Tweede Blad.
TE HUUR.
van WOENSDAG 25 October 1905
Nieuwsberichten.
HANNES VAN DEN MOLEN
Onder de rubriek „TE HUUR"
worden voor onze abonne s g r a t i s
gedurende een maand opgeno
men woningen, kamers enz., met
vermelding van Stand, Lokaliteit
Huurprijs en wanneerte aanvaarden
Opgaven hieraan niet voldoende
kunnen niet geplaatst worden.
Bakenessergracht.
No. 75rood. Bovenhuis, f 5.p. w., terst.
No. 77. Bovenwoning f2p. w., terst.
No. 77. Sla»pk» ert|e a f 1.— p. w.
Cronjéatraat.
No. 87. BovenvoorKam. met kast en stookpl.
f 1.— per week. terst.
Donkere Spaarne.
No. 66. Gem. Kamers met pension, vanaf
35.— per maand, tertti nd.
Duven voordestraat.
No. 15. Gem. Kamer en suite, terat.
No 6'rond Bovenhuis, bevattende: 5 kam.,
keuken, badkamer en afgeschoten zolder,
gas- en waterl. f 275.— per jaar, terat.
Gierstraat
No. 51. Bovenhuis 2 kam., keuken, ged. zolder.
No 69rood. Bjvenhuis, 5.— p w, terst.
Groote Houtstraat.
No. 41. Modern groot Bovenhuis, gesohikt
voor kantoor Terstond
No. 80. Gem. Kamers met alcoof, f 35.—
p. m. Nov.
No- 140. 2 Ger>. Kamera met aparte opgang,
f 35.—
No. 153. Bovenhuis, f 240 p j. terst.
Jansstraat.
No. I. Heerenhuis met grooten tuin, ƒ800.
per jaar terstond.
Jansweg
Bovenhuis, suite en 4 kkeuk., sold Aanv.
Aug. Hnurpr 350.p j.
No. 31. Gemeubileerde Zit- met twee Slaap
kamers, voor 2 penonen met pension. 60.
p. m.
Kleine Houtstraat.
No. 5rd. Gem Kamer met alcoof en pension,
f 30 per maand, terst.
Nö. 22. Een Bovenvoorkamer f 1.75 p. week.
Koningstraat.
No. 7. Winkelhuis, f 500 p. j., terstond
Korte Heerenstraat.
No 22. Huia met tuin, 4.50 p. w., terst.
Korte Lakenstraat.
No. 8. Bovenhuis met waterleiding, 2.25
per week, terstond.
Leidsche vaart.
No. 136. Een Huis, f 550.— p. jaar, terstond
Melkboeransteeg.
bij de Amsterdamsche Poort.
No. 3. Groote Locd«, f 1.— per Wiek.
Nassaustraat.
No. 2. Klink Winkelhuis, 40.— p.m.,met
ruime plaats, terst.
Oranjestraat
No. 89 Bovenhuis, 3 kamers met keuken,
en zolder
Parklaan.
No. 26. Huis met tuin, f 400.— per jaar,
terstond.
Pieter Kiesstraat.
No. 33. Gem. Kamers met pensi-n, f 80.
en f 60.p. m., terstond.
Raamvest.
No. 47. Pension, van af 50.per maand.
Ruyohavestraat.
No. 18. Bovenhuis, a f 16per maand.
Adres: Prinsenbolwerk 14.
Seb agohelstraat.
No. 9. Een net Winkelhuis, huurprijs f 500
per jaar. 1 Oct.
Spaarnwouderstraat.
No. 4. Kelder, f - .75, terst.
Sophiaplein
No. 4. Benedenhuis met waterleid. en tuin,
f 175.— per jaar, terstond.
Sophiastraat.
No. 1. Huis met tuin, /175.p.j., terst.
No. 18rood Bovenhuis, terst., f 210.— p.j
Schermerstraat.
No. 36r.iod. Gem. Zit-en Slaapkam., f 30.—
per maand, met degel, pension, terst
Witte Heerensteeg.
No. 35. Bovenslaapkamer, 1.25 p. w terst
No. 39 Kamer, f 1.25 p. w., terat.
Z. B. Spaarne,
No. 24a. Bovenhuis, f 300.p. j., terst.
No. 76a Bo'en'iuis, 225.p. j. terstond.
Zuid Brouwersstraat
No. 3. Bovenkamer, k f 075 per week, vo r
eenig mensch. terstond
Zijlweg
No. 75. Huis met voor-luin, 5 k ,(2 eosuite)
keuk., zold. met dien-tbud-kam. Per jaar
250.— (tot 1 Mei 1936) daarna f 310.
Aanvaarding terst.
Bij J. BOEREE, Coornhertstraat.
HuizeH met Tuin en een Winkelhuis Ie koop.
Te Huur Onder- en Bovenwoningen Spaarn
wouderstraat.
Bij O. GR O ENE WE GEN.
