Nieuwsberichten.
KRONIEK.
In de Raadsvergadering van Woens
dag had eerst de installatie plaats van
den Heer Seignette, met een vriendelijk
woord van den Voorzitter.
Vervolgens de mededeelingen en in
gekomen stukken, en een zitting met
gesloten deuren, welke tot kwart over
drieën duurde.
Na heropening had het onderzoek
plaats van de geloofsbrieven der nieuw
ingekomen leden, de Heeren Pahud de
Mortanges en Loosjes.
Voorgesteld wordt aan den geschorsten
J. P. A. Dicke, onderwijzer aan de 2e
Burgerschool niet eervol ontslag te ver
leenen ingevolge onzedelijke handelingen.
De Heer Groot stelt voor deze zaak uit
te stellen. De Heer V. d. Kamp vraagt
nog opheldering. Voorstel Groot wordt
verworpen en dat van B. en W. aan
genomen.
Naar men weet bestond het gevoelen
dat door een Raadsbesluit van 16 Decem
ber de tienurige werkdag was aange
nomen. Met 13 tegen 12 stemmen was
het D.B. toen uitgenoodigd om voor
stellen te doen tegen het einde van den
termijn van gemeentelijke werken, in
dien geest. In de vorige vergadering
bleken eenige leden een ander gevoelen
toegedaan. B. en W. deelden thans hun
opvatting in deze mede:
Voorop stellende dat de meening van
D. en W. een ander samengesteld col
lege niet binden kan geelt het D. B. te
kennen dat het woord uitnoodigen in
deze moest worden opgevat als een be
leefde term voor opdragendat bij ver
schil van opvatting van de interpretatie
van een raadsbesluit de woorden waarin
het vervat is beslissen moet. Waar nu
in het onderhavige besluit aan het da-
gelijksch bestuur dat tegen het eindigen
van de onderhandsaanneming aan het
bewind zal zjjn, wordt opgedragen voor
stellen te doen betreffende den 10 uren
dag enz., blijft weer het gevoelen van
B. en W. geheel vrjj, wat aangaat den
inhoud van die voorstellen, mits zij maar
den tienurigen arbeidsdag en het aan
gegeven minimumloon betreffen.
Medegedeeld werd dat de bouw van
de nieuwe school 2000 meer eischt,
waartoe een crediet wordt gevraagd.
Het wordt toegestaan ondanks het ver
zet van den Heer Rinkema.
De behandeling van het werklieden
reglement weid voortgezet.
De Heer Hugenholtz wenschte in de
vorige vergadering, dat voor nachturen
meer worde betaald dan voor andere
overuren. De stemmen staakten, zoodat
de beslissing in deze vergadering moet
vallen. Het werd thans verworpen.
Nu het uurloon voor Zondagswerk,
het voorstel B. en W. in deze werd
aangenomen, ondanks het amendement
Modoo.
De Heer Schram wenschte het regle
ment van de Kern vastgesteld zien door
den Raad.
Ook op dit punt staakten de stemmen
toen. Thans werd het verworpen.
Op voorstel van den Voorzitter werd
besloten de beraadslagingen te sluiten,
wat eenig verzet uitlokte.
Het werkliedenreglement werd thans
in stemming gebracht en aangenomen.
De Heer Sneltjes stelt voor de beraad
slagingen over de tramplannen aan te
houden tot een volgende vergadering.
Het wordt aangenomen.
Goedgekeurd wordt een suppletoire
begrooting van het Burgerlijk Armbe
stuur tot een bedrag van ƒ250.
De Heer Rinkema is er tegen, want
het moet dienen om het Armbestuur te
laten rondreizen tot het verkrijgen van
een plan voor een nieuw Armenhuis.
De Heer Kruseman verdedigt het voor
stel B. en W.; het nieuwe huis moet
zoo doelmatig mogelijk zijn.
In stemming wordt het voorstel aan
genomen.
De Raad had bepaald dat bjj den ver
koop van bouwterreinen voorden bouw
de vergunning van den Raad noodig is.
B. en W. wenschen hieraan toe te
voegen
ïDit besluit heeft geene toepassing op
»die gevallen waarin de gronden reeds
«vóór 5 September 1893 zijn uitgegeven
sen in de akte van uitgifte het bouwen
»op den voor tuin bestemden grond af
in hankeljjk is gesteld van eene toestem-
»ming of vergunning van Burgemeester
»en Wethouders.c
De Heer Stolp vraagt inlichtingen.
