De rede van den Rijkscommissaris (Vervolg van pag. 1) uat geldt in het bijzonder voor hen, die in het actieve soldatenberoep waren, die eigenlijk na de capitulatie zonder beroep waren en daardoor zeker gemakkelijk kon den afglijden. Maar het belangrijkste is nog iets anders. Het belangrijkste zijn de plannen van onze vijanden op dit oogen blik, nu de strijd in het Oosten met een steeds duidelijker overwicht der Duilsche en Europeesche legers op zijn beslissing aangaat. Op dit oogenblik, evenals een jaar geleden, schreeuwt Stalin om het tweede front en in dit moment, nu het weer eens om Europa gaat, zooals om de paar eeuwen het geval is, willen de Atlantische mo gendheden, Engeland en de Ver. Staten, dezen in het Oosten vechtenden troepen door een landing in het Westen den dolk stoot in den rug toebrengen. Tenminste dat beweren zij. Maar hoe willen zij het doen? Want gij weet zelf hoe sterk onze kusten zijn, hoe vooral de versterking der havens isuitgebreid, zoodat het nauwelijks waar schijnlijk is dat een poging daar succes heeft. Dan komt het denkbeeld, dat men probeert al is het maar een manoeuvre met uit de lucht gelande traenen, met aan land gebrachte commando'SjHïhet uit geworpen wapenen en met het oproepen dergenen, die eens in het Nederlandsche leger gediend hebben, een schijn-front te vormen. In ieder geval gelooven wij, dat wij van den vijand een dergelijk geweten loos en onbedachtzaam optreden zouden kunnen verwachten. Het is niet aan twij fel onderhevig, dat het eind van elke ma noeuvre van dezen aard slechts een volle dig opofferen zou zijn van de elementen, die er aan zouden meewerken. Het is ech ter mogelijk, dat de opgeleide soldaten of sommigen van hen, die immers eén zekere militaire discipline gewend zijn, aan zulk een oproep gehoor zouden geven al was het maar ten deele. Verder heeft de vijandelij ke zender er on 27 Februari over gekletst, dat Duitschland eenmaal bezet moet wor den en dat daarvoor ook Nederlandsche mannen gebruikt moeten worden. Deze ar- gelooze engel van de radio heeft daarbij gezegd dat men daardoor de taak der bolsje wisten moet en wil verlichten. Dat zou een grimmige waarheid zijn. Nederlandsche mannen, hoe denkt gij. dat het Duitsche volk er op zou reageeren, wanneer hier uit het Westen of uit Engeland en Amerika iemand het zou wagen het vaderland te be zetten van de soldaten die hun bloed offe ren, opdat Europa vrijblijft. Het is een grimmige waarheid, wanneer deze arge- looze engel gezegd heeft, dat daardoor de taak der bolsjewisten verlicht zou worden. Met het oog op de grootmoedigheid van den Führer en de zoo vroegtijdige vrijla ting zijn deze plannen van den overkant niets dan misbruik en misdaad en daar wij juist door de verantwoordelijkheid, die wij dragen, op alles voorbereid moeten zijn en ook de geringste mogelijkheid van het in gevaar brengen van on:. Oostelijk front uit den weg moeten ruimen, hebben wij ook de kleinste gelegenheid tot verwezenlijking dezer plannen moeten verhinderen. Het is voor de "Nederlanders ook beter, dat de dingen zoo in het neine zijn gebracht. Maar degenen die thans in de krijgsgevangen schap terug moeten keeren kunnen het emigrantencomité in de Londensche schuil kelders, dat van den overkant af ophitst, dankbaar zijn. Het is nog nooit zoo duide lijk geworden als door dit voorbeeld: dat slechts hij kan en mag leiden, die zelf mid den in het volk staat en weet wat er in het volk leeft. Emigranten weten dat nooit. Emigranten hebben er nog slechts een voor stelling van, hoe het eens was, toen zij het land verlieten. Al het andere zijn wankele wenschdroomen. Maar wat in het volk leeft,, wat het volk beweegt, wat het volk noodig heeft. Hnt weten de emigranten niet meer. Kameraden, het was immers zoo teeke nend, dat op 12 Mei de mannen aan den overkant, die tot dat oogenblik hadden op gehitst, opeens begonnen te stamelen. Zij wisten niet wat er gebeurd was om te kun nen zeggen wat er gebeuren moest. Wan neer deze mannen niets weten, kunnen