Brandstoffenhandet A. H. DE VRIES - Kruidbergerweg 65 J. Krab &Zn. Vriendelijk verzoek. Santpoortsche Groentenhal A. MARKERINK Predikbeurten SANTPOORT Telef. 23067 PRIJSCOURANT 1935-1936- Terrasweg35 Tel.22689 Kruidbergerweg 43 „Santpoort" Leveringen uitsluitend a Contant. Prima Belgische Anthraciet afm. 20-30 per H.L. f 1,95 f 2,05 f 2,25 30-50 1,90 2,00 2,20 16-20 1,70 1,80 1,95 Goede Hollandsche 20-30 1,80 1,90 2,10 30-50 1,75 1,85 2,05 77 77 77 Baby 16-20 1,55 1,65 1,80 1ste soort Wales 20-30 30-50 2,50 2,60 2,80 2de soort Wales 20-30 30-50 2,20 2,30 2,50 Eierenkolen 1,20 1,30 1,40 Parelcokes 0,75 0.75 0,80 Geklopte Cokes 0,70 0,70 0,75 Brechcokes I, II en 111 per 1000 K.G. 15,00 15,00 15,00 Bananen 25 ct p. K.G. Malta 13 ct pen K.G. Malta spring 17ct K.G. Sla vanaf 2 ct Bloemkool vanaf 8 ct Postelein 10 ct p. Kilo MEI JULI OCTOBER en JUNI tot en met SEPTEMBER tot en met APRIL 1936 77 77 77 ,7 >7 77 Baby 77 77 77 77 77 77 77 77 7l GEVESTIGD Mr. Timmerman - Houthandel Alle houtsoorten worden gratis thuisbezorgd Ned. Herv. Kerk, Santpoort Zondag 12 Mei v.m. 10 uur Prof. Dr. G. A. van den Bergh van Eysinga. „Wat Blijft" (1 Joh. 2 17) Dezelfde ^al op Woensdag avonden om acht uur, te beginnen 15 Mei, een vier tal voordrachten geven over het boek Job (in de kerk, ingang terzijde). Kosteloos voor ieder toegankelijk. o Ned. Hervormde Evangelisatie, Kerkpad. Zondag 12 Mei v.m. 10 uur Ds. j. W. Swaan te ljmuiden o Geref. Kerk H.V., Wüstelaan. Zondag 12 Mei v.m. 10 uur Ds. E. L. Smelik, Bed. H. Avondmaal nam 5 uur Den Heer K. v. d. Berg Dankzegging o Geref. Kerk, Burg. Enschedélaan. Zondag 12 Mei v.m. 9.45 uur Ds. W. Breukelaar n.m. 5,30 uur Dezelfde. Collecte voor Alg. Christelijke doeleinden. Naar wij uit goeden bron vernemen zal Prof. Dr. G. A. v. d. Bergh v.Eysinga, benoemd tot Hoogleeraar te Amsterdam, het predikambt alhier, voorloopig nog blijven waarnemen. Spesltuinvereeniging „Spaarnberg" Bovengenoemde vereeniging is voornemens op een nader te bepalen datum in de maand Juni, het eerste Speeltuinfeest voor de kinderen der leden te houden. Het lidmaatschap der vereeniging bedraagt f 0,25 per maand (8 maanden verplichtend). Tijdens de speeldagen zijn er bij den opzichter G. Rapis, Woensdag- en Zaterdagmiddag van 2--5 uur, dagkaartjes ver krijgbaar a 5 cent per kind. Spelleidsters zijn de Dames v. d. Bijl-Blok en de Clerk Donaties worden gaarne aan genomen. Opening Paviljoen „Brederode". Zaterdagmiddag om 4 uur heeft de opening plaats gehad van Paviljoen Brederode". Gunstig gelegen, verscholen achter groen, van de weg ge scheiden en toch niet afgezon derd, daar het gezicht op de tennisbanen een aardige aanblik opleverd Niets hebben de exploitanten dan ook nagelaten, om het pu bliek te gerieven. Een aardig terras zorgt dat ge van het zon netje met volle teugen kunt genieten. Het daarachter gelegen paviljoen is ook bij ongunstig weer een bij uitstek geschikt zitje. Keurig verzorgd, smaakvol ingericht, zal menigeen daar kun nen genieten en uitrusten. Niet tegenstaande alles gedaan is om zoo modern mogelijk voor den dag te komen, zijn de consump tieprijzen zoo laag mogelijk ge steld, wat blijk geeft, dat er rekening met de tijdsomstan digheden is gehouden. Een kijkje bij Paviljoen „Brederode" is dan ook ten volle aan te bevelen. Schoenreparatie-lnrichting HOODFSTRAAT 34 - TELEF. 22933 Een omwenteling brengen onze prijzen. Heeren Zolen f 1,25 Dames Zolen f 0,90 Heeren Hakken f 0,65 Dames Hakken f 0,40 Heeren Zolen en Hakken f 1,75 Dames Zolen en Hakken f 1,25 Hout Gepend - Gelijmd - Genaaid Uw reparatie met een dag terug, gehaald en thuisbezorgd. Doorwandel vrij ons mooie bosch, Langs berk en beek en eiken. Maar laat, O wandelaar, op uw tocht Uw plantenliefde blijken Ruk niet in lente overmoed, De takken van de boomen Daar zal nog eer het zomer wordt, Weer 't jonge groen aan komen. Geniet volop van wat natuur In weelde u wil geven En smaak al is 't een enkel uur, De vreugd van 't buitenleven 1935-36 RIJKS-INKOMSTENBELASTING 1914. 