Winterkoor en Nakonr
Nebbel.
in Zwitserland.
6)
Een Engelschman is tevreden met
zooveel ijs als hij noodig heeft om
een of ander figuur te trekken. Uren
lang kan hij met een zalige uitdruk
king op het gelaat, op dezelfde plaats
om een rooden bal draaien, en wan
neer de toeschouwer reeds lang wee
en duizelig is van het aanzien, ge
looft hij zoo juist begonnen te zijn.
De Hollander mist hier zijn kana
len en rivieren. Droevig ziet men hem
op zijn vlugge Friesche schaatsen de
erbarmeiyke lengte der baan meten,
om spoedig, vol walging, af te binden.
Is hij verstandig, dan koopt hij een
paar Amerikaansche schaatsen, legt
zich toe op het trekken van figuren
in het ijs, om, genoegzaam geoefend,
zijn kunst aan eenige schoone leer
gierige mede te deelen.
Wanneer het toeval wil dat het
groote meer by Davos-Dörfli dicht
vriest na den grooten sneeuwval, wat
wegens zijn verbazende diepte niet
zelden voorkomt, dan is den Davo-
sers een eenig genot bereid en ver
plaatst zich het geheele curieven voor
een achttal dagen naar de ijsvlakte.
Wat er dan gedurende die acht dagen
gebabbeld, gevreeëen, gevallen, ge
broken, gedronken en boven alles
gegeten wordt, vermag geen pen
te beschrijven. Het hygiënische voor
schrift marchez, mangez, machez!
wordt in gewone dagen reeds vrij
nauwgezet opgevolgd, maar iemand
die op 5000 voet hoogte, by frisschen
noordenwind, zes uren lang schaatsen
heeft gereden, achter zijn roastbeef
k l'Anglaise of zijn boeuf braisé a la
mode te zien arbeiden, is een gezicht
om den gulsten hotelhouder te doen
verbleeken.
Op een middag had ik mij met
miss Ethel Thompson van ons gezel
schap verwijderd tot een rit naar
den anderen oever. Daar aangekomen
rustten wij een weinig, en beschouw
den het landschap om ons heen. De
lucht was zoo doorschijnend, de hemel
zoo diep blauw, en de sneeuwtoppen
sshitterden in de stralen der onder
gaande zon.
„Is het niet prachtig, miss Thomp
son?" vroeg ik.
Prachtig! Hoeveel mijl is
het tot den anderen oever?"
„Vier of vijf, denk ik.Zie daar
zinkt de zon achter den Strela. Straks
zit ze op de spits. Is not it glorious P
„Gisteren heeft miss Eden zes myl
gereden, en liet zich daar nogal wat
op voorstaan," zei miss Ethel half
voor zich heen. „Vier myl heen, vier
mijl terug dat maakt achtalzoo
twee meer. Lord, we zijn te ver ge
gaan. Dat is ondeugend van u, me
neer
„Och, miss Thompson, wie zou by
een mooie bij die mooie natuur,
tijd, afstand en vermoeidheid niet ver
geten 1"
Indeedzei ze blozende. „Willen
we teruggaan?" Mijn schaatsen zit
ten wat los. Wilt u de riemen wat
aanhalen P"
Ik haalde de riemen aan, en op
den terugrit liet ik de bergen liggen
en de zon zitten waar ze wilden. El
kander kruiselings de handen houdend
telde ik met miss Ethel de mijlen.
Ik werd door haar ingewijd in de
geheimen der op handen zijnde pri
vate theatricalshoe zij door die flirt"
miss Pearson bedriegelyk uit de beste
rol was gedrongen, en hoe zij zich
op dio jonge dame wilde wreken. Ik
moest voor den volgenden dag een
andere, eight miles ridebeloven, en
wie weet waarheen we nog zouden
gereden zyn, indien geen sneeuwval
de plannen verstoord had. Dan is het
uit met de vreugde op het meer, en
de liefhebbers worden naar de makke
ice-rink verwezen.
De Engelschen en Duitschers zien
en genieten het leven op verschillende
wijzen. By de eersten heeft het dier-
lyke leven, by de laatsten het ge
moedsleven de overhand. De Duitsche
wijsgeer verdiept zich in metapby-
sische bespiegelingen en bedenkt een
systeem. De Engelsche ziet met een
klaren, nuchteren blik om zich heen
en ontdekt een wet. Een Duitsche,
echt sentimenteele roman is voor En
gelsche jongelieden ongenietbaar en
Werther zal hun altijd onverklaar-
1 baar blijven. Op reis is de Duitscher
geneigd bij liefelijke of verheven na-
tuurtooneelen in geestdrift te geraken,
te dwepen en zich door zyn gevoel
mede te laten sleepen. Voor een En
gelschman bestaat de bekoorlijkheid
van het reizen in beweging, veran
dering; vandaar zyn verveling, zoodra
hij rust neemt of tot rust gedwongen
wordt.
