Vastgesteld werd een eerste suppletoire
begrooting 1902 en een Staat beschik
king uit den post Onvoorziene uitgaven
1902. De Heer Holland had hier nog
even het woord.
Nog werd vastgesteld de begrooting
van de bewaarschool in het Barbara
Gasthuis, welke een subsidie eischt van
974.62, alsmede die der goederen van
voormalige corporatiën van neeringen,
ambachten en bedreven, tot vermoede
lijk batig 'saldo van 900.
Toen kwam de Begrooting aan de
orde.
De Heer Hugenholtz besprak de hou
ding van B. en W. tegenover het ver-
eenigingsleven, het geval kan zich
voordoen, dat chefs tegenwerken b.v.b.
tegenover de plantsoenwerkers. B. en
W. behooren zich in deze te verklaren.
Vakvereenigingen worden beschouwd als
vijandig, doch het verhoogt den werk
man. Spreker zette een en ander breed
uiteen. In Amsterdam z|jn de Vereeni-
gingen erkend, doch ook hier behooren de
werklieden gehoord bij een eventueel
arbeidscontract. Wenscht eene verkla
ring, dat de Vereenigingen niet zullen
tegengewerkt worden.
Het finantieel beleid bracht Spreker
vervolgens te sprake, wat betreft de
winsten behaald op de gemeentebedrij
ven, wat onbillijk is tegenover den
kleinen verbruiker. Volgens de begrooting
zou de lichtfabriek slechts 16.wfnst
brengen, daar afdeeling electriciteit de
rest opslokt; de begrooting voor deze
noemt Spr. geflatteerd, en gelooft, dat er
meer gescheiden behoorde te wordener
is te veel op gas gebracht, toont aan, dat
electriciteit 18000 verlies geeft. De
winst op gas behoort den gasverbruiker
ten goede te komen. Ten slotte behoort
de politieverordening dringend herzie
ning. De politie oefent censuur uit op
drukwerk en op vereenigingen van
politieken aard.
De Heer V. Linden Tol brengt een
en ander in het midden aangaande de
samenstelling van het rapport der eerste
afdeeling, waarvan deze rapporteur was.
De Voorzitter beantwoordt en noteert
de houding van B en W. tegenover het
vereenigingsleven. B. en W. zullen er
rekening mee houden, maar staan er
niet vijandig tegenover. Hij juicht dit
toe, zooals die vroeger is gebleken.
De Heer H. D. Kruseman doet op
merken, dat betreffende de lichtfabrieken
de Commissie uit den aard der zaak
meer vertrouwen verdient, waartegen
de Heer Hofland opkomt.
Tegenover den rapporteur zijner af
deeling verdedigt de Heer Hugenholtz
zich, en verklaart zich voldaan met de
verklaring dat B. en W. het vereeni
gingsleven toejuichen.
De Voorzitter merkt op, dat de wijze
waarop behoort samengewerkt te wor
den zóó niet gelukkig is, verzoekt den
Heer Hugenholtz den minder aangena-
men toon te laten varen.
De Heer de Braai wenscht, dat de
burgerij vroeger bekend wordt gemaakt
met de percentage der belasting.
De Heer Stolp verzoekt voor het ver
volg eenige meedere gegevens bij de
begrootingscijfers.
Verlaging werd verlangd van post
Onderhoud en aankoop van meubelen,
ook met het oog op herstel van een klok
om te plaatsen in de hal van het Raad
huis. Het betreft een kunstwerk als
alleen bestaat hier en te Nijmegen. Er
verhieven zich eenige stemmen tegen
en een voorstel van den Heer Modoo
in deze werd verworpen.
Met 200 wil de Heer Hugenholtz
verminderen den post Burgerlijke Stand
al» tegemoetkoming voor een plaatsver
vangend ambtenaar (de Heer Van Len-
nep.) De post blijft zoo.
De wensch wordt in de 2e Afd. uit
gesproken tot verhooging der jaarwedden
van Burgemeester op f 5000, ieder der
Wethouders tot 2000 en den Secretaris
op 4000. Anderen wilden geen verhoo
ging van den eersten, omdat de gemeente
geen stem had in zijn benoemingvoor
Wethouder niet omdat daar blijkbaar
geschikte personen voor te vinden zijn.
De Komm. van Fin. is ook voor verhoo
ging. B. en W. wenschen een en ander
over te laten aan de prudentie van den
Raad.
De Heer V. d. Kamp bespreekt dit
punt, stelt voor die jaarwedden te ver-
hoogen tezamen met f 52C0. De Heer
Tjeenk Willink meent,dat men hiervoor
gunstiger toestanden moet afwachten.
