KRONIEK Nieuwsberichten. Woensdag vergaderde de Gemeente raad. Drie leden waren afwezig. Over een overgang van huur ontstond eenige discussie; het punt werd aange- houden. De rekening en verantwoording der ontvangsten eo uitgaven voor de dienst doende schutterij wordt voorloopig vast gesteld op f 5338.25 J. De heer Hugenholtz verzocht enkele ophelderingen. Zegt, dat de gemeente niet verplicht is de instructie voor offi cieren te bekostigen. Wethouder H. D. Kruseman beantwoordt. Opnieuw komt in behandeling het Reglement van Orde voor de Kamer van Koophandel en Fabrieken alhier, nadat het aan die Kamer in een vorige ver gadering door den Raad was terug ge zonden met een paar bedenkingen, waar aan door de kamer nu gedeeltelik was te gemoet gekomen. Het reglement wordt nu goedgekeurd. Voorgesteld tot vaststelling werd een regeling der leeraren aan hetGymnasium alhier. In verband met de verplichte storting ten behoeve van het pensioen fonds voor burgerlijke ambtenaren en die voor het Rjjks weduwen-en weezenfonds moesten de jaarwedden hooger gesteld worden, dan die van de leeraren der H.B. Scholen. B. en W. stellen voor, dit punt thans niet te behandelen en de Raad besloot aldus. B. en W. wenschen gemachtigd te worden tot het aanstellen van twee ambtenaren, om uitsluitend opzicht te houden over het opsteken, branden en blusschen der straatlantaarns op een jaarwedde van f 600. De heer Sneltjes meent, dat de nood zakelijkheid van de aanstelling van die twee ambtenaren niet is geblekenzij kosten meer dan ze opbrengen. De heer Kleijnenberg zet de reden tot de aanstelling uiteen. De heer Holland vindt het voorstel uitstekend, vooral met het oog op de buitenwijken. De heer J N. Kruseman heldert nog een en ander op. De heer Stolp vraagt, waarom geen vier zijn aangevraagd, zooals de directeur wenscht. De Voorzitter beantwoordt. Nog eens de Heeren Sneltjes en Kleijnenberg. Nog eenige woordenwisseling, over het niet ter visie leggen vau stukken, die betrekking hebben op te houden beraad slagingen. De heer Rasch legt nog uit, dat de stukken zooveel mogelijk worden ter visie gelegd. Voorstel B. en W. wordt aangenomen. B. en W. deelen mede, dat Regenten van het Sint Elisabeths Gasthuis gene gen zijn om aan de gemeente in koop af te staan aan genoemde Stichting toebehoorende gronden, gelegen aan de Leidscbe Vaart tot den prijs van lb6.809.90. Voorgesteld wordt op dien koop in te gaan op de volgende zeer aanneme lijke voorwaarden De Gemeente bent f 172.000 en geeft daarvoor aan Regenten een schuldbrief met de volgende bepalingen; De opbrengst der gronden, vóór 1930 verkocht is bestemd tot aflossing der schuld. Voor zoover de schuld niet voor 1930 is afgelost, zal jaarlijks van het over blijvende twee ten honderd worden af gelost. De rente, 4 3 >/i pCt alsmede bovenge noemde aflossingen zullen worden ge vonden uit de inkomsten der Gemeente. De heer v. d. Kamp vraagt of het noodig is den grond te koopen, aange zien het Gasthuis een Gemeente-instel ling is. De heer Groot spreekt in dezelfden geest. De heer Rinkema heeft het woord om aan te toonen, dat de Regenten het recht hebben grond te verkoopen. De heer Thijssen meent, dat het geen gemeente-instelling is en waarschijnlijk zal de Gemeente bij den koop profijt hebben. Nog de heer Holland. De heer Sneltjes heeft in destukken niet de reden van B. en W. tot den koop kunnen vinden. De heer Rinkema heeft van den koop een berekening gemaakt en komt op een bedrag van f 336.000 of f 4.65 per M1., wat zeer zeker een goede koop manschap mag heeten. De heer Stolp meent dat het beter is, dat het Gasthuis de gronden zelf uitverkoopt. De