BIJ MOEDER THUIS ARNE GARBORG dook dit het noor8ch vertaald door M. A. ZEEMAN. 18) Zij vonden elkaar en gaven elkaar de hand. Hij gaf haar den brief, maar hield bare hand vast. Zoo stonden ze eene poos stil, heel stil. Fanny kreeg zoo'n heerlijk, zacht warm gevoel over zichkonden ze altijd zoo blijven staan! Als hij haar nu kusteAch, daar hoorden ze eene deur opendoen. Hij kreeg een schrik en liet haar los „Goeden nacht," fluisterde hij. Op de trap hoorde men de scherpe stem van Mevrouw Holter „William 1" Hp was het erf opgeloopen en kwam nu van buiten de gang, „Ja moeder." „Waar blijf je toch, jongen, je thee wordt koud!"„Ik kom." Fanny hoorde hem vlug de trap oploopen, weg was hij Zg stak den brief in haar zak en ging naar binnen. Die vervelende Mevrouw Holter Maar hp kon haar best een kus gegeven hebben, vóórdat zpne moeder kwam. In huis begon Fanny's moeder ook te knor- ren. „Waar (vliegje 's avonds toch naar toe? je zit geen minuut stil. Is je jurk misschien te mooi, dat je al je best doet, die zoo gauw moge- lpk te laten slpten Wel ja, je let er zoo nauw niet op, je moeder moet zorgen, dat je een nieuwe krpgt. 'k Zou wel eens willen weten, wanneer je eigenlijk eens tpd hebt om je lessen te leeren Zp moest den brief tot den vol genden morgen laten liggen. Eerst had zp wakker willen blpven, tot hare moeder sliep, en dan het licht willen aansteken, om den brief te lezen. Maar zp sliep eerder dan hare moeder. Zp voelde nog den zachten, warmen handdruk van William, zp was blp en gelukkig en wist van niets voor zp den volgenden morgen ge wekt werd, om naar school te gaan. Op weg daarheea las zij in een poort Williams brief. Wat een heerlpke brief was 't. Hp was de gelukkigste mensch op aarde, schreef hp. Hij wenschte niets liever, dan zoo spoedig mogelpk, met haar, de koningin van zpn hart, te kunnen samenzijn. Maar daarom wilde hp voortaan niet meer buiten spelen 's avonds hp wilde leeren en werken dag en naoht, om heel knap te wor den en flink vooruit te komen, anders zou hp zoo vreeselpk lang moeten wachten. Het speet hem erg, dat hp nu zoo weinig in haar gezelschap kon zpn en niet zooveel, als hp wel wilde als haar ridder haar kon bescher men, maar zp moest bedenken, waar om hp zoo deed, en standvastig zpn in hare liefde. Want hij werkte al leen voor haar, en dus was het wer ken een genot voor hem. En zoodra hp zpne examens gedaan had, zou hp zich met haar verloven en met haar trouwen, en dan zouden ze al toos samen zpn, en hij zou haar op de handen dragen zpn heele leven lang. „En als je dan eene beroemde actrice wordt, dan zpn wp overdag bp elkaar en 's avonds ga ik met je mee naar de komedie. En dan ver dienen we veel geld en worden rijk en reizen dan overal heen en zien van alles. Maar je moet trouw zpn en mp niet vergeten, en dat zal ik ook niet. Want ik vind je het mooi ste meisje, dat ik ken, en ik zal al- tpd aan je denken, mpn liefste. Je eeuwig getrouwe William". Wat een prettige brief was het O, het was bpzonder lief van hem, dat hp het zoo ernstig opnam. Zij had altpd wel geweten, dat hp een eerlpke jongen was. 't Was duide- lpk, dat zp nu nog meer van hem hield. Hoe mooi toch van hem dat hp dag en nacht zat te werken voor haar, om eens met haar Bamen te kun nen zpn. Het duurde wel langzp had gedacht, dat zp nu al verloofd wa ren en dat zp nu al konden doen als geëngageerden. Het zou in 't begin wel een beetje griezelig zpn geweesto, denk toch eenseen jongen te kussen doch als hp maar moedig was geweest hp was eigenlpk net een meisje. Waarom kon hp haar den vorigen avond in de poort geen kus geven 't was er toch donker genoeg, maar foei, 't was toch veel mooier, dat hp het niet had gedaan. Hp was een nobele jongen, die ridderlpk dacht. Wat was ze toch mal ge weest te gelooven, dat ze nu al ver loofd konden zijn, terwijl zp nog op school gingenzp was niet beter dan Emilie. En hoe mooi zou het zpn, vele jaren lang aan elkaar te denken en veel van elkaar te houden, trouw en standvastig. En wie dan ook aanzoek kwam doen, de een al knapper en rijker dan de