De rede van den Rijkscommissaris
Churchill over duikboot- en luchtoorlog, Japan
en Noord-Afrika.
Rede voor Am. Congres.
(Vervolg van pag. 3)
heer, de Duitsche artsen staan aan het front en
moeten de gewonden verzorgen, laat u ons
toch naar Duitschland gaan, opdat wij de me
dische zorg voor onze Nederlanders op ons
kunnen nemen. Dat zou ik begrijpen. Ik geloof
ook niet, dat eenig wantrouwen jegens ae ka
tholieke priesters in Duitschland op zijn plaats
ls. Zouden zij wantrouwen opwekken, omdat
zij met het nationaal-socialistische systeem op
de een of andere wijze tot overeenstemming
zijn gekomen? Weest gerust, het komt hier ook
Van één ding ben ik min of meer overtuigd.
B.l. dat het Nederlandsche volk den oorlog
niet gewild heeft. Des te grooter is de ver
antwoordelijkheid van degenen die de leiding
hadden. En wanneer men met vuur speelt,
dan wil zich over het algemeen niemand
daaraan branden. Maar wanneer men te dicht
bij het vuur komt, brandt men zich toch. En
kan het neutraal genoemd worden, wanneer
men dat misbaksel van afgunst en duivelsch
denken daarginds, dien pater Muckermann, die
alles wat Duitsch en nationaal-socialistisch is
'heeft belasterd, wanneer men dien hierheen
haalt en hem in het vroegere klooster te
Valkenburg, als in de centrale van een gif-
fabriek en van propaganda laat doen wat hij
wil?
Het is niet juist wanneer er gezegd wordt,
dat het Christendom de ëenige macht is, om
die tegen het bolsjewisme te keeren. Het
politieke Christendom stellig niet, dat weten
wij beter Wij hebben immers de zwart-roode
coalitie in Duitschland meegemaakt, die
zwart-roode coalitie van het centrum en so
ciaal-democraten, die deels uit domheid, deels
uit kwaadaardigheid, de wegbereidster was
voor de bolsjewiseering van het Duitsche
volk, dat alleen door Adolf Hitler en het na
tionaal-socialisme, van den rand van den af
grond kon worden gered.
Ik geloof, dat men ook zeer voorzichtig
moet zijn. wanneer men spreekt over geloofs
vrijheid en gewetensdwang, juist in dit land,
dat zijn heldhaftige grootheid gevonden heeft
in een tijd. waarin het voor zijn eigen ge
loofsvrijheid gestreden heeft, tegen een front
waarin toentertijd de katholieke kerk stond
en in een tijd. waarin bijna in elke stad hier
en in Vlaanderen, de brandstapels werden
aangestoken. Het besté bewijs voor de groot
moedigheid en vrijheid die wij geven is het
feit, dm: zulk een herderlijk schrijven onge
hinderd kan worden voorgelezen.
Kameraden, bij ons zijn geen martelaren te
halen.
Het is echter juist, dat er priesters zijn
'die in de gevangenis zitten. Ik ken elk af
zonderlijk geval. Dat zijn echter volkomen
reëele overtreders, die hebben zich vergrepen,
of wel hebben zij Duitschland, het nationaal-
socialisme en den Führer, gesmaad en wel in
een vorm, die men zich niet kan laten welge
vallen, of wel zij hebben spionnage bedreven,
of zij hebben den vijand begunstigd. Dan be
staan er ook nog kleinere overtreders, die
zich vergrepen hebben aan de wetten der
voedselvoorziening, maar martelaren zijn dat
niet. Om aan elke verdere bespreking een
eind te maken, stel ik de verantwoordelijk
heid vast. Wie zich tot ongehoorzaamheid laat
verleiden, die mag zich niet op den kansel
beroepen, die zal de gevolgen in al zijn hard
heid moeten dragen, zooals zij in deze maand
Mei door ons bewezen werd. Men heeft mij
soms voorgehouden, dat ik op elk gebied van
het openbare leven, het nationaal-socialisme
de voorrang geef. Dat is voor mij geen ver
wijt, dat is mijn historische opdracht, die ik
hier te vervullen heb, want dit Europa valt
slechts te redden, wanneer het nationaal-so
cialistische Duitschland zich als een wal voor
deze golf uit het Oosten werpt en dit optreden
deze afweer, dat geeft juist de aanspraak op
de leiding Ik zal altijd als nationaal-socialist
handelen, dat beloof ik u allen. Dat betee
kent echter niet. dat ik ook maar aan een
enkel mensch het nationaal-socialisme wil
opdringen Daar is geen sprake van Hef
nationaal-socialisme is een zaak van de in
nerlijke overtuiging. Ik heb niets aan iemand
die slechts napraat wat hem wordt voorge
zegd. Op zoo iemand kan ik in ernstige tijde*-
niet vertrouwen
Nu zijn er hier twee groepen van organisa
ties. De eene omvat de politieke organisaties,
waarbij ik er waarde aan hecht, dat elk lid
afzonderlijk tot het nationaal-socialisme komt
Dat zijn echter volkomen vrijwillige organisa
ties en wanneer binnen het bereik van die
organisaties ergens dwang wordt uitgeoefend
'dan hoogstens een dwang door vele geestelij
ken om de lieden uit de organisatie te halen.