zij beter hun mond houden. Het staat ook vol kenrechtelijk volkomen vast, dat het voor een regeering noodig is, dat zij de werke lijke macht heeft om de rogeering feitelijk uit te oefenen. Volkenrechtelijk wordt een groep menschen, die zich regeering noemt, maar geen macht heeft om de verantwoor delijkheid te dragen, niet als regeering er kend. En zoo begrijp ik ook artikel 21 van uw Grondwet, waarin gezegd wordt, dat de Nederlandsche regeering nooit haar zetel buiten het land mag verplaatsen, anders is zij geen regeering meer. Kameraden, dit eene moet duidelijk vooropgesteld worden: wie iemand volgt die volkenrechtelijk niet als verantwoordelijk beschouwd kan wor den, plaatst zichzelf buiten het volken recht. Hij valt onder het oorlogsrecht. Nationaal-socialisten, wat wij geconsta teerd hebben, heeft ons niet met vreugde vervuld, dat kunt ge gelooven, maar het was een belevenis, die ons met veront waardiging vervuld heeft, toen wij zagen, dat deze opgehitste en verleide mannen en vrouwen tenslotte in den steek werden ge laten en wel door de lieden van den over kant en de raddraaiers aan deze zijde. Dezen hebben steeds beweerd, dat de Duitschers niet kunnen ingrijpen, dat ze het standrecht in het geheel niet kunnen afkondigen, dat ze de vonnissen niet kun nen voltrekken. Ja, kameraden, de Duit- Hoofdredacteur: J. v. Baudewyns, H.lem (afw.).. Plaatsvervangend Hoofdredacteur en Stad: F. C. Derks, Haarlem. Chef van Dienst en Binnen land: S. R. Kuiper, Haarlem. Sport en Stad: A. Overmeer, H'stede. Buitenland: J. C. van der Laag, Heemstede. Haagsch Redacteur: B. Kors ten, H'stede. Nieuws- en reportage voor Velsen en omgeving: J. J. E. van Baarsel, Santpoort. Advertenties: W. van Ommen, Heemstede. schers kunnen niet alleen, zij moeten, want de Duitschers moeten nog veel meer kun nen. Zij moeten thans een bovenmensche- lijke krachtsinspanning ontplooien om Europa te redden. Dat is juist wat ,ons de rust en de zekerheid geeft om lederen maatregel te nemen, al is hij nog zoo hard, als wij hem maar voor de geschiedenis kun nen verantwoorden, omdat hij juist voor de redding van Europa noodig is. Er zijn hier stakersbewegingen en daden van sabotage geweest. Er is geen algemee- ne staking geweest. Het aantal dergenen, die ordelijk bleven of snel tot de orde te rugkeerden, is overweldigend groot in ver houding tot het aantal van hen, die 24 of 48 uur zich aan de orde hebben onttrokken. Maar wij konden in dezen toestand ook niet de geringste ordeverstoring dulden. Daar om heb ik mijn besluit genomen en het politiestandrecht afgekondigd, eerst over vier provincies en daarna over het geheele land. Het Duitsche uitvoerende gezag, on der leiding van den Höheren SS und Po lizei führer, heeft de gestelde taak in kor ten tijd volbracht. In ieder geval is het dui delijk geworden en moet ieder weten, hoe ernstig de toestand wordt bü een poging om hier in het land de orde te verstoren. Wellicht ziet men thans in, dat de lank moedigheid aan onzen kant niet voor zwak heid mag worden aangezien. Nationaal-socialisten, de maatregelen, die werden getroffen, hoe ernstig ze ook in hun gevolgen waren, zijn alle onder mijn ver antwoordelijkheid genomen. Ik moet het uitvoerende gezag en al mijn instanties mijn waardeering uitspreken voor hun dui delijk en vastberaden optreden en ronsta- teeren dat hun samenwerking volkomen was. De standgerechten. Ik wil een speciaal woord over de stand gerechten zeggen. Ik deins er niet voor te rug juist te spreken over de dingen, die het hardst en het ernstigst zijn. Standgerech ten hebben een zeer zware taak. Eenerzijds moeten zij door bliksemsnel ingrijpen waarschuwen en een uitbreiding verhinde ren en daarbij moeten zij toch zooveel mo- geliik de schuldigen, de verantwoordelijken treffen. Dat is zeer moeilijk, want de ver antwoordelijken, de werkelijk schuldigen, loopen bij dergelijke gebeurtenissen ge woonlijk niet op straat. Ik geloof te mogen zeggen, dat de stancigerechten hier gedaan hebben wat zij