ander, allen, een voor een werden zij bedankt. De menschen begonnen te praten over dat fiere meisje, dat zulke goede partijen afsloegmaar einde lijk kwam het uit, waarom zij was trouw aan hare eerste liefde. Maar hij had haar toch wel eerst eenB kunnen kussen XI. Fanny's moeder was in allen ernst weduwe geworden Op een mistigen morgen in Maart had men haar vader op de Paleiskade dood vinden liggen met de leelijke lichte oogen wijd opengesperd. Een telegram uit Elmerud meldde, dat Holmsen „door een ongeluk om het leven was gekomen." Maar Oom Nils had daaromtrent zijne eigen meening. Hp zat hare moeder van Vaders uiteinde te vertellen, dat Fanny er akelig van werd. 't Was met Holmsen slecht ge gaan in den laatsten tpd. Hp had bp juffrouw Aaberg op Elmerud ge leefd als nu, dat behoefde niet verder uitgeplozen te worden maar nu en dan werd het hem zeker te erg, en dan ging hij naar Kristia- nia en boemelde daar. Zoo'n bui had hp nu ook gehad en ditmaal zeer hevigdelirium zooals Simonsen, de bierhandelaar in Waterland, vertelde. Telkens had hp met vloeken gedreigd, dat hp zich van kant zou maken „Leen mp een mes, Simonsen, ik wil naar de helgeef me tooh een mes, als je mpn vriend bent, Simon sen" Simonsen had hem voort durend in het oog gehouden, en langzamerhand was het beter ge worden. Zpn geld raakte op, hp kreeg geen drank meer en werd nuchter en heel geschikt. „Nu moet ik zien, dat ik thuis kom," had hp gezegd. En toen was hp niet teruggekeerd. Om vpf uur in den namiddag had men hem 't laatst gezien. Wie weet waar hp toen had gezworven den volgenden morgen had men hem op de Paleis kade gevonden. Zpn horloge stond op acht minuten over acht. Oom Solum dacht ook, dat Vader zich van kant had gemaakt. Moeder schreide. „Arme man," zei ze„hij was toch in zijn hart lief en goed als hij maar niet zoo dwars was geweest I" Hp werd in een slecht huisgezin grootgebracht," zei Oom Solum. Toen begon hare moeder nog 1 harder te schreien. „God, wat een verantwoording heeft men met kin deren Oom Solum zweeg. Zijn kalm, dik gezicht stond heel ernstig. Fanny was zoo onder den indruk van de narigheid, dat zp bpna niet alleen durfde zijn. De doodgevonden man met de wijd opengesperde oogen vervolgde haar overal, 's Nachts droomde zij zoo wild, dat hare moe der haar wakker moest maken. Zij meende altijd haar vader als een lijk te zien hp liep met stijve lede maten door een donkere kamer te vloeken. Of zij hoorde hem akelig kreunen in een gloeienden bakoven. Op zekeren dag kwam er voor Fanny een pakje uit Elmerud. Te- gelpkertpd ontiing zp een brief van Tom. „Lieve Fanny," schreef hp, „'t is nu een treurige tpd voor ons, zusjelief, nu wp zoo plotseling onzen lieven Vader verloren hebben, van wien wp zooveel hielden en die zoo goed voor ons was, en nu staan we hul peloos en verlaten en hebben buiten God en goede menschen niemand om op te steunen. Hp dacht in den laat sten tpd ook dikwpls aan je, Fanny, misschien had hp een voorgevoel, dat zpn leven ten einde liep. Want hp schreef met potlood een briefje aan je, dat wp nu niet meer kunnen vin den, en hp had je wat geld willen sturen, waarvoor wp zwarte japonstof gekocht hebben, die wp je hierbp zenden; je moet er heel netjes op zpn, Fanny, want je moet denken, dat dit het laatste is, wat je van Vader krpgt. Wp hebben de banen van den rok afgescheurd, datje hem wpd zoudt krijgen, maar geer ze in geen geval, want als je dan de japon keeren of veranderen wilt, dan heb je er geen nut van. Leg in den rok van boven een inslag, opdat je hem later kunt verlengen. Maak het lyf vooral groot, je hebt stof genoeg. Wp wenschen dat er geen garneering op komt; alleen twee mooie breede slip pen van achterenmaak vooral alles groot, opdat je er wat aan hebt. Voering en naaibenoodigdhëden vol gen, benevens een kroon voor schoei sel. Later zal ik je over Vaders heen gaan schrpven, maar nu ben ik zoo van streek, dat ik het niet kan. Lea kreeg het op haar zenuwen, toen zij het hoorde. Vader wordt den 20'>«i hier buiten begraven. Groet Moeder. Nu moet ik voor dezen