noodzakelijke vrucht moet zijn vaneen kompromis tusschen de uiteenloopende meeningen. Hij dankte den naast hem gezeten Regeerings kommissaris, Prof. van der Hoeven, die reeds vóór löjaar de Reg. in deze zaak ter zijde heeft gestaan, voor zijn steun. In deze materie, beweerde de Minister, kornen de Christe lijke beginselen tot hun volle recht. Alleen indien bewezen kon worden, dat deze regeling slechter is dan de bestaande, had de heer Hugenholtz recht van spre ken dat bewijs is niet geleverd. Integën- deel staat vast, dat de rechtspozitie van den militair versterkt wordt. De Min. weersprak de bewering van den heer Hugenholtz, dat het ontwerp tekrimineel zou zijn. De Regeerings-kommissaris, Prof. van der Hoeven betoogde tegenover den heer Duymaer van Twist, die reden van beroep had gewenscht voor het opleggen van de zwaarste straffen, dat er vele praktiesche en principiëele be zwaren bestaan tegen dergelijke raden. Hij ontkende, dat het voorgedragen strafstelsels te krirnineel zou zijn, èu dat aan den rechter te veel vrijheid wordt gelaten ten aanzien van het be velen van ontslag, verlaging of plaatsing in discipline klassen. De Min. van Oorlog konstateerde, dat door het ontwerp de rechtspozitie van den militair verbeterd wordt en protesteert tegen uitlatingen van den heer Hugenholtz, als zou in het leger niets gedaan worden dan liegen, vloeken en zuipen. Hij betoogde voorts dat tucht noodig is, en waar'de heer Hugenholtz en diens partijgenooten hun best doen om verzet te prediken, zjjn te meer wetten noodig om daaraan paal en perk te stellen. De Min. hoopt na dit ontwerp te kunnen geraken tot eene betere regeling van de militaire rechtspleging, vooral ten aanzien van verdediging. De heer de Savornin Lobman acht het noodig, dat in een reglement van tucht de gevallen omschreven wor den, opdat iedereen wete, waaraan hij zich te houden heeft. De heer Hugenholtz betoagde nader, dat het geheele militaire strafrecht in het gewone strafwetboek moest worden opgenomen. De heer Scha per protesteerde tegen sommige be weringen van den Regeerings kommis saris. Het vloeken en Godlasteren moet gestraft worden. Een korporaal te lasteren wordt nu gestraft, maar God te lasteren niet. De heer Verhey bleef zijne meening verdedigen. De Min. van Justitie ver klaarde wel bereid te zijn de gevallen van tucht, die niet in de wet zijn op genomen, in een reglement op te nemen. De Regeerings-kommissaris beantwoord de nader de sprekers. Hij verklaarde, dat inlijving van het militair strafrecht bij het burgerlijke veel te ingewikkeld zou worden. De algemeene beraadslagin gen waren hiermede gesloten. Bij de Donderdag voortgezette beraad slaging lichtte de heer Hugenholtz zijn am. toe op art. 6, om doodstraf te laten vervallen als hoofdstraf. Vervolgens licht te Spreker zijn amendementen toe op artt. 9 en 29, om daarin uitdrukkelijk te bepalen, dat bij handhaving van de doodstraf, deze slechts met de alleruiterste beperking zal worden toegepast, indien zulks door het staatsbelang gebiedend wordt gëischt. De heer van Raalte lichtte zijn am. toe, bedoelende om scherp te doen uitkomen het beginsel, dat doodstraf alleen dan niet zal worden toegepast, indien het staatsbelang de toepassing dier straf niet eischt. De heer Heemskerk verdedigde zijn am. om den rechter vol komen vrijheid te geven bij misdrijven in oorlogstijd, waarop doodstraf is be dreigd, deze toe te passen. Uitvoerig betoogde Spreker de rechtmatigheid van het bedreigen met de doodstraf als maxi mum straf. De heer de Savornin Lohman verdedigde het am. van de Komm. van Voorbereiding, om naast doodstraf en gevangenisstraf, vooral met het oog op jeugdige militairen, als