Haarlemsche Courant
In 10 dagen verloren de
bolsjewisten 1215
vliegtuigen.
Distributie van
versnaperingen.
Boerenleider Roskam over zijn reis
naar het Oosten.
287c Jaargang No. 219 x X
Abonnement p. week 0,26, p. maand 1,15, p. kwartaal 3,42,
franco p. post 3,73, losse nummers 6 cent. Advertentlën 15
m-m. 3,— elke m.m. meer 20 cent. Reclames dubbele prl)s.
Advertentieabonnementen 1500 m.m. 12 cent p. m.m. Kennemer
Editie 3—15 m.m. 1,20. Abonnement 1500 m.m- 6 cent p. m.m.
ffttf.i Grafische Bedrijven Damlate.
Wnd. Hoofdredacteur» t. V. BAUDEWYNS.
Nieuwsblad voor Noord-Holland
Verschijnt dagelijks behalve op Zon- en feestdagen.
Donderdag 17 September 1942
Bureaus Haarlem; Groote Houtstraat 93, Bijkantoor: Socnda-
plein 37. Tel. Directie 13032. Hoofdredactie 15054, Redactie 10600,
Administratie 10724, 14824. Soendapleln 12230. Postgiro 134958.
Directie PH. A. MEES - P. W. PEEREBOOM.
Terreinwinsten aan den Terek en te Stalingrad. In
Woronesj-sector vijandelijke aanvallen hervat en
wederom afgeslagen. Eén legercorps vernietigde
Dinsdag bij Rzjef 106 tanks.
BOVEN N. AFRIKA EN
MALTA 25 VLIEGTUIGEN
NEERGESCHOTEN.
Bommen op doelen te Boston
„Aan den Terek mislukten verschei
dene vijandelijke aanvallen. In den slag
om Stalingrad werden in verbitter
de gevechten nieuwe terreinwinsten be
haald. Formaties van de luchtmacht
steunden den strijd van het leger en vieV
len het vijandelijke ravitailleeringsver-
keer op spoorwegen en wegen in het mon-
dingsgebied van de W o 1 g a aan.
In het gebied van Woronesj heeft de
vijand zijn aanvallen met vrij sterke strijd
krachten hervat. Hij werd in hevige gevech
ten met zware verliezen afgeslagen.
Bij Rzjef werden bij den afweer van her
haalde vijandelijke aanvallen in den sector
van een legercorps Dinsdag overdag 106
tanks, waarvan 71 alleen in den sector van
een infanteriedivisie, vernietigd. Op een an
dere plaats werd een eigen plaatselijke aan
val met succes uitgevoerd.
In den Noordelijken sector van het front
itortten plaatselijke aanvallen der bolsjewis
ten ineen.
Ten Zuiden van het Ladogameer wer
den vrij zwakke vijandelijke strijdkrachten
ingesloten en vernietigd. Artillerie bestookte
vijandelijke vuurstellingen, kazematten er
gevechtsstanden met waargenomen uitwer-
king.
Op het Ladogameer werden een bolsjewis
tisch bewakingsvaartuig en een vrachtschip
door bommen beschadigd.
In de periode van 5 tot 15 September ver
loor de bolsjewistische luchtmacht 1215 vlieg
tuigen. Hiervan werden 936 in luchtgevechten,
212 door luchtdoclartillerie en 43 door forma
ties van het leger neergeschoten. De overigen
werden op den grond vernield. In dezelfde
periode gingen aan het Oostelijk front 87
eigen vliegtuigen verloren.
Met inbegrip van de reeds vroeger gemelde
vijandelijke verliezen vernietigden Finsche en
Duitsche vloot- en luchtstrijdkrachten in den
loop van dezen zomer 26 bolsjewistische duik-
booten.
Zooals reeds in een extra bericht is mede
gedeeld, werden de in den nacht van 13 op
14 September met gebruikmaking van vkiot-
en luchtstrijdkrachten bij Tobroek gelande
troepen in nauwe samenwerking tusschen
Duitsche en Italiaansche strijdkrachten na
een zwaren, snellen strijd vernietigd of ge
vangen genomen. De vijandelijke oorlogssche
pen werden door kustbatterijen en luchtdoel
geschut onder een welgericht vuur genomen,
waarbij drie torpedojagers, eenige korvetten
en talrijke landingsbooten tot zinken werden
gebracht.
De daarop in Oostelijke richting wijkende
schepen werden aangevallen door formaties
van de Duitsche en Italiaansche luchtmacht,
die twee kruisers, een torpedojager en ver
scheidene motortorpedobooten tot zinken
brachten. Andere kleinere schepen werden
zwaar beschadigd. Duitsche mijnenvegers
brachten een Britsche motortorpedoboot met
117 gevangenen in de haven van Tobroek.