konden. Zij hebben, waar zij konden, de verantwoordelijke personen, leiders van dienstinstanties, bedrijfsleiders enz. gearresteerd en wanneer zij hun ver antwoording hebben vastgesteld, dan heeft hun hun positie geen voordeel gebracht, integendeel, dan werden zij nog meer ver antwoordelijk gesteld. Ik weet met welk een zorgvuldigheid de gerechten gewerkt hebben, want er was iets aanwezig wat bij standgerechten zeldzaam is: er waren vrij spraken, er waren gevallen, waarbij de zaak aan de gewone rechtbanken werd overge dragen wanneer de stand van zaken niet duidelijk was eh er was een heel groot aan tal vonnissen, waarbij het standgerecht mij terstond gezegd heeft: voltrekt U a.u.b.- de doodvonnissen voorloopig niet, laat ons wachten, hoe de zaak zich verder ontwik kelt. Kameraden, het is treurig, dat er zooveel slachtoffers gevallen zijn. Wij moeten ze op de oorlogsrekening zetten evenals wij het niet slechts verscheidene malen, maar vele malen grootere aantal slachtoffers op de oor logsrekening moeten zetten, die ten offer ge vallen zijn aan de bomaanvallen der Engel- schen en Amerikanen hier in Neder land, niet in Duitschland. De aanval op Rotterdam heeft meer offers gekost en meer onschuldig bloed dan noodig was om hier de orde te herstellen. Ook onder de Nederlanders is het element van ordening sterk geweest en dit heeft er voor gezorgd, dat de orde weer spoedig her steld is. Gij Nederlanders zult jegens mij zoo veel begrip en ook goeden smaak aan den dag leggen, dat ik dezen Nederlanders niet mijn dank betuig, want wat zij gedaan hebben, dat hebben zij gedaan uit een gevoel van verant woording jegens hun Nederlandsche volk en zij mogen het bewustzijn medenemen. dat zij door hun krachtig optreden en door het feit, dat zij opkwamen voor de ordening, erger heb ben voorkomen en nieuwe slachtoffers onder dd Nederlanders hebben verhinderd. Wij zelf zijn in nationaal-socialistische lotsgemeen- schap aaneengesloten gebleven, een gemeen schap, die steeds hechter aaneen gelascht wordt tot een blok, dat juist de drager zal zijn van de toekomst van dit land. Ik heb bij deze gelegenheid verschillende feiten geconstateerd. Een dezer feiten is, dat overal, waar de leiding hetzij in bedrijven of in dienstinstanties zich van haar verant woordelijkheid bewust was, de rust bewaard werd. Overal, waar de leiding bespeurd heeft: er komt onrust en tot zich zelf gezegd heeft: dat geeft ongelukken, en toen opgetreden is, gewaarschuwd en toegesproken heeft: daar bleef het rustig. Overal, waar dat niet het geval waè, ontstond onrust. Wij hebben hier ook geconstateerd, dat er bedrijven en dienst instanties waren, waarin de leiders 'en het hoogere personeel en ook het personeel van het middensoort, dat blijkbaar tevoren had op gehitst, aan hun schrijfbureaux zaten en zich in de handen wreven. Zij zijn aan hun schrijf bureaux blijven zitten, om te kunnen zeggen: wij hebben er niet aan mee gedaan. Dat is een lafheid en een schaamteloosheid tegenover de misleide arbeiders. Leiders van bedrijven verantwoordelijk Ik gelast verplichtend voor de toekomst, dat de leiders der bedrijven jegens mij verant woordelijk zijn voor de orde in het bedrijf, dat het een ambtsschending van hen is, wan neer zij niet bemerken, dat er onrust ontstaat en wanneer zij niet met dienovereenkomstig initiatief kalmeerend en verhelderend optre den. Niemand moet jnichen, dat ditmaal de bliksem naast hem is ingeslagen. Wij hebben allemaal nog iets anders moeten constateeren, n.l. hpe verschrikkelijk gevaar lijk een dergelijk opgeschroefd avontuur juist voor het Nederlandsche volk zou kunnen wor den. Ik wil er niet eens aan denken wat er gebeurt, wanneer eventueel de uitvoerende macht volledig optreedt en desnoods, bij over neming van de uitvoerende macht door den Wehrmachtsbefehlshaber, de weermacht zelf met haar zware wapenen moet ingrijpen. Ik denk slechts aan de bepaald precaire levens middelenpositie in dit land. Wanneer in een toestand, waartoe het hier gekomen