Sommige Wethouders zijn overmatig be-
last met werker is beter arbeidsver-
deeling mogeljjk. Een wethouder méér
zou gewenscht zijn. De Heer Modoo is
er ook niet voor. De diensten van ge
noemde heeren worden voldoende beloond.
De Heer Thijssen heeft een onderzoek
ingesteld voor andere gemeenten. In
andere gemeenten z|jn de jaarwedden
hooger, er bestaat wanverhouding. De
Heer Stolp wil nog wachten. De Heer
Schram weerspreekt dit. De Heer Groot
zal tegen het voorstel stemmen; ook de
Heer Bijvoet, die aantoont dat het ambt
van wethouder een eereambt is.
Voorstel Burgemeestersjaarwede f5000
wordt aangenomen met 15 tegen 12
stemmen.
Voorstel Wethouders 2000 wordt
verworpen. (De vier wethouders buiten
stemming).
Jaarwedde Secretaris 4000 wordt
aangenomen.
De wenschelijkheid was in de Afd.
uitgesproken tot vermeeidering van het
getal stembureaux. De Heer de Braai
verdedigde dit.
B. en W. wenschen de grensregeling
af te wachten. Het Stembureau lokte nog
heel wat bespreking uit. Voorstel de Braai
wordt verworpen.
De Heer V d. Kamp wenscht ƒ100.
vergoeding voor de bediening van de
Sandersbrug. De Heer de Breuk zet
uiteen dat de belooning, in verband met
andere omstandigheden, hoog genoeg is.
De zaak werd in stemming verworpen.
Er was gevraagd of het niet wen-
schelijk is bjj onderhandsche aanneming,
arbeidsduur en loon te bepalen. B. en
W. achten dit niet wenschelijk, en de
Raad ging er ook niet op in.
Sommige leden meenen dat de jaar
wedden van de oudste opzichters v O. W.
op het maximum moeten gesteld worden.
De Heer Roog wenscht die te verhoogen.
De Heer de Breuk verdedigt. Am. Roog
Wordt verworpen. De Heer Modoo wenscht
den overhaal aan den Koudenhorn te
doen vervallen. B. en W. wenschen voor-
loopig dien overhaal te doen behouden.
De Heer Rasch vraagt opheffing van
de tol aan de Kleverlaan. B. en W. zjjn
daar niet voor. De Heer Hugenholtz wil
opheffen, maar den tolgaarder schadeloos
stellen. Resultaatde tol wordt opge
heven.
De Voorzitter dringt op bekorting aan
van het volgende punt: Extra toezicht
tegen f 182,50 op het stookgereedschap,
dit werd niet gewenscht geacht. Ook was
er sprake van eigen beheer in deze. Dit
laatste achten B. en W. niet gewenscht.
De Heer Willink wil doen vervallen,
ook de Heer de Braai. De Heer de Breuk
licht toe. De som lokte uitvoerige be
spreking uit.
Voorstel de Braai wordt verworpen.
Aangedrongen wordt op beter onder
houd der bestratingen. Een grooter be
drag werd wenschel|jk geacht voor ma
terialen. B. en W. w|jzen op de belang
rijke sommen hiertoe noodig. De bestra
ting der Raamgracht zal verbeterd wor
den. De Heer Hofland komt op tegen de
onder-aanbesteding en tegen de wjjze
van werken. De Heer Groot wil een
staat van bestrating (ter beoordeeling
aan den Raad.) Vraagt bestrating van
de Rustenburgerlaan.
De Heer de Breuk beantwoordt eerst
den Heer Hofland, toen den Heer Groot.
De Rustenburgerlaan blijft de aandacht
van B. en W. bezighouden, Omtrent de
wijze van werken wenscht de heer Roog
een bepaald antwoord.
Het noodige ten opzichte van zondags
rust voor plantsoenwachters werd be
sproken. De Heer Schram wenscht die
menschen om de veertien dagen een
vr|jen zondag te geven. De heer Hugen
holtz komt op tegen lange werkuren.
De Voorzitter beantwoordt de kwestie
Zondagsrust. Aan den Heer Hugenholtz
werd geantwoord dat de bedoelde lange
werktijd heeft plaats gehad in overeen
stemming met de werklieden. B. en W.
noemen de bewaking op Zondag een
noodzakelijk kwaad. Voor dit jaar iB
5000 gulden uitgetrokken van de toe
gestane ƒ25000 tot verbetering van den
Hout.