1935-36. (Dit is een directe belasting, d.w.z. die wij zelf te dragen hebben, integenstelling met de indirecte belastingen, die op anderen afge wenteld wordt. Bijv. de belasting op wijn wordt weliswaar in eer sten aanleg door den wijnhandelaar aan het Rijk voldaan, doch wordt hem door den verbruiker, den eigenlijken belastingschuldige, in den prijs öf afzonderlijk berekend, terugbetaald). VERVOLG No. 1. Ik zal dus nu hieronder, in vervolg op hetgeen ik vorige week in dit blad heb gezegd resp. beloofd, de daar geformuleerde Be lasting-vragen, achtereenvolgens, althans zooveel mogelijk in ver band, beantwoorden en nader definieeren. Dit geschiedt uit den aard der zaak zoo kort en zakelijk mogelijk. Ik zal echter de dui delijkheid niet aan de beknoptheid opofferen! ANTWOORDEN: Punt I. a. Alle natuurlijke personen die binnen het Rijk wonen; (derhalve géén Vennootschappen); óók buitenlanders, die drie maanden en/of langer in Nederland hun beroep of bedrijf uitoefenen. De leeftijd speelt géén rol; zelfs een baby zou, indien daartoe aanleiding bestaat, kunnen worden aangeslagen. Opmaking I. De Wet zegt, dat het al of niet binnen het Rijk wonen „naar omstandigheden" moet worden beoordeeld. Een twist appel dus, waarover reeds heel wat te koop is geweest en dien tengevolge processen heeft voortgebracht. Enkele voorbeelden ter verduidelijking. Voorbeeld 1. Stel, een bepaald iemand moet, op dokters advies naar Italië, teneinde daar genezing te zoeken. Hij laat zijn vrouw en kinderen in Nederland achter terwijl zijn zaken door nood hulp of op welke andere wijze ook hier gewoon worden voort gezet. In dat geval kan men moeilijk staande houden, dat onze denk beeldige patiënt, in ons voorbeeld, vertrokken is en nü in het buitenland zou wonen (hij vertoeft er immers slechts tijdelijk, voor onbepaalden duur, tot herstel van gezondheid). De Wet neemt hier aan, dat hij binnen het Rijk woont en der halve belastingschuldig is (èn blijft). Het lijkt mij niet ondienstig er den aandachtigen lezer meteen op te wijzen, dat onze patiënt, de kosten aan zijn verpleging in het buitenland verbonden, niet van zijn inkomen in mindering mag brengen; hij mag en móét ze daarentegen wel uit zijn inkomen be strijden. (Dit ter vóórkoming van een verkeerd begrip!) Voorbeeld II. Zeelieden b.v. die hier, dus binnen t Rijk, géén woning hadden, werden vroeger vaak niet in de Inkomstenbelasting aangeslagen. Zij werden beschouwd als niet hier te lande wonende. Daarover is eveneens heel wat verschil van meening geweest. Ten slotte heeft ons hoogste rechts-college, dè Hooge Raad der Neder landen, uiteindelijk een uitspraak gedaan, waaruit blijkt dat dit hooge College heeft uitgemaakt dat zij het Rijk nimmer metter woon verlaten hebben en worden dienovereenkomstig geacht hier permanent (steeds voortdurend) te zijn blijven wonen. Deze hoogrechterlijke uitspraak is zoowel voor de zeevaart als voor de binnenvaart van toepassing. Deze categorie personen wordt dus nü wél in de Rijksinkom stenbelasting aangeslagen. Voorbeeld III. Indische Verlofgangers. Voor deze klasse belastingbetalers is, te dien opzichte met de Koloniale Administratie der Belasting in Indië, een speciale en dus aparte regeling gemaakt. „De duur der afwezigheid in de Koloniën" is hier de spil waarom 't draait Maatstaf is; zes maanden, indien men géén gezin in Indië heeft achtergelaten. Doet men dit echter wél, dan geldt een termijn van één jaar. Punt I b. De binnen het Rijk gevestigde Stichtingen, die een bedrijf of beroep uitoefenen. Hieruit vloeit voort, dat boven en behalve natuurlijke