Langendijkstraat 18,
bij de Coornhertstraat.
Bouvgrond te koop, gelegen:
1. In het Kleverpark.
2. In de Generaal Cronié'traat.
3. In de Generaal de La Reijstraat.
4 Aan de Schalk Burgerkade.
5. Aan de Brouwerskade.
6. In het Kleverpark, Huizen met tuinen te
huur, bevattende zes kamers met zeer
en waterlfid ng. f 250per jaar.
Deze buizen zijn ook te koop, met gas-
weinig kapitaal.
Een Servische commissie die te Dus-
seldorp vertoeft, om er proeven met ka
nonnen bij te wonen, zou ook naar
Engeland gegaan z\jn, om de fabriek
van Vickers Co. te bezoeken. Maar
daar kan niet van komen, omdat de
Engelsche firma te Belgrado heeft laten
weten, dat z(j voorshands geen kanon
nen en schietvoorraad aan Servië kan
leveren, omdat zij voor drie jaar met
bestellingen vol zat. Wat een vredelie
vende tijd toch! Pas is aan een lang-
durigen en bloedigen oorlog een eind
gekomeniets later een dreigend oor
logsgevaar afgewend of de kanonnenfa
brieken kunnen bjjna het werk niet af.
En de schatteD, die er voor besteed
worden, moeten natuurlijk geleend
worden.
Rusland wil een nieuwe leening slui
ten. Met wien is nog niet uitgemaakt,
en of het zoo heel gemakkelijk gaan
zal evenmin, want zeer invloedrijke
financiers beweren, dat Rusland aan
het einde van zjjn crediet is. Een van
hen voert zelfs aan, dat de geldmannen
niet moeten bijspringen vóór Rusland
de noodige hervormingen heeft ingevoerd,
waaronder genoemd wordt vrijheid, ook
voor de zes millioen Russische Joden.
Het zou zeker een der overwinningen
van het kapitaal zijn, als het hiertoe
wilde medewerken. Zeer zeker zal Rus
land kunnen betalen, als al de krachten
van des czaren onderdanen zonder staat
kundige belemmeringen de rijke bronnen
van '8 lands welvaart kunnen ontginnen,
want de hulpbronnen van Rusland zijn
zoo goed als onuitputtelijk. Zij bevatten
alles en zelfs meer wat voor de behoeften
vaD de groote natie noodig is, maar velen
van die bronnen wachten nog op ont
ginning, wat alleen onder de leiding
van een degelijke regeering kan plaats
hebben.
Men zegt, de Rus is nog niet rjjp
voor groote dingen. 'tZou kunnen zjjn,
dat een knechtschap van gedurende eeu
wen hem onvatbaar heeft gemaakt voor
vrijheid, maar een regeering, die het
goed meent met land en volk zou ze
er geschikt voor kunnen maken en daar
om zou men van meening zij o, dat als
het kapitaal weigerde nieuwe leeningen
te sluiten vóór de Russische regeering
eeu goed deel van een hervormingsplan
heeft uitgevoerd dit dan een ver
standig besluit zou zjjn.
DOOR
CLARA VIEBIG.
18)
Verbijsterd staarde de oude man
zijn zoon aanen toen keek hij er
zwijgend naar, hoe deze met groote
passen door de kamer holde, op en
neer, op en neer, als een vogel in
een kooi, heen en weer, heen en
weer, heen en weer.
De moeder begon te schreien. En
toen Hannes ophield met 't wilde
rennen en weer voor zijn vader
stoud, hall smeekend, half wanhopig
eischend: mijn mooie hout de
bank verkoopt 't voor mijn neus
leen me toch de tweehouderdveertig
je mot ze me leenen", begon
zij ook mee aan te dringen.
„Leen'm dat geld toch. Man, wees
toch niet zoo gierig!"
De oude man zette een eigenaar
dig gezicht: de slaapmuts vau zijn
voorhoofd op zijn achterhoofd schui
vend en weer van zijn achterhoofd
op zijn voorhoofd, keek hij besluite
loos vrouw en zoon aan. Hij had
iets op 't hart en wilde het toch
niet graag zeggen. Maar nu ze zóó
aandrongen, sprong hij plotseling uit
bed met beide voeten te gelijk zoo
dat ze schrikten.
Hij sprak geen woord Zwijgend
reikte hij onder het bed, en haalde
het kistje te voorschijn, dat de zoon
altijd met een zeker gevoel van ge
rustheid had aangekeken en dat zich
zoo dikwijls voar hem geopend had.
Hannes herademde nu ookaha,
nu kwam de oude toch voor den
dag, hij had maar gebeden willen
worden I De knellende band om zijne
borst scheen zich een weinig te wil
len ontspannen, de doffe druk op zijn
voorhoofd werd minder. In een op
welling van dankbaarheid legde hij
den arm om de schouders van den
ouden man, die op den grond bij de
kist gekield lag.
Maar Matthes schoof knorrig den
arm weg. Hij zeide nog altijd geen
woordzwijgend sloot hij de kist
open.
