DEMOCRATIE. DOOR Dr. D. C. NIJHOFF. 21) Merkwaardig bovenal voor de toe komstige ontwikkeling was hetgeen men in die dagen, tusschen 1890 en 1848, reeds hier en daar van eigen lijke volkswetgeving bespeurde. Daar bij gold het toch niet alleen een bestrijding van alle aristocratische oligarchische invloedenmaar daarbij gold het het geheele stelsel van repraesentatie. Bekend is het hoe Rousseau in zijn „Contrat social" daartegen reeds te velde trekt. Vol gens hem is de volkswil geheel on vervreemdbaar, kan hij niet over ge daan worden aan een ander en komt in geene deelen aan de afgevaardig den van een volk wetgevende macht toe. „Daar de souvereiniteit de uit oefening is van den algemeenen wil, kan zij nooit vervreemd worden; de souverein, in de democratie een wezen uit tal van individuen bestaande, kan slechts door zich zelf worden ge- repraesenteerdDe volksafgevaar digden zijn slechts de commissarissen van het volk, als eindbesluit kunnen zij nooit iets vaststellen. Elke wet, die het volk in persoon niet heeft geratificeerd, is nietig, is geen wet. Het Engelsohe volk b.v. houdt zich voor vrijhet bedriegt zich zeer want vrij is het alleen gedurende de keuze van zijn parlementsleden zoo- ara die zijn gekozen, is het een slaaf" Rousseau was de eerste, om te bekennen, dat die opvatting van volkssouvereiniteit praktisch alleen uitvoerbaar en mogelijk was in kleine, zeer kleine staten, zooals in Athene. Doch Zwitserland heeft, gelijk we in dit hoofdstuk zullen zien, in de 19<le eeuw niet opgehouden, om dat hooge, dat eenig absoluut ware denk beeld van volkssouvereiniteit na te jagen en toe te passen. Vooral de drie vormen van die zuivere volks- regeerings, het veto, het initiatief en het referendum hebben een merk waardige geschiedenis doorloopen. Er zjjn reeds voor 1848 kantons ge weest, zooals Waadt en Bern die zelfs tot de beide krachtiger vormen van recht op initiatief en facultatief referendum zjjn gekomen. Doch de zwakkere vorm van het veto heeft gedurende 1830-1848 in verschillende kantons reeds de overwinning behaald. Dat was inzonderheid het geval met het kanton St.-Gallen. Daar is in 1831 reeds het veto aangenomen en dit werd in 1832 door Bazel, in 1839 door Wallis, in 1841 door Lucern gevolgd. De strijd in St. Gallen verdient nadere vermelding. Omstreeks het jaar 1830 was de democratische volksparty in St. Gal len vooral druk in de weer. Allerlei brochures, vol van democratische eischen en plannen, zagen het licht. Doch de man, die bovenal de aan dacht trok was Felix Diog uit Rap- persweil, lid van den raad, die be last was met de samenstelling van een nieuwe staatsinrichting. In zyn redevoeringen, daar in dien raad ge houden, kwamen o. a. de volgende puntige gedachten voor: „Voor alle andere dingen komt het aan op de grondstelling, waarvan ons werk moet uitgaan. Ik ken er maar een, dat is: de volkssouvereiniteit. Souverein dat is: de hoogste. Zyn wil is wet. Spreken sommigen van repraesenta- tieve souvereiniteit, dat is niets an ders dan afstand doen van die souve- Contrst Social II. 1. 7. II. 1. 15. reiniteit. Wie afvaardigt, is geen souverein meer als een groote Raad de wetten sanctionneert, dan is de Staatsinrichting een leugen. Het beginsel, het fundament moet ons niet ontsnappen. Men wil het beste voor het volk vaststellen. Doch er wordt niet gehandeld over het beste maar over het recht, dat het volk toe komt. Men heeft het volk mondig verklaardgeeft men het door een grooten Raad een voogd, dau is het niet meer mondig. Ik herhaal ik zoek niet het beste, maar het rechte. Er zou anders wel beweerd kunnen worden, dat een constitutio- neele monarchie het beste was. Ik waarschuw ieder voor dat beginsel van het beste het recht is alleen het richtsnoer". Natuurlgk vonden deze radikale denkbeelden een geducht verzet in den Raad en werd er met de gewone wapens van de onbekwaamheid der groote menigte, om wetten te maken tegen die denkbeelden gestreden. Doch Diog riep uit: „Waariyk de meer derheid van het volk is niet het slech tere deel. In gevallen van strijd tus schen het Staatswelzijn en de vryheid der burgers is altyd het laatstgenoem de van het meeste gewicht. Men kan niet genoeg onze republiekeinen waar schuwen tegen het despotisme van de macht, die zegt gelukkig te willen maken Nooit mag het recht on zeker worden, onder voorwendsel dat het beste bedoeld wordt". Het geheele land was ten gevolge van de beraadslagingen in den Raad in groote bewegingmet allerlei pe tities bestormde men die vergadering, zoowel van voor- als van tegenstan ders der volksrechten. En toen werd te midden van die beweging in en buiten de zaal de beraadslaging op grond van een voorstel van een der leiders, dat des nachts hem was inge vallen, het Veto vastgesteld. Dit was een middel, om de strijdende mee ningen tot elkander te brengen, te verzoenen en alzoo tot een uitslag te komen. Dat veto bestond namelijk hierin, dat niet alleen de grondwet door het volk moest worden goedge keurd, maar dat ook na de overwe ging en de besluiten over de gewone wetten, het volk door middel van een comité uit zyn midden, die wetten moest goedkeuren of verbieden, als in stryd met den volkswil en de grond wet. De Romeinsche geschiedenis met haar volkstribunen diende daarby als gezaghebbend voorbeeld. Met dit voor stel was de tegenstand tegen het recht van het volk als wetgever ge broken. Zy, die de repraesentatie voorstonden, werden door dat gematigd voorstel gewonnen. Alleen de conser vatieven der rechter zyde en de uiter ste democraten bleven er zich tegen verzetten. Het Veto werd aangeno men met 75 tegen 66 stemmen. Het was jammer, dat bij de volksstemming over die wet het misbruik in toe passing werd gebracht, dat diegenen, die niet gestemd hadden bij de voor standers werden gerekend. Daardoor werd de kracht der oppositie nog versterkt en werd door de tegenparty de nieuwe grondwet van 8. Gallen uitgekreten voor al wat leelyk was. Ook in Duitschland spraken vele or ganen over de „ultra-democratische" wet met verachting en werd er voor het vervolg niets dan ellende van verwacht. Uit een historisch oogpunt kan men echter na 70 jaren getuigen, dat het Veto van St. Gallen een eerste ge wichtige en heilzame schrede is ge weest op de baan der Zwitsersche democratie van de 19e eeuw. Andere kantons zyn dan ook St. Gallen spoe dig gevolgd. Id Bazel werd in 1832, in Wallis in 1839 en in Lucern in 1841 het Veto aangenomen. Daaren tegen werd het in 1842 in Zürioh afgestemd. De gronden voor het voor stel te Zurich waren de volgende: „De wetten door het volk zelf om helsd, zullen williger worden opge volgd. De tegenwerping dat het volk onbekwaam was om de wetten te beoordeelen, werd door deze juiste redeneering, bestreden, dat het volk toch wel bekwaam werd geacht, om zyn wetgevers te kiezen en eveneens om zyn voornaamste wet, de grond wet uit te spreken. Ook de ervarin gen, in andere kantons opgedaan, konden ten bewyze strekken van de deugdzaamheid van het Veto". Doch hoe ook mannen als von Muralt, Nü- scheler, Dr. RahnEBcher e s. zich weerden, met 54 tegen 15 stemmen werd in Zurich het Veto verworpen. De overwinnaars hoopten met die verwerping „de consolidatie van Zwit serland" te hebben gered en ook andere kantons een voorbeeld te heb ben gegeven. Wel kwam prof. Treich- ler eenige jaren later nog te voor- schyn met allerlei vooruitstrevende socialistische denkbeelden, ook met het Veto; doch Treichler werd van zijn ambt ontzet, uit het land ver bannen en voor jaren bleef Zürich den grooten Raad met al zyn auto riteit getrouw, totdat, gelyk we nader zullen zien, in 1868 dit kanton voor- op ging in de nieuwe democratische beweging. In Waadt daarentegen is men reeds voor 1848 veel verder gegaan dan het veto. Daar heeft men zelfs het referendum en het initiatief ten deele aangenomen. De beweging, die de grondwetsherziening van dat merk waardig kanton in het jaar 1845, I veroorzaakte, hing te zamen met de omstreeks dien tyd plaats hebbende agitatie tegen de Jezuieten in geheel Zwitserland. Het is bekend, hoe die agitatie tusschen 1844 en 1847 ge heel Zwitserland in beroering bracht en dreigde den ouden godsdiensthaat der kantons te doen herleven. De Jezuieten werden te recht of te on- recht verdacht van ondermyniug der algemeeno bondswetten. In Zürich, Bern, Genève en andere kantons had den dientengevolge groote volksop roeren plaats. Het is zelfs zoover gekomen, dat de katholieke kantons met Lucern aan het hoofd een „Son- derbund" stichtten en dat het land met burgeroorlog werd bedreigd. De Sonderbund en de confederatie grepen naar de wapenen; de eerste bracht een leger van 50.000; de tweede een van 100.000 man byeen Na een zwakken weerstand was de Sonder bund overwonnen en werd de kracht der confederatie, gelyk we nader zul len zien, in 1848 door een nieuwe grondwet versterkt. Te midden nu van die beweging over de Jezuieten had in het land schap Waadt, nagenoeg geheel Pro- testantsch, de groote hervorming van het staatswezen plaats, die we be doelden. Ook daar was, evenals elders in Zwitserland, by velen de agitatie tegen de Jezuieten het masker, waar onder zich de stryd tegen de aristo cratie en den Statenbond verborg. In elk geval liep die in het kanton Waadt gelyk met de godsdienstige beweging. De historieschryver Vulliemin geeft toch in zyn Simple récit de la Re volution du canton de Vauden 1845 een blik in de communistische pro paganda dier dagen in Yevey en an dere plaatsen. Vulliemin dwaalde in zyn opvatting omtrent den korten duur der nieuwe staatsinrichting; want zy is van kracht gebleken en heeft wyd en zyd in Zwitserland in vloed uitgeoefend. De socialistische Io die dagen telde de bevolking van Zwitserland 2.40U 000 tielen, waarvan slechts 900.000 Katholieken Lausanne 1815. plannen van de organisatie van den arbeid kwamen niet tot uitvoering, maar wel werden zeer democratische denkbeelden in de staatsinrichting werkelykheid. Aan het veto als bloot negatieve vorm van volkswetgeving had men niet genoegevenmin aan het referendum. Men voerde het initia tief zelfs in. Het baatte niet, of de tegenparty al met nadruk wees op het recht van petitie en of zy het initiatief als tirannie van de minder heid, als anarchie brandmerkte, ten einde revolutie te voorkomen en op dat „le gouvernement restera con- stamment dans le vrai", werd met groote meerderheid aangenomen. Het heeft weer den weg gebaand tot meer algemeene en nog meer doortastende hervormingen. II. Terzelfder tyd, na het jaar 1830, dat er in verschillende kantons een sterke staatkundige beweging zich openbaarde, bestond er ook een groot verlangen naar een herziening van het bondsverdrag van de geheele Zwitsersche confederatie. Reeds in 1832 werd er eene commissie be noemd, die een ontwerp van revisie daarvan zou moeten bearbeiden. Doch met welk een yver zich ook die com missie kweet van liare taak, de agi tatie tegen het ingediende ontwerp was zoo groot, dat er tot 1848T niets van gekomen is. De kantonale geest was nog zoo machtig dat alle pogingen om meer eenheid te bren gen tusschen de onsamenhangende deelen schipbreuk moeBten lijden. Toch waren er zulke in het oog loopende misbruiken tengevolge van het bondsverdrag van 1815, dat het aan een hartstochtelyk verlangen naar verandering niet ontbrak. Of schreeuwde het niet ten hemel b.v. dat in den bond (van 1815) 14 000 Urners even veel golden als 400.000 Berners. Het was een terugkeer tot de Middeleeuwsche territoriale macht. Spottend zeide men: „De grootmach ten Uri en Zug, Solothurn en Schaff- hausen stellen zich aan als de kabi netten van Rusland, Oostenryk, En geland en Pruisen De tragikomedie heeft ons vaderland verscheurd, de oude, eeuwige volksbonden verwoest, ons nationaal bestaan en onze foede- ratieve republiek tot eon nulliteit gemaakt." Het separatisme was zoo groot, dat zelfs het zoo vooruitstre vende landschap Waadt zich als een aparte natie als nation Vaudoise deed gelden. Er bestond dan ook geen vrij heid van verkeer, geen algemeen post wezen, geen eenheid in munt, maat en gewicht; maar schromelyke wille keur in belastingen en tollen. In som mige kantons was men het gezag van den kleinen Raad tegenover den groo ten weer gaan herstellen, een anti democratische maatregel, die geheel in stryd was met de eerste beginselen der volkssouvereiniteit. De kantons regenten hadden geen verstand en begrip van de eenheid en waarheid van het eedgenootschap en gedurende 16 jaar werd met kracht en geweld door al die vooroordeelen elke ver betering tegengehouden. De verbit terde godsdienststryd in de kantons over de verdryving derJezuieten.de daarop gevolgde „Sonderbund" en de stryd tegen dien bond zyn de aan leidingen geworden tot het doorvoe ren van de revisie der grondwet, waaraan sedert jaren zoo groote be hoefte bestond. Het overwinnende liberalisme, na den Sonderbund te hebben vernederd, achtte zich stork genoeg den lossen Zwitserschen Sta tenbond in den Bondstaat van 1848 te herscheppen. (Wordt vervolgd.) Gedrukt by DE ERVEN LOOSJES, te Haarlem

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlemsch Advertentieblad | 1903 | | pagina 6