Verordening van den Rijkscommissaris
Rede Hauptdienstleiter
Schmidt.
Instandhouding der productieverdeeling
van goederen en arbeidsinzet.
HET BOLSJEWISME ZEGT:
(Vervolg van pag. 1)
standpunt ten opzichte van den herder
lijken brief, die dezen Zondag van de kan
séls der Katholieke kerken is voorgelezen,
om de geestelijkheid terug te wijzen binnen
de perken, die haar door de wet der kerk
zijn gesteld,-Waarom klaagt men het bols
jewisme niet aan. dat de kerk wil ver
nietigen, zoo vroeg hij. waarom valt men
ons aan. die toch verklaren, dat ieder op
zijn wijze mag zalig worden. Waarom bidt
men voor de joden, terwijl honderdduizen
den Duitsche zonen zijn gevallen? Waarom
stelt de Katholieke kerk zich niet in de
bres voor de 400 millioen Indiërs, die door
Engeland onderdrukt worden en vor wie
Gandhi den hongerdood onder de oogen
ziet? Wij doen geen stap terug en wij
maken bezwaar om de Nederlanders in een
adem met de joden te noemen. De Rijks
commissaris heeft 29 Januari in Den Haag
verklaard: „Als men iets wil eischen, moet
men zichzelf ook voor iets inspannen". Tot
dusver hebben wij evenwel van de kerk
in dit opzicht nog niets vernomen, afgezien
van het feit, dat zij de N.S.B.'ers niet be
graaft en niet toelaat tot de kerkelijke
sacramenten. Als de Katholieke kerk zich
thans wil opwerpen tot voorspraak van
degenen, die zooals dit heet in de af
kondiging van den kansel getroffen zijn
door de hardheid van de bezettende macht,
kunnen wij daaromtrent slechts zeggen,
dat het móói geweest zou zijn, als men
dergelijke woorden ook had gehoord in de
Meidagen van 1940 toen men de N.S.B.'ers
in den kerker wierp.
De katholieke kerk meent in een brief aan
den Rijkscommiss^-is haar beklag te moeten
doen over het „onrecht" het Nederlandsche
volk aangedaan. Wij vragen daartegenover:
wat heelt de kerk gezegd, dat het Duitsche
volk 25 jaar lang -onrecht is aangedaan? Ge
rechtigheid, barmhartigheid en vrijheid van
levensovertuiging, deze woorden heeft de
kerk in den mond. Waarom doet men daarop
geen beroep tegenover de heeren Churchill.
Roosevelt en Stalin? Als men wijst op het
doodschieten van gijzelaars moeten wij
daartegenover stellen, dat wij ons moeten
beschermen tegen misdaden, waartegen
slechts de hardste maatregelen kunnen hel
pen. Slechts dan draaiden de gijzelaars er
voor op, als er aanslagen op de Duitsche
weermacht werden gepleegd, terwijl voor
de misdaden tegen leden der N. S. B. geen
gijzelaars zijn doodgeschoten, omdat Mus
sert het parool heeft gegeven, dat Neder
iandsch bloed niet mag worden verzoend
met bloed. Wel zullen en moeten echter
maatregelen worden genomen, om opge
hitste volksgenooten tot rede te brengen.
Voorts meent men van kerkelijke zijde de
strenge behandeling in het concentratie
kamp op den korrel te moeten nemen, doch
vergeet, dat dit menschen betreft, die op
een oogenblik waarop het Duitsche volk
voor geheel Europa strijdt, meenen te moe
ten conspireeren. Men klaagt, zoo vervolgde
spreker, dat jongelieden naar Duitschland
worden gevoerd, en doet daarbij alsof
Duitschland dertig dagreizen van hier lag.
De waarheid is evenwel, dat Nederlandsche
arbeiders zich bij ons heel prettig voelen.
"Wij hebben geconstateerd, dat Nederland
sche verlofgangers, die hier kwamen, in
Duitschland goed gevoed waren en tien tot
vijftien pond zwaarder geworden waren.