De Heer Hofland vindt ƒ9200 voor
reinhouden der urinoirs te hoog, wat de
Heer de Breuk weerlegt.
De verrneedering met twintig agenten
van politie werd een te groote sprong
genoemd. Betere regeling van den dienst
werd wenschelgk geacht. Men meent
ook dat scherper controle op de agenten
beter zal zijn dan verrneedering.
B. en W. hebben bezwaar den post
te verminderen en opgemerkt wordt,
dat de inrichting en regeling van den
politiedienst bjj het hoofd der politie
berust.
De Heer V. d. Kamp brengt de zaak
ter sprake. Vraagt of de Raad mag be
palen of de som toegestaan voor de
politie, oordeelkundig wordt besteed. Hij
meent ja. Zet uiteen dat een agent heeft
te surveilleeren 4000 kilometers in
anderhalf uur (in 1896) en wijst op
onoordeelkundige verdeeling van het
werk, wenscht meer gelijkmatige ver
deeling. Dit is meer noodig dan ver
meerdering van agenten en dan is meer
controle noodig. De Heer V. d. Berg
wijst ook op het laatste punt.
De Voorzitter beantwoordt. De afstan
den der ronden zijn grooter geworden,
het getal agenten is niet toegenomen
sedert 1896, zoodat het aantal agenten
door onveranderde omstandigheden noo
dig is en dan is ook betere verandering
mogel|jk. De Heer de Braai wil weten
hoeveel staatswerk door agenten verricht
wordt. De Heer Groot wil geen vermeer
dering, de Heer Stolp wel, de Heer Modoo
niet, elk der Heeren motiveert zijn stem.
De Heer Willink wil eerst reorgani-
seeren, dan vermeerderen.
De Voorzitter doet opmerken, dat re
organisatie pas samengaan kan na
vermeerdering.
De Heer Willink meent, dat als het
geheele getal niet noodig blijkt, het
kleiner zal genomen worden.
De Heer <1# Braai wil de 20 agenten
schrappen. De Heer V. d. Kamp wil 6
controleurs en 14 agenten.
Amendement de Braai wordt verwor
pen met 5 stemmen tegen. De Heer
Modoo wil toch eerst reorganiseeren.
Voorstel B. en W. wordt ten slotte
aangenomen.
Gevraagd is of niet behoort gebroken
te worden met de gratificaties aan de
politie. B. en W. z|jn van meening, dat
dit niet in het belang van den dienst
zou z|jn. Dit bespreekt de Heer Hugen
holtz. Meent juist, dat het wel in het
belang zou zijn. Premiestelsel voor het
hoogste getal verbalen bestaat hier, dit
moet voorkomen.
Door den Voorzitter wordt in het licht
gesteld wat hier te Haarlem in deze
plaats heeft Een scherp debat ontstond
hierover tusschen dezen en den Heer
Hugenholtz, waarbij de eerste verklaarde
den tijd te boven te zjjn waarin h|j zich
prikkelbaar zou gevoelen tegenover uit
drukkingen of meeningen van den Heer
Hugenholtz. De Heer V. d. Kamp deed
opmerken, dat de Heer Hugenholtz geen
begrip had van politiezaken, begreep
het zóó, dat geen premie werd verleend
naar gelang van het aantal bekeuringen
maar wel voor verbalen, die door den
Spreker genoemd werden. De post werd
onveranderd aangenomen.
De Heer Rasch vraagt inlichting op
den post brandstoffen wachthuizen. Voor
gesteld wordt de post met f 200 te
verlagen wordt aangenomen.
De Heer Schram bespreekt de keuring
van levensmiddelen, de Voorzitter deelt
mede dat in deze B. en W. diligent
z|jn.
Gevraagd is waarom het subsidie aan
het vaccinatiebureau gebracht is op/800.
B. en W. achten de verhooging noodig.
De Heer Hofland vraagt of er nu ook
reorganisatie komt, zoo niet, dan wenscht
hij ƒ300 niet toe te staan. Dr. H. D.
Kruseman deelt mede, dat er maatre
gelen dienaangaande getroffen z|jn.
De Comm. van Financiën vraagt of nu
reeds noodig is het uitgetrokken bedrag
voor de Gezondheidscommissie te ver
hoogen met een salaris voor den Secreta
ris.
B. en W. doen opmeiken dat het
bedrag door de Gezondheidscommissie is
aangevraagd wat ook de Heer Rasch,
lid der Commissie mededeelt. De Heer
Rasch stelt voor met ƒ500 te verhoogen
wegens het verplichte salaris voor den
Secretaris der Commissie, wat werd
aangenomen.