Daarnaast bestaan er beroepsorganisaties.
Dat zijn de organisaties, die een bepaalde taak
moeten vervullen, welke voortvloeit uit de
noodzaak van dezen tijd en die wordt opge
dragen aan de afzonderlijke beroepsgroepen
Daarbij is het mij ook onverschillig welke ge
zindheid iedere man afzonderlijk heeft., wan
neer hij slechts de taak vervult, die aan hem
krachtens zijn beroep is opgelegd. De leiding
over deze organisaties kan ik evenwel slecht1-
in handen leggen van mannen, die ik vertrou
wen kan en dat zijn juist de nationaal-socia-
listen. Overigens vinden deze vrijwillige or
ganisaties een heel goeden weerklank. Ik heb
me de ciifers laten voorleggen. De Nederland
sche Volksdienst bijv. heeft van Januari 1942
tot Mei 1943 zijn ledental^vertiènvoudigd. Het
Nederlandsche Arbeidsfront heeft in een jaar
tijd zijn ledenaantal vervijfvoudigd en de Win
terhulp Nederland heeft in het eerste jaar Th
millioen, in het tweede jaar 10% millioen ver
deeld en zal dit iaar 13 millioen verdeelen. Dat
zijn cijfers
Kameraden, wij staan voor een belangrijke
beslissing. Wij moeten datgene in stand hou
den, wat onze geniale leiding in drie jaar voor
ons verkregen heeft en wij kunnen ons bin-
nen strategische grenzen handhaven, die zoo
sterk zijn, dat onze vijanden, wanneer het mo
gelijk zou zijn, met een veelvoud aan men
den en materiaal zouden kunnen komen en
joch niets bereiken. Maar, nationaal-socialis-
i v,Cen wereldoorlog is een wereldgericht. En
jo het vierde jaar van dit gericht komen de
Bekentenissen. Wij zijn juist kort geleden ge-
wigen geweest van een ontzettende moreele
catastrofe, n.l. het prijsgeven van de Polen en
de kleine volken, waarvoor Engeland z.g. de
zen oorlog begonnen is. Dat heeft natuurlijk
onrust gewekt. Toen heeft meneer Kleffens op
23 Maart zijn stem verheven en gezegd: „Het
zou niet juist zijn, dat alleen de groote mo
gendheden zouden beslissen, want de kleine
naties hebben door verkeerde handelingen van
de groote schade geleden, waardoof hun be
staan in gevaar gebracht is". Die man merkt
alles, zei hét dan ook laat! Meneer Hambro uit
Noorwegen heeft gezegd: „Tot nu toe hebben
wij alleen maar bijdragen moeten leveren, ge
kregen hebben wij nog niets, En wanneer er
groote problemen behandeld worden, dan is
hot onrechtvaardig, wanneer de kleine staten
niet een woordje zouden kunnen meespreken."
Mijne kameraden, wie herinnert zich daar
niet de woorden, die de Führer tot Mussert
gesproken heeft: „Ik wil de Nederlanders niet
als overwonnenen behandelen en wanneer de
tijd gekomen zal zijn, dan zal ik u bij mij roe
pen en zullen wij over de toekomst spreken."
