De rede van Hitier. Plaatselijke Duitsche winst in Noord-Tunis. (Vervolg van vag. 1 de natuurlijke instincten: warme liefde jegens het vaderland en jegens ons volk, met voorbijzien van alle grenzen van ai- xomst en geboorte en gloeiende haat tegen eiken vijand. De branden in onze steden en dorpen zullen steeds meer die vastberaden heid van ons volk stalen, een vastberaden heid, die, niet meer vertroebeld door ge voelens van wereldburgerdom, maar ge voed door het inzicht van een dbodeiijk ge vaar en vervuld van een grimmig fanatisme, dit gevaar nu eens en vooral uit Europa en uit ons eigen volk wil verwijderen.. En ik nerhaai mijn vroegere voorspel ling. dat aan het einde van dezen oorlog niet Duitschland of de met Duitschland ve: bonden, staten slachtoffer van het bolsjewisme zullen zijn geworden, doch wel die landen en volken, die, door zich steeds meer in handen van het joden dom te begeven, op zekeren dag de in eenstorting en daarmede hun einde zul len beleven als gevolg van het bolsje wistische gif. waartegen zij zelf het allerminst bestand zijn, alleen reeds door hun verouderde maatschappelijke ordening. Niet van het Nationaal-socialistische of van het Fascistische bewind zal geen draad meer overblijven, maar een oud wereldrijk zal ontbonden worden. De zonde tegen het eigen en gelijke bloed zal zich wijzigen in een eens ten hemel schreiende ellende en ongeluk in deze landen zelf. Van ouds heeft alleen ^Begene het recht de helden te gedenken, die zich voor hen niet behoeft te schamen. De winter van dit jaar heeft echter het Duitsche volk niet al leen niet tot het defaitisme gebracht, maar tot een nog geweldiger mobilisatie van al zijn krachten, die krachten gaan thans ge bruikt worden. De productie van oorlogsmateriaal neemt voortdurend toe. Naar het front stroomen aan jonge soldaten, vrijge maakte mannen en herstelde soldaten, miilioenen manschappen. Oude lichtin gen en knapen zuilen bovendien de afweerwapehs van het vaderland be dienen, honderdduizenden en nog eens honderdduizenden vrouwen en meisjes zullen hen daarbij helpen. Zoo verandert de Duitsche weermacht steeds meer in een strijdende natie. Het nationaal-socialisme, dat eens in een ver bitterden strijd zonder ook maar ooit de mjnste gedachte aan een compromis gekoes terd te hebben zijn tegenstanders in het binnenland heeft" overwonnen, zal thans en in de toekomst als toonaangevende macht van het rijk ook met zijn buitenlandsche vijanden het weten klaar te spelen Het rijk wordt daarbij ondersteund door de met ons verbonden volken, die van Europa tot Óóst Azië vastbesloten zijn hun substanties des bloeds alsook hun cultureele waarden te verdedigen. Het rijk heeft mede-strijders, vooral echter onder die volken, die duide lijk inzien, dat hun eigen toekomst slechts mogelijk is in het kader van een ordening, die tegenover het bolsjewisme als het dui- velsche instrument der verwoesting met suc ces stand houdt. Met hoe grooter vastberadenheid dit conflict wordt uitgevochten, met des te minder compromissen het wordt voort gezet, des te duurzamer zal dan de vrede zijn, die vooral ons continent ter genezing van zijn wonden noodig heeft. Over het kenmerk van dien komenden tijd zullen echter niet die menschen beslis sen, die de waarde van den verdwenen vrede niet hebben ingezien en in hun moreele ver blinding tot een oorlog hebben opgehitst en daarmede hun eigen volken naar den onder gang hebben geleid. Neen, daarover zullen alleen die staatslieden beslissen, die reeds voor dezen oorlog hebben begrepen, dat zij zelfs bij bescheiden aardsche rijkdommen desondanks voor hun volken naar een