heer J. N. Kruseman zet uiteen dat de Gemeente den grond in bezit moet hebben. Ten slotte komt het op 't zelfde neer of het Gasthuis de gron den duur of goedkoop verkoopt. De heer Spoor heetl nog het woord, vraagt nog naar het gemeentebelang. De Voorzitter licht nog een en ander toe. De heer van den Berg zet uiteen, dat het voor de Gemeente van belang is de gronden en onverdeeld in bezit komen. De heer v. d. Kamp laat zijn denk beeld niet los, dat steeds de Gemeente zich tegenover het Gasthuis heeft ge dragen als eigenaar. Het voorstel komt in stemming en wordt aangenomen metöstemmen legen. De Heeren S. J. W. Monsen J. S. van Veldhuysen, wenschen aangesteld tot makelaar in mobilair. B. en W. stellen voor de benoeming aan te houden tot later. De Heer Hugenholtz meent dat het wel goed zou zijn als er een bepaald getal makelaars werd aangesteld en wel naar behoefte. De Heer v. d. Kamp stelt voor ze thans wel aantestellen. De Voorzitter deelt mede, dat de aan vraag in den laatsten tqd zoo groot was, dat B. en W. meenden het op deze wijze te beperken. De Heer Modoo legt uit, dat het geen gemeentebelang is het getal makelaars te beperken. De Heer van Styrum zet uiteen dat de wet eischt dat het Gemeentebestuur aanwijst personen, die geschikt zjjn om als tusschenpersoon op te treden. De Heer v. d. Kamp trekt zjjn voor stel in. Voorstel B. en W. wordt verworpen. In behandeling komt het voorstel van den Heer J. I. F. Beijnes, om B. en W. te machtigen, bjj openbare en onder- handsche aanbestedingen de voorkeur' te geven aan de Nederlandsche Nijver heid tot een prijsverschil van ten hoog ste 5 °/o, behoudens gelijkluidende voor waarden. B. en W. raden het voorstel te ver werpen op de volgende gronden; De Gemeente zoude niet zoo goed koop mogelijk koopen, ten nadeele der gemeentefinancienbuitenlandsche in schrijvers zouden zich zeer spoedig ont houden en er zou een monopolie voor de binnenlandsche nijverheid te voor schijn treden, dat niet aan de gemeente zou ten goede komen. De Heer Beijnes is door het antwoord van B. en W. teleurgesteld, hij heeft alleen het belang van de Nederlandsche Nijverheid bedoeld. De grondstoffen moet het buitenland leverenwij staan daarbij achter, maar het buitenland weet te zorgen, da» het voo'deelen heeft. Wil echter B en W. niet beletten goedkoop te koopen ten koste van de Nederland sche Nijverheid en trekt dus zijn voor stel in. De Heer Holland vraagt in allen ernst op welken grondslag de 5 pCt. voor sprong berust. De Voorzitter brengt in het midden, dat het gemeentebelang er meê gemoeid is, doch er bestaat ook de ambachts man. De kwestie is of men vóór of te gen protectie is in welke richting B. en W. geen stappen wenschen te doen, aangezien het niet gemeentebelang ot belang van den werkman is. De Vereeniging tot verfraaiing van Haarlem en omliggende gemeenten en tot bevordering van het vreemdelingen verkeer heeft aan de Gememte ten ge schenke aangeboden een zes- of tiental banken ter plaatsing op de Bolwerken. Voorgesteld wordt het geschenk in dank te aanvaarden en voor de plaat sing der banken f 138 ter beschik king te stellen. De Heer Modoo wenscht een som bepaald te zien per bank. Voorstel B en W. wordt aangenomen. Voorgesteld wordt een wijziging in de verordening de voorwaarden rege- lei.de voor levering van electrischen stroom door de gemeente, aangezien het tegenwoordige tarief aan de verbruikers te weinig voordeden biedt. Zij, die veel electriciteit betrekken, betalen wel een lageren prijs, maar die niet in verhouding is aan het meerdere voordeel voor de centrale. Sterker da ling bij stijging van den brandduur. De verbruikers