Ziet, mijne kameraden, dan ts de houding daar
aan de overzijde bij de plutocratieën toch een
andere. En toch zijn zij z.g. voor de kleine
volken opgekomen. Meneer Cripps heeft ge
zegd: „De kleine volken krijgen geen souve-
reiniteit meer". En Churchill heeft dit aan
gevuld: „De wapens zullen de kleine volken
ook niet meer krijgen." Hier kunt u het groote
verschil tusschen democratie en de nationaal-
socialistische gemeenschap zien. In een natio
naal-socialistische gemeenschap is het totaal
onverschillig, of de een klein of groot in ge
tal is. Daar wordt gekeken naar zijn presta
tie. En wij kunnen ons in een Europeesche ge
meenschap zeer goed voorstellen, dat een in
aantal klein volk op het gebied, waarop het
het meest presteert, allen, ook de grooten,
leidt. Dat kunnen wij ons rustig voorstellen.
Die aan de overzijde, deze democraten, echter
niet. En wat de wapens betreft? Vraagt eens
aan de kameraden van de Standarte Westland
en het Legioen en zij zullen u vertellen, dat
juist de Nederlanders de beste wapens krijgen
die er maar zijn. U kunt mij gelooven, wanneer
de Nederlanders eenmaal bereid zijn in dezen
strijd om Europa mee te strijden, bestaat er
niet. zooals in Engeland, het voorbehoud: de
wapens alleen voor de grooten. O neen, de
beste wapens die wij maar kunnen uitvinden
en produceeren, zullen dan in uwe handen
gelegd worden, mijne Nederlanders, verlaat u
daar op.
Kameraden, wij verwachten den aanval. Wij
willen hem, omdat hij de beslissing brengt.
In Afrika zoo beweren onze vijanden
hebben de Engelschen 220.000 man verloren.
Dat is een mooi getal. Waarschijnlijk is het
te laag, omdat het van de overzijde wordt op
gegeven, en de verliezen der Amerikanen en
hulpvoikeren hier niet bij zijn opgeteld.
Doch wanneer zij eens hier een poging zou
den doen en het tienvoudige aan verliezen
zullen hebben geleden, dan zal de bezinning
komen. Dan zullen de Engelschen plotseling
inzien, dat er geen enkele Europeesche con
tinentale macht is, die het empire bedreigt,
doch dat het alleen hun vrienden zijn, die hen
van het empire berooven. Dan zullen wij in
zien, wat het zou beteekenen, wanneer het
bolsjewisme tot aan de kust van den Atlan-
tischen Oceaan zou oprukken. Dan zullen zij
zich de vraag voorleggen, of zij dezen oorlog
tot het einde moeten voeren, alleen, opdat de
joden hun wraak kunnen nemen. Want dat is
de oorzaak van dezen oorlog en de oorzaak,
dat de oorlog nog niet ten einde gaat en dat
hij niet reeds lang ten einde is. Daaraan is
uitsluitend de invloed van de joodsche ad
viseurs bij de regeeringen van onze vijandfen
de schuld. Want, wanneer de volken bij zich
zelf te rgde zouden gaan waarom het gaat,
dan zouden zij elkaar reeds lang weer de hand
voor een vreedzamen arbeid gereikt hebben.
Ook de Amerikanen zullen eens gaan denken.
Wanneer de Amerikanen merken, dat zij de
halve wereld ten koste van hun bondgenooten
met zeer geringe middelen hebben ingepalmd,
zullen zij er nog wel eens over denken, al
vorens dit Europeesche bankroet in hun
oogen aan te vallen en het vijftig-, het
honderdvoudige aan verliezen te lijden, zonder
kansen op succes. De Engelschen en Amerika
nen staan pas voor de politieke uitwerking
van dezen oorlog. Wij nationaal-socialisten,
zullen misschien persoonlijk en menschelijk
smartelijke verliezen lijden, doch politiek
worden wij steeds harder. Want hoe langer
de oorlog duurt, des te beter weten wij waar-
om. 'U'Ó gaat- Nog nooit hebben wij dat zoo
duidelijk gezien als in dit jaar en nog nooit
zijn wij zoo vastbesloten geweest, dézen oor
log tot aan het zegevierende einde voort te
zetten.