Men meent tenslotte ook een tegenspraak
tusschen onze maatregelen en het evangelie
te kunnen construeeren, terwijl wij daar-
tege^»ver slechts kunnen vragen, of het
niet in tegenspraak met het evangelie en
zyn gebod is, dat men geen N.S.B.-ers wil
begraven. „Godsgebod staat boven de we
reldlijke macht", zoo wordt verder in de
verkondiging gezegd. Wij kunnen daarom
trent slechts opmerken: dat is ook ons ge
loof en deze belijdenis waarborgt ons de
overwinning op het bolsjewisme.
In scherpe bewoordingen keerde Haupt
dienstleiter Schmidt zich tegen de niet-me-
dewerking aan voor den oorlog belangrijke
maatregelen, die aan het slot van de ka
tholieke afkondiging is geëischt. Als men
"het ambtenarencorps wil opstoken om de
bezèttende mogendheid bij de uitvoering
van noodzakelijke maatregelen samenwer
king te ontzeggen, kunnen wij daartegen
over slechts verklaren, dat wij al wat ko
men kan met rust, maar ook met hardheid
tegemoet zien. Spreker riep in dit verband
uit: „AI wat ons hier bekommert is tegen
over den strijd tegen het bolsjewisme
slechts bijzaak. Men moest ons toch niet
lastig vallen met kleine kwesties, die op
zekeren dag wel worden opgelost. Onze
strijd gaat tegen het bolsjewisme maar niet
tegen het christendom. Slechts de Duitsche
soldaat, gestaald door het nationaal-socia-
lisme, is in staat de horden van Stalin terug
te slaan. Zoo geldt ook thans in Nederland
de strijdkreet van dr. Goebbels: „Het
avondland is in gevaar."
Met een dringend beroep zich ook in de
toekomst nauw aaneen te sluiten besloot
Hauptdienstleiter Schmidt zijn uiteenzet
tingen, waarbij hij uiting gaf aan het on
wrikbare vertrouwen in de overwinning
waartoe de prestaties van de Duitsche sol
daten het recht geven.
VRAAG UW WÏNKÊLIEft
Van den Rijkscommissaris voor het be
zette Nederlandsche gebied betreffende de
instandhouding van de productie en de ver
deeling van goederen, alsmede van den ar
beidsinzet.
Op grond van par. 5 van het decreet van
den Führer over de uitoefening van de re-
geermgsbevoegdheden in Nederland van 18
Mei 1940 (R.W.B. 1, blz. 778) bepaal ik:
Art. 1. De Rijkscommissaris voor het
bezette Nederlandsche gebied (commissaris-
generaal voor financiën en économische
zaken of commissaris-generaal voor bijzon
dere aangelegenheden) kan alle maatrege
len nemen, welke noodzakelijk zijn tot de
instandhouding van de productie of de ver
deeling van goederen dan wel van den ar-
heidsinzet. Hij kan het recht tot het bij af
zonderlijke beschikking treffen van zooda
nige maatregelen ook aan andere instanties
overdragen.
Art, 2. Wordt de maatregel, als bedoeld
in artikel 1, bij een rechtsvoorschrift ge
troffen, dan wordt deze door de pers, de
radio, door aanplakking of op andere ter
plaatse gebruikelijke wijze afgekondigd en
wordt deze door deze afkondiging geldig,
voor zoover daarin niets anders is bepaald.
Art. 3. (1) Wordt een maatregel, als
bedoeld in artikel 1, Bij afzonderlijke be
schikking getroffen, dan geschiedt dit
schriftelijk; (2) De beschikking houdt in:
1) De aanduiding van de instantie, welke
de beschikking geeft: 2) den naam en het
adres van dengeen, op wien de verplichting
rust; 3) de nauwkeurige aanduiding van
het bevolen handelen af nalaten; 4) de
plaats, waar en het tijdstip, waarop een
bevolen prestatie moet worden verricht; 5)
de plaats en het tijdstip van de uitvaardi
ging: 6) de onderteëkening van de instantie,
welke de beschikking geeft.