Negen vijandelijke bommenwerpers werden
neergeschoten. In totaal werden 580 gevange
nen, onder wie 34 officieren, gemaakt. Bo
vendien verloor de vijand een groot aantal
dooden. Een omvangrijke hoeveelheid oor
logsmateriaal werd buitgemaakt. Onder de
gevangenen bevinden zich talrijke schipbreu
kelingen van de tot zinken gebrachte Brit
sche oorlogsschepen De eigen verliezen zijn
te Duitsche gevechtsvliegtuigen en duikbom
menwerpers concentraties van auto's der
Britten met groote uitwerking. Duitsche ja
gers schoten in luchtgevechten boven Noord-
Afrika en Malta 25 Britsche vliegtuigen neer,
waarbij een eigen vliegtuig verloren ging.
Boven het zeegebied ten Westen van
Brest, alsmede bij vluchten boven de
bezette gebieden in het Westen werden
5 Britsche vliegtuigen neergeschoten. In
den strijd tegen Groot-Brittannië vielen
gevechtsvliegtuigen Dinsdagnacht de ha
ven- en industriestad Boston aan. Er
ontstonden talrijke branden.
Op het Westelijke gedeelte van de N o o r d-
z e e brachten patrouillevaartuigen in een
kort zeegevecht 2 Britsche motortorpedoboo
ten tot zinken en schoten een derde in brand.
Aan het Egyptische front behaalde eerste
luitenant Marseille zijn 145ste tot 151ste over
winning in de lucht.
Nog een Britsche kruiser na
aanval op Tobroelx gezonken.
Laffe overval op Duitsch lazaret.
Twintig Britten krijgsgevangen
Van militaire zijde verneemt het D.N.B.:
Een Britsche landingsgroep, die in een
beschut liggende baai ten Westen van To
broek voet aan wal had kunnen zetten,,
heeft daar met zware infanteriewapenen
een groot Duitsch veldlazeret aangevallen.
Ofschoon dit lazaret van grooten afstand
herkenbaar was aan de Roode-Kruisvlag,
zetten de Engelschen hun aanval voort.
Zij c' ongen binnen en vielen de gewonde
Duitsche soldaten met messen aan.
De Engelschen in kwestie, allen afkomstig
van het Britsche eiland, werden gevangen
genomen en verklaarden, dat zij uitdrukke
lijk bevel tot dezen overval hadden gekregen,
aangezien men op deze plaats den minsten
tegenstand verwachtte.
Het Italiaansche weermachtbericht luidt:
Tijdens zuiveringsacties in de zone van
Tobroek werden nog een twintigtal krijgs
gevangenen gemaakt.
Onze formaties vliegtuigen hebben ook
Dinsdag vijandelijke pantserstrijdkrachten
achtervolgd die hadden deelgenomen aan de
verijdelde aanvallen op bepaalde vliegvelden.
Een flink aantal pantserwagens werd in
itoutmoedige scheervluchten vernietigd of
gevechtsonklaar gemaakt. Ook concentraties
Britsche automobielen werden van geringe
hoogte door andere formaties Italiaansche
vliegtuigen op stoutmoedige wijze aangeval
len. Ondanks de hevige reactie vtya het lucht
doelgeschut werden 15 voertuigen in brand
geschoten en tal van andere ernstig bescha
digd. Een van onze machines is niet op haar
basis teruggekeerd.
In den loop van den dag behaalden Duit
sche jagers in herhaalde luchtgevechten
schitterende successen, waarbij zij 22 Brit
sche vliegtuigen neerschoten. Het bombarde
ment op de doelen van Malta werd voortge
zet. De Britsche luchtmacht verloor in lucht
gevechten boven het eiland drie Spitfires.
De lichte Britsche kruiser, die volgens het
Italiaansche weermachtsbericht van Dinsdag
beschadigd was, is later gezonken.
Opgemerkt moet nog worden, dat de instal
laties en depóts van de vesting Tobroek. die
een der voornaamste doelen van den aanval
vormden, noch door het zeven uur lange
lucht- en vlootbombardement, noch door de
operaties der gelande troepen schade hebben
geleden.
KAART VAN PELT
Op het kaartje is met een dikke zwarte
lijn het Duitsche aanvalsfront dp Stalingrad
aangegeven. De twee uiterste vleugels van
den midden-sector die langs den spoorweg
via Woroponowo opereerden zijn in de zui
delijke voorsteden van Stalingrad doorge
drongen. Het middenfront heeft eveneens
contact gekregen met de Noordelijke en
Zuidelijke Duitsche eenheden. Stalingrad
wordt nu van drie zijden ingesloten. De
stad en vesting Stalingrad (voorheen Zarh
zyn of Tzarizyn genoemd) telt 500.000 in.
woners, is een belangrijk industrie-centrum
wordt de stapelplaats van het Beneden-
Wolga-gebied genoemd; men vindt er groote
hout- en vischmarkten, machine
wapenfabrieken.
Vliegkampschip Yorktown
sing verloren.
Volgens den Britschen berichtendienst heeft
het Amerikaansche vlootcommando thans toe
gegeven, dat in den slag bij Midway het
Amerikaansche vliegkampschip Yorktown tot
zinken is gebracht.