Mijne kameraden, de beslissing van dezen
oorlog hangt af van den wil tot volhouden
en zelfbehoud, die alle soldaten, arbeiders
en de vrouwen toonen. De wil zal sterker
zÜn van degene, die het moreele recht aan
zijn zijde weet en diegene zal zich moreel
in zijn recht voelen, die zegt, dat hetgeen
wat hij wil goed en rec^vaardig is. Wat
willen onze vijanden? Wat brengen zij
Eiu'opa anders dan de chaos? Het bolsje
wisme over centraaLEuropa en dan met de
volgende sprong verder naar een derden
wereldoorlog. Precies zooals Wallace het
gezegd heeft, de vice^-president der Veree-
nigde Staten: „De derde wereldoorlog is
niet te vermijden, wanneer de bolsjewieken
hun idee van een wereldrevolutie niet op
geven". Ja, gelooft dan iemand van ons, dat
Stalin zijn wereldrevolutie opgeeft? Dat
zijn beginnelingen, die zooiets meenen, die
in het geheel geen begrip hebben van het
bolsjewisme. En meneer Clapper, de jour
nalist van het Witte Huis, heeft gezegd:
„Hoe meer wij erop vertrouwen dat wij den
oorlog winnen, des te minder gelooven wij,
dat de overwinning van langen duur zal
zijn."
Dat is het wat onze tegenstanders bren
gen, wanneer zij zouden overwinnen en dan
zoo moet elk een hier zeggen zal er
ellende en chaos ontstaan. Wij zouden ver
nietigd worden, wij zouden het tooneel van
den derden wereldoorlog worden en zij
daarginds zouden weer voor een nieuwen
oorlog' staan: Waar zouden de kleine vol
keren blijven, wanneer het joden-centrum
Moskou, of het joden-centrum Washington
den toon zou aangeven? Zijn de kleine vol
keren dan niet voel beter uit onder de be
scherming van de Europeesche gemeen
schap, onder de bescherming van onze
eeuwenoude cultuur, die wij met elkaar
verkregen, die wij met elkaar door strijd
verdedigd en die wij met elkaar doorstaan
hebben?
Kameraden, wanneer wij de overwinning
behalen dat kunnen wij zeggen zal
het iedereen in Europa beter gaan. De toe
stand van heden is het uitgangspunt van
de beschouwing. De wereld is zoo op haar
kop gezet, dat niets meer terugkeert. Wij
moeten zien waar wij thans staan. Dat moet
duidelijk en nuchter wqrden ingezien en
dan moeten wij ons afvragen: Hoe wordt
dat beter? En dan kunt ge er zeker van zijn,
of ge arbeider zijt of boer: wanneer eens
weer de vrede komt, dan weten wij wat wij
te doen hebben. Daar ginds in Amerika
breken zij zich het hoofd. De heer Sumner
Welles, onderstaatssecretaris der Vereenig-
de Staten, heeft reeds een nachtmerrie we
gens de werkloosheid en wegens het pro
ductie-overschot na den oorlog, omdat hij
een hopelooze liberaal is, die alleen aan
goud en geld denkt. Wij echter verlangen
er koortsachtig naar, dat de vrede komt,
opdat deze enorme krachten, die wij heb
ben. en onze grondstoffen niet gebruikt
worden voor werken der vernietiging, maar
voor de werken der volkswelvaart en der
sociale rechtvaardigheid.
Ge kunt er zeker van zijn, wanneer de
vrede komt dan zal er hier een opbloei
door Europa gaan, dan zal elk blijmoedig
aan liet werk gaan, dan komt de levens
vreugde, waarom heden, volkomen te on
pas, geroepen wordt, want heden is het de
tijd voor den levensernst en voor het deel
nemen aan den strijd. Dan komt de tijd,
waarin elk van u kan aantreden en wel als
vrije man, elke arbeider, elke volksgenoot,
bewust daar hij zelf de drager is van
de politieke gedachte dat er geen stan
den, geen kringen, geen confessies en geen
hinderpalen zijn, maar dat het bloed één
gemeenschap vormt, die ons allen tot een
lot verbindt, met geen andere verplichting,
dan het gemeenschappelijke optreden voor
het gemeenschappelijke welzijn.