Te Davos gaan de Engelschen ge
heel op in sport. Dansen, lawn-ten
nis, schaatsenrijden en tobogganing
zyn de onderwerpen waarover bijna
uitstekend hun gesprekken loopen.
Waar, bij het beschouwen van een
met sneeuw bedekten heuvel, waarop
de zon duizenden diamanten toovert,
de Duitscher in verrukking uitroept:
„nein, sieh' doch, wie wunderbar, wie
reizend I wirklich, zu schönzal de
Engelschman misschien koeltjes pre
velen: „nice place for tobogganing
there
Nog wat.
Om een eenigszins volkomen beeld
van het Davoser Curieven te geven,
zouden nog een sleepartij, de fancy-
fair, een bal en een tooneelvoorstel-
ling moeten beschreven worden. Het
mag echter aangenomen worden dat
de lezer, ook zonder toelichting van
derden, zich zal kunnen voorstellen
hoe een rij van tien tot twintig rin
kelende sleden, als een ratelslang,
zich op den postweg van Davos-Platz
naar Klosters, Wiesen of Flüela-
Hospiz voortkronkelthoe in die sleden
op de heenreis weinig gepraat maar
veel kou geleden en op de terugreis,
na het middagmaal en den Valtliner,
menig hartelijk en onvergetelijk woord
gesproken wordt.
Hy behoeft geen bril om te zien
hoe op de fancy-fair tal van schoonen
zich, met een liefdadig doel, een
allerliefst costuum gekozen hebben,
en hoe Graf von Köningsmark en
Freiherr von Leignitz slechts een
witte baret hebben op te zetten, een
wit buikje aan te trekken en een
witte voorschoot voor te doen om een
volmaakten koksjongen te gelijken.
Op de bals en tooneelvoorstellingen
zou hem de zoo dikwijls betwijfelde
onverschrokkenheid en doodsverach
ting der vrouw niet ontgaan zyn. Een
twintigjarige zieke stelt voor een wals
gaarne haar leven op het spel, en een
veertigjarige coquette neemt zonder
aarzelen de rol eener jeune amoureuse
op zich.
Davos is een heilzaam oord voor
sterke karakters, gevaarlijk voor zwak
kere. De verzoeking om onvoorzich
tigheden te doen is groot. Er moet
veel gedaan en nog meer gelaten
worden. Om den goeden weg in te
slaan is raad van den arts noodig en
om op den goeden weg te volharden
behoeft de zwakke wilskracht, steun
door overreding, verbod, ja, bedrei
ging. Moreele hulp is byna het eenige
wat van den arts gevorderd wordt,
en het is waarlijk niet veeleischend
de nakoming van die verplichting te
vragen, in ruil voor de beduidende
pakjes banknoten, die in Maart en
April uit de zakken der patiënten
naar die der heeren doctoren ver-
huizen, want, evenmin als elders, zijn
de artsen hier tevreden wanneer men
hunne visitesterugbrengt
Tegen negen maanden aanhoudend
nietsdoen zyn weinig karakters be
stand, en de verveling voert tot al
lerlei bedenkelijke middelen om haar
te dooden.
De bewering dat een getrouwe en
strenge inachtneming der voorschrif
ten van de geneeswijze niet samen
gaat met geestelijken arbeid, is door
luiaards uitgedacht, en behoeft geen
tegenspraak. Hij die zich in staat
voelt, in een toboggan-wedstrijd mede
te dingen of een bierconcert bij te
wonen, kan zich op een sneeuwach-
tigen dag, zonder gevaar voor zijn
gezondheid, met eenige uren hoofd
arbeid bezig houden.
Wanneer de duivel naar zieltjes
vischt, vangt hij het gemakkelijkst
de luiaards, want die bijten in den
blooten haak
Adieu
Wanneer de eerste boden der lente
verschijnen, de merel op den top der
pijnboomen haar hoogste lied zingt,
de eekhoors en marters uit hun holle
boomen in het daglicht komen en de
Föhn de zoo te recht gedoopte
„sneeuwvraat" der Zwitsersche Hoog
landen alle straten en wegen in
moerassen verkeert, dan maakt heim
wee zich van den Davoser kuurgast
meester, en men moet zich niet ver
bazen een slager of bankier op het
gezicht van een viooltje in tranen
te zien uitbarsten. Baedeker wordt
j ter hand genomen, de plaats der na-
kuur vastgesteld, en met de uitge
kozen reisgenooten over den te volgen
weg gestreden.
Naar de vlakte
Een laatste wandeling op de liefe
lijke berpaden. Reeds tooien zich de
hellingen met den paarsen dos der
erica's, overal ontluiken in het gras
de zedige anemonen en hier en daar
ontplooit de enzian voorzichtig haar
heerlijke blauwe kroonblaadjes.