keer eindi gen. Met een hartelpken groet, je bedroefde broeder Tom Holmsew. Het ongeluk is Moeder door een telegram bericht." Juffrouw Holmsen trilde van erger nis. „Alsof ik er in 't geheel niet was!" riep ze. „Juffrouw Aaberg denkt zeker, dat ik geen japon meer kan naaien Maar de japonstof kwam, hoe dan ook, van pas. Zp verhuisden in het voorjaar. De somberheid van de vroegere woning en de benauwde etenslucht waren niet meer uit te houden, vond Moe der. Doch weer moesten ze aan den buitenkant wonen. Het nieuwe huis stond boven op Hcegdehougentegen over Uraniënborghet groote dennen bosch van Uraniënborg maakte, dat men Kristiania niet eens zien kon. Het was er mooi en rustig. Het oude houten gebouwtje van ééne ver dieping lag verscholen in het groen. Eene buitentrap voerde naar de zol derwoning, die zp zouden betrekken zij behoefden dus niemand last te veroorzaken. Er waren twee kleine kamers en een alkoofje. In het kleinste vertrek was de keukenhaard, dat moest dus keuken worden. Het grootste, dat in den eenen zijwand glasruiten had, werd woonkamer, naaikamer, slaap kamer en eetkamer te gelpk. ggggg= i Hier werden de bedden geplaatst, de naaitafel en de commode benevens de drie houten stoelen. Boven de latafel werd de wand versierd met photographieën o.a. met een portret, dat lang verborgen had gelegen Vader en Moeder in den tpd, dat zp geëngageerd waren. De latafel zelf werd opgesierd met enkele fraaiighe den: Vaders oude porseleinen schrijf gereedschap, een beschadigd likeurstel nog uit den tpd van Fredheim, eene groote vergulde flacon, het poppen- theeservies van Fanny, een herders- groep in gips, cadeau van Oom Solum. Deze voorwerpen werden om den ouden toiletspiegel gerangschikt, en stonden goed. Op een paar plaatsen, waar de wanden al te kaal waren, werd eene lithographie opgehangen of een oude courantendrager. De vloer alleen was zoo leeg, de drie houten stoelen vulden die niet voldoende. „Als je nu met den leuningstoel aan kon komen, dien je van plan was aan Moeder te geven, Fanny." Iets beter werd het, toen zp de oude sofa van Oom Nils te leen kregen, 't was wel geen mooi meu belstuk en tamelyk versleten, maar het maakte toch eeu goed effekt. 't Zag er nu werkelyk nog al goed uit. Fanny's moeder wenschte, dat zp er eindelijk eens tot rust zou mogen komen. „Ik ben er oud ge noeg voor," zeide zp, „en ik heb sedert mpn vertrek uit Fredheim niet anders gedaan dan verhuizen." Het was niets prettig, zoo ver van William weg te zpn. Vroeger hadden ze onder hetzelfde dak ge woond nu lag de beele hoofdstad tusschen hen. Doch nu kreeg ze brieven van hem. Hp schreef zoo lief. „Mpn eenig mooi meisje „mpn engel, met je lieve blauwe oogen," tik ben voor eeuwig je vrieud „ik vergeet je nooit," „mpn hart behoort je toe, en geen andere zal het ooit bezitten, neen nooit, al was ze eene prinses." Die lieve jongen En iederen dag zag zp hem bij het schoolgebouw. Soms ook in den speel- tyd, zpn hoofd kwam telkens boven de schutting uitkpken. En echte liefde werd door scheiding versterkt, dat had Fanny hier en daar gelezen. Moeder had hier weer voor vele dames te naaien, voor vriendinnen, zooals zp zeidezp was geen gewone naaister. Sommige van die vriendinnen waren heel deftigde vrouw van den assessor haalde Moe der soms met rptuig af. Fanny mocht nu en dan, met het nieuwe japonnetje aan, hare moeder verge zellen. Zoo kreeg ze een paar ken nisjes. Met Gretha Magnesen was ze heel goede maatjes het stond vast, dat Gretha bp het tooneel zon komen. Spoedig kwamen Gretha en Fanny dagelpks bp elkaar. Fanny kortte Gretha den tpd met verhalen van achter de schermen, en Gretha ver telde Fanny van hare voorname fa milie. Zij had een oom, die lste luitenant wasen dan had ze een neef, die 1»'® luitenant moest wor den nu was hp nog kadet en maakte hare zuster het hof. Hp heette Horn. „Tegen mp is hp anders ook erg lief," voegde Greta er bp. Wordt vervolgd) Gedrukt bp DF ERVEN LOOSJES, te Haarlem

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlemsch Advertentieblad | 1903 | | pagina 6