Generaal Mac Arthur heeft bekend gemaakt,
dat generaal majoor G. C. Kenney benoemd
is tot bevelhebber van de Geallieerde lucht
strijdkrachten in het Zuidwestelijke deel van
den Stillen Oceaan. De nieuwe bevelhebber
is een geboren Canadees. Hij is 43 jaar oud
en sinds 1937 bij de Amerikaansche lucht
macht.
In een bericht van de Daily Mail-corres
pondent te Sydney wordt gezegd, dat de voor
malige Australische gezant in Tokio, Sir John
Latham na zijn terugkeer uit Japan heeft
verklaard, dat het beste middel om het mo
reel van het Japansche volk te schokken, eer
succesvol tegenoffensief is, waardoor de Ja
panners een onverwachte' zware nederlaag
zouden lijden. Echter moet ik hierbij opmer
ken, aldus Latham, dat de mogelijkheid van
een dergelijke operatie nog jaren op zich zal
laten wachten.
Schaarschte aan schroot en
brandstof in de V.S.
Volgens de Manchester Guardian heeft de
voorzitter van de Amerikaansche productie
commissie, Nelson, verklaard, dat de
schaarschte aan ijzerschroot zóó groot is, dat
men waarschijnlijk binnenkort alle oude brug
gen en oude spoorrails zal moeten sloopen.
De president van de staalfabriek Lukens
moet verklaard hebben, dat de Amerikaan
sche staalfabriekennog slechts voor twee
weken schroot hebben. Generaal-majoor Som-
mervell, die mede belast is met de materieel-
voorziening van het leger, heeft opgemerkt,
dat de productieplannen van het leger voor
September en October niet verwezenlijkt
zuilen kunnen worden, indien de grondstof-
fenpositie zich niet grondig wijzigt.
Naar Radio New York meldt, heeft Nelson
voor de Oostelijke staten en voor 13 staten
van het midden-Westen drastische rantsoe-
neeringsmaatregelen voor brandstoffen aan
gekondigd.
Wapenproductie der V.S. bleef
50 pCt. beneden de raming.
Geen uitbreiding van pachtwet
tot Argentinië.
Het zesde rapport over de leen- en pacht
wet is door president Roosevelt aan het Con
gres voorgelegd. Hierin wordt geconstateerd,
dat de Amerikaansche bewapeningsindustrie
in de laatste drie maanden slechts ongeveer
de helft der vastgestelde hoeveelheid oorlogs
materiaal heeft geproduceerd.
In de Duitsche hoofdstad zijn geen inlich
tingen ontvangen, welke erop wijzen dat de
regeering der Ver. Stater aan de regeering
van Argentinië heeft voorgesteld ook Argen
tinië te betrekken bij de leen- en pachtwet.
Op een desbetreffende vraag werd in de Wil-
helmstrasse verklaard, dat een dergelijk aan
bod, voor het geval het werkelijk gedaan zou
worden, veeleer van propagandistische zijde
beoordeeld moet worden. Overigens wijst
men in Duitsche politieke kringen op de
uiterst pessimistische uitlatingen, welke in
het Amerikaansche tijdschrift Life over de
Amerikaansche oorlogsproductie gepubliceerd
worden.
Duitsche pantsertroepen achtervolgen den vijand in den Kaukasus. Kilometers ver
hadden de Bolsjewisten de langs den weg staande boomen omgezaagd en over den
weg geworpen, teneinde de achtervolging door de Duitsche troepen door den Kaukasus
naar de kust der Zwarte Zee te ontgaan. In den kortst mogelijken tijd werden de
hindernissen door bergjagers en manschappen van de Waffen-SS verwijderd.
(SS-P.K. Altstad^ Trans.-R. P.M. c.)
Voorloopige cijfers van dooden
en gewonden in Britscb-Indië.
Sir Reginald Maxwell heeft In de te
Delhi gehouden debatten meegedeeld, dat
bij de onlusten in Indië, volgens de voor
loopige nog onvolledige berichten, door op
treden van de politie 340 Indiërs gedood en
ruim 800 gewond zijn. Hierin zijn nog niet
begrepen de verRezen in de provincie Bi-
har, het deel van Indië, waar de onlusten
het hevigst woeden. Bovendien zijn door
optreden van de militairen 318 personen ge
dood en 153 gewond.
De verliezen van de politie zijn: 31 doo
den en een groot aantal gewonden, terwijl
van de militairen 11 gedood en 7 gewond
werden. Voorts zijn er zeven civiele ambte
naren gedood en 16 gewond. De cijfers_be-
vatten nog niet de verliezen onder het per
soneel der spoorwegen, die zeer hoog moe
ten zijn. De door Maxwell genoemde ver
liescijfers zijn aanzienlijk hooger dan die,
welke Churchill in zijn redevoering over
Indië op 10 Sept. heeft bekend gemaakt.
Mobilisatie van alle krachten
in Bulgarije.