(3) De instantie, welke de beschikking
geeft, maakt deze aan dengeen, op wien dé
verplichting rust,, bekend. Is dit volgens
haar oordeel niet mogelijk, dan wordt de
beschikking bekendgemaakt aan den burge
meester der gemeente, waarin degeen, op
wien de verplichting rust, hier te lande zijn
woonplaats heeft of laatstelijk heeft gehad
(4) Als bekendmaking van de beschik
king is in ieder geval te beschouwen:
1) beteekening; 2) overhandiging tegen
bewijs van ontvangst of 3) mededeeling
middels aangeteekend schrijven.
(5) Door de bekendmaking treedt de be
schikking in werking.
(1) Hij die opzettelijk in strijd handelt
met een volgeps de artikelen 1 tot en met 3
gegeven bevel, wordt gestraft met gevange
nisstraf van ten hoogste vijf jaren en met
geldboete van ten hoogste honderdduizend
gulden of met een dezer straffen.
(2) Poging is strafbaar.
(3) Wordt het feit door schuld gepleegd
dan wordt de dader gestraft met gevange
nisstraf van ten hoogste een jaar of met
geldboete vafi ten hoogste vijftigduizend
gulden.
(4) De strafvervolging vindt slechts
plaats op klachte van den Rijkscommis
saris voor het bezette Nederlandsche ge
bied (commissaris-generaal voor financiën
en economische zaken of commissaris-
generaal voor bijzondere aangelegenheden).
Deze klacht kan worden ingetrokken totdat
het vonnis in tweede instantie in kracht
van gewijsde is gegaan.
(5) De bij de leden 1 tol; met 3 straf
baar gestelde handelingen zijn strafbare
feiten, als bedoeld in artikel 2, lid 2, der
verordening no. 52 1940 betreffende de
Duitsche rechJjjs^ijke macht voor straf
zaken, zooals fleze luidt ingevolge de be
kendmaking no. 72/1942.
Art. 5. Deze verordening treedt in
werking op den dag harer afkondiging,
's Gravenhage, 19 Februari 1943.
De Rijkscommissaris éoor het bezette
Nederlandsche gebied:
(w.g) SEYSS-INQUART.
Totale concentratie tier krachten.
De verordening is het practische gevolg
van de rede, die de Rijkscommissaris op
30 Januari 1943 gehouden heeft en waarin
hij de noodzakelijkheid betoogde van de
totale concentratie der krachten in Ne
derland. De Rijkscommissaris» zeide:
VERDUISTEREN: van 18.08 tot ï.39 uur.
23 Febr.: Zon op 7.42, onder 18.06 uur.
Maan onder 9.09, op 21.47 uur.
24 Febr.: Zon op 7.40, onder 18.08 uur.
Maan onder 9.33, op 22.58 uur.
Hoofdredacteur: J. V. Baudewyns, H.letn (afw.).
Plaatsvervangend Hoofdredacteur en Stad: F. C.
Derks, Haarlem. Chef van Dienst en Binnen
land: S. R. Kuiper, Haarlem. Sport en Stad: A.
Overmeer, Heemstede, Buitenland: J. C. van der
Laag, Heemstede. Haagsch Redacteur: B. Kors
ten, Heemstede. Stad en Reportage: J. A. Steen
Jr., Zand voort. Nieuws en reportage voor Velsen
en omgeving: J. J. E. van Baarsel, IJmuiden.
Advertenties: W. van Ommen. Heemstede.
Engeland viert jubileum van
Roode leger.
Op een overvolle massameeting te Liver
pool, gehouden ter gelegenheid van den 25-
sten verjaardag van het Roode leger, is een
proclamatie voorgelezen van den Sowj et-
ambassadeur Maisky. Deze verklaarde daarin,
dat de Sowjet Unie erop rekent, dat de be
sluiten, genomen op de conferentie te Casa
blanca. spoedig in daden zullen worden om
gezet en dat een Engelsch-Amcrikaunscjg,
leger Duitschland van het Westen uit zal aan
vallen. Op deze vergadering werd de onmid
dellijke vorming van een tweede front ge-
eisch't.
Ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan
van het Roode leger, dat in Engeland plechtig
is gevierd, hebben in Londen en andere steden
Britsche ministers ojj staatslieden het woord
gevoerd. In de Albert Hall te Londen hield
Eden een rede, waarin ook hij het Roode leger
huldigde. In Cardiff sprak Attlee, in New
castle Lyttelton en in Manchester Oliver
Stanley.