derde hoofdstraf militaire detentie op te nemen. Hij betoogde tegenover den heer Heemskerk dat alleen het bestaan van exceptioneele gevallen het toepassen der doodstraf rechtvaardigt. Doodstraf kan niet in be ginsel met andere straffen worden gelijk gesteld, want doodstraf is absoluut. Aan de subjectieve opvatting van den rechter mag niet worden overgelaten of doodstraf kan worden toegepast. De wetgever moet uitmaken of die toepassing zal geschieden. Het ontwerp huldigt z. i. een juist be ginsel. De heer de Ridder bestreed het am. der Kommissie omdat hij militaire detentie als hoofdstraf overbodig en duur oordeelt. Het afhankelijk stellen van de toepassing van doodstraf van de subjec tieve meening des rechters omtrent het aanwezig zijn van redenen van staats belang, achtte spreker een bedenkelijk novum in strijd met de wet, houdende algemeene bepalingen op de wetgeving. De heer Staalman motiveerde zijn stem vóór het am. Hugenholtz. De Min. van Justitie verklaarde te erkennen het recht van den Staat om de doodstraf toe te passen, doch de vraag, wanneer en in welke gevallen dit recht zal worden ge bruikt, een kwestie van opportuniteit te achten. De rechtsbron is God, doch de rechtsgrond is het welzijn der maat schappij. De Min. ontraadde de amende menten Hugenholtz. Over al de andere amendementen liet hij de beslissing aan de Kamer over behalve over dat van de Kommissie betreffende de militaire deten tie. De Regeeringscommissaris Prof. v.d. Hoeven meende, dat geen doodvonnis meer of minder zal worden uitgesproken welke terminologie hier ook wordt vast gesteld, want geen rechter zal luchthartig tot het uispreken van doodstraf overgaan. Slechts wanneer hij in zijn ziel overtuigd is, dat de doodstraf noodig is in het militair belang, zal hij haar uitspreken. De militaire detentie keurde spreker af. De heer Heemskerk bleef tegenover den heer de Savornin Lohman zijn stelsel volhouden. Hij advizeerde de Regeering art. 9 uit de wet te lichten, 't Blqft zjjn overtuiging dat bij de bepaling van straf niet het Staatsbelang invloed mag hebben, maar alleen billijkheid en recht vaardigheid bij de toepassing van de strafmaat. Bij het Vrijdag voortgezette debat besprak de heer de Savornin Lohman j andermaal de kwestie van toepassing der doodstraf. Hij verdedigde daarbij tegen over den heer Heemskerk het stelsel van het ontwerp, dat doodstraf alleen zal worden toegepast, indien zulks nood zakelijk wordt geëischt door het Staats belang, in den zin van het behoud van de Staatkundige zelfstandigheid. De heer Willinge sloot zich namens de overige leden der Commissie van Voorbereiding daarbij aan. De heer Hugenholtz kon stateerde, dat de antirevolutionairen, niettegenstaande zij de Openbaring aan voerden als eenig richt snoer, niet slechts met de Katholieken, maar ook met el kander in konflikt komen. Als de Open baring zoo weinig richt snoer is in prin- cipieele zaken, wat kan er dan verwacht worden in gewone practiesche kwesliën? Voorts verdedigde Spreker het amende ment tot afschaffing van de doodstraf. De heer van Raalte gaf in overweging om de ergenis tegen het Regeerings- stelsel te verminderen, door in de be trekkelijke artiekelen te bepalen dat doodstraf alleen wordt toegepast wanneer de veiligheid van den Staat dit eischt. In dien zin wijzigde Spreker zijn amen dement. De heer Verhey verdedigde de opneming van militairen detentie als hoofdstraf. De heer Staalman ontkende tegenover den heer de Savornin Lohman, dat het militair Strafrecht een ander doel heeft dan het gewone recht, namelijk vergelding van kwaad. De heer Roëll opperde bedenkingen tegen de door den heer van Raalte voorgestelde