De Heer Van Styrum zet het voorstel
B. en W. uiteen. Verschillende Heeren
hebben in deze het woord.
De Voorzitter beantwoordt. Het voor
stel B. en W. wordt aangenomen.
De maktmeester W. Wijkhuyzen ver
zoekt, hem al-nog op de pensioenlijst te
plaatsen.
Geadvizeerd wordt afwijzend te be
schikken.
De Heer V. dr Kamp meent dat hem
nooit een pensioen kan geweigerd wor
den en de Heer Groot wil hem op den
staat brengen.
De Heer Kruseman meent, dat Wjjk-
huyzen er niet op behoort, omdat de
betrekking voor hem een bijbaantje is.
De Heer Modoo meent, dat de deur in
deze geheel behoort open te staan. De
Heer Thjjssen wil weten wat de gevol
gen zullen zijn van het plaatsen van
Wijkhuyzen op den staat.
Voorstel B. en W. wordt verworpen,
de man komt dus op de pensioenlast.
Besloten wordt aan M. de Njjs, wed.
J. v. d. Berg ƒ100 per jaar onderstand
te verleenen.
Evenzoo aan de wed M. P. de Ridder,
geb. Tijdgaat.
Ingevolge een verzoek van de Firma
L- W. Heil en Zonen wordt de veror
dening betreffende de Kaasmarkt aldus
gewijzigd
De kaasmarkt wordt gehouden
in de maanden Februari, Maart en
April elke veertien dagen, »e beginnen
op den eersten Woensdag in de maand
Februari
in de maanden Mei tot December
elke week eveneens op Woensdag.
B. en W. stellen voor stichting van
een gemeentelijke zwem- en badinrich
ting in het Zuider Buitenspaarne tegen
over de Rustenburgerlaan, waarvoor met
inbegrip van een remmingswerk aldaar,
wordt aangevraagd 18100.
Aan den Heer A. A. Sprenger toe
te kennen een jaarlijksche subsidie van
850.en dezen de exploitatie op te
dragen. De kosten van het gewone
onderhoud komen voor rekening der
gemeente.
De Heer V. d. Kamp zal voorstellen
de zaak uit te stellen en geeft hiervoor
zijn motieven aan als zijnde in het
belang der gemeente. Nadere onderhan
delingen zijn noodig.
De Voorzitter deelt meê, dat van
nieuwe voorstellen van concessionaris,
den Heer Sprenger, niets bekend is.
De Heer Modoo verdedigt het voorstel
V. d. Kamp. De Voorzitter licht nog
toe. De Heer Rinkema verdedigt voor
stel V. d. Kamp op ünancieële en hy
giënische gronden
De Heer V. d. Berg zal vóór uitstel
stemmen.
De zaak wordt uitgesteld.
In behandeling komt het voorstel van
de Heeren Modoo en Klejjnenberg, tot
vergoeding der pensioens bijdiagen aan
onderwijzend personeel indien wordt
deelgenomen aan hetWeduwen-Weezen-
pensioenfonds.
De Heer Modoo verdedigt het voorstel.
De Heer Bijvoet ziet het verband niet
in lusschen de zaken en zal tegenstem
men. Het voorstel wordt verworpen.
Besloten wordt B. en W. te machtigen
de huur van enkele gronden op te zeg
gen, welke met 1 September ter be
schikking van de H. IJ. S. M. moeten
gesteld.
Wegens het feit dat onder de bouwvak
arbeiders groote werkeloosheid heerscht,
verzoekt het Haarlemsch Arbeiders-
Secretariaat de bouwvakarbeiders het
uitvoeren van bouwwerken, waartoe
reeds in beginsel besloten is, spoedig te
doen aanvangen.
B. en W. stellen voor te berichten
dat voor aandrang geen termen bestaan.
Den Heer Modoo heeft het voorstel B.
en W. onaangenaam getroffen.
De Voorzitter doet opmerken, dat
wanneer er sprake kan zjjn van onaan
genaam dit zeker aan de zijd# van B.
en W. zou zjjn, wat niet het geval is.
Voorstel aangenomen.
Een crediet wordt gevraagd en toe
gestaan van 250.tot afschutting
van een terrein bij het Leidsche.Plein,
bestemd tot opslagplaats van materialen
voor de openbaie werken.
De Heer H. Kramer te Bloemendaal
verzoekt vergunning tot het dempen
van een sloot aan de Kleverlaan en het
hebben van een uitgang aan die laan;
het wordt toegestaan.