De Bulgaarsche minister-president Filoff
heeft Dinsdagmiddag voor regeeringsverte-
genwoordigers, hoogere ambtenaren, geeste
lijkheid en weermacht een rede gehouden,
waarin hij o.a. zeide: Alle nationale krach
ten van Bulgarije moeten worden opgeroe
pen om den strijd tegen het bolsjewisme tot
aan de overwinning door te voeren.
Ten opzichte van <ie buitenlandsche poli
tiek is het lot van Bulgarije volkomen inet
dat van de Spilmogendheden verbonden en
er bestaat geen twijfel aan de oprechtheid
van deze samenwerking. Thans wordt de
oorlog tegen de plutocratieën en het bolsje
wisme gevoei'd om een rechtvaardiger or
dening in de wereld op te bouwen. Bulgarije
heeft aan eigen lijf de „democratie van
Engeland" leeren kennen. Het leger heeft
zijn taak vervuld, zooals deze het werd
opgedragen. Daarmede helpt het ook de
bondgenooten van Bulgarije.
„Sikh" en „Zulu" voor
Tobroek verloren gegaan.
De Britsche admiraliteit heeft het verlies
van de beide torpedojagers „Sikh" en
„Zulu" tijdens de mislukte onderneming bij
Tobroek, toegegeven.
De beide torpedojagers maken deel uit
van de z.g. „Tribal-klasse" en zijn in 1937
van stapel geloopen. Zij hebben een water
verplaatsing van 1870 ton, konden een snel
heid van 36.5 knoopen ontwikkelen en wa
ren bewapend, met acht 12 cM. kanonnen,
vier luchtdoelkanonnen van 4 cM. en vier
torpedobuizen van het kaliber 53.3. De be
manning bestond uit 240 personen.
BRITSCH-INDIë BASIS VOOR
STRIJD TEGEN JAPAN.
Mededeeling van leden oorlogsraad
voor den Stillen Oceaan.
De Geallieerde oorlogsraad voor den
Stillen Oceaan liecft Woensdag een
buitengewoon lange bijeenkomst ge
bonden. Na afloop verklaarden de leden
van den raad. dat men algemeen was
overeengekomen, dat Britscb-Indië als
basis voor den strijd tegen Japan moet
wovden gebruikt.
PARLEMENT TE NEW DELHI
BIJEEN.
Naar de bijzondere correspondent van de
Times uit New Delhi meidt. heeft de Indi
sche wetgevende vergadering zich op den
ersten dag der zitting bezig gehouden met
de schade welke door de onlusten is aan
gericht. De Indische minister voor de poste
rijen verklaarde, dat 550 postkantoren aan
gevallen en 53 afgebrand zijn. Nog L'OO an
dere postkantoren hebben schade opgeioo-
pen aan technische instrumenten en ge
bruiksvoorwerpen. Ook zijn er telefoon
leidingen en palen omvergehaald. De In
dische verkeersminister. Sir Edward Bent-
hall, zeide. dat de schade welke de spoor
wegen geleden hebben volgens de voorloo
pige raming 750.000 pond sterling bedraagt.
Er zijn 250 stations beschadigd en 24 treinen
zijn- ontspoord. Hot spoorwegverkeer heeft-
nog steeds te lijden onder deze verkeers-
storlng. Vooral in de provincie Bihar en het
oostelijke deel van de Vereenigde provin
ciën.
correspondent meldt verder, dat
slechts zeer weinig afgevaardigden aan de
zitting van de wetgevende vergadering deel-
De banken van de leden der Con-
grospartij waren volkomen en die van de-
Moslemliga bijna ledig.
De correspondent van de Daily Mail meldt
omtrent, de zitting nog, dat elke afgevaar
digde, die het parlementsgebouw wilde bin
nengaan. werd tegengehouden door vijf In
dische vrouwen, die hem in den weg stonden
De politie heeft tegen deze vrouwen niets
kunnen ondernemen, daar een Indische
vrouw slechts door vrouwelijke politie-be-
ambten mag worden gearresteerd en er in
de buurt van New Delhi geen vrouwelijke
politicbeambten zijn. Andere groepen Indi
sche nationalisten hadden zich tijdens de
zitting steeds weer voor het parlementsge
bouw verzameld en in spreekkoor geroepen:
..Weg met de Union Jack", ..Weg met Chur
chill. leve Gandhi". Ondanks de pogingen
der regeering om deze betoogers met den
gummistok te verwijderen, hadden zij hun
demonstraties steeds weer herhaald.
Ook de mannen kunnen snoepen..
De secretaris-generaal van het departement
•an Landbouw en Visscherij maakt bekend,
dat voor de distributieperiode van 6 Septem
ber j.l. tot en met 3 October a.s. behalve het
normale %-ersnapferingenrantsoen 100 gram
chocolade- of suikerwerkartikelen beschik
baar wordt gesteld op bon Algemeen 377 van
de bonkaart voor voedingsmiddelen. Dit be-
teekent derhalve, dat iedere consument, on
verschillig of hij" in het bezit is van een roo-
kerskaart of een versnaperingenkaart. ditmaal
voor bedoelde artikelen in aanmerking komt.