B|j Lager Onderwijs heeft de Heer
Van Thiel nog iets in het midden te
brengen.
De Heer Schram deelt mede, dat som
mige school behoeften door de leerlingen
betaald moeten worden, tegen de wet.
Weth. J. N. Kruseman zet uiteen, dat
dit is in verband met de verordening
wat betreft atlassen en teekenbehoeften.
De Heer Rasch stelt voor de post
verwarming voor schulen te verminderen
met 1500, omdat de kolenprijzen merk
baar gedaald zijn.
De Wethouder weet niet of het goed
is dit te doen, De Heer Roog vraagt
toezicht op het verbruik van brandstoffen.
De Heer Willink wenscht een opzich
ter in deze. B. en W. zullen dit over
wegen. Voorstel Rasch wordt aangeno
men.
Bij schoolbiblotheken vraagt de Heer
Groot of er geen rekening moest ge
houden worden met vermeerdering van
scholen.
De Heer Hugenholtz bespreekt school-
voeding en kleeding. De Wethouder w|jst
op de particuliere vereenigingen in deze
wordt subsiedie niet verlangd.
Omtrent kosten voor L. O. buiten de
genoemde wenscht de Heer Willink een
schoolarts.
De Wethouder vindt dit. wenscheljjk
maar bezwarend, voor 7000 of 14000
kinderen minstens 3 schoolartsen.
Terwijl aangedrongen werd op gym
nastiekonderwijs aan het gymnasium,
werd gewezen op veel t|jd gegeven aan
sport. De Heer Schram dringt op dat
onderwijs aan. B. en W. zullen geen
voorstel ertoe indienen.
Gevraagd is of het niet mogenljjkis
de meisjesburgerschool op te heffen. De
Heer Schram heeft een bezuinigings voor
stel verwacht. Meer en meer gaan de
leerlingen naar H. B. S. of Gymnasium.
Zoo spoedig mogelijk moet die school
worden voor U. L. O.
Nog de Heer de Braai.
De Wethouder doet opmerken, dat
hier geen sprake kan zijn van de knoop
doorhakken, wel van afwikkelen. Het
middel er toe zal van zelf zich aanbieden.
De Heer Roog doet opmerken, dat
het teekenwerk voör de 4e klas van de
Burgeravondschool niet beantwoordt aan
de eischen der praktijk. B. en W zul
len dit in 't oog houden.
Inrichting van een zwemschool wordt
toegezegd.
Verder gingen de uitgaafposten onder
den hamer door tot Reparatiefonds
elektrische Centrale, a 3000. Er was
hier sprake van gegoochel met cijfers.
De Wethouder J. N. Kruseman zet
uiteen, dat daar geen sprakevan is. Er
is hier sprake van een reserve voor
eventueele reparaties aan accumalatoren.
Verder is de Centrale niet geflatteerd,
door de Gasfabriek. De kosten en hunne
verdeeling zijn naar beste weten ge
steld. Het doel is zooveel mogelijk af te
losseu en tevens te verdienen.
De Heer Modoo heeft nog het woord
over de groepeering der c|jfers. Wenscht
die f 3000 te brengen op lichtfabrieken,
uitgaaf. In stemming wordt dit ver
worpen.
De Heer Schram vraagt of 840
voldoende is voor waterverversching. De
Voorzitter zegt, dat als 't noodig is
versterking zal gevraagd worden. De
Heer Scnram wil 420 meer. De Heer
Spoor constateert dat Haarlem in gun-
stigen toestand verkeert tegenover water
stank. Voorstel Schram wordt verwor
pen.
Inkomsten. De Heer Groot vraagt
of er geen mogelijkheid bestaat het ter
rein aan de Keystraat rentegevend te
maken, door het stichten van arbeiders
woningen. De Weth. de Breuk doet
opmerken, dat die grond volgens Raads
besluit in erfpacht moet worden gegeven.
De Heer de Breuk brengt in herinne
ring dat de voorwaarden ook door den
Raad zijn bepaald, dus B. en W. kun
nen er nieis aan doen, als het publiek
daar niet aan wil.
Openbaarmaking van het kohier der
inkomstenbelasting wordt gewenscht en
invoering van verplichte aangifte van
het inkomen. De Heer H. D. Kruseman
zegt, dat de meest mogelijke spoed wordt
gemaakt met de biljetten, dit in ant
woord op een vraag van den Heer de
Braai. De Heer Hofland bespreekt open
bare contróle van het kohier en eigen
aangifte. Een en ander zou aanleiding