die stroom in hoofd zaak noodig hebben als drijfkracht, be talen minder, dan die stroom uitsluitend tot verlichting gebruiken, doch voor komen moet worden, dat ook in de avonduren van het goedkooper tarief wordt gebruik gemaakt. Er zullen daar om meters in werking gesteld worden voor het afzondeiljjk registreeren voor dag- en nachtgebruik; deze zullen f 6. per jaar meer aan huur kosten dan de gewone stroommeters. De Heer Modoo wenscht dit punt aan te houden. De Heer Sneltjes wenscht dit ook, maar bovendien om het verslag van exploitatie af te wachten. Wethouder J. N. Kruseman meent, dat de meeste Raadsleden toch eigen lijk niet goed over dit punt zullen kunnen oordeelen met de noodige kennis, doet opmerken, dat het tegenwoordig tarief onbillijkheden bevat en zet, als de Heer Kleijnenberg, uiteen, dat deze voorzich tige stap aan te bevelen en behande ling gewenscht is. De Heer Modoo bljjft bij zijn voorstel. De Heer Hugenholtz merkt op dat de Raad te dikwijls wordt behandeld zooiets als een onmondig kind. De Voorzitter vraagt door wie? De Heer Hugenholtz zegt: door B. en W. Waarop de Voorzitter opmerkt dat het College zich daaraan nooit heeft schuldig gemaakt en het zich de insi nuatie van den Heer Hugenholtz niets zal aantrekken. De Heer van den Berg betreurt, dat in den laatsten tijd dingen in den Raad gezegd worden die aanleiding geven tot animositeit. Voorstel Modoo komt in stemming; het wordt aangenomen. Voorgesteld wordt onbewoonbaarver klaring van perceel No. 75, Oude Gracht. De Heer Groot vraagt inlichtingen. Vraagt waarom het rapport van een anderen scheikundige in deze niet is overgelegd. De Voorzitter beantwoordt. De Heer Gioot meent dat de maatstaf voor de waterbeooideeling te hoog is. De Heer Kleijnenberg zet een en ander in deze uiteen. De Voorzitter doet opmerken dat het wateronderzoek plaats heeft in het be lang van den arbeidersstand. Nog heeft de He;r Van den Berg het woord, zou er wel vóór zijn het rapport van den pirticulieren chemicus te ken nen. De Heer Van der Kamp wenscht ver standiger optreden van de beambten voor wateronderzoek. De Heer de Breuk doet opmerken, dat men toch behoort rekening te hou den met de waterrapporten van onzen door den Raad aatigestelden ambtenaar. Verder heeft de bewoonster van per ceel Oude Gracht 75 wel aanvraag ge daan voor water, maar het contract niet ingezonden, vandaar voorstel tot onbewoonbaar verklaring. Onbewoonbaarverklaring wordt aan genomen. Onbewoonbaar worden verklaard het perceel Peuzelaarsteeg No. 14rood. Evenzoo de perceelen Kinderhuisstraat No. 13 en 15 en Lange Annastraat No. 46 en 46rood. De Raad had in Jan. ingetrokken een besluit van Augustus 1903 waarbij aan S. van den Bos te Heemstede vergun ning was verleend tot het hebben van een uitgang aan de Leidsche Vaart, onler voorwaarde dat de open grond tusschen den gevel van zijn perceel en den openbaren weg nimmer zonder toe stemming van den Raad zou mogen be bouwd worden doch aan deze bepaling was niet voldaan, vandaar intrekking der vergunning. Thans is door van den Bos de onderuit bouw weggebroken en verzocht hjj thans weer de vroeger toegestane vergunning, welke verleend wordt. Tot definitief leeraar in wis en werk tuigkunde aan de H B. S. is benoemd de tijdelijk aangestelde leeraar W. C. G. H. van Maurik; tot leeraar in het boekhouden voor'den cursus 19041905 de Heer S. .1. van der Vliet; tot onder wijzeres aan de Zesde Tusschenschool Mejuffrouw J. M. E. van Baerle Haarlem; tot onderwijzer aan de Tweede Burger school de Heer J. Th. Westendorp te Buren. De Heer Modo spreekt van de inwer kingstelling van de schoolbaden. Vraagt