HAARLEMSCH PREDIKBEURTEN enz. Eerste Blad. No 1. Uitgave van DE ERVEN LOOSJES, Gedempte Oudegracht 88. Vierentwintigste Jaargang. 144 /or/o van WOENSDAG 1 Januari 1902. TE HAARLEM Woensdag 1 Januari 1902. (Nieuwjaarsdag.) 1901. Nieuwsberichten, TELEPHOONNUMMER TELEPHONISCHE VERBINDING met AMSTERDAM. ABONNEMENTSPRIJS Per drie maanden—,25. franco p. poet —,40. Abonderlijke nommers 3 centen per stuk. Prfi per Advertentie van 1—5 regels 10.25, elke regel meer 5 cents, groote letters naar plaatsruimte. VERSCHIJNT: Dinsdag- en Vrijdagavond Advertentiën worden aangenomen tot DINSDAG en VRIJDAG des middags ten 12 ure, die alsdan too mogelijk nog worden geplaatst. Gereformeerde Kerk. Ged Oudegracht.) Voorm. 10 ure, Ds. Mulder. Eben-Haëzer Kerk. (Klein Heiligland) Voorm. 10 ure, Ds. Tibben. Christelijk Geref, Gemeente. {Zuiderstraat.) Voorm. 10 ure, Ds. Schotel. BUITENGEMEENTEN. Waat niets anders vermeld wordt, wordt de Ned. Hervormde Kerk bedoeld. Voorm. 10 Bennebroek. ure, Ds. Gerth van Wijck. Voorm. 10 Beverwijk, ure, Ds. Boon. Voorm. 10 Bloemendaal. ure, Ds. van Leeuwen. Voorm. 10 Hillegom. ure, Ds. van Veen. Voorm. Houtrijk en Polanen. 10 ure, Ds. Heeringa. Voorm. 10 Spaarndam. ure, Ds. Baljon. Voorm. 10 Veis en. ure, Dr. Klap. Voorm. 10 Zandvoort. ure, Ds. Hulsman. Ondanks de vele aanleidingen tot botsingen tusschen de Europeesche mo gendheden is de vrede in Europa gedu rende 1901 bewaard gebleven. Wel een gewapende vrede, die de volkeren tot hooge opofferingen dringt, maar toch vrede, overeenstemming tusschen de regeeringen betreffende den oorlog in Zuid-Afrika, met welk denkbeeld de volkeren op gespannen voet staan. Terwijl van de zjjde des volks wordt aangedrongen op vrede en onafhanke lijkheid der Boerenrepublieken, meenen de mogendheden de handen in onschuld te mogen wasschen, Engeland de vrjje hand te mogen laten in Afrika, ra.a.w. het toe te staan te rooven, te moorden, te branden, naar believen. Wat zal 't einde zijn van den strijd. Elk der partijen bidt om den zege. Wij weten waar de oorzaak, dus ook waar het recht bestaat, doch niet altijd zjjn recht en uitslag in overeenstemming. Laat ons 't beste hopen voor de republieken, wat misschien ook voor het Engelsche volk het verkieselijkste zou zijn. De mannen van de daad deden weer van zich spreken, Amerika verloor door hun moorddadige hand een der edelste mannen, Mac. Kinley. Men meent, dat de regeeringen zich zullen aaneensluiten tot bestrijding van dit groot maatschappelijk euvel, waar 't echter zoo lang bij woorden blijft, wacht men soms te vergeefs naar daden. Doodstraffen blijken niet te helpen en voor overtuiging blijkt de anarchist niet vatbaarwat zal de maatschappij kunnen redden van den onhoudbaren toestand in deze! Nederland is in vele opzichten geluk kig te noemen boven anderen. De alge- meene toestanden zijn niet minder gustig dan vroeger, hoewel de klassen strijd wordt aangewakkerd, zij het dan ook stelselmatig. Er bestaan grieven, zeer zeker. Maar ze te doen verdwijnen zal tijd en geduld eischen; wat met razenden spoed wordt tot stand gebracht, houdt geen stand. Met vreugde gedenkt de Nederlander zijn Vorstenhuis, het huweljjk van Koningin Wilhelmina, alle aanleiding gevende tot de beste verwachting voor Volk en Vorstin. Wel bleef het Koninklijk Huis in de laatste maanden niet onbesproken, wel leende een zeker deel der Nederlandsche pers wat al te gretig het oor aan de inblazingen uit het buitenland afkomstig, betreffende zekere verhoudingen ten hove, maar het Nederlandsche volk heeft getoond te begrijpen van welken kant de wind kwam en uitte zich meermalen op eene wijze, gelijkstaande met een krachtig protest tegen den laster. De beste wenschen voor ons Vorsten huis, sluiten in zich de hoogste beloften voor de toekomst van het Nederlandsche Volk. In den loop van het jaar heeft de Regeering en onze vertegenwoordiging eene belangrijke verandering ondergaan. Was gedurende vele jaren de liberale partij aan het roer, de Juni verkiezingen brachten de anti-liberale partij °P het kussen en de Koningin, getrouw aan de traditiën van Haar Huis, dat immer den constitioneelen regeeringsvorm hoog hield, schikte zich naar den volks- wensch en benoemde een ministerie, in overeenstemming met de nieuw verkozen vertegenwoordiging. Het moge de nieuwe Regeering ge- gegeven zijn de zaken te behartigen in het belang van het geheels Volk, zonder laag neer te zien op haar voorgangsters, die naar haar beste weten veel goeds tot stand brachten. Groote dingen zijn gedurende 1901 in Nederland niet tot stand gekomen. Het in werking treden van de wet op de leerplicht mag in deze wel een lichtpunt genoemd; eene wet die het Nederland sche Volk ongetwijfeld zal ten goede komen, en, eerlijk toegepast, een eind zal maken aan de onmacht van den Staat tegenover ouders die het nut niet ge lieven in te zien van goed onderwijs voor hunne kinderen. Natuurlijk kleven ook deze wet gebre ken aan, maar men bedenke dat de eerste stap in de goede richting is gedaan. WETEN EN WERKEN. In de bijeenkomst van Maandag 30 December vervulde de Heer Grabijn de spreekbeurt met een voordracht over Het Meubel in de Westersche Beschaving. Goed gekozen meubelen, zeide spreker, maken het woonhuis gezellig, zij moeten zijn aangenaam voor het oog en prak tisch in het gebruik. De stoel is zeker wel het voornaamste meubel in het huis, dit meubel dient den mensch van de wieg tot het graf in alle rangen en standen der maat schappij, zij het dan ook, dat soms de zetel een anderen naam draagt. In het algemeen geldt de regel, hoe fraaier stoel, hoe onpraktischer, zelfs de stoel moet stijl bezitten, m. a. w. vorm en doel behooren met elkander in overeenstemming te zijn. Niet steeds is die regel gehuldigd, [maar wij gaan vooruit, niettegenstaande)|de nijverheid ons overstroomt met zaken, die gekocht worden meer om hun vreemden vorm, dan om het praktisch nu, want een 1 waarheid is 't, dat vreemde dingen trekken. Spreker gaf hier een paar pakkende voorbeelden om te bevestigen den regel dat de versiering van het meubel moet voortkomen uit het materiaal. Spreker deed hier opmerken, dat de Germaansche beschaving is uitgegaan van Rome, van het Romeinsche rijk, doch van het Romeinsche meubel wist men niet veel, totdat omstreeks 1720, door de ontgravingen van Herculanum en Pompeji een nieuw licht in deze is opgegaan. Spreker bracht in herinnering, hoe deze beide Italiaansche steden, gelegen in de nabijheid van den Vesuvius, om streeks het jaar 63 na Chr. door eene aardbeving werd getroffen en in 79 door de uitbarsting van genoemden vulkaan tenonder gingen, zóódat Pompeji negen meter onder asch, Herculanum twintig meter onder asch bedolven raakten. In 1720 stiet men bij het graven van een put op de overblijfsels van een schouw burg het was het begin van een reeks ontdekkingen, die ons in kennis stelde met veel uit het huiselijk leven der Romeinen. Hun huisraad was niet groot in getal, doch dit bewerkte dat elk der meubelen door hen gemaakt worden tot een artistiek voorwerp. In Pompeji werden gevonden rustbanken en tafels van den schoonsten vorm. Van een daar gevonden tafelpoot gaf Spreker een mooie schetsteekening. Bovenal was prachtig het slaapkamer