redaktie, als zijde z. i. te beperkend; wantdoodstraf zou alleen kunnen worden toegepast wanneer de veiligheid van den Staat er bij op het spel staat. De heer de Ridder beweerde tegenover den heer de Savornin Lohman, dat de rechter door de bepaling en den Strafwet niet aan banden mag gelegd worden. De heer Roessingh mo- j tiveerde mede namens eenige vrienden zijne stem vóór de motie-Hugenholtz, daar de doodstraf niet u t het oogpunt van een humanitisch Christendom is te verdedigen, en ook niet als noodrecht noodig is. De Regeerings Kommissaris Prof. van der Hoeven verdedigde het ontwerp, waarbij hij er op wees, dat het feit niet alleen niet zoo zwaar moet zijn, dat de doodstraf verdiend is, maar de rechter moet ten volle overtuigd zijn dat die straf in het belang van den Staat wordt geeischt. De heer Travaglino protesteerde tegen de opvatting van den Regeeringscommis saris. De Min. van Justitie had veronder steld, dat men zich zou onthouden van principieële beschouwingen omtrent de doodstraf. Maar dat «war zu schön ge- wesen." Had de heerdeSavorninLohman beweerd, dat de straf bedoelt handhaving van de geboden Gods. De Min. erkende dat, maar het geschiedt langs een omweg. Het doel der Strafwet is handhaving der maatschappelijke rechtsorde, en deze moet berusten op de geboden Gods. De Min. bestreed het am. van Raalte en kon het am. Heemskerk niet aanprijzen. De heer Heemskerk meende, dat zijn wet telijke bezwaren tegen het art. niet zijn opgelost. Liefst wilde hq art. 9 doen vervallen, dat bij ongeluk in de wet is gekomen. De heer van Raalte repliceerde en wilde zijn am. op art. 9 ook op art. 29 laten slaan. Nadat de regeerings commissaris en de Min. van Justitie nog even hadden geantwoord, verklaarde de heer de Savornin Lohman, dat de Komm. van Rapp. vóór aanneming van het am. van Raalte, maar tegen de amendemen ten Heem-kerk en Hugenholtz was. Daarna werd het debat gesloten. De stemming zal Dinsdag plaats hebben. De ziektetoestand van H. M. de Ko ningin was van dien aard, dat Zondag morgen geen bulletin werd uitgegeven. Dr. Roessingh is Zaterdag naar den Haag vertrokken. Zondagochtend echter werd uit Apel doorn bericht: Ofschoon H. M. de Koningin den nacht rustig doorbracht, schijnt in den morgen een minder gunstige toestand te zijn ingetreden. Dr. Roessingh, die eerst Zaterdagmiddag was vertrokken, kwam Zondagmorgen weder op het Paleis aan. De Prins, die gereed stond ter kerke te gaan, zond de rijtuigen terug en bleef ten paleize. Nader wordt medegedeeld, dat eene hoopvolle verwachting van H. M. verij deld is. Het laatste bulletin was mede onder teekend door Prof. Dr. B. J. Kouwer. H 1ARLEM 6 Mei 1902. De sociëteit Vereeniging" bood den leden met hunne dames en huisgenooten gisteren een extra-avondje aan, dat zeer geslaagd mag heeten. Drie onzer beste vaderlandsche artisten op litterair gebied, nl. mevrouw Theo Mann-Bouwmeester en de heeren Louis Bouwmeester en Jan Malherbe gaven daarbij proeven van hunne talenten ten beste. De eerste in de monologen Angstige Oogenblikken van George Verenet en Verlegen van Jenny Thénard de laatsten in De Werksta king van Francois coppée, De Onde kieuw en Zuid Afrika van Joh. Been, De Feest rede Davidofsky, Des Zangersmin van Piet Paaltjens enz., terwijl mevrouw Mann- Bouwmeester in vereeniging met den heer Malherbe daar nog aan toevoegden een Komisch Dialoognaar het Fransch door C. F. v. d. Horst getititeld: Me vrouw is Mijnheer en Mijnheer is Mevrouw. De pauzen werden aangevuld door een beschaafd orkestje van ons Stedelijk Muziekkorps. Een en ander voldeed uitnemend, ook het nieuwe décor, dat in overeenstem ming mocht heeten met het superieure gehalte der