De Elektrische Spoorweg-Maatschappjj
verzoekt vergunning tot het dempen van
een sloot tusschen haar land en den weg
langs de Leidsche Vaart.
B. en W. stellen voor de vergunning
te verleenen. Aangenomen.
Op een verzoek van K. Santing wordt
evenzoo beschikt.
De Raad besluit bij voortduring te
benoemen tot Bibliothecaris dezer ge
meente op eene jaarwedde van 1500.
den heer J. D. Rutgers van der Loeff
met bepaling dat die benoeming zal
worden gerekend te zijn ingegaan 1
December 1903.
Benoemd wordt tot makelaar in mo
bilaire goederen den Heer W. Ph. Noë;
in mobilaire goederen en in bouw
materialen: den Heer J. H. Daudejj.
Daarna werd de vergadering gesloten-
Eerste Kamer. De Heer van Alphen
bleef bij de behandeling van de Marine-
begrooting aandringen op een twaalfde
pantserschip voor den buitenlandschen
dienst en kon zich vereenigen met den
aanbouw van een onderzeesche torpedo
boot, ten einde proefondervindelijk te
kunnen uitmaken welke waarde deze
soort vaartuigen voor onze kustverde
diging heeft.
Dat de minister da belangen van het
personeel zich thans krachtig gaat aan
trekken, heeft spr. met bgzonder genoe
gen gezien. Te lang is met de reorgani
satie gewacht.
De Minister van Marine deed uitkomen
dat het spoedig uitvoeren van het plan
voor de binnenlaridsche defensie zeker
niet op zijn weg ligt; vandaar de
benoeming van de gemeenschappelijke
commissie voor de zee- en landmacht,
wier voorstellen de Staten-Generaal in
staat zullen stellen een methodisch plan
voor de defensie vast te stellen.
DeMaiinebegrooting werd goedgekeurd,
waarna Financiën in behandeling kwam.
De Heer van der Biesen wijst op de
lage suikerprijzen en dat ondanks de
suikerconferentie, de produktie van de
suiker in de laatste jaren ontzettend is
toegenomen en gestegen tot 3 Va millioen
tonnen, dat is een toeneming van 97
ton bruto in 't laatste jaar. Zoodoende
is de geheele conferentie mislukt; de
prjjs is gedaald en de productie is toe
genomen waarbjj nog komt de steeds
toenemende smokkelarij.
De minister heelt dan ook krachtige
maatregelen moeten nemen. Wat met
het zout is gebeurd, zal ook met de
suiker gebeuren. Er zullen nog krach
tiger maatregelen moeten worden ga-
nomen om de immoreele smokkelarij
tegen te gaan. Als de suikeraccijns niet
wordt verlaagd, zal heel Noordbrabant
met de rivier er bij tot onvrij territoir
moeten worden verklaard, en dan moet
ook de allerdwaaste instructie voor de
commiezen worden veranderd, die niet
van hun plaats mogen. Laten diemen-
schen zich vrij bewegen, dan kunnen
zij de smokkelaars achterhalen.
De suiker-accijns moeten verminderd
en gelegd worden op den drank.
In zjjn antwoord aan den Heer van
der Biesen zeide de Min. dat de toestand
van de beetwortel-suikerindustrie thans
over de geheele wereld niet benijdens
waard is; maar dit kan niet van duur
zjjn. Doch de toestand zou hopeloos
bedorven kunnen wezen en concurrentie
met rietsuiker langer onmogeljjk met
een overproductie, ongeëvenredigd aan
de behoefte. Indien dat hoog ernstig
geval zich voordeed, zou dit niet een
speciaal Nederlandsche toestand zijn,
maar een over de heele wereld, waar
tegen geen Nederlandsche regeering
iets vermag en waarop niemand heeft
kunnen rekenen.
Omtrent de smokkelarjj erkent de
Min. de feiten, maar die had een voor
sprong op de regeering, die eerst bij
onvermijdeljjkheid ernstige repressieve
maatregelen mocht nemen. En toen zijn
zjj niet nagelaten. Maar het bewakings
personeel was ook niet dadeljjk aan
wezig. Eerst werden 40 kommiezen
meer, later 100 meer aangevraagd. De
minister was derhalve niet in verzuim.
Hoofdstuk Ftuanciën werd daarna
goedgekeurd en zonder veel discussie
ook dat van Oorlog.