Zij. die van genoemden bon gebruik willen
maken, dienen deze uiterlijk Zaterdag 19
September a.s. bij den winkelier in te leve
ren. De winkelier wordt vervolgens in staat
gesteld, zich met de bij hem ingeleverde bon
nen zoo noodig extra te bevoorraden en zal
daarna aan zijn klanten de hoeveelheid, waar
op zij, gezien het aantal door hen ingeleverde
bonnen, recht hebben, kunnen afleveren. De
aandacht wordt er op gevestigd, dat voor deze
aflevering geen afzonderlijke bon zal worden
aangewezen. In verband hiermede behoort de
winkelier bij het in ontvangst nemen van de
bonnen algemeen 377 aan den klant een ont
vangstbewijs af te geven.
Met nadruk wordt er op gewezen, dat het
publiek er rekening mede dient te houden,
dat men op bon Algemeen 377 niet dezelfde
artikelen zal kunnen koopen, welke als regel
op de bonnen van de versnaperingenkaart
worden betrokken, aangezien de aanwijzing
van dezen extra bon ten doel heeft dc fabri
kanten en den handel in de gelegenheid te
stellen de ten gevolge van de distributie min
der gangbaar geworden soorten af te zetten.
Het publiek zal derhalve bij het in ontvangst
nemen van de op bon Algemeen 377 verkrijg
baar gestelde hoeveelheid versnaperingen ge
noegen moeten nemen met die soorten, welke
de winkelier hem aanbiedt.
Wateren voor de
scheepvaart gesloten.
's-GRAVENHAGE, 17 Sept. De Ma
rine-bevelhebber in Nederland deelt op
grond van art. 5 al. 1 no. 2, al. 8 van de
verordening no. 100-41 vanv den Rijkscom
missaris voor de bezette1 Nederlandsche
gebieden over bijzondere maatregelen in
zake de kustbescherming mede:
De Westfriesche Waddenzee, de wateren
van Zeeland en het Hollandsch Diep tot
aan de brug over den Moerdijk zijn met
onmiddellijken ingang van zonsondergang
tot zonsopgang voor de geheele scheep
vaart gesloten. Overtredingen worden ge
straft volgens art. 7 al. 2 van de verorde
ning No. 100-41.
DYSENTERIE IN ZWITSERLAND.
In verschillende streken van het kanton
Bern, doch ook in andere kantons doen zich
in den laatsten tijd gevallen van dysenterie
voor, die in enkele streken reeds het karak
ter van een epidemie hebben aangenomen.
In een officieele mededeeling wordt gezegd,
dat er reeds tegenmaatregelen zijn genomen
om een verdere uitbreiding en een kwaad
aardiger verloop van de epidemie te voor
komen. Indien dit noodzakelijk mocht blii-
ken, zullen de geteisterde gebieden totaal
geïsoleerd worden.
„WAGEN WE DEN SPRONG?"
's GRAVENHAGE, 17 September. He
denavond van 19.0519.20 spreekt Max
Blokzijl via den zender Hilversum 1 in de
serie brandende kwesties over het onder
werp: „Wagen we den sprong?"
PESSIMISME
OM STALINGRAD.
Bs. In Stalingrad geschiedt thans een
drama zooals nog nooit eerder in de wereld
geschiedenis voorgekomen was. De stad
werd zoodanig omsingeld, en door wiggen
verdeeld, dat zij onder geen enkel beding
nog te houden is. Ieder verstandig militair
inzicht zou tot deze conclusie geleid heb
ben. Maar Stalin, de bloedige despoot, wil
het anders. Elke straat, elke tuin. ieder
huis is in een vesting herschapen. De hoek
huizen heeft men vol beton gestort, zoodat
zij in ware forten veranderd werden, elke
meter grond er om heen is ondermijnd,
waardoor deze weerstandsnesten alleen door
Stuka's. pioniers met ontplofbare middelen
en vlammenwerpers kunnen wonden over-
wekhgd. Het lot van Stalingrad wordt hier
door ongetwijfeld vertraagd, maar de stad
ontkomt haar vernietiging of val zeker niet.
Om het drama nog afschuwelijker te maken
heeft de beul van het Kremlin bepaald, dat
deze vesting, die zijn naam draagt, tot den
laatsten man zal verdedigd worden. Iedere
burger wordt als militair beschouwd en aan
den OostelUken oever van den Wolga staan
de bolsjewisten gereed om de eigen men-
schen. die zich nog zwemmend in veiligheid
zouden willen probeeren te stellen, af te
maken. Iedere inwoner van Stalingrad, een
stad met een doorsnede van 30 tot 40 km, is
derhalve een ter dood veroordeelde, want
pardon wordt in dezen striid slechts bij
hooge uitzondering gegeven, daar de Duit
sche Weermacht schietende burgers zeer
terecht als vrijschutters beschouwt.