voordrachten. Het bestuur der Sociëteit, dat steeds naar middelen zoekt om het lidmaatschap der «Vereeniging" aantrekkelijk tema ken, mag met voldoening op den avond terugzien. Bij het korps brandblusschers is aan de heeren H. J. D. Daudeij en G. van der Most van Spijk, eervol ontslag verleend als kapitein en zulks onder dankbetuiging voor de aan de gemeente bewezen diensten. Voorts zijn bevorderd tot kapitein de heeren P. Heems en G. A. van der Steur, thans Ie luitenant, tot Ie luitenant de heer P. A. van der Most van Spijk thans 2e luitenant, tot 2e luitenant de heer A. C. A. van Hemert thans sergeant-majoor, tot ser geant-majoor de heer J. W. J. Sacré thans sergeant en benoemd tot sergeant de heer H. Koning Jr. thans vrijwilliger. Van den Heer Abr, Mejjer, Groote Houtstraat 16 ontvingen wij «de Geest des Tijds", eene brochure over Tricot onderkleeding en Reform modellen met een prijscourant der voornaamste arti kelen welke door hem in den handel worden gebracht. In eene korte schets geeft de Heer Meijer een denkbeeld van de hygiënische eischen aan de i kleeding të stellen en in hoeverre de in den handel 't meest voorkomende bekleedings systemen uit verschillende grondstoffen vervaardigd, aan die eischen voldoen. Deze zeer lezenswaardige brochure is op aanvraag gratis verkrijgbaar gesteld, bij den Heer Abr. Meijer, Groote Hout straat 16. VEHUADEHING van den Baad der Gemeente Haarlem, op Woensdag 7 Mei 1902, des namiddags te li/s ure. De volgende stukken en punten lulU n aan de orde worden gesteld 1. Mededeelingen en ingekomen stuk ken. Adres L. Dekker Kz. eervol ontslag leeraar H. B. School met 3 j. cur sus. 2. Voorstel van Linden Tol e.a. bouw vaccinatiebureau. 3. Id. B. en W.W., woonplaats en verblijf gemeente ambtenaren. 4. Id. id. vaststelling 2e suppletoire begrooting dienst 1901, met rap port Comm. van Bijstand financiën. 5. Id. id. goedkeuring rekening Huis zittende Armen en Stads-Armen en Ziekenhuis, dienst 1901. 6. Id. id. beschikbaarstelling gelden bouw Zesde Tusschenschool. 7. Id. id. benaming straten. 8. Id. id. gratificatie instructeur Schut terij. 9. Id.-Groot e. a. instelling commissie in zake krachllevering 3an firma J. J. Beijnes, met prae-advies B. en W.W. 10. Id. B. en W.W. beschikbaarstel ling gelden inrichting hulpschool voor L. O. 11Id. id. onbewoonbaarverklaring per- ceelen Lange Molenstraat Nos. 34 en 36. 12. Id. id. id. perceel Doelstraat 15/15 rood. 13. Id. id. id. perceelen Lange Poellaan Nos. 38, 40, 42, en 44. 14. Id. id. adres B. J. van Liemt ver mindering huurprijs of oppervlakte verhuurden grond. 15. Id. id. beëindiging huur grond Leidsche Vaart. 16. Id. id. afstand grond bq Kamper- singel aan Mevr. A. M. T. A. Pel- tenburg-de Kuyper. 17. Id. id. halteplaatsen lijnen E. N. E. T. 18. Voortzetting behandeling voorstel B. en W.W. vaststelling instructiën ambtenaren openbare werken enz. 19. Voorstel B. en W.W. adres Haarl. Huishoud- en Industrieschool ge delegeerde gemeenteraad in bestuur. 20. Benoeming Regent (Raadslid) Groote of St.-Elisabeths Gasthuis. 21. Benoeming Commissie tot de loting voor de Schutterq. 22. Id. Commissie van onderzoek voor de Schutterij. 23. Voorstel B. en W. W. vaststelling lijst van benoembaren in stembureau voor verkiezingen. 24. Verslag opzichter gasverlichting Maart 1902. E co CS X x a «5 JO; h S x oj xes co co O co E- E- tl a e a a x x OS s - sz È- z 03 a X x X X X ■5 2 ui 2 s ca ca a> 'Z 2 O -c tsa 2>H Paardenmarkt 5 Mei 1902. Aangevoerd: prijs 274 Paarden 400.— f 65. Grootendeels Werkpaarden en ge kruist ras. De Handel vrij levendig.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlemsch Advertentieblad | 1902 | | pagina 2