ander
ambtenaar bevoegdheid worde verleend,
voor den burgemeester stukken te teeke
nen. Bjj het verder debat vroegen de
heeren Mutsaers en Fokker traktements
verhooging voor de provinciale ambte
naren, en vroeg de heer van de Velde
periodieke verhooging van de traktemen
ten der burgemeesters en sekretarissen,
samensmelting van vergunningen bij
drankwetsherziening en lotsverbetering
voor politieambtenaren. De Min. behield
zich over de Amsterdamsche paleis
kwestie zijn antwoord voor, want eerst
wilde hjj bedaard de bescheiden lezen
en afwachten de konditieën van Amster
dam voor teruggaaf van het Raadhuis
en aanbouw van een nieuw paleis. De
Min. bestreed het denkbeeld van den
heer van Wjjck om aan vergunning
houders schadeloosstelling te geven voor
verlies van vergunning. Wel wil hij de
schade tot de geringste afmetingen be
perken. Omtrent de overige punten be
loofde de Min. onderzoek en overweging.
De k westies der krankzinnigenverpleging
en van den vakcinedwang, gaven aan
leiding tot vrjj wat debat. Wat het eerste
betreft verklaarde de Minister, dat hij
gezinsverpleging wel matig wilde uit
breiden, al zag ook hjj daarin niet zijn
ideaal. Hjj wenschte, lot groote vol
doening van den heer Goeman Borgesius,
hoe langer zoo meer de opneming van
min- en onvermogenden te Hooghullen
te bevorderen, maar was van oordeel,
dat wjj nog niet in het stadium ver-
keeren om over eene Rjjksinrichting te
denken, wat door sommigen werd ver
langd. Naar België zal een inspecteur
gezonden worden, om toezicht op Gheel
uit te oefenen. Geen Staatssubsidie zon
der toezicht. Wat den vakcinedwang
betreft, wilde de Min. den heer van i
Karnebeek niet zoo maar toegeven, dat
er een oorzakelijk verband zou liggen
tusschen de uitbreiding der pokziekte
te Londen en het fakultatief stellen van
de vakcinatie. De Min. volgt onpartijdig
wat door voor- en tegenstanders wordt
geschreven. Hij ziet in soloment zijne
kracht ten aanzien der vakcine, geljjk
de heer Savornin Lohman volgens hem
ook zeer juist had opgemerkt.
Het totaal der sterfgevallen in de
concentratiekampen van Juni tot en met
November bedraagt 12 441, waarvan
10,113 kinderen, terwijl de totale blanke
bevolking van deze kampen 117,904
bedraagt.
De „Standard" bevat een telegram
uit Brussel, dat dr. Leyds verklaard zou
hebben, dat na de redevoering van mi
nister Brodrick alle vredesonderhande
lingen nutteloos zijn, indien deEngeische
regeering de Boeren als roovers be
schouwt.
De „Daily Mail" verneemt uit Amster
dam dat president Kruger met allen
invloed waarover hij beschikt, den raad
gaf, om den eisch van volkomen onaf-
hankeljjkheid op te geven. Dit laatste
bericht klinkt ongelooflijk.
Een telegram van Lord Kitchener uit
Pretoria meldt, dat generaal Bruce Ha
milton het laager van Piet Viljoen bij
Witkrans verrasttezestien Boeren wer
den gedood en zeventig gewapende man
nen gevangen genomen, terwijl een van
kolonel Bensons kanonnen werd buit
gemaakt.
Mackenzie, die met deze verrassing
samenwerkte, nam zes gevangenen, onder
wie de veldkornets Badenhorst en Swa-
nepoel.
De Wet verschee i in den omtrek van
Lindley met meer dan duizend man. Twee
l colonnes raakten met hem in gevecht;
De Wet trok zich naar het zuidwesten
terug, terwijl zijn strijdmacht zich in
kleine afdeelingen verspreidde.
Kitchener heeft weer een rapport
gezonden omtrent mishandelingen door
Boeren op Engelschen gepleegd.
Een correspondent van de Timet schrijft
o.a. het volgende:
»De Boeren strijden met de overtui
ging, dat zjj zullen overwinnen Zjj letten
op alles wat in de Engelsche pers gezegd
wordt, en ofschoon ze ons voor leugenaars
van beroep houden, nemen zij nota van
alles, wat maar eenige zwakheid kan
verraden, zooals b.v. de klachten over
den langen duur van den oorlog, de zware
kosten, die hjj tengevolge heeft, enz. Zij
zjjn het Engelsche volk niet vijandig, zij
schjjnen veeleer van de khaki's te houden,
zooals zjj onze soldaten noemen. Maar
zij hebben slechts een gedachte: het
j herstel van hun onafhankelijkheid onder
hun eigen vlag.
Wat het houden van de khaki's en
van de Engelschen in het algemeen
aangaat, is de berichtgever zeker optimist.
Eerder zou men kunnen aannemen dat
de Boeren hun vijand haten, met al de
kracht die in hun is. Maar zoo wordt
men in den waan gehouden dat de toe
stand in Afrika minder ernstig is dan
vroeger.
H. M. Koningin, Prins Hendrik, de
geheele hofhouding en hofdignitarissen
zijn Zaterdag te ruim half twee met een
extra trein van het Loo vertrokken. Het
Koninklijk echtpaar reed van het paleis
naar het perron, waar de „Harmonie" was
opgesteld en het Wilhelmus speelde. De
Koningin en de Prins namen met een
handdruk en eenige vriendelijke woor
den afscheid van den hofarts en den
burgemeester. Het talrijke publiek
juichte meermalen geestdriftig. Door de
ramen van den salonwagen groette de
Koningin aan beide zijden uit de coupé.
De aankomst van het vorsteljjk echt
paar te 's Hage kenmerkte zich door
een zeer hartelijke betooging van het
overtalrijke publiek, zeer waarschijnlijk
in verband met de hatelijke geruchten,
in den laatsten tjjd alom in den lande
verspreid.
Door onbekenden is diefstal door in
braak gepleegd, bjj den landbouwer J.
Rejjnders, G. Ringdjjk te Haarlemmer-
I meer. De dief of dieven hebben zich weten
te verschaffen, door een raam te openen
dat in een der kamers uitkwam.
Uit eene broek die daar aanwezig was,
werd eene portemonnaie met een inhoud
van ongeveer 30 gulden meegenomen,
benevens een landbouwalmanak. De po
litie doet onderzoek.