Stalin heeft aan de Britsche staatslieden
dankbetuigingen getelegrafeerd.
„Ons leger is het leger üer wereldrevolutie"
(Uit een beschrijving van het Roode leger.)
„Het spreekt vanzeïfdaf thans in
dezen strijd om Europa, nu het Duitsche
volk den toestand van den totalen oor
log ingaat, ook Europa zijn dienover
eenkomstige bijdrage moet leveren, reeds
om zichzelf te handhaven en zijn aan
spraak voor tie tnekonv-t te Lebouden
Er zal derhalve een zelfde totale con
centratie der krachten ook hier in \e-
derland plaats vinden. Bij deze gelegen -
hcid zou ik met allen ernst en nadrnk
erop willen wijzen, dat de toestand van
heden geen beroep duldt op eenigerlei
vroegere omstandigheden en Itetrekkin-
«VII. Ik zal mijn orders geven. Zij moe
ten door allen strikt worden uitgevoerd.
In den huidigen toestand zou de weige
ring tot uitvoering van een dergelijke
order niel anders kunnen worden opge
vat dan als sabotage."
In aanvulling hierop wordt gewezen op
den tekst van de bepalingen tegen sabo
tage vervat in de op 9 Januari 1943 uitge
vaardigde verordening van den Rijkscom
missaris voor de bezette Nederlandsche
gebieden inzake de handhaving van de
openbare orde. In afdeeling 1 van deze
verordening wordt gezegd:
.(1) Hij die opzettelijk een ingevolge gel
dende rechtsvoorschriften strafbaar feit
pleegt, hetwelk tot oogmerk heeft dan wel
aanleiding kan geven tot het in gevaar
brengen van de openbare orde of van de
veiligheid van het openbare leven in het
bezette Nederlandsche gebied, wordt als
saboteur gestraft met den dood.
(2) Poging tot en deelneming aan het
strafbaar feit zijn op gelijke wijze strafbaar
als het voltooid strafbaar feit.
De weermachtberichten van
Zaterdag.
Het Duitsche weermachtbericht van Zater
dag luidt
Bij aanhoudende dooi kwam het in het
Koeban-bruggehoofd slechts tot plaatselijke
aanvallen, die overal mislukten.
Tusschen de zee van Azof en het gebied ten
Zuiden van Orel duren de zware afweerge-
vechten voort. Tegenaanvallen van formaties
Duitsche infanterie en pantserwagens wierpen
in verscheidene frontsectoren opgerukte», vij
andelijke strijdkrachten terug. Hierbij wgrden
32 pantserwagens vernietigd.
De in het Donetsgebied ingesloten, vijande
lijke formatie cavalerie staat, op een zeer
klein gebied opeengedrongen, op het punt
vernietigd te worden.
In den Noordelijken sector van het Oostelijk
front stortten nieuwe, door artillerie en pant
serwagens gesteunde-aanvallen door het ver
zet der Duitsche troepen ineen. Sterke for
maties van de luchtmacht bestookten met
goede uitwerking overdag en des nachts de
aanvalsformaties en ravitailleering van den
vijand. Duitsche jagers schoten alleen boven
hét Noordelijke gevechtsgebied 38 vijandelijke
vliegtuigen neer.
In de hevige afweergevechten in het Donets-
gebied heeft zich het 48ste pantsercorps onder
de voorbeeldige leiding van den generaal der
pantsertroepen Von Knobelsdorff bijzonder
onderscheiden. De 15e luchtafweerdivisie van
de luchtmacht had een schitterend aandeel in
de bestrijding van vijandelijke tankaanvallen
Aan het Noord-Afrikaansche front verlie
pen dei gevechten zooals verwacht werd. De
plaatsen Gafsa en Sbeitla werden bezet. In
het verlóóp van de tot dusver geleverde ge
vechten werden bijna 3000 gevangenen, over
wegend Amerikanen, gemaakt en 169 pantser
wagens, 95 gepantserde verkenningswagens,
36 gemotoriseerde stukken geschut en 60 stuk
ken ander geschut, alsmede talrijke auto's
vernietigd of buitgemaakt.