is, de melk wordt verspild, wanneer inrichtingen ge troffen worden, het raapzaa^, dat immers den aanvoer van uw vet moet waarborgen, of het graan wordt afgesneden, of wanneer boerde rijen in brand worden gestoken, ja, Neder landers, denkt er eens over na, is dat eigen lijk de commune, die zich daar aanmeldt en binnen wil komen? Het is mij volkomen dui delijk dat dit zeer gecultiveerde land, dat het grootste aantal menschen cp zijn gebied voedt dezen tijd slechts bij uiterste discipline kan doorstaan en dit druk ik u op het hart, want om uwentwille moet de discipline gehand haafd wordefi. Het is geen daad van vader landsliefde, wanneer heden iemand zijn levens middelen en graan, zijn boter enz. verdonke remaant en niet naar de ordelijke distributie toe leidt. Het zijn allemaal maar egoïstische voorwendsels voor den enkeling, die meer g^Jd wil ontvangen dan zijn volksgenoot, die zijr. levensmiddelen op ordelijke wijze aflevert, of het zijn egoïstische motieven voor den ander, die juist op kosten van den ander beter wil leven. Het voorwendsel, dat daardoor afbreiit- gedaan wordt aan het Duitsche rijk. is valsch. want ik kan u zeggen: zoo groot ziin de door Duitschland gestelde eischen in het geheel niet, dat zij niet onder alle omstandigheden kunnen worden nagekomen en gegarandeerd. In feite komen zij overeen met hetgeen de be zettende macht, volgens de Haaesche Conven tie inzake den oorlog te land. kan opeischen en voorts vormen zij in zekeren zin een tegen wicht voor hetgeen den arbeiders toekomt, die buiten het land werken. De clandestiene handel moet door u bestre den worden en in dit opzicht zijt gij volkomen souverein. Wanneer de-Nederlanders niet wil len, is er geen clandesSene handel, want de eerste verkooper van een clandestien artikel op het gebied van levensmiddelen in dit land moet altijd een Nederlander zijn, Wanneer de Nederlander de volksche discipline handhaaft, bestaat er geen clandestiene handel. Opdat echter juist hier de eigen discipline en de eigen verantwoordelijkheid volkomen worden gegarandeerd, heb ik met den heer Wehrmachtsbefehlshaber afgesproken, dat nie mand de Nederlandsche uitvoerende macht zal tegenhouden, wanneer zij een zwarten hande laar vervolgt. Het zal niet voorkomen, dat de een of andere Duitsche dienstinstantie. of de een of andere Duitscher zegt: „neen. de man mag niet vervolgd worden, want hij heeft iets aan m ij verkocht". Dat zal niet gebeuren. Kameraden, de ophitsing komt van den overkant. Er wordt mateloos opgehitst en er worden door den overkant ook aanwijzingen verstrekt. Maar ik moet u terstond zeggen: Ik zou" dat tiiet heel ernstig opvatten, wanneer wij normale tijden hadden, voor zoover men in een toestand van oorlog, normale tijden kan hebben. Integendeel, ik heb kunnen con stateeren, dat hetgeen daarginds wordt omge roepen, zoo dom is. dat ik mij genoodzaakt zie het hier en daar via onze pers bekend te maken, omdat er immers in de radio niet naar mag worden geluisterd En ik wil het ook in de toekomst zoo laten. Deze onvrijwillige medewerkers van den Oranjezender moeten met hun grootste succesnummers voor u niet verloren gaan. Maar de toestand is anders. Wij moeten er rekening mede houden en wij houden er rekening mee, wellicht zelfs meer dan onze tegenstanders, dat zij toch eens hier verschijnen om tot een aanval over te gaan En voor dat geval heb ik u reeds gezegd: wij moeten voorzorgsmaatregelen nemen tot het uiterste. De radiotoestellen. Het zou kunnen gebeuren, dat de een of ander en bepaalde kleine groepen, zich door gegeven aanwijzingen laten verleiden en door hun voorbeeld anderen meesleepen. Dan zou er een onzegbaar en niet te overzien ongeluk over Nederland losbarsten. Niet voor de Duit schers, maar voor hen. die toch eigenlijk in dat geval met Ieege handen voor soldaten staan, di*> de beste wapenen ter wereld in handen dragen. Ziet u, ik wil verhinderen, dat er een pngeluk ggschiedt. Dit heeft mij na zeer lange overwegingen er toe gebracht, de radiotoestellen in beslag te laten nemen. Kameraden, er is geen enkel motief aanwezig om dat toe te juichen. Ik schroom zelfs niet. met elkeen hierover in discussie te treden. Ik maak mij in het geheel niet bezorgd om met de heeren ginds in Engeland, ook voor het volk, in discussie te treden, want ik weet, dat eens, zelfs al zou het nog jaren duren, de goede zaak, die wij vertegenwoordigen, zal doordringen. Hoewel dé rechtsvoorwaarden aanwezig waren om de radiotoestellen zonder schadeloosstelling in beslag te laten nemen, heb ik gelast, dat er een schadeloosstelling gegeven zal worden, zooals dezfe in de huidige omstandigheden om eenigerlei wijze mogelijk is. Dat ik u, nationaal-socialisten, echter niet bij deze actie betrek, dat spreekt van zelf. want gij staat bij ons en lyij staan bij u. Laten wij ons nog eens afvragen, wat er met deze staking bereikt moest worden. Moest er bereikt worden, dat wij, Duitschers, toege ven? Wellicht ben ik soms te lankmoedig ge weest. Ik heb dit oordeel scherp moeten cor- rigeeren. Of was het het doel van deze sta king, er voor te zorgen, dat thans plotseling de Engelschen toch hier zouden komen? Nu, het gepraat over dit tweede front heeft juist midden in deze onrustige dagen een drastische belichting gekregen. Daar kwam nl. op eens een medewerker van Radio-Oranje aan het woord, die verklaarde, dat dit natuurlijk een zeer bedenkelijke zaak is. Want wanneer zulk een onderneming mislukt, zou dat een cata strophe zijn. Wij weten, aldus de spreker van Radio Oranje, dat de Duitschers hier in het Westen, tientallen divisies hebben. Wij kunnen daarom in het geheel niet zeggen, of wij dit jaar nog een tweede front zullen kunnen ves tigen. Afrika U ziet dus, dat ik u de wijsheden van den Oranje-zender in het geheel niet onthoud.'Ik geloof dat een misrekening inzake de militaire positie wellicht ook de aanleiding geweest is, dat de een of ander, zijn discipline niet be waard heeft. Het begrip Afrika speelt hierbij een groote rol, omdat men meent, dat de ge beurtenissen in Afrika, die voor ons Duit schers zeer smartelijk zijn, zoo iets als een beslissende strategische nederlaag zouden zijn. Ik wil u dat eens nauwkeurig verklaren. Wan neer Tunis voor den strijd om Europa beslis send zou zijn, weest u er dan van verzekerd, dat de Führer deze plaats in het jaar 1940 had bezet en zoodanig had versterkt, dat niemand zich daaraan had kunnen vergrijpen. Maar de toestand was anders. Toen de gebeurtenissen in November en bij de jaarswisseling van 1942 zich begonnen af te teekenen, moest de Führer tot zich zelf zeggen: „Thans hebben de Engel schen en Amerikanen al zooveel troepen en materiaal geconcentreerd, dat zij er ergens op willen losslaan. Toen heeft hij den tegen stander het strategisch initiatief ontnomen door naar Tunis te gaan. Anders zou de vijand n.l. waarschijnlijk ik geef het openlijk toe op het voor ons niet aangenaam tijdstip van het vroege voorjaar van dit jaar. met drie of vier legers, die hij thans bijeen heeft, ergens een landingspoging op het continent gedaan hebben, wellicht hier in het Westen, Zoo heeft de Führer den vijand gedwongen al zijn ma teriaal en wat hij aan troepen-op eenigerlei wijze kon missen, te gebruiken in Afrika, dus aan den overkant van onze pantsergracht, de Middellandsche Zee, in het Zuiden, en daar den aanval te openen op een kwalitatief su perieur, numeriek echter slechts onbeteeke- nend deel van onze weermacht. In één woord, de Führer heeft in strategisch opzicht zes maanden gewonnen door het feit dat hij naar Tunis gegaan is, zes maanden, welker verlies onze tegenstanders bitter moeten betalen, want inmiddels is Europa onaantastbaar ge worden. Ja, Duitsche en Nederlandsche kameraden, ik zou de zaak eens omgekeerd willen zien. Hoe zouden wij dan de kansen van onze te genstanders in het algemeen kunnen beoordee- ien, wanneer het hun na zes maanden tijds en na het opofferen van zooveel menschen en zooveel materiaal niet eens gelukt zou zijn, niet eens het