hooge mate van sociale en cultureele prestaties moeten streven. Derhalve zal de toekomst der ware beschaafde volken noch joodsch- bolsjewistisch, noch ioodsch-kapitalistisch zijn maar zal zij in den dienst der nationale belangen overal steeds meer streven naar de ware volksgemeenschap als hoogste ideaal. De Duitsche Nationaal-socialistische staat, die deze doelstelling van het be gin af aan heeft bezeten, zal na dezen oorlog pas goed onvermoeid gaan wer ken aan de verwezenlijking van een program, dat in zijn laatste consequentie moet leiden tot de volledige opheffing der klassetegenstellingen en tot de tot standbrenging eener ware socialistische gemeenschap. Daarmede zullen de 542.000 mannen, die deze tweede wereldoorlog tot dusver van ons aan dooden geëischt heeft, niet te vergeefs gevallen zijn, maar zullen zij als onvergankelijke helden en moniers van een beter tijdnerk in onze gelederen voor altijd voortleven. De Almachtige, die ons door alle be proevingen Zijn zegen niet ontzegt en die de in ons wonende- kracht daardoor ver sterkt heeft, moge ons daarom ook in de toekomst bijstaan om te vervullen wat wij tegenover ons volk tot aan de overwinning schuldig zijn. Daarmede buigen wii weer eerbiedig het hoofd voor de doode kameraden, voor de om hen treurende familieleden, voor de ver. moorde mannen, vrouwen en kinderen in ons vaderland en voor al de slachtoffers van onze bondgenooten. Na zijn rede bezichtigde de Führer en zijn gezelschap een speciale tentoonstelling van trofeeën en voorstellingen uit den cen- tralen sector van het Oostelijk front, ter wijl de eeregasten zich begaven naar het eeregedenkteeken Unter den Linden Gewon den van dezen oorlog en invaliden van den eersten wereldoorlog hadden daar eereplaat sen ingenomen. Op het voorplein stond een eerebataljon aangetreden, bestaande uit een compagnie van het leger, van de marine, van de luchtmacht en van de Waffen-SS. Toen de Führer het Zeughaus verliet, meldde zich bij hem de commandant van het eerebataljon, drager van het Ridderkruis luitenant-kolonel Gehrke, en onder de klan ken van een marsch en van de volksliederen schreed Adolf Hitler met zijn gezelschap langs het front. Vervolgens begaf de Führer zich in het eeregedenkteeken, waar hij een krans neerlegde. Vervolgens begroette de Führer de oorlogsslachtoffers od hield met hen een vrij langdurig gesprek. Bij het vertrek brachten vele duizenden Berlijners. die in dikke rijen om het groote plein er. den weg Unter den Linden stonden, den Führer een levendige ovatie. Gafsa in het Zuiden ontruimd. In Noord-Tunis hebben Duitsche troe pen een klein succes behaald Zij rukten ongeveer vijftien K.M. naar het Westen op en bezetten onder meer Dzjebel Abiod op 30 K.M. ten Oosten van Ta- barca. De plaats werd stormenderhand genomen. Het Italiaansche weermachtsberlcht van Zaterdag luidde als volgt: „In den Noordelijken sector van het front in Tunis hebben de troepen der Spil, na hevige gevechten, die verscheidene dagen duurden en waarbij de vijand zware ver liezen leed, een belangrijke stelling ver overd. In het verloop dezer actie Eet de vijand 1600 gevangenen, 16 pantserwagens 30 stukken geschut en 70 auto's in onze handen. Vrijdagnacht is de haven van Tripolis op doeltreffende wiize,;door Duitsche vlieg tuigen 4gebombardeerd; drie schepen ge raakten in brand, de* havenwerken wer den getroffen. Ónze vlootstrijdkrachten hebben in de straat van Sicilië drie vijan delijke motortorpedobooten tot zinken ge bracht; eenige. schipbreukelingen werden gered. Te Metaponto en Iascari (Palermo) zijn twee treinen 'met bommen en machinege weervuur aangevallen; eenige wagons werden beschadigd, er zijn drie gewonden. Een onzer duikbooten, die op den Atlan- tischen Oceaan door vijandelijke vlieg tuigen werd aangevallen, schoot er twee van neer". Het Italiaansche weermachtsbericht van Zondag heeft den volgenden inhoud: De aanvallen, die de vijand de laatste dagen op onze stellingen in den Zuide lijken sector van het Tunesische front heeft ontketend, zijn afgeslagen. De plaats Gafsa, die door de krijgsverrichtingen in Februari door troepen van de As was 'be zet, werd weer door vijandelijke afdeelin gen bezet. De wederzijdsche luchtstrijdkrachten ont wikkelden groote bedrijvigheid. Drie vijan delijke vliegtuigen werden door het lucht doelgeschut, 11 door Duitsche jagers en 1 door Italiaansche jagers neergeschoten. Twee van onze vliegtuigen zijn niet op hun basis teruggekeerd. Een formatie onzer torpedovliegtuigen viel de haven Hoofdredacteur: J. v. Baudewyns, Haarlem. Plaatsvervangend Hoofdredacteur en Stad: F. C Derks, Haarlem. Chef van Dienst en Binnen land: S. R. Kuiper, Haarlem. Sport en Stad: A. Overmeer, Heemstede. Buitenland: J. C van der Laag. Heemstede. Haagsch Redacteur: B. Kors ten. H.stede (afw.). Stad en Reportage, J A. Steen Jr., Zandvoort. Nieuws en reportage voor Velsen en omgeving: J. J. E. van Baarsel, Santpoort. Advertenties: W. van Ommen, Heemstede. van Bóne aan en plaatste treffers op schepen van middelbare tonnage. Een der schepen, met een- inhoud van 7000 ton, is gezonken. De poging van 'bommenwerpers en tor pedovliegtuigen om een van onze convooien in de Middellandsche Zee te bestoken ..werd verijdeld door de ter bescherming opgeste gen jagers, die een vliegtuig in zee neer schoten. Een Duitsche duikboot heeft ter hoogte van Derna 2 schepen, elk van 4000 ton, die in convooi voeren, in den grond geboord. Vijandelijke vliegtuigen lieten Zater dagnacht bommen vallen op Napels en trof fen woonhuizen. Tot dusver heeft men 7 gewonden geteld. Eenige bommen, die door Britsche jagers geworpen werden op Poz- zallo (Ragusa), beschadigden eenige hui zenblokken. Duitsche en italiaansche jagers die terstond ingrepen, schoten 3 vliegtui gen neer. Dönitz in Italië. 9 Naar aanleiding van het bezoek, dat groot-admiraal Dönitz, opperbevelhebber van de Duitsche marine, heeft gebracht aan den onderstaatssecretaris in het mini sterie van marine en chef van den genera- len staf der Italiaansche marine, admiraal Riccardi, zijn van 15 tot 17 Maart kame raadschappelijke besprekingen gehouden tusschen de beide marinechefs. In den loop van deze besprekingen werd volkomen overeenstemming bereikt ten aanzien van alle de toekomstige operatieve samenwer king der beide marines betreffende proble men. Dönitz heeft den fregattenkapitein Fecis di Cossato het hem door den Führer ver leende Ridderkruis van het IJzeren Kruis persoonlijk overhandigd. Cossato heeft als commandant van een Italiaansche duikboot 17 vijandelijke koop vaardijschepen in den grond geboord, een torpedojager en een schip door "torpedo's beschadigd en bovendien een vijandelijk vliegtuig neergehaald. Bij de redding van schipbreukelingen van een Duitschen hulp- kruiser heeft hij met zijn duikboot 59 Duitsche zeelieden gered en hen naar het vaderland overgebracht. Turkije en de Britsche vriendschap. Het nieuwe kabinet van Saradzjogloe heeft zich aan de Turksche nationale ver gadering voorgesteld met een door den pre mier voorgelezen verklaring. Het buiten- landsch politieke deel dezer verklaring wordt ingeleid met de woorden: „Onze poli tiek en onze betrekkingen met de verbonden en bevriende mogendheden zijn door ae tusschen ons en hen