ut er dit jaar nog iets van zal komen. De Heer De Haan Hugenholtz deelt mede, dat de zaak geheel rijp is, een voorstel bereikt den Raad. De Heer Rinkema deelt mede, dat de brug over de Kleine Houtweg zeer onoordeelkundig gelegd wordt, waarvan de Heer de Breuk en de Heer Dumont in kennis zijn gesteld. De Heer Modoo deelt mede, dat die kwestie bij de beraadslagingen nog niet rijp was. Wij worden specialiteiten in verkeerd liggende bruggen. De Voorzitter verzoekt den Heer Rinkema een schriftelijke verklaring van het door hem aangevoerde, wat de Heer Rinkema weigert, waarna de ver- gadering gesloten wordt. Eerste Kamer In de vergadering van Dinsdag werden eerst eenige kleine zaken afgedaan, waarna de beraadsla gingen over de Hooger Onderwijs wet werden aangevangen door den Heer Van Boneval Faure, als zjjn meening te kennen gevende, dat het staatsbelang er niet door wordt bevorderd omdat de wetenschap er door aan banden ge legd en de godsdienstvrede bedreigd wordt. Het hoofdbezwaar betreft het recht dat sommige bijzondere universi teiten verkrijgen tot het verleenen van academische graden, dat alleen den Staat toekomt, aangezien het niet op den weg ligt van partikulieren of partikuliere genootschappen om te bepalen welke personen gerechtigd zijn tot het beklee- den van staatsambten. Hooger onderwijs bezit hier vrij beid, maar opgevat in den zin van waarbor gen voor wetenschappelijke bekwaam heid godsdienstige geloofsbelijdenis mag geen maatstaf zijn. Uit de stukken, zegt spreker, blijkt, dat met het recht van promotie zeer duidelijk de Vrije Universiteit wordt bedoeldzij heet vrij, doch is dit niet als het op vrijheid van leven en bewe ging aankomt. Zij wil het recht van diplomeering, doch zij hteft niet het recht er aanspraak op te maken zonder beoordeeling van den Staat, want ge loofsdogma legt de vrijheid van onder zoek aan banden. Spreker is overtuigd dat het openbaringsgeloof meermalen plaats heeft moeien maken voor het licht der wetenschap. Wel is de weten schap niet onfeilbaar, doch zij corrigeert zich zelf, wat met het geloof riiet het geval is. Bovendien is de Vrije Univer siteit geen Universiteit in den zin der wet, want zij heeft geen vjjf faculteiten. Dan nog neemt Spreker het den mi nister kwalijk, dat hij door schimp en spot de examinatoren in discrediet tracht te brengen en onderwerpt vervolgens de nota-van der Biesen aan een strenge kritiek. De minister wil blijkbaar den kelkgenootschappen den voorrang geven boven den Staat, doch schendt hierdoor de rechtsgelijkheid van alle Nederlan ders tot het bekleeden van ambten en bedieningen. Donderdag was de Heer vanderBie. sen aan het woord, beginnende de mee ning te weerspreken als zou de katho lieke partjj niet met de wet zijn inge nomen. In herinnering brengende de brochure van pater F. Hendrichs, volgt Spreker den gedachtengang van dit werk. De historische lijn der rechtsgelijkheid, zegt de schrijver, behoort eindelijk door getrokken te worden. Dit geschiedt in de wet; men breekt met het staatsmo nopolie, waaronder de katholieken ge bukt gaan, welk monopolie berust op 't dwaalbegrip van het dogma. Verder mogen de studenten niet bloot gesteld zijn aan de dwalingen der vrije wetenschap, waar de critiek ontbreekt; de geest der theologische faculteit be- heerscht de Universiteit. Verder betoogt de schrijver, dat de bewering, als zou de wet de natie in twee kampen verdeelen, onwaar is en ontkent het souvereiniteitsrecht van den Staat om academische graden te ver- leenen. Spreker bezigt nog eenige medische

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlemsch Advertentieblad | 1904 | | pagina 2