Britsche bommenwerpers vielen Vrijdag
nacht zonder militair succes enkele plaatsen
in Noordwest- en West-Duitschland aan
waaronder Wilhelmshaven. De bevolking leed
geringe verliezen. Door afweer in den vorm
van jachtvliegtuigen en luchtdoel-artillerie
werden 11 vijandelijke gevechtsvliegtuigen
neergeschoten.
Het Italiaansche weermachtbericht van
Zaterdag luidde
„In Tunesië activiteit van verkennings-
afdeelingen. De operaties in de lucht werden
door de slechte weersgesteldheid belemmerd
Een van onze vliegtuigen is niet' opi zijn basis
teruggekeerd.
In het Westelijke deel van de Middelland-
sche Zee heeft een van onze duikbooten op
18 Februari bij het aanbreken van den dag
een s?hip, dat deel uitmaakte van een convooi
aangevallen en getorpedeerd."
Het Italiaansche weermachtbericht
van Zondag.
Het Italiaansche weermachtbericht van
Zondag luidt:
„In den Zuidelijken sector van Tunesië
heeft een gevecht tusschen pantserwagens
plaats gevonden. In den loop daarvan ver
ijdelden onze gepantserde afdcelingen, ge
steund door de luchtmacht, een vijande
lijke onderneming door een onmiddellijken
tegenaanval.
Onze vliegtuigen hebben aanvallen gedaan
op Tripoli in Syrië en op Beiroet. Zij bom
bardeerden petroleumdepots en raffinaderijen.
Vijandelijke vliegtuigen - lieten bommen
vallen op Napels en veroorzaakten lichte
schade aan civiele gebouwen; onder de bur
gerbevolking heeft men tot dusverre 119
dooden en 322 gewonden geteld. Ook op Pa
lermo werd een aantal gedaan; hier is een
klein aantal personen gewond. Vier der aan
vallende vliegtuigen stortten, door het Itali
aansche en Duitsche afweervuur getroffen,
neer. Twee daarvan vielen in zee, het c^erde
kwam op 11 km van Palermo terecht, het
vierde bij het plaatsje Brancaccio. Voorts
werden in Calabrië eenige bommen geworpen
op de plaatsen Amantea, Gioia Tauro en
tPRIMA TC ROOKEN
ZACHT VOOR DE KEEL 'j
i GEGARANDEERD ZUIVER
Cittanova. Er zijn eenige slachtoffers onder de
burgerbevolking. Twee vliegtuigen zijn nog
door de luchtdoelbatterijen neergeschoten,
toen zij hoven Porto Empedocle vlogen".
Van Duitsche militaire zijde wórdt mede
gedeeld, dat de operaties der strijdkrachten
van de Spil in midden-Tunis ook verder een
uitermate gunstig verloop hebbent
Door deze successen' is het Engelsche plan
om Tunis tot springplank voor een offensief
naar Europa te maken, voorloopig mislukt,
zooals ook door Londen zelf wordt toegege
ven. Het is bekend, dat de Engelschen dit
plan hadden willen uitvoeren voor de dooi-
periode in de Sovjet-Unie het bolsjewistische
winteroffensief tot staan brengt.
De Londensche bladen oefenen tendeele
scherp critiek op de door de Amerikanen in
Tunesië ondervonden militaire tegenslagen.
Er is daarbij sprake van een „groote neder
laag". De openbare meening in Engeland is
teleurgesteld.
Naar de Britsche berichtendienst ten
slotte meldt heeft generaal Alexander het
bevel over alle landstrijdkrachten der
geallieerden in Tunesië op zich genomen.
GEDACHTENISREDE DS. J. C. BRUSSAARD.
Ds. J. C. Brussaard, predikant bij de Gere
formeerde Kerk van Bloemendaal, die Woens
dag den dag hoopt te herdenken dat hij vóór
25 jaar zich aan deze Kerk heeft verbonden,
heeft Zondagmorgen in het kerkgebouw aan
den Vijverweg een gedachtenisrede gehouden
naar aanleiding van Handelingen 26 vers 22
het eerste gedeelte „Dan, hulpe van God ver
kregen hebbende, sta ik tot op dezen dag".