bestaande verdragen geregeld". De ministerpresident verklaart verder, dat deze politiek, die gesteund is op een vooruitzienden chef van den staat en op een sterk leger, tot dusver schitte rende resultaten heeft opgeleverd Naast deze algemeen lijnen der politiek bestaat nog een punt, dat in het licht ge trokken moet worden: de Engelsch-Turk- sche vriendschap. Na de conferentie van Adana, waar wij Churchill nader hebben leeren kennen, zijn wij begonnen nog meer van hem te gaan houden. Omjns heen zien wij de oprechte handen, dismalle Britsche staatslieden ons toesteken, aan hun hoofd Churchill, en wij vernemen de hartelijke woorden van deze staatslieden. Het Hoo- gerhuis is Dinsdag nogmaals getuige ge weest van een nieuwe betuiging dezer vriendschap. Onze vrienden de Engelschen kunnen er. van verzekerd zijn, dat wij hartelijk de handen drukken, die naar ons zijn uitge strekt en dat wij de oprechte woorden uit Londen beschouwen als de echo van die woorden, die wij zelf van ganscher "harte aan Londen richten. Naar onze overtuiging is de Engelsch-Turksche vriendschap niet alleen een vriendschap, die door gemeen schappelijke belangen wordt voorgeschre ven, doch ook een noodzakelijkheid, die aan de spits staat van de levensbehoeften van beide landen. Gij weet, dat de verkiezing van Ineunii tot president van de Turksche republiek in het Amerikaansche congres werd medege deeld. Het congres heeft deze mededeelina met donderende toejuichingen aangehoord Thans richt ook ik op deze tribune in uw naam aan het democratische en republikein- sche Amerika de gelukwenschen, de sympa. thieën en de hoogachting van het demo cratische en republikeinsche Turkije. Aan het slot van de zitting kreeg hef kabinet van Saradzjogloe een motie van vertrouwen met algemeene stemmen1 van de vergadering. In de bijeenkomst van de groote nationale vergadering heeft na den minister-president de voorzitter der commissie voor buiten landsche aangelegenheden het woord ge voerd. Hij zeide o.a.: de Turksche buiten landsche politiek maakt een grooten en zeer moeilijken tijd door. In den loop der ge schiedenis is een machtig Turkije altijd een hoofdelement van het Europeesche even wicht geweest. De Turksche politiek be werkstelligt, dat het Europeesche overwicht niet denkbaar is zonder de hulp en de me dewerking van den Turkschen staat. Ten aanzien van de rede van Saradzjog loe, wordt in Berlijn principieel verklaard, dat deze buiten de uitlatingen van den Iaat. sten tijd van dezen staatsman in feite niet? nieuws brengt. Saradzjogloe heeft opnieuv verklaard, daf Turkije vasthoudt aan de Dolltiek van strikte neutraliteit en dat deze oolitiek zijn land tot nu toe zeer groote sue cessen heeft opgeleverd, zoodat de Turk sche regeering voornemens is deze te hand haven. In toonaangevende kringen in de Rijks hoofdstad is men van meening, dat aan zekere passages der rede, die zich met de betrekkingen van Turkije met Engeland en de Vereenigde Staten bezig houden, en die in de buitenlandsche pers bijzonder naar voren worden gebracht, geen bijzondere po litieke beteekenis moet worden gehecht er dat deze uit gevoelsoognunt moeten worde- bekeken. In dit verband wijst men te Ber lijn naar de eerst enkele dagen gelegen af gelegde verklaring van den Turkschen minister-president, dat de Turksche poli tiek, volkomen onafhankelijk van de bii zondere betrekkingen tot andere landen, het principe huldigt, dat iedere aspiratie naar Turksch gebied moet worden tegen gewerkt, een politiek, die ook door de nieuwe regeering zal worden voortgezet Turkije's betrekkingen. De Turksche afgevaardigde Esmer her inneert in een commentaar op de verkla ringen van den minister-president aan een vroegere rede van Saradzjogloe, waarin een opsomming van de betrekkingen en ver dragen met andere staten werd gegeven. De betrekkingen met Duitschland, aldus Esmer, zijn geregeld door het vriendschaps verdrag van 1941, die met de Sovjet-Unie zijn het voorwerp van de eerste verdragen door Turkije gesloten. Esmer schrijft ver volgens, dat de Vereenigde Staten groote vriendschap voor Turkije gevoelen en dat land zelfs de leen- ,en pachtwet ten goede doen komen. De Engelsch-Turksche vriend schap is ontstaan uit de levensnoodzaken van beide Janden. Het bezoek van Churchill aan Adana heeft de vriendschapsbanden nog versterkt, doordat Engeland Turkije thans wapenen in groote hoeveelheden zal leveren. Turkije heeft, aldus besluit de afge vaardigde, door zijn „oprechte en duidelijke politiek" elks vertrouwen verworven en "overal is bekend, dat het slechts één doel heeft: een goedgeordend, gelukkig en sterk vaderland. Deze maand in totaal 675.000 brt. Het D.N.B. verneemt nadere bijzonderheden over het duikbootgevecht tegen een convooi, dat tot het grootste tot dusverre behaalde duikbootsucces geleid heeft. In de ochtendschemering van derr 16en Maart ontdekten Duitsche duikbooten in het Noordwesten van den Atlantischen Oceaan eenige vijandelijke schepen. Het bleek een groot convooi te zijn, dat zoo diep mogelijk ge laden met oorlogsmateriaal en grondstoffen, van de Vereenigde Staten naar Engeland voer. Torpedojagers en corvetten kruisten in groot aantal om het transport. Een duikbootformatie volgde het convooi en reeds in den nacht van 16 op 17 Maart werd de eerste aanval bij verrassing onder- nomen. Twaalf schepen werden in den grond geboord, 4 getorpedeerd. De beschadigde schepen zonken na eenige uren eveneens. Deze eerste slag bracht in het convooi ae grootste opwinding teweeg. Torpedojagers en corvetten gingen in wilde vaart tot den aanval over en later verschenen ook talrijke vlieg tuigen. Er ontstonden zich verbitterde gevechten en geen uur lieten de duikbooten het convooi met rust. Wanneer zij werden verdreven, keerden zij onmiddellijk terug én- in de vol gende dagen en nachten werd het eene succes na het andere behaald. Een duikboot bracht een torpedojager tot zinken en boorde een gröbt tankschip in den grond. Koe meer het gevechtsterrein zich naar bet Oosten verplaatste, des te sterker werd de bescherming uit de lucht, maar met haar laatste torpedo's vielen de duikbooten nog aan. Vier dagen en vier nachten duurden deze zware gevechten. Toen de strijd geëindigd was, had de vjjand 32 schepen verloren, zjjn scheepsruimte was met 204.000 ton verminderd. De Berliner Börsenzeitung wijst er op, dat deze maand reeds 675.000 ton Geallieerde scheepsruimte tot zinken is gebracht. In een door den Britschen berichtendienst verspreid bericht van de Britsche admiraliteit wordt het verlies van den Britschen torpedo jager „Lightning" bekend gemaakt. Chuchill remt Britsch optimisme. t Zijn visie op het komend Europa. Churchill heeft gisteravond voor de radio een rede gehouden, waarin hij ver klaarde, dat hij het optimisme der genen, die meenen dat de oorlog spoedig voorbij is, niet deelde. Hij wilde evenwel niet over het verloop van den oorlog spreken, maar na-oorlogsche en binnenlandsche aangelegenheden be handelen", want het is noodig, dat wij ons thans reeds voorbereiden op den toestand na den oorlog". Churchill zei, dat hij hoopte door zijn uiteenzettingen' politieke meeningsverschil- len te vereenvoudigen of te verkleinen. Men moet zich vooral hoeden voor een poging de regeering te willen binden aan bepaalde voorwaarden, die niemand kan voorzien. Derhalve is hij besloten geen beloften te doen. Churchill verklaarde voorts, dat vol gens zijn opvatting Duitschland misschien het volgende, misschien échter ook pas het daaropvolgende jaar kan worden verslagen, waarop Engeland zich terstond tegen Japan zal keeren. Na een overwinning in Europa is het noodig een „Europeeschen raad" naar het voorbeeld van den Volkenbond te vormen en eveneens een „hooggerechtshof" in het leven te roepen, waarvan de beslissingen worden uitgevoerd door een politiemacht.. Omtrent den binnenlandschen toestand van Groot-Brittannië maakte Churchill be kend, dat hij voor na den oorlog een vier jarenplan zal voorstellen. Hij .zei voorts, dat na het eind van den oorlog lagerhuis verkiezingen zullen worden gehouden. Om trent de sociale verzekering betoogde hij, dat de tijd is gekomen om iets op dit ter rein te ondernemen. Nopens de werkloosheid verklaarde hii, dat Engeland zich geen „dar ren" kan veroorloven. Aan het slot van zijrf rede zei Churchill, dat een hervorming van de maatschappe lijke orde een eisch des tijds is. De ontwik keling van het individu moet op den voor grond worden geplaatst, aan de opvoeding a an de jeugd moet groote aandacht worden geschonken en arme kinderen moeten de zelfde ontwikkelingskansen hebben als de hoogste klassen. Het groote vraagstuk der werkloosheid na den oorlog moet worden mgelost door een reusachtig plan voor den bouw van nieuwe woningen. Van de finan- cieele problemen is vooral het sparen in oorlogstijd van belang en het Britsche volk is „trotsch op de belastingen." VEREENÏGING „DANTE ALIGHIERI". Voor de Vereeniging „Dante Alighieri" sprak Zaterdagmiddag j.l. in de „Kerkuil" de schilder Giovanni Costetti. over het onder werp: „Rembrandt e l'anima olandese". Spr. begon met de vraag te stellen of het nieuwe element dat Rembrandt in de schilder kunst gebracht had on-Hollandsch of juist "oecifiek Hollandsch was. Volgens spr. heeft Rembrandt juist dat genre naar voren ge bracht, wat diep verborgen schuilt in de Nederlandsche ziel. Spr. noemde vervolgens Giotto, als schilder, die het beste den Christus weergeeft, Michel Angelo die het best de figuur van God uit beeldt, en Rembrandt bij wien de mensch op den voorgrond treedt. In verband met Rembrandt's clair obscur werd nog Leonardo da Vinei genoemd, als eerste uitbeelder hiervan en vervolgens Cara- vaggio, die meer directeninvloed op Rem brandt heeft uitgeoefend, doch aan wien Rembrandt verre superieur was. De lezing, die door lichtbeelden werd opge luisterd, werd niet veel belangstelling door de aanwezigen gevolgd. Tot slot dankte de voorzitter, dr. Jos. van der Velden, spreker voor zijn voordracht. i IN KERSTWEEK VERZUIMDE UREN MOETEN WORDEN INGEHAALD. Van bevoegde zijde vestigt men de aandacht op het feit, dat werkgevers verplicht zijn de in verband met de bedrijfssluiting in de Kerst week verzuimde uren te doen inhalen. Wanneer in sommige gevallen overwerk niet mogelijk is, kan het doorbetaalde en niet in gehaalde loon door den Staat worden vergoed. Echter zal dan van geval tot geval worden beoordeeld of wel alles is gedaan om over werk mogelijk te maken. Verder wordt er op gewezen, dat indien een werkgever de Kerst week heeft doorbetaald en de verzuimde uren niet laat inhalen, hij zich schuldig maakt aan een verboden loonsverhooging. HOOFDPRIJZEN STAATSLOTERIJ. 2000: 18503 1000 2235 2775 14874 400: 4076 16722 200: 7638 14097 2548 100: 5576 7529 8860 10724 12455 14655 15789

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlemsche Courant | 1943 | | pagina 2