Zie dat eekhoorntje, dien vogel
onder de viervoetersHet heeft zich
gestoken in donkeren pels om des
te veiliger op de groene dennen te
kunnen wonen. Knabbelend aan de
pijnappels, huppelt het van tak tot
tak, klimt en daalt pijlsnel langs den
stam, nimmer in rust, altijd bevallig
terwijl het nu en dan een gesjilp doet
hooren, waarmee het zijn van dar
telheid vol gemoed lucht geeft. Hei,
wat een sprong Te nauwernood heeft
het den tak van dien anderen den
bereikt! Speurt het onraadP Plotse
ling stuit het zijn loop, spitst de ooren,
krult den staart omhoog. Dan ijlings
de hoogte in, om stil verscholen naar
omlaag te gluren wat er eigenlijk
gaande is.
Nog een dankbaren groet gebracht
aan de dennen, wier schaduw u zoo
vaak verkwikt, wier zacht geruisch
u zoo dikwijls ontroerd heeft. In groe
pen staan ze bijeen, de rotsen met
hun wortels machtig omklemd hou
dend.
Hoog, waar alle andere planten
groei heeft opgehouden, staan nog
enkele eenzamen als vooruitgescho
ven posten. Zelfs de gems waagt het
niet hen te naderen. Alleen de adelaar
raakt, voorbijzwevend, met zijn vleu-
gelpunt de ruig begroeide takken.
(Slot).
i)
Van Bern naar Thun, een uur
sporens. Dan met de boot den Thu-
nersee over naar Interlaken, de poort
van dat paradijs der bergbeklimmers,
het Berner-Oberland. Hebt ge tijd,
goede spieren en vertrouwde schoe
nen, neem dan den wandelstaf. De
wegen zijn er goed onderhouden, en
als ge moede zijt, zijn er treinen om
u op te nemen of herbergen om uit
te rusten.
De Liit8chine volgend, bevond ik
mij, gedeelijk wandelend en sporend,
binnen een paar uren in dat won
dervolle dal, dat aan de vele beken,
die van de hoöge bergwanden storten,
zijn naam Lauterbrunnen dankt.
Daar het seizoen eerst sedert een
tiental dagen geopend was, bracht ik
als eenige, voor het geoefend oog van
den Zwitser dadelijk herkenbare, toe
rist heel wat opschudding te weeg.
Door vijf Einspdnner op den voet ge
volgd, stapte ik voort tusschen de
aan beide zijden van den weg gelegen
hotels, wirthschaften en restaurants,
aan wier ingang de eigenaars mij
aanstaarden met oogen als haken. Zij
wisten niet dat ik omging met het
misdadige plan, om na kort oponthoud
verder te gaan, ten einde nog voor
het vallen van den avond den top van
den Wengeralp te bereiken. De Staub
bag had ik spoedig bekeken en een
kleine entrée geofferd om haar iets
naderbij te bezien. Daarop streek ik
voor een herberg neer, om mij met
een paar deciliter Waadtlander tot
den vrij krassen klimtocht voor te
bereiden. Ik had echter gerekend bui
ten de TriimmelbachNauwelijks zat
ik, of twee als sennerin gekleede
meisjes bestormden mij met photo-
graphieëen van den Triimmelbachval
de vijf Einspdnner reden weer op, om
klaar te zijn voor het oogenblik dat
het mij zou lusten den val te gaan
bezoekenknapen boden aan mij voor
een franc den weg te wijzen; onder
wijl fluisterde de herbergier mij in,
dat hij een Einspdnner ter mijner
beschikking had voor een franc min
der dan de gewone vracht. in 't
kort, de geheele bevplking spande sa
men om mij tot de overtuiging te
brengen, dat mijn verdere levensgo-
luk door het bitterste zelfverwijt zou
vergald worden, indien ik, te Lauter
brunnen vertoevende, verzuimde de
Triimmelbach te gaan zien.
Het is niet gezond, zich lang tegen
zulk een pertinent drijven te verzet
ten, en voor ik het goed besefte, zat
ik in een soort sjees, die mij door
een der Sennerinnen geheimzinnig
aan de hand was gedaan voor 2\
franc, en reed naar de Trümmelbach.
Na onderweg tweemaal opgehouden
te hebben, om mij naar het blazen
op den alphoorn en de zeer fraaie echo
te laten luisteren (10 centimes), zette
de koetsier mij af bij een kloof, waar
men veel gedruisch van vallend water
hoorde, maar geen spoor van een wa
terval zag. Er was een hotel, en een
huisje met loket, waarboven „fr. 0.50
entree", maakte mij de zaak duidelijk.
Ik offerde en bevond mij spoedig in
tegenwoordigheid van den inderdaad
zeer merkwaardigen val. De berg
stroom, van de Jungfraugletscher af
komstig, stort hier, tot een dikken,
ronden straal saamgedrongen, met
groot geweld in een ketelvormige
grot, waar de in bewondering ver
zonken toeschouwer op een heeten
dag groote kans loopt een geduchte
verkoudheid op te doen. Hul u ter-
tege in mantel of plaid, o argelooze
bezoeker van den Triimmelbachval 1
(iWordt vervolgd.)
Gedrukt bjj DE ERVEN LOOSJES, te Haarlem.