Kameraden, de militaire gebeurtenissen
zullen de politieke ontwikkeling doen ont
staan, die tot net einde van den oorlog
leidt en hoe eerder het verstand zich laat
gelden, des te eerder zal de vrede komen.
En deze oproep, er moge geschied zijn, wat
geschied is, gaat onder alle omstandighe
den uit tot alle Nederlanders: door den
groei in de Europeesche houding te komen
tot de vrijheid van de volksche ontwikke
ling.
Kameraden, de Führer heeft ons bijeen
gebracht, de Führer heeft onze krachten in
het nationaal socialisme ontplooid. Hij
heeft daarmede tevens de grondbeginselen
gegeven voor het nieuwe Europa: volksche
vrijheid en sociale rechtvaardigheid. In dit
wiïlen, Duitsche en Nederlandsche natio
naal-socialisten, vormen wij een ijzeren en
onverbreekbare lotsgemeenschap. Wij zul
len onze taak verrichten, wij zullen tot het
uiterste en het laatste onzen plicht doen,
vooral echter zal uit eiken nationa3lsocia-
list een fanatieke strijdlust onze tcgenstan-
ders tegemoetkomen.
Heil den Führer!
Ghurchill heeft voor het Congres der
Vereenigde Staten een rode gehouden. Hij
zeide er trotsch op te zijn, dat de Vereenig
de Staten en Engeland goede bondgenooten
zijn.
De Engelschen hebben een even groot
belang als de Amerikanen bij een „onop
houdelijke en ononderbroken oorlogvoe
ring" tegen Japan.
Een aanzienlijk deel van den oorlog tegen
Japan moet worden gevoerd door de groote
legers, lucht- en vlootstrijdkrachten, die
Engeland thans aan de Oostgrens van
Britsch-Indië heeft samengetrokken. Hier
in bestaat een der mogelijkheden om China
te hulp te komen, want „een doeltreffende
en onmiddellijke hulp" aan China behoort
tot de urgentste gemeenschappelijke taken.
Churchill verklaarde verder, dat het ver.
slaan van Japan niet de overmeestering van
Duitschland beteekent, terwijl de over
meestering van Duitschland zonder twijfel
de nederlaag van Japan zal beteekenen.
Daarmede is niet gezegd, dat men niet op
beide fronten tegelijk kan optreden. Inder
daad is het grootste deel der Amerikaan-
sche strijdkrachten thans in actie aan het
Zuidzee-front.
In 1942 hebben de Ver. Staten de „voor
naamste verantwoordelijkheid" voor de
voorzetting van den oorlog tegen Japan op
zich genomen, terwijl Engeland den voor-
naamsten last op den Atlantisehen Oceaan
op zich nam.
Engeland heeft sedert het begin van het
bondgenootschap met de Ver. Staten meer
dan twee maal zooveel koopvaardijtonnage
moeten verliezen als de Ver. Staten.
Churchill meende te kunnen verklaren
dat, dank zij een „aanzienlijke verbetering
in de doeltreffendheid der tegenmaatrege
len" een verlichting in den duikbootoorlog
is ingetreden. Hij legde er echter den na
druk op, dat het duikbootgevaar nog steeds
het grootste gevaar voor Engeland en de
Ver. Staten is.'
Engeland onderneemt ook het groote
luchtoffensief tegen Duischland, dat op
machtige wijze wordt gesteund door de
luchtstrijdkrachten der Ver. Staten. De
meeningen zijn verdeeld ten aanzien van
de vraag, of de macht in het luchtruim
alleen kan leiden tot het verslaan van
Duitschland of Italië. Het experiment, al
dus Churchill, loont de moeite, dooh het
sluit andere maatregelen niet uit.
„In ieder geval kan het pogen niet scha
den". In dit verband verklaarde Churchill,
dat bij den aanval op de Duitsche stuw
dammen 8 van de 19 aanvallende bom
menwerpers verloren zijn gegaan. Men is
het erover eens, dat „deze macht in het
luchtruim" zoo spoedig mogelijk tegen
Japan moet worden gebruikt.
Het moeilijkste probleem is het „gebruik
der strijdkrachten". Met het oog op den
tegenstand der duikbooten op de groote
oceanen en zeeën. Veelvuldige conferen
ties zijn onmisbaar, voor het vinden van
,de béste kansen voor het doen optreden
der strijdkrachten".