Het thema yan de predicatie was: „Des
Heeren hulp aan Zijne dienstknechten bij
de uitoefening hunner amDtelijke werkzaam
heden". Na de figuur van den Apostel Paulus
geteekend en bij diens kloekmoedig getuigen
en belijden te hebben stilgestaan, zeide spr.,
dat hij er dankbaar van mag gewagen hoe
in de afgeloopen 25 jaar de hulp van God hem
meermalen op verrassende wijze is gebleken.
Hij mocht zeggen met Mozes „De God mijns
vaders is tot mijne hulp geweest. Des Heeren
bijstand had nimmer gefaald. Op Hem is ook
zijn hoop voor de toekomst gevestigd.
In het tweede gedeelte der predicatie gaf
spr. een uiteenzetting van het ambt en de taak
van den Evangelieprediker. Hij deed daarbij
uitkomen hoe de prediker louter de verkon
diger van het levenwekkende woord van God
dient te zijn, zoodat een ieder telkens weer
voor de beslissende levenskeus wordt gesteld.
Daartoe is noiylig de hulp van des Heeren
G^gst, die in de Chr. Kerk de prediking maakt
tot een voertuig Gods.
God heeft spr. in het pastorale werk steeds
doen volharden en zijn werk gezegend, zoodat
uit de kleine gemeente twee gemeenten, die
van Santpoort en Overveen zijn voortgeko
men. Het kerkgebouw, dat reeds eenmaal is
vergroot, roept weer om uitbreiding. Hij heeft
spr. met vrijmoedigheid doen getuigen en hem
merkbaar bij de uitoefening, van zijn ambte
lijk werk gesteund en geschraagd. Ook heeft
hij door middel van de radio aan duizenden
het Evangelie Her behoudenis mogen prediken.
Ten slótte zeide Ds. Brussaard, dat het hem
ook niet aan moeite en leed heeft ontbroken.
Harde slagen hebben hem getroffen; twee
zijner zoons zijn heengegaan. Hij kwam toen
er oorlog was en nu is er weer oorlog. Toch,
God heeft menigmaal op bewonderenswaar
dige wijze geholpen. Scharen wij ons dan
steeds .besloot spr., achter het Chr". wapen
devies „Hulpe van God verkregen hebbende".
Want es. is geen hulp mogelijk dan van God.
Na de predicatie sprak de scriba van den
kerkeraad, de héér W. F. N. van der Leeuw.
Deze bracht den predikant dank voor het vele
dat hij. voor de gemeente heeft gedaan en
voor wat hij voor een groot aantal gemeente
leden heeft mogen zijn. God geve u, zoo zeide
hij, een groot aantal jaren uw gezegend werk
in ons midden ongestoord te mogen voortzet
ten. Op zijn verzoek werd ds. Brussaard toe
gezongen „Dat 's Heeren zegen op U daal".
Wij vermelden nog, dat de receptie Zater
dagmiddag aanstaande door Ds. Brussaard te
houden, uitsluitend voor de luisteraars be
stemd is.
TRANSPORThmVIEL GESTOLEN.
Door een winkelier aan de Zandvoort-
schelaan is aangifte gedaan van diefstal
van een transportrijwiel dat onbeheerd
stond voor den winkel. Verdacht van deze
diefstal wordt een jongeman van om
streeks 20 jaar, gekleed in lichte jas en
blootshoofds, die even tevoren voor den
winkel had gestaan. De politite stelt een
onderzoek in.
AGENDA
MAANDAG 22 FEBR. STADSSCHOUW
BURG: „Meine Schwester und iclv' (Deut-
sches Theater) 18,30 uur. LUXOR: „De
vreemde vrouw" (18 jaar) 2,30 uur. FRANS
HALS: „Eens op een nacht" (18 jaar) 2,30
uur. REMBRANDT: „Zeven jaren gelJk."
(alle leeft.) 2 en 4 uur. PALACE: „Men-
schennoodlot" (14 jaar) doorl. voorst, 28
uur. MOVIAC: „Met geheime opdracht" (18
jaar) 2,30 uur.
DINSDAG 23 FEBR. Bioscopen: zie
Maandag. o