meublement. De Germaan der middeleeuwen dankt zijne beschaving aan Rome. Dit had plaats door de groote verplaatsing der volkeren, bekend onder den naam van volksverhuizing, waardoor, en tevens door de daarbij plaats hebbende oorlogen, de kunst en de kennis van den Romein kwam tot den Germaan, die tot onge veer het jaar 600 gerekend werd tot de barbaren. Spreker gaf hier een korte schets van de Germaansche staatsinrich ting. Verdeeling van den arbeid kende men niet in dien tijd, elk vervaardigde wat hem noodig was. Met de Gothen, afstammende van de Germanen ontstonden corporaties en toen de Noordelijke Germaan nog in een hut woonde, was de eerste reeds tot hooger ontwikkeling gekomen. Met Karei den Groote nam de be schaving weer toe; zjj uitte zich door betere huizen en meubelen, bovenal door schoone kerkgebouwen. Men begon zich beter te kleeden en het geld kwam in gebruik. In het algemeen bracht deze vorst, met de kerk voorop, het volk in gunstiger positie. Toen ontstond ook arbeidsverdeeling, doch eerst na de twaalfde eeuw kon men spreken van den bloei der kunst. De oorzaak hiervan zoeke men in de kruistochten, die den burgerstand deed ontstaan, want ieder lijfeigene, die deel nam aan die tochten, was vrij. Deze stand bezat geen voor rechten als de adel. Vervolgens werd een denkbeeld ge geven van den Ridder in dien t(jd. Hij bewoonde een burcht heel premitief, doch soliede ingericht, veel solieder dan de zeden en gewoonten van den burcht bewoner en zijn omgeving in den regel zelf waren. Vervolgens toonde Spreker een mid- deleeuwsche woning met haar vloer tegels, banken e. a., meubels erg een voudig, doch kleurig. Gewezen werd nog op een kast, eenvoudig van con structie, doch waarvan het draai- en sluitwerk meesterstukken van smeed kunst zjjn. In de vijftiende eeuw begon de burger een voorname rol te spelen. Hij werd rijker en nu komt het meubel weer meer tot zijn recht. De zeventiende eeuw is het gloriepunt der Nederlandsche kunst. Frankrijks stijl Lodewijk XIV met zijn weelderigen barocvormen en stijl Lodewijk XV, waarin de rechte lijn stelselmatig werd geweerd, is echter voor een deel ook bij ons gevolgd. De meubelen uit dien tijd moet men achten als vrouwelijke, weeke kunstuitingen, voor den derden stand heel niet geschikt. Wij mogen ons niet meer vergenoegen met den afval dier stijlen, wij moeten ons bepalen tot het eenvoudige en liefst met wat kleur. Eenvoud is het kenmerk van het ware. Begrijpen moet men meer en meer, dat het met meubelen is hoe duurder hoe gekker en hoe leelijker. Tot slot gaf de heer Grabijn een mooie parabel ten beste, strekkende om te be wijzen hoe het eenvoudige ons kan te vreden stellen en dat het ware levens genot niet behoeft gezocht in hoog aanzien en hooge macht. Met zeer veel attentie werd het stukje beschavingsgeschiedenis, populair voor gedragen, door de toehoorders gevolgd, te meer daar al het besprokene werd toegelicht door afdeelingen en schets- teskeningen. Aanstaanden Maandag is de spreek beurt aan den Heer W. Otto van Am sterdam. Tweede Kamer. Nadat in de zitting van Donderdag, op voorstel van den Voorzitter bepaald was, dat zoo op dezen dag de begrooting van Hoofdst. IX niet mocht afloopen, eerst Hoofdst. VI {Marine) aan de orde zal worden gesteld, daar anders de Min. van Waterstaat te vermoeid raakt. Bij voortzetting van het debat over Hoofdst IX beloofde de Min. den heer Smitk rjjkshulp voor verharding van den weg VlachtweddeTer Apel, en aan den heer van Kol hetzelfde voor den weg Losser

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlemsch Advertentieblad | 1902 | | pagina 1