voorterrein te zuiveren, dan zou den wij immers thans reeds kunnen consta teeren, dat de tegenstanders derf oorlog ver loren hebben. U moet u eens voorstellen, dat wij thans niet alleen eenmaal, maar vijf, zes of tienmaal zulk een Tunis kunnen verdragen, waarbij wij de binnenste linie en den veiligen aanvoer hebben, en de tegenpartij over zee moet komen, over de zee, waarin zich onze duikbooten bevinden en waarheen onze bom menwerpers, vanaf de beschermde en veilige vliegvelden van het binnenland, altijd weer kunnen losstormen. Landingen aan de kust zijn niet eenvoudig. In ieder geval zijn zij tot- dusver noch in den eersten, noch in den twee den wereldoorlog ooit aan de Engelschen of Amerikanen gelukt en daar zal het bij blijVen. De bomaanvallen op Duitschland. Wellicht speelt ook nog iets anders een rol. Wellicht zegt men tot zich zelf, dat die bom aanvallen op Duitsch gebied, mettertijd toch invloed zullen hebben. Welnu, nationaal-so cialisten, daarover kan ik u één ding zeggen: de plannen, die wij voor onze wapenindustrie hadden, voorzagen in een bepaalde productie van wapenen, ©e bomaanvallen van onze vijan den zijn niet alleen niet in staat geweest de uitvoering van deze plannen te verstoren, doch ondanks alle bomaanvallen is de productie aan wapenen van de meest waardevolle Soort, grooter geweest, dan onze plannen voorzagen. Misschien zal men echter zeggen- de be volking wordt murw gemaakt. Kijk, Neder landers, wanneer men na een bomaanval in een Duitsche stad komt, dan hebben de bewo ners zich zeer snel weer hersteld. Dan zijn zij nog veel harder en vastberadener om hun uiterste kracht te geven. En daar komt nog iets bij. De menschen, die thans in Duitschland hun bezit en hun inrichtingen verloren heb ben. moeten tot zich zelf zeggen, dat zij deze bezittingen slechts kunnen terugwinnen wan neer Duitschland overwint. En daarom willen zij met de uiterste krachtinspanning ook uit verstandelijke overtuiging volhouden, al val len er nog zooveel bommen, tot de overwin ning is behaald. Denkt aan het gevoel van trots dat wij heb ben, wanneer wij ons voor oogen houden, hoe dé Duitsche soldaten, daar gind^ in die woes tijn* ver verwijderd van hun dichtst-bijgelegen steunpunten en in Stalingrad, zich gehand haafd hebben. Hoe hebben zij zich in die ge- improviseerde stellingen ginds overzee, in Tu nis, gedragen en hoe zijn de Engelschen in de iarenlang versterkte en bovenmatig bewapen de vestingen te Singapore, of de Amerikanen op Corregidör er van doorgegaan. Jawel, wii zijn bereid, zij moeten slechts aanvallen. Wij zijn daartoe bereid, wij wenschen het, want de aanval zal de beslissing brengen en wel voor ons. want wij zullen terugslaan, zoodat zij er 'n het geheel niet meer aan kunnen en willen denken, om nog eens te komen. Wij weten immers waar het om gaat. Deze oorlog, die thans hier gevoerd wordt, is niet ren oorlog, zooals totdusver in Europa gevoerd is. Vroegere oorlogen gingen' om grenzen, om oorlogsschadeloosstellingen, om handelsver- drgaen en wanneer de eene partij den oorlog verloor, dan verging het haar slecht, maar na eenigen tijd wist zij zich te herstellen. Neen, thans gaat het om zijn, of niet zijn, thans gaat het om het naakte bestaan en wel voor den staat, voor het volk en voor elk afzonderlijk in geheel Europa. Iets dergelijks is er wel licht alleen geweest in de godsdienstoorlogen. Toen werden ook degenen, die hun geloofs vrijheid wilden hebben, uitgeroeid, maar pre cies hetzelfde was het eigenlijk slechts ten tijde van de volksverhuizing. Toen zijn de levensordeningen op elkaar gebotst, zooals zij uit het ras ontstonden, dus volkeren met een bepaald kenmerk. Wanneer toen een volk overwonnen was, werd het ook vernietigd. Ziet, kameraden, thans is het precies zoo. Wanneer er thans een bolsjewistische over winning zou komen, zou het volkomen onver schillig zijn, of hier iemand opstaat en zegt: (Vervolg op pag. 3)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlemsche Courant | 1943 | | pagina 2