De legerberichten gewagen telkenmale
van vooruitgang en thans is het zoover, dat
de stad in tweeën gescheiden werd een dee-
len stormrijp gemaakt konden worden. De
D.A.D. .maakt dan ook melding van toene
mend pessimisme.in Engeland, want óók
daar heeft men zekerheid gekregen over den
afloop van dezen striid om de Wolga-ves-
ting. De Britsche bladen wijden, volgens
genoemd bericht, sombere artikelen aan het
geval in verband met het feit, dat Grooï-
Brittanië binnen afzienbaren tijd zelf de
voornaamste last van den oorlog zal moe
ten dragen. Engeland is vooral op dat voor
uitzicht niet gesteld omdat de jongste ge
beurtenissen in ontstellende mate hebben
blootgelegd, welke resultaten het Duitsche
duikbootwapen week-in week-uit bereikt.
Engeland ziet ook met angst en vreëze het
oogenblik naderen waarop Duitschland in
staat zal zijn een deel van zyn uiterst ge
routineerde oorlogsvliegers van het Oost
front los te maken, om dan met woeker do
misdadige vernielingen, welke op de woon
wijken en kultuurobjecten van Duitsche
steden werden toegepast, terug te betalen.
Het Duitsche zomeroffensief heeft zijn
groote doeleinden: de bolsjewisten hun be
staansmiddelen. hun wapenarsenalen cn
hun petroleum te ontnemen, bereikt. Wat
groot-Brittannië dezen zomer bereikt heeft,
is gauw samen tc vatten: het verloor slag
op slag, wist den toestand in Britsch-Indië
onmogelijk te maken en veroverde steun
punten opFrankrijk of andere volken
die niet in staat waren zich te verdedigen.
En nu komt die tegenslag van Stalin, de
man op wiens woeste horden Engeland
aangewezen was voor de „overwinning der
democratiën". Het is jammer, dat wij er
geen tijd voor over hebben, maar anders
zouden we Churchill werkelijk mee hel
penbeklagen
Deze week is de
Verduisteringsweek.
Wie niet goed verduistert, is mede ver
antwoordelijk voor slachtoffers, die bij
vergissing getroffen worden. Dat wilt gij
toch niet?
Goed verduisterd, goed beschermd.
,Nu Indië verloren is, dient ons hoerendom zijn
roeping weer op te nemen
Croote kansen voor jonge
Nederlanders in de Oostgebieden.
Zooals gemeld, heeft dc Oostcompagnie
eenigen tijd geleden een aantal deskundigen
uitgezonden naar de veroverde Oostgebieden,
om daar de noodige indrukken op tc doen.
Tot dezen behoorde de leider van den Ne-
derlandschen Landstand, de heer Roskam, die
in deze functie adviseerend optreedt voor dc
afdeeling „landbouw" der Oostcompagnie. De
Landstand zoekt de menschen uit, die worden
uitgezonden en het spreekt dus vanzelf, dat
de boerenleider groote belangstelling had
voor het gebied, waarin zijn menschen zullen
werken.
Op de persconferentie van gisteren heeft
hij een en ander verteld over de indrukken,
die hij tijdens zijn reis heeft opgedaan.
Nu Indië verloren is, aldus de heer Roskam,
dient ons hoerendom zijn oude roeping weer
op te nemen. Het zal in de vervulling daar
van slagen,1 wanneer het daartoe de kracht
kan vinden.
Naast de ideologische en historische z(jde
der Oostlandkolonisatie, is er echter ook nog
een technische en een economische züde. Wij
hebben hier in Nederland met zijn 270 inwo
ners per vlerkanten kilometer, aldus spreker,
een groot gebrek aan grond. Dit gebrek is
steeds een der grootste vraagstukken geweest
voor den boerenstand.
Het spreekt wel van zelf, dat de boeren,
die thans hoewel misschien afstammelin
gen van erfboeren, die vroeger honderd hec
taren grond bezaten en exploiteerden op
twee of drie hectaren hun kippen en varkens,
koeien en paarden van het noodige moesten
voorzien en daarenboven de bevolking van
de noodige levensmiddelen, op den duur een
onderdeel werden der wereldeconomie. De
zulken brengen physisch en geestelijk een
ander geslacht voort. Velen onzjr boeren ves
tigden zich in de steden als* melkboer of
groenteman en in vele gevallen koos hun na
geslacht zelfs een geheel ander beroep. Voor
het behoud van een gezond Nederlandsch
hoerendom is levensruimte dus een noodzaak,
een levensvraag.
In de Oekraine, zoo vervolgde de heer Ros
kam. ging mijn belangstelling voornamelijk
uit naar twee dingen: ten eerste den oogen-
blikkelijken toestand van de grondbebouwing
en ten tweede naar de overblijfselen, de res
tanten van de vroegere Nederlandsche kolo
nisatie.