Churchill gaf uiting aan de hoop,
dat hij en president Roosevelt „spoe
dig" de lang gewenschte samenkomst
met Stalin en Tsjang Kai-Sjek zouden
hebben.
Sprekende over den veldtocht in Noord-
Afrika noemde Churchill speciaal den
naam Giraud. Hij zeide, dat de inneming
van Tunis „bijzonder bemoedigend'' voor
den Russischen bondgenoot is. Hij gaf toe,
dat men, toen de Afrikaansohe onderne
ming beraamd werd,' hoopte nog voor het
eind van het vorige-jaar de heerschappij
in Tunis te veroveren.
De voornaamste last van den oorlog
drukt op de Sowjet Unie en daarom moet.
voorzoover het „practisch en volgens het
gezond verstand uitvoerbaar is" alles wor
den gedaan om de Sowjet Unie te ont
lasten.
Het is moeilijk den vijand te benaderen,
hij bezit nog steeds geweldige legers, reus
achtige hulpbronnen en een onschatbaar
strategisch gebied.
Met veel nadruk zeide Churchill, dat er
nog een ernstig gevaar is: het gevaar van
verlenging van den oorlog, want niemand
kan voorspellen, welke nieuwe complica
ties dat zal brengen. Hij wees erop, dat een
voortsleepen van den oorlog wegens de
geweldige uitgaven de democratieën zou
kunnen „vermoeien, afstompen en van
elkander verwijderen"
De diplomatieke correspondent van het
DNB schrijft:
Het touwtrekken om de prioriteit van
het volgende oorlogstooneel duurt voort.
Churchill pleit voor Europa, Roosevelt
voor Oost-Azië waarbij Tsjoenking in
zijn door Churchill toegegeven wanhopige
positie getroost wordt met het vooruit
zicht, dat Engeland ongetwijfeld wel eens
bereid zal zijn tot het ondernemen van een
actie tegen den weg door Birma. Daar
mede wordt de juistheid van de opvatting
bevestigd, dat Tunis niet het einde, maar
het begin van de moeilijkheden beteekent,
en dat Tunis een niet beslissend intermezzo
was.
Wat Churchill zeide over het voortdu
rende duikbootgevaar, de geringe kans om
de Spil van de lucht uit te overwinnen en
de vernielende gevolgen van een verlen
ging van den oorlog voor de Geallieerden,
komt dichter bij de werkelijkheid dan zijn
reeds weerlegde bewering, dat door den
aanval op twee Dyitsche stuwdammen een
vernietigende slag aan de Duitsche oor
logsindustrie is toegebracht.
Typisch voor Churchill en voor zijn
houding ten aanzien van de problemen is
de verklaring, dat deze oorlog tot ^elken
prijs tot de beslissing moet worden voort
gezet. Door deze categorische verklaring,
voorgedragen met een voorraad militaire
en strategische rekenkunsten, onttrekt de
Britsche premier zich aan elke bespreking
van problemen, die de vurig verlangde
samenkomst met Stalin in gevaar zouden
kunnen brengen. De concessies echter, die
Stalin zouden kunnen bewegen, van zijn
tot dusverre aangenomen gereserveerde
houding af te stappen, zouden steeds
slechter worden gedaan op kosten van
degenen, over wier belangen Churchill in
zijn rede, die als veelbelovend was aange
kondigd, het stilzwijgen heeft bewaard".
De aanval op de stuwdammen.
Volgens de jongste tellingen bedraagt het
aantal dooden als gevolg k van den Britschen
luchtaanval op de stuwdammen 370. Zesen
dertig personen worden nog vermist. Dat niet
nog meer slachtoffers te betreuren zijn is te
danken aan eenige autoriteiten, die de tegen
woordigheid van geest hadden de daarvoor in
aanmerking komende bevolking onmiddellijk
te waarschuwen en tevens onmiddellijk de
noodzakelijke hulpmaatregelen troffen.
Het DNB verneemt nog, dat bij den Brit
schen luchtaanval op de stuwdammen 341
krijgsgevangenen van verschillende nationali
teit om het leven zijn gekomen. De door de
eerste vloedgolf veroorzaakte economische
schade voor de getroffen bevolking heeft ge
lukkