De rede van den
Rijkscommissaris
(Vervolg van pag. 1)
uat geldt in het bijzonder voor hen, die
in het actieve soldatenberoep waren, die
eigenlijk na de capitulatie zonder beroep
waren en daardoor zeker gemakkelijk kon
den afglijden. Maar het belangrijkste is
nog iets anders. Het belangrijkste zijn de
plannen van onze vijanden op dit oogen
blik, nu de strijd in het Oosten met een
steeds duidelijker overwicht der Duilsche
en Europeesche legers op zijn beslissing
aangaat. Op dit oogenblik, evenals een jaar
geleden, schreeuwt Stalin om het tweede
front en in dit moment, nu het weer eens
om Europa gaat, zooals om de paar eeuwen
het geval is, willen de Atlantische mo
gendheden, Engeland en de Ver. Staten,
dezen in het Oosten vechtenden troepen
door een landing in het Westen den dolk
stoot in den rug toebrengen. Tenminste dat
beweren zij. Maar hoe willen zij het doen?
Want gij weet zelf hoe sterk onze kusten
zijn, hoe vooral de versterking der havens
isuitgebreid, zoodat het nauwelijks waar
schijnlijk is dat een poging daar succes
heeft. Dan komt het denkbeeld, dat men
probeert al is het maar een manoeuvre
met uit de lucht gelande traenen, met
aan land gebrachte commando'SjHïhet uit
geworpen wapenen en met het oproepen
dergenen, die eens in het Nederlandsche
leger gediend hebben, een schijn-front te
vormen. In ieder geval gelooven wij, dat
wij van den vijand een dergelijk geweten
loos en onbedachtzaam optreden zouden
kunnen verwachten. Het is niet aan twij
fel onderhevig, dat het eind van elke ma
noeuvre van dezen aard slechts een volle
dig opofferen zou zijn van de elementen,
die er aan zouden meewerken. Het is ech
ter mogelijk, dat de opgeleide soldaten of
sommigen van hen, die immers eén zekere
militaire discipline gewend zijn, aan zulk
een oproep gehoor zouden geven al was het
maar ten deele. Verder heeft de vijandelij
ke zender er on 27 Februari over gekletst,
dat Duitschland eenmaal bezet moet wor
den en dat daarvoor ook Nederlandsche
mannen gebruikt moeten worden. Deze ar-
gelooze engel van de radio heeft daarbij
gezegd dat men daardoor de taak der bolsje
wisten moet en wil verlichten. Dat zou een
grimmige waarheid zijn. Nederlandsche
mannen, hoe denkt gij. dat het Duitsche
volk er op zou reageeren, wanneer hier uit
het Westen of uit Engeland en Amerika
iemand het zou wagen het vaderland te be
zetten van de soldaten die hun bloed offe
ren, opdat Europa vrijblijft. Het is een
grimmige waarheid, wanneer deze arge-
looze engel gezegd heeft, dat daardoor de
taak der bolsjewisten verlicht zou worden.
Met het oog op de grootmoedigheid van
den Führer en de zoo vroegtijdige vrijla
ting zijn deze plannen van den overkant
niets dan misbruik en misdaad en daar wij
juist door de verantwoordelijkheid, die wij
dragen, op alles voorbereid moeten zijn en
ook de geringste mogelijkheid van het in
gevaar brengen van on:. Oostelijk front uit
den weg moeten ruimen, hebben wij ook
de kleinste gelegenheid tot verwezenlijking
dezer plannen moeten verhinderen. Het is
voor de "Nederlanders ook beter, dat de
dingen zoo in het neine zijn gebracht. Maar
degenen die thans in de krijgsgevangen
schap terug moeten keeren kunnen het
emigrantencomité in de Londensche schuil
kelders, dat van den overkant af ophitst,
dankbaar zijn. Het is nog nooit zoo duide
lijk geworden als door dit voorbeeld: dat
slechts hij kan en mag leiden, die zelf mid
den in het volk staat en weet wat er in het
volk leeft. Emigranten weten dat nooit.
Emigranten hebben er nog slechts een voor
stelling van, hoe het eens was, toen zij het
land verlieten. Al het andere zijn wankele
wenschdroomen. Maar wat in het volk
leeft,, wat het volk beweegt, wat het volk
noodig heeft. Hnt weten de emigranten niet
meer.
Kameraden, het was immers zoo teeke
nend, dat op 12 Mei de mannen aan den
overkant, die tot dat oogenblik hadden op
gehitst, opeens begonnen te stamelen. Zij
wisten niet wat er gebeurd was om te kun
nen zeggen wat er gebeuren moest. Wan
neer deze mannen niets weten, kunnen zij
beter hun mond houden. Het staat ook vol
kenrechtelijk volkomen vast, dat het voor
een regeering noodig is, dat zij de werke
lijke macht heeft om de rogeering feitelijk
uit te oefenen. Volkenrechtelijk wordt een
groep menschen, die zich regeering noemt,
maar geen macht heeft om de verantwoor
delijkheid te dragen, niet als regeering er
kend. En zoo begrijp ik ook artikel 21 van
uw Grondwet, waarin gezegd wordt, dat
de Nederlandsche regeering nooit haar zetel
buiten het land mag verplaatsen, anders is
zij geen regeering meer. Kameraden, dit
eene moet duidelijk vooropgesteld worden:
wie iemand volgt die volkenrechtelijk niet
als verantwoordelijk beschouwd kan wor
den, plaatst zichzelf buiten het volken
recht. Hij valt onder het oorlogsrecht.
Nationaal-socialisten, wat wij geconsta
teerd hebben, heeft ons niet met vreugde
vervuld, dat kunt ge gelooven, maar het
was een belevenis, die ons met veront
waardiging vervuld heeft, toen wij zagen,
dat deze opgehitste en verleide mannen en
vrouwen tenslotte in den steek werden ge
laten en wel door de lieden van den over
kant en de raddraaiers aan deze zijde.
Dezen hebben steeds beweerd, dat de
Duitschers niet kunnen ingrijpen, dat ze
het standrecht in het geheel niet kunnen
afkondigen, dat ze de vonnissen niet kun
nen voltrekken. Ja, kameraden, de Duit-
Hoofdredacteur: J. v. Baudewyns, H.lem (afw.)..
Plaatsvervangend Hoofdredacteur en Stad: F. C.
Derks, Haarlem. Chef van Dienst en Binnen
land: S. R. Kuiper, Haarlem. Sport en Stad:
A. Overmeer, H'stede. Buitenland: J. C. van der
Laag, Heemstede. Haagsch Redacteur: B. Kors
ten, H'stede. Nieuws- en reportage voor Velsen
en omgeving: J. J. E. van Baarsel, Santpoort.
Advertenties: W. van Ommen, Heemstede.
schers kunnen niet alleen, zij moeten, want
de Duitschers moeten nog veel meer kun
nen. Zij moeten thans een bovenmensche-
lijke krachtsinspanning ontplooien om
Europa te redden. Dat is juist wat ,ons de
rust en de zekerheid geeft om lederen
maatregel te nemen, al is hij nog zoo hard,
als wij hem maar voor de geschiedenis kun
nen verantwoorden, omdat hij juist voor de
redding van Europa noodig is.
Er zijn hier stakersbewegingen en daden
van sabotage geweest. Er is geen algemee-
ne staking geweest. Het aantal dergenen,
die ordelijk bleven of snel tot de orde te
rugkeerden, is overweldigend groot in ver
houding tot het aantal van hen, die 24 of
48 uur zich aan de orde hebben onttrokken.
Maar wij konden in dezen toestand ook niet
de geringste ordeverstoring dulden. Daar
om heb ik mijn besluit genomen en het
politiestandrecht afgekondigd, eerst over
vier provincies en daarna over het geheele
land. Het Duitsche uitvoerende gezag, on
der leiding van den Höheren SS und Po
lizei führer, heeft de gestelde taak in kor
ten tijd volbracht. In ieder geval is het dui
delijk geworden en moet ieder weten, hoe
ernstig de toestand wordt bü een poging
om hier in het land de orde te verstoren.
Wellicht ziet men thans in, dat de lank
moedigheid aan onzen kant niet voor zwak
heid mag worden aangezien.
Nationaal-socialisten, de maatregelen, die
werden getroffen, hoe ernstig ze ook in hun
gevolgen waren, zijn alle onder mijn ver
antwoordelijkheid genomen. Ik moet het
uitvoerende gezag en al mijn instanties
mijn waardeering uitspreken voor hun dui
delijk en vastberaden optreden en ronsta-
teeren dat hun samenwerking volkomen
was.
De standgerechten.
Ik wil een speciaal woord over de stand
gerechten zeggen. Ik deins er niet voor te
rug juist te spreken over de dingen, die het
hardst en het ernstigst zijn. Standgerech
ten hebben een zeer zware taak. Eenerzijds
moeten zij door bliksemsnel ingrijpen
waarschuwen en een uitbreiding verhinde
ren en daarbij moeten zij toch zooveel mo-
geliik de schuldigen, de verantwoordelijken
treffen. Dat is zeer moeilijk, want de ver
antwoordelijken, de werkelijk schuldigen,
loopen bij dergelijke gebeurtenissen ge
woonlijk niet op straat. Ik geloof te mogen
zeggen, dat de stancigerechten hier gedaan
hebben wat zij konden. Zij hebben, waar zij
konden, de verantwoordelijke personen,
leiders van dienstinstanties, bedrijfsleiders
enz. gearresteerd en wanneer zij hun ver
antwoording hebben vastgesteld, dan heeft
hun hun positie geen voordeel gebracht,
integendeel, dan werden zij nog meer ver
antwoordelijk gesteld. Ik weet met welk
een zorgvuldigheid de gerechten gewerkt
hebben, want er was iets aanwezig wat bij
standgerechten zeldzaam is: er waren vrij
spraken, er waren gevallen, waarbij de zaak
aan de gewone rechtbanken werd overge
dragen wanneer de stand van zaken niet
duidelijk was eh er was een heel groot aan
tal vonnissen, waarbij het standgerecht mij
terstond gezegd heeft: voltrekt U a.u.b.- de
doodvonnissen voorloopig niet, laat ons
wachten, hoe de zaak zich verder ontwik
kelt.
Kameraden, het is treurig, dat er zooveel
slachtoffers gevallen zijn. Wij moeten ze op
de oorlogsrekening zetten evenals wij het
niet slechts verscheidene malen, maar vele
malen grootere aantal slachtoffers op de oor
logsrekening moeten zetten, die ten offer ge
vallen zijn aan de bomaanvallen der Engel-
schen en Amerikanen hier in Neder
land, niet in Duitschland. De aanval op
Rotterdam heeft meer offers gekost en meer
onschuldig bloed dan noodig was om hier de
orde te herstellen.
Ook onder de Nederlanders is het element
van ordening sterk geweest en dit heeft er
voor gezorgd, dat de orde weer spoedig her
steld is. Gij Nederlanders zult jegens mij zoo
veel begrip en ook goeden smaak aan den dag
leggen, dat ik dezen Nederlanders niet mijn
dank betuig, want wat zij gedaan hebben, dat
hebben zij gedaan uit een gevoel van verant
woording jegens hun Nederlandsche volk en
zij mogen het bewustzijn medenemen. dat zij
door hun krachtig optreden en door het feit,
dat zij opkwamen voor de ordening, erger heb
ben voorkomen en nieuwe slachtoffers onder
dd Nederlanders hebben verhinderd. Wij zelf
zijn in nationaal-socialistische lotsgemeen-
schap aaneengesloten gebleven, een gemeen
schap, die steeds hechter aaneen gelascht
wordt tot een blok, dat juist de drager zal
zijn van de toekomst van dit land.
Ik heb bij deze gelegenheid verschillende
feiten geconstateerd. Een dezer feiten is, dat
overal, waar de leiding hetzij in bedrijven
of in dienstinstanties zich van haar verant
woordelijkheid bewust was, de rust bewaard
werd. Overal, waar de leiding bespeurd heeft:
er komt onrust en tot zich zelf gezegd heeft:
dat geeft ongelukken, en toen opgetreden is,
gewaarschuwd en toegesproken heeft: daar
bleef het rustig. Overal, waar dat niet het
geval waè, ontstond onrust. Wij hebben hier
ook geconstateerd, dat er bedrijven en dienst
instanties waren, waarin de leiders 'en het
hoogere personeel en ook het personeel van
het middensoort, dat blijkbaar tevoren had op
gehitst, aan hun schrijfbureaux zaten en zich
in de handen wreven. Zij zijn aan hun schrijf
bureaux blijven zitten, om te kunnen zeggen:
wij hebben er niet aan mee gedaan. Dat is een
lafheid en een schaamteloosheid tegenover de
misleide arbeiders.
Leiders van bedrijven verantwoordelijk
Ik gelast verplichtend voor de toekomst, dat
de leiders der bedrijven jegens mij verant
woordelijk zijn voor de orde in het bedrijf,
dat het een ambtsschending van hen is, wan
neer zij niet bemerken, dat er onrust ontstaat
en wanneer zij niet met dienovereenkomstig
initiatief kalmeerend en verhelderend optre
den. Niemand moet jnichen, dat ditmaal de
bliksem naast hem is ingeslagen.
Wij hebben allemaal nog iets anders moeten
constateeren, n.l. hpe verschrikkelijk gevaar
lijk een dergelijk opgeschroefd avontuur juist
voor het Nederlandsche volk zou kunnen wor
den. Ik wil er niet eens aan denken wat er
gebeurt, wanneer eventueel de uitvoerende
macht volledig optreedt en desnoods, bij over
neming van de uitvoerende macht door den
Wehrmachtsbefehlshaber, de weermacht zelf
met haar zware wapenen moet ingrijpen. Ik
denk slechts aan de bepaald precaire levens
middelenpositie in dit land. Wanneer in een
toestand, waartoe het hier gekomen is, de
melk wordt verspild, wanneer inrichtingen ge
troffen worden, het raapzaa^, dat immers den
aanvoer van uw vet moet waarborgen, of het
graan wordt afgesneden, of wanneer boerde
rijen in brand worden gestoken, ja, Neder
landers, denkt er eens over na, is dat eigen
lijk de commune, die zich daar aanmeldt en
binnen wil komen? Het is mij volkomen dui
delijk dat dit zeer gecultiveerde land, dat het
grootste aantal menschen cp zijn gebied voedt
dezen tijd slechts bij uiterste discipline kan
doorstaan en dit druk ik u op het hart, want
om uwentwille moet de discipline gehand
haafd wordefi. Het is geen daad van vader
landsliefde, wanneer heden iemand zijn levens
middelen en graan, zijn boter enz. verdonke
remaant en niet naar de ordelijke distributie
toe leidt. Het zijn allemaal maar egoïstische
voorwendsels voor den enkeling, die meer g^Jd
wil ontvangen dan zijn volksgenoot, die zijr.
levensmiddelen op ordelijke wijze aflevert, of
het zijn egoïstische motieven voor den ander,
die juist op kosten van den ander beter wil
leven. Het voorwendsel, dat daardoor afbreiit-
gedaan wordt aan het Duitsche rijk. is valsch.
want ik kan u zeggen: zoo groot ziin de door
Duitschland gestelde eischen in het geheel
niet, dat zij niet onder alle omstandigheden
kunnen worden nagekomen en gegarandeerd.
In feite komen zij overeen met hetgeen de be
zettende macht, volgens de Haaesche Conven
tie inzake den oorlog te land. kan opeischen
en voorts vormen zij in zekeren zin een tegen
wicht voor hetgeen den arbeiders toekomt, die
buiten het land werken.
De clandestiene handel moet door u bestre
den worden en in dit opzicht zijt gij volkomen
souverein. Wanneer de-Nederlanders niet wil
len, is er geen clandesSene handel, want de
eerste verkooper van een clandestien artikel
op het gebied van levensmiddelen in dit land
moet altijd een Nederlander zijn, Wanneer de
Nederlander de volksche discipline handhaaft,
bestaat er geen clandestiene handel.
Opdat echter juist hier de eigen discipline
en de eigen verantwoordelijkheid volkomen
worden gegarandeerd, heb ik met den heer
Wehrmachtsbefehlshaber afgesproken, dat nie
mand de Nederlandsche uitvoerende macht zal
tegenhouden, wanneer zij een zwarten hande
laar vervolgt. Het zal niet voorkomen, dat de
een of andere Duitsche dienstinstantie. of de
een of andere Duitscher zegt: „neen. de man
mag niet vervolgd worden, want hij heeft iets
aan m ij verkocht". Dat zal niet gebeuren.
Kameraden, de ophitsing komt van den
overkant. Er wordt mateloos opgehitst en er
worden door den overkant ook aanwijzingen
verstrekt. Maar ik moet u terstond zeggen: Ik
zou" dat tiiet heel ernstig opvatten, wanneer
wij normale tijden hadden, voor zoover men
in een toestand van oorlog, normale tijden
kan hebben. Integendeel, ik heb kunnen con
stateeren, dat hetgeen daarginds wordt omge
roepen, zoo dom is. dat ik mij genoodzaakt zie
het hier en daar via onze pers bekend te
maken, omdat er immers in de radio niet naar
mag worden geluisterd En ik wil het ook in
de toekomst zoo laten. Deze onvrijwillige
medewerkers van den Oranjezender moeten
met hun grootste succesnummers voor u niet
verloren gaan. Maar de toestand is anders.
Wij moeten er rekening mede houden en wij
houden er rekening mee, wellicht zelfs meer
dan onze tegenstanders, dat zij toch eens hier
verschijnen om tot een aanval over te gaan
En voor dat geval heb ik u reeds gezegd: wij
moeten voorzorgsmaatregelen nemen tot het
uiterste.
De radiotoestellen.
Het zou kunnen gebeuren, dat de een of
ander en bepaalde kleine groepen, zich door
gegeven aanwijzingen laten verleiden en door
hun voorbeeld anderen meesleepen. Dan zou
er een onzegbaar en niet te overzien ongeluk
over Nederland losbarsten. Niet voor de Duit
schers, maar voor hen. die toch eigenlijk in
dat geval met Ieege handen voor soldaten
staan, di*> de beste wapenen ter wereld in
handen dragen. Ziet u, ik wil verhinderen, dat
er een pngeluk ggschiedt. Dit heeft mij na
zeer lange overwegingen er toe gebracht, de
radiotoestellen in beslag te laten nemen.
Kameraden, er is geen enkel motief aanwezig
om dat toe te juichen. Ik schroom zelfs niet.
met elkeen hierover in discussie te treden. Ik
maak mij in het geheel niet bezorgd om met
de heeren ginds in Engeland, ook voor het
volk, in discussie te treden, want ik weet, dat
eens, zelfs al zou het nog jaren duren, de
goede zaak, die wij vertegenwoordigen, zal
doordringen. Hoewel dé rechtsvoorwaarden
aanwezig waren om de radiotoestellen zonder
schadeloosstelling in beslag te laten nemen,
heb ik gelast, dat er een schadeloosstelling
gegeven zal worden, zooals dezfe in de huidige
omstandigheden om eenigerlei wijze mogelijk
is.
Dat ik u, nationaal-socialisten, echter niet bij
deze actie betrek, dat spreekt van zelf. want
gij staat bij ons en lyij staan bij u.
Laten wij ons nog eens afvragen, wat er met
deze staking bereikt moest worden. Moest er
bereikt worden, dat wij, Duitschers, toege
ven? Wellicht ben ik soms te lankmoedig ge
weest. Ik heb dit oordeel scherp moeten cor-
rigeeren. Of was het het doel van deze sta
king, er voor te zorgen, dat thans plotseling
de Engelschen toch hier zouden komen? Nu,
het gepraat over dit tweede front heeft juist
midden in deze onrustige dagen een drastische
belichting gekregen. Daar kwam nl. op eens
een medewerker van Radio-Oranje aan het
woord, die verklaarde, dat dit natuurlijk een
zeer bedenkelijke zaak is. Want wanneer zulk
een onderneming mislukt, zou dat een cata
strophe zijn. Wij weten, aldus de spreker van
Radio Oranje, dat de Duitschers hier in het
Westen, tientallen divisies hebben. Wij kunnen
daarom in het geheel niet zeggen, of wij dit
jaar nog een tweede front zullen kunnen ves
tigen.
Afrika
U ziet dus, dat ik u de wijsheden van den
Oranje-zender in het geheel niet onthoud.'Ik
geloof dat een misrekening inzake de militaire
positie wellicht ook de aanleiding geweest is,
dat de een of ander, zijn discipline niet be
waard heeft. Het begrip Afrika speelt hierbij
een groote rol, omdat men meent, dat de ge
beurtenissen in Afrika, die voor ons Duit
schers zeer smartelijk zijn, zoo iets als een
beslissende strategische nederlaag zouden zijn.
Ik wil u dat eens nauwkeurig verklaren. Wan
neer Tunis voor den strijd om Europa beslis
send zou zijn, weest u er dan van verzekerd,
dat de Führer deze plaats in het jaar 1940 had
bezet en zoodanig had versterkt, dat niemand
zich daaraan had kunnen vergrijpen. Maar de
toestand was anders. Toen de gebeurtenissen
in November en bij de jaarswisseling van 1942
zich begonnen af te teekenen, moest de Führer
tot zich zelf zeggen: „Thans hebben de Engel
schen en Amerikanen al zooveel troepen en
materiaal geconcentreerd, dat zij er ergens
op willen losslaan. Toen heeft hij den tegen
stander het strategisch initiatief ontnomen
door naar Tunis te gaan. Anders zou de vijand
n.l. waarschijnlijk ik geef het openlijk toe
op het voor ons niet aangenaam tijdstip van
het vroege voorjaar van dit jaar. met drie of
vier legers, die hij thans bijeen heeft, ergens
een landingspoging op het continent gedaan
hebben, wellicht hier in het Westen, Zoo heeft
de Führer den vijand gedwongen al zijn ma
teriaal en wat hij aan troepen-op eenigerlei
wijze kon missen, te gebruiken in Afrika, dus
aan den overkant van onze pantsergracht, de
Middellandsche Zee, in het Zuiden, en daar
den aanval te openen op een kwalitatief su
perieur, numeriek echter slechts onbeteeke-
nend deel van onze weermacht. In één woord,
de Führer heeft in strategisch opzicht zes
maanden gewonnen door het feit dat hij naar
Tunis gegaan is, zes maanden, welker verlies
onze tegenstanders bitter moeten betalen,
want inmiddels is Europa onaantastbaar ge
worden.
Ja, Duitsche en Nederlandsche kameraden,
ik zou de zaak eens omgekeerd willen zien.
Hoe zouden wij dan de kansen van onze te
genstanders in het algemeen kunnen beoordee-
ien, wanneer het hun na zes maanden tijds
en na het opofferen van zooveel menschen en
zooveel materiaal niet eens gelukt zou zijn,
niet eens het voorterrein te zuiveren, dan zou
den wij immers thans reeds kunnen consta
teeren, dat de tegenstanders derf oorlog ver
loren hebben. U moet u eens voorstellen, dat
wij thans niet alleen eenmaal, maar vijf, zes
of tienmaal zulk een Tunis kunnen verdragen,
waarbij wij de binnenste linie en den veiligen
aanvoer hebben, en de tegenpartij over zee
moet komen, over de zee, waarin zich onze
duikbooten bevinden en waarheen onze bom
menwerpers, vanaf de beschermde en veilige
vliegvelden van het binnenland, altijd weer
kunnen losstormen. Landingen aan de kust
zijn niet eenvoudig. In ieder geval zijn zij tot-
dusver noch in den eersten, noch in den twee
den wereldoorlog ooit aan de Engelschen of
Amerikanen gelukt en daar zal het bij blijVen.
De bomaanvallen op Duitschland.
Wellicht speelt ook nog iets anders een rol.
Wellicht zegt men tot zich zelf, dat die bom
aanvallen op Duitsch gebied, mettertijd toch
invloed zullen hebben. Welnu, nationaal-so
cialisten, daarover kan ik u één ding zeggen:
de plannen, die wij voor onze wapenindustrie
hadden, voorzagen in een bepaalde productie
van wapenen, ©e bomaanvallen van onze vijan
den zijn niet alleen niet in staat geweest de
uitvoering van deze plannen te verstoren, doch
ondanks alle bomaanvallen is de productie aan
wapenen van de meest waardevolle Soort,
grooter geweest, dan onze plannen voorzagen.
Misschien zal men echter zeggen- de be
volking wordt murw gemaakt. Kijk, Neder
landers, wanneer men na een bomaanval in
een Duitsche stad komt, dan hebben de bewo
ners zich zeer snel weer hersteld. Dan zijn
zij nog veel harder en vastberadener om hun
uiterste kracht te geven. En daar komt nog iets
bij. De menschen, die thans in Duitschland
hun bezit en hun inrichtingen verloren heb
ben. moeten tot zich zelf zeggen, dat zij deze
bezittingen slechts kunnen terugwinnen wan
neer Duitschland overwint. En daarom willen
zij met de uiterste krachtinspanning ook uit
verstandelijke overtuiging volhouden, al val
len er nog zooveel bommen, tot de overwin
ning is behaald.
Denkt aan het gevoel van trots dat wij heb
ben, wanneer wij ons voor oogen houden, hoe
dé Duitsche soldaten, daar gind^ in die woes
tijn* ver verwijderd van hun dichtst-bijgelegen
steunpunten en in Stalingrad, zich gehand
haafd hebben. Hoe hebben zij zich in die ge-
improviseerde stellingen ginds overzee, in Tu
nis, gedragen en hoe zijn de Engelschen in de
iarenlang versterkte en bovenmatig bewapen
de vestingen te Singapore, of de Amerikanen
op Corregidör er van doorgegaan. Jawel, wii
zijn bereid, zij moeten slechts aanvallen. Wij
zijn daartoe bereid, wij wenschen het, want de
aanval zal de beslissing brengen en wel voor
ons. want wij zullen terugslaan, zoodat zij er
'n het geheel niet meer aan kunnen en willen
denken, om nog eens te komen.
Wij weten immers waar het om gaat. Deze
oorlog, die thans hier gevoerd wordt, is niet
ren oorlog, zooals totdusver in Europa gevoerd
is. Vroegere oorlogen gingen' om grenzen, om
oorlogsschadeloosstellingen, om handelsver-
drgaen en wanneer de eene partij den oorlog
verloor, dan verging het haar slecht, maar na
eenigen tijd wist zij zich te herstellen. Neen,
thans gaat het om zijn, of niet zijn, thans gaat
het om het naakte bestaan en wel voor den
staat, voor het volk en voor elk afzonderlijk
in geheel Europa. Iets dergelijks is er wel
licht alleen geweest in de godsdienstoorlogen.
Toen werden ook degenen, die hun geloofs
vrijheid wilden hebben, uitgeroeid, maar pre
cies hetzelfde was het eigenlijk slechts ten
tijde van de volksverhuizing. Toen zijn de
levensordeningen op elkaar gebotst, zooals zij
uit het ras ontstonden, dus volkeren met een
bepaald kenmerk. Wanneer toen een volk
overwonnen was, werd het ook vernietigd.
Ziet, kameraden, thans is het precies zoo.
Wanneer er thans een bolsjewistische over
winning zou komen, zou het volkomen onver
schillig zijn, of hier iemand opstaat en zegt:
(Vervolg op pag. 3)