Wat de zoo hoog geroemde „zwarte aarde"
betreft, daarover is veel gefantaseerd, maar
wie de werkelijkheid aanschouwt, dien zou
deemoed in de schoenen zakken. Men ziet
niets dan een eindelooze troostelooze, ziel-
looze steppenwereld, zonder boomen, beplan
ting of tuinen, met hier en daar slechts een
arbeidershutje. Toch is de grond er goed.
Hij bestaat meestal uit leem en zand met een
flinke laag humus. Hij wordt bebouwd zon
der kunstmest. Een bewijs van zijn vrucht
baarheid levert reeds het feit, dat hoewel
er momenteel nog niet voldoende machines,
paarden en werkkrachten zijn de opbrengst
thans reeds duizend kilogram per hectare be-,
draagt, terwijl men hier te lande reeds te
vreden is met een opbrengst van drie tot vier
duizend kilogram. Van goed bewerkten en ge-
mesten grond.
Een groot verschil is er tusschen deze ge
bieden en die der reeds vroeger gekoloniseer
de streken. Zooals bekend, werd op vele daar
van het kolchozen-systeem toegepast. De be
volking, die het slachtoffer werd van deze
communistische landbouwpolitiek, beschouwt
het Duitsche leger vanzelfsprekend als zijn
verlosser. De menschen zijn hier zoo blij als
kinderen, denken niet aan sabotage en helpen
bij den oogst. Ik ontmoette hier zestien van
onze boeren,- die een half jaar geleden daar
heen waren vertrokken. Zij hadden zich pri
ma gehouden en oefenden het toezicht uit op
de bewerking van groote strooken grond Een
Duitsche boer was hier belast met de con
trole over een gebied van niet minder dan
tien duizend hectaren.
De vroegere kolonisten.
Zooals gezegd, ging mijn belangstelling
voorts ook uit naar de overblijfselen der
oude Nederlandsche kolonisten, die naar
Danzig trokken en 140 jaar geleden ook naar
de Oekraine. In 1920 zouden er daar nog
120.000 menschen zijn geweest, die afstamden
van deze Nederlanders, in hoofdzaak Doops
gezinden, hier Mennonieten geheeten. Hoewel
in Rowno' hiervan geen gegevens voorhanden
waren, trof ik in Chortitza het eerste steun
punt 140 jaar geleden de eerste overblijf
selen aan. Ik beleefde daar onvergetelijke
oogenblikken; trof er twee meisjes aan, die
afstamden van deze Nederlanders en een op
zichter, een Mennonieten-boer, die zich deze
afstamming eveneens wist te herinneren. Tal
rijke afstammelingen bleken nog in leven en
wat mij het meest frappeerde, was wel, dat
hun vrouwen en meisjes hun bloed wisten
rein te houden tegenover de communistische
geweldpleging. Zij moesten daartoe vluchten
in kelders en bosschen en maakten avontuur
lijke omzwervingen vol ontbering en offers.
De afstammelingen der Nederlanders heb
ben hier circa 900 000 hectaren land bezeten.
In dit gebied hadden zij vierhonderd scholen
opgericht en naar verluidt zijn zelfs talrijke
landbouwmachinefabrieken daar' aan hun
initiatief te danken.
Vervolgens zijn wij naar het Noorden ver
trokken naar Wilna Daar liggen de zaken
heel anders. Men treft er geen kolchozen aan
en oefc de samenstelling van den grond is er
anders. Meestal vindt men hier Polen of een
Verwalter op den grond.
Wat bij dit alles het meeste opvalt, Is de
geestkracht, die door de Duitschers ontplooid
wordt om alles op gang te brengen.
Natuurlijk hebben wij tijdens onze reis ook
zaken gedaan. Wat het af te werken program
ma betreft: in de Oekfaine hebben we bij
Rowno een proefboerderij overgenomen, die
zal worden ingericht als scholingsinstiluut.
Over vier weken hoop ik daarheen 50 man
over te brengen, die zullen worden opgeleid
om op een grondgebied van 5.000 hectaren als
Stutzpunktführer te worden ingezet. Bij Wilna
hebben we twee bedrijven overgenomen, groot
150 hectaren, met welker exploitatie even
eens als opleidingsschool vermoedelijk 1
October zal worden begonnen. De cursisten
zullen hier worden opgeleid tot Verwaltcr
van bestaande boerenbedrijven
Kolonisatie eerst na den oorlog.
Boerenleider Roskam wees er met nadruk
op, dat het bij al dezen arbeid niet gaat om
een kolonisatie. Deze komt eerst na den
vrede aan de orde. Immers, het zou niet fair
zijn, terwijl de soldaten nog vechten, den
grond achter hun rug te verdeelen.
Ik kan u verzekeren, aldus besloot boeren
leider Roskam zijn uiteenzetting, dat onze
boeren ten aanzien der uitzendingen dan ook
zeer geestdriftig gestemd zijn. Zij zien er het
belang zeer wel van in. Tien jaar geleden wa
ren er in ons land 80.000 boeren, die geen
eigen boerderij hadden. Bij de invoering van
een boerenerfrecht in Nederland waaraan
door ons wordt gewerkt, zal wellicht 8 tot 12
hectaren per boer noodzakelijk worden geacht.