personen ook onnatuurlijke in de R.I.B, worden betrokken. Het komt immers wel voor, dat b.v. een Kloosterorde een bier brouwerij bezit; is dat het geval, dan moet ze ook Inkomstenbe lasting opbrengen. Punt I c, de niet binnen het Rijk wonende of gevestigd zijnde personen en lichamen, die: het genot hebben van een binnen het Rijk gelegen onroerend goed of van een op zoodanig goed geves tigd recht; persoonlijk of door vertegenwoordiger, een bedrijf of beroep (ambt, waardigheid, bediening en betrekking daaronder be grepen) binnen 't Rijk uitoefenen, tenzij dit slechts tijdelijk ge schiedt èn korter dan drie maanden achtereen aanduurt, enz. enz. Dezulken genieten dus, terwijl zij in 't buitenland woonachtig zijn, hier in ons land de opbrengst van hunne onroerende goederen en moeten derhalve van deze bronnen hier belasting betalen. Tenslotte zij opgemerkt, dat de grens der onbelastbaarheid op houdt, zoodra men 800.of meer verdient. Met 800.begint -is ieders belastingplichtigheid. Punten II en IV. 1. De opbrengst van onroerende goederen (dus niet verplaatsbare, alhoewel schepen ook onder het begrip onroe rend goed vallen). Iemand die b.v. huizen, landerijen enz. exploi teert en daaruit inkomsten geniet, betaalt daarover de R. I. B. en wel over de netto-opbrengst. 2. De opbrengst van roerend kapitaal, hetwelk niet in onroe rende goederen of in eigen beroep of bedrijf is belegd, als: a. Renten van inschrijvingen op de Grootboeken der Nationale of buitenlandsche schuld; b. Dividenden en renten van aandeelbewijzen, obligatiën of an dere waarde-papieren (effecten); c. Uitkeeringen verkregen door gelduitleeningen, of verkregen als Commanditaire Vennoot (stille geldschieter); d. Renten van alle overige schuldvorderingen, uit welken hoofde ook, of van bedoelde schuldvorderingen een deugdelijk bewijs, al dan niet is gegeven en of de terugbetaling door hypotheek dan wel op andere wijze gedekt is, (natuurlijk ook renten, die in de aflos singen van schuldvorderingen mogelijk verdisconteerd zijn); e. Tenslotte: de altijddurende renten. Wat nu eigenlijk „een bron van inkomen" is definieert de wet niet. Wat wij er onder te verstaan hebben is echter duidelijk: Im mers: een uitgevoerd bedrijf; een loopend bedrijf; een in exploi tatie of verhuurd zijn stuk land; een courant effect; een rente af werpende schuldvordering, brengen (kunnen althans brengen) ons geld in 't laadje. Zij zijn het, die wij „Bronnen" moeten noemen. De bron van inkomen is toch bestemd om de opbrengst te geven! 3. De opbrengst van: Onderneming en Arbeid, èn 4. Rechten op periodieke uitkeeringen van het leven afhankelijk, deze twee onderdeelen (3 en 4 dus) worden bij de punten 8c en 9 door mij behandeld. Punt III. Door het wettig huwelijk is de vrouw en de man één. De gehuwde vrouw verkeert bij de Inkomsten en Vermogens belasting in een eigenaardige bijzondere positie. Het leidend beginsel in onze belastingen, n.l, „Belasting betalen naar draagkracht èn vermeerdering van dien draagkracht komt hier zeer goed tot uiting. Immers haar: bronnen van inkomen, haar: bezittingen, haar: schulden, worden beschouwd den man te betreffen. In dit geval wordt ieders inkomen der echtgenooten bijeengeteld en de mar. wordt ervoor aangeslagen (hij krijgt een totaal aanslag voor beiden; ze worden in zoo'n geval dus niet individueel behandeld). Maar.... deze regeling geldt niet in gevallen als bij: a. scheiding van goederen; b. scheiding van tafel en bed; c. voor zooverre de vrouw bij huwelijksche voorwaarden het be heer harer roerende en onroerende goederen èn het vrije genot harer inkomsten heeft bedongen, In deze laatste drie gevallen worden man en vrouw ieder afzon derlijk aangeslagen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Weekblad Huis aan Huis | 1935 | | pagina 2