Bjj Hoofdstuk Waterstaat werden
landbouwbelangen door de heeren Dojes,
Breebaart, Havelaar en De Jong be
sproken. De Heer Hovy vraagt onderzoek
naar den waterstaatkundigen toestand
van Groningen, Friesland en Drenthe;
hoopt dat 't plan voor de Zuiderzee-
droogmaking niet zal worden opgegeven;
en dringt aan op bevordering van
Zondagsrust bjj de spoorwegen, de pos
terijen en telegrafie, ook in 't belang
van een goed en geschikt spoorweg
personeel. De Joodsche Sabbath geeft
de volmaakte rust. Wie den Sabbath
goed houden, genieten rust en ondervin
den daarvan de weldadige gevolgen. Om
goede en vertrouwbare elementen te
verkrijgen, moet men de ambtenaren
elke week een dag rust verzekeren. Ook
in de commissie voor de spoorwegenquête
is op 't groote belang daarvan gewezen.
Woensdag werd de begrooting van
i Waterstaat behandeld. Omtrent de ha
ven te Scheveningen werd opgemerkt
dat die financieel al een tegenvaller is,
terwijl het vertrouwen in het welslagen
van het werk wordt betwijfeld.
De Heer Bergmann wijst op de slechte
resultaten der proeven met de stoom-
pont te Velsen.
Omtrent de stoompont te Velsen ant
woordde de Min. bestaat er alle uitzicht
dat men nog met de pont zal kunnen
bljjven werken. Na de proefnemingen van
dezen zomer heeft men aan de pont eenige
wjjzigingen aangebracht. Die proefnemin
gen zjjn mislukt; maar a posteriori be
treurt de minister 't, in zoover voor de
ijsopruiming de ponten alleen niet kun
nen dienen zonder jjsbrekers. Er bestaat
intusschen alle uitzicht dat die zaak zal
slagen.
Omtrent de visschershaven te Sche
veningen betreurt ook de minister 't dat
dit werk, 't moge dan technisch slagen,
financieel zoozeer tegenvalt.
Wat de heer Hovy heeft gezegd is
volkomen waareen groot gedeelte van
de bevolking is nog gehecht aan de hei
liging van den Zondag daarom is 't zoo
te betreuren dat juist op de spoorwegen
die rust zoo weinig kan worden in acht
genomen, terwijl men juist op de spoor
wegen zoo groote behoefte heeft aan het
vormen van ernstige begrippen en zoo-
velen thans niet in de gelegenheid zjjn
om naar de behoefte van hun hart hun
God te eeren. De minister vleit zich
intusschen, dat een der resultaten van
de spoorwegenquête zal wezen, dat het
personeel althans om de 3 weken een
vrijen Zondag zal hebben, waaruit in
tusschen zal volgen eenige inkrimping
van de Zondagsdienstregeling.
Nog werden eenige bemerkingen om
trent het rivierwezen beantwoord.
De begrooting van Waterstaat wordt
goedgekeurd, evenals de suppletoire be-
grooiing voor de verbetering van het
Noordzeekanaal.
Zonder beraadslaging wordt goedge
keurd het wetsontwerp tot toekenning
van een subsidie uit 's rjjks schatkist
ten behoeve van de droogmaking van
de plassen onder Reeuwjjk en Sluip
wijk.
Tevens wordt aangenomen de begroo
ting van Suriname voor 1904.
Verder is de begrooting afgewerkt.
De Kamer ging tot nadere bjjeenroeping
uiteen.
De Japanners beginnen thans haastte
maken met hun eisch om antwoord
op hun laatste voorstellen.
Gedurende den loop der zaken heeft
men den toestand nog niet als ernstiger
beschouwd. De Japanners schjjnen te
denken dat het voordeeliger voor hen
zal zjjn om nu, in plaats van later, te
vechten. De bekendmaking van het be
richt aangaande de oproeping van de
reserves in de oostelijke provincies en
aangaande de versterkingen die in allerijl
naar Wladiwostok en Port Arthur gaan,
heeft de hoop op den vrede tot het nul
pont doen dalen. Deze indruk wordt nog
versterkt door een bericht uit Port
Arthur, volgens hetwelk het vervoer van
troepen naar de Jaloe voortgaat. In
ambteljjke kringen verklaart men dit
als: oorlog. Om het geheel te volmaken
kwam daar het bericht bij over de
mobilisatie van de Japansche marine
reserve.