Duizenden boeren, voor wie geen voldoende
land beschikbaar is, bieden dc uitzendingen
dus perspectief. Het is daar in het Oosten geen
dringen om een baantje. Menschen met durf
en een gezonden boerenkop worden er met
bpen armen ontvangen. Velen zullen alleen
nog over het doode punt moeten worden heen-
geholpen. in zooverre z(j er namelijk nog niet
van overtuigd zijn, dat zü even goed daar in
het Oosten driehonderd of drieduizend hec
taren zullen kunnen beheeren als hier drie of
vjjf hectaren.
„De steile weg opwaarts".
Dr. Göbbels in „das Reich" over den
duur van dezen oorlog.
In „Das Reich" publiceert dr. Göbbels
een hoofdartikel „De steile weg opwaarts",
waarin hij zich bezig houdt met de vraag
van den vermoedelijken duur van den oor
log.
Overal, aldus de minister, ziet men de
dingen thans realistischer dan in den be
ginne. Duitschland heeft den oorlog van
het eerste oogenblik af van den realisti-
schen kant gezien en er steeds voor gezorgd
hem niet te licht, maar ook niet te zwaar
op te nemen. Wij zien in den strijd een
geweldig tragisch volkendrama, dat wij
met inspanning van onze geheele nationale
kracht tot een zegevierend einde moeten
brengen en van welks afloop het afhangt,
of wij in onbeperkte mate zelfbeschikking
zullen verwerven of zullen ten onder gaan.
Het spreekt vanzelf, dat het daarbij niet
onverschillig is, hoelang de oorlog duurt.
Maar die vraag staat in geen verhouding
tot het feit. aat wij den oorlog moeten
winnen en dat daarvoor alle voorwaarden
aanwezig zyn.
De vraag naar den duur van den
oorlog wordt meestal door den steller
der vraag in zijn wenschvoorstelhng
bepaald. Zij is byna altijd afhankelijk
van wat de individu van den afloop
van den oorlog verwacht. Een definitief
antwoord kan men niet geven. Maar de
ervaring leert, dat oorlog en vrede vaak
niet komen, wanneer men ze dichtbij
waant, en dat ze er even vaak plotse
ling zijn, wannéér men ze niet ver
wacht.
Geen Engelsche bewering, aldus Göbbels,
is zoo dom als deze, dat men alle slagen
kan verliezen, om den laatsten te winnen.
Dit klopt alleen, wanneer een overwinnend
volk, zooals wij in 1918, de noodlottige lout
begaat vrijwillig afstand te' doen van den
troef der gewonnen veldslagen Duitschland
heeft thans zooveel van dergelijke troeven
in de hand, dat het niet behoeft te vreezen
voor den afloop van den oorlog. Nooit eer
der in de geschiedenis heeft zich een oorlog
voerende mogendheid in een betrekkelijk
zoo korten tyd zooveel voorwaarden voor
de overwinning geschapen.
Terwijl Duitschland altijd nog in het
offensief is gebleven, bestond de wijsheid
van den tegenstander in het telkens wach
ten op den winter om een rustpoos te krij
gen. wij zouden ook niet weten, hoe en
waarom de loop der dingen kan veranderen,
want iedere nieuwe zomer heeft ons oor
logspotentieel op ieder gebied vergroot.
Wat bijvoorbeeld grondstoffen en wape
nen betreft, staan wQ er thans veel en veel
gunstiger voor dan in het begin van den
oorlog, om nog te zwijgen van het aantal
en de hoedanigheid onzer geschoolde troe
pen. De Anglo-Amerikaansche mogend
heden zijn zelfs bij de grootste inspanning,
waarvan zij nog ver verwijderd zijn, niet
tegen ons opgewassen en de aan menschen
en grondstoffen zoo rijke Soviet-Unie is al
zoozeer geamputeerd, dat haar oorlogs
potentieel op zijn minst beslissend verzwakt
genoemd mag worden.
Minister Göbbels besluit met de woorden:
„Waarom zouden wij den toestand rooskleu
riger zien dan hij is Hij geeft ons toch
al alle kansen op de overwinning. Nog veel
offers en veel inspanning zullen van ons
gevergd worden, maar wij achten het juis
ter het publiek tijdig daarop opmerkzaam
te maken, opdat noch wij noch ons volk in
eenig opzicht misleid worden. Een steile
weg opwaarts ligt nog voor ons. Maar wij
telooven. dat die eerder wordt afgelegd
oor een volk, dat door een jarenlange
harde oefening in het bergbeklimmen ge
traind is dan door een volk. dat het berg
beklimmen slechts op de vlakte heeft lee
ren kennen. Wij hebben geen aanleiding,
onszelf of de wereld iets voor te praten.
Wij zijn ons volkomen bewust van onze
taak, maar ook van onze kansen. Wjj weten
wat wjj willen. Maar, wat nog belangrijker
is, wjj willen ook wat wy weten".