Toen zag Hannes 't: hij was zoo
goed als leeg. Geen zakken meer met
harde thalers. Ook geen stijve leeren-
zak meer en geen pakje bankbiljetten
alles weg. Op den bodem lag al
leen een boekje en een afgesleten
portemonnaie. Op het boekje dat Mat
thes er uit nam, stond:
„Renteafschrijving der Bonifacius-
vereeniging voor Matthias Kirchwei-
ler." Zijne gerimpelde handen blader
den er in. „Al wou ik je wat leenen,
ik dan het niet, b(j mijn besten wil
niet. Kijk, dat", hij hield het
boekje in de hoogte „dat is het
laatste wat ik heb. Om ten minste
op m'n ouwen dag niet te moeten
bedelen, heb ik dat gedaan. Ik wou
't jullie niet zeggen, maar ik moet
wel, anders laat je me niet met rust.
De Bonifacius-vereeniging betaalt me
een rente, genoeg voor ons leven.
En dat hij nam de oude porte
monnaie er uit en telde de inhoud
op zjjn vlakke hander waren vijftig
thaler, alles en alles dat is niet
te veel voor 'n fatsoenlijke begrafenis.
Een doodkist met versiering, een
kruis op 't graf, koek en begrafenis
bier, dat ben je jezelf toch schuldig.
Vijf en twintig voor mijn, vijf en
twintig voor je moeder dat zal je
me toch niet afhalen?"
Hij had langzaam gesproken, in
zijn kleine, nog slaperige oogen glom
een droevig licht.
Hannes keek strak naar zijn vader
zooals hij daar stond in het korte
hemd, met de dunne naakte beenen
op de kale vloer, en nu viel het hem
plotseling op; er was niets behagelijks
meer in de kamer I En hij zag nog
meer: buiten voor het raam in het
tuintje stond nog wel de standaard,
waarop de groote glazen kogel geprijkt
had, de trots van den ouden man
een sterke vorst echter had hem doen
springen of een storm hem neerge
gooid, er was geen nieuwe gekomen.
En de gezichten van zijne ouders
schenen hem opeens zoo vervallen,
echte grijsaardsgezichten.
Of scheen dat alles maar zoo in
het bleeke licht van den konden win
termorgen
De doffe druk op zijn voorhoofd
was er weer, sterker nog dan te voren.
Hij leunde zwaar tegen den muur en
stennde:
„Vader, waarom heb je me dat
angedaan P"
De oude man keek op van zijn
kist en schudde bedroefd het hoofd-
„Ja, ja, dat is nu eenmaal zoo, ik
heb mezelf de handen gebonden, 't
Spijt me erg, maar, maar hij
haalde de schouders op, zuchtte, en
keek toen naar zijne oude moede bee
nen, „lk zou je graag helpen, maar
't hemd is toch nader dan de rok
Matthes had zijn zoon ditmaal niet
begrepen, 't Was niet de geweigerde
hulp, die Hannes zoo neergeslagen
had. Toen Hannes het huis in 't dorp
verliet, brandde diep in zijn ziel groote
schaamte. De oudjes leden gebrek,
nu wist hij 't, hij had het met eigen
oogen gezienen „om ten minste
op m'n ouden dag niet te motten
bedelen" dat hoorde hij altijd
weer.
Toen hij zijn molen naderde, ging
hij niet binnen, maar ging een weinig
hooger aan den overkaDt van den
straatweg op een rotspunt zitten,
steunde de ellebogen op zijn knie en
legde het zware hoofd in de handen.
Zoo zat hij roerloos zonder de scher
pe koude te voelen, die door zijne
kleeren drong; hij was heet, alsof't
midden in den zomer was.
Op den stillen man blikten de stille
bergen neder, en de stille man blikte
weer naar zijn stillen molen. Alles
was dood.
Hannes beet op zijn nagels. „Om
ten minste niet te motten bedelen
op m'n ouwen dag" als hij die
woorden maar vergeten kon. Ze ver
volgden hem. Hij zat in vreemd ge
peins verloren. Laat ze nu maar komen
met hun sleden, laat 't hout maar
naar den duivel gaan, 't kon hem
niet schelen't Kon hem niet schelen.
Hij sloot de pijnlijke oogen.
Daar hoorde hij vroolijk zweepge
knal en levendig belgerinkel. Langs
den straatweg beneden gleed een
slede voort, door twee flinke paarden
getrokkeneen open lemoen, klaar
om beladen te worden en kletterende
kettingen sleepten er achter aan.
Hij keek op had hij 't niet ge
dacht P Ja, ja, er kwam al iemand
om het hout te halen. Zijn hout, zijn
mooie hout
Maar 't moest. Met. een geweldige
inspanning van zijn wil stond HaDnes
op, dwong zijn vertrokken gezicht
in kalme plooien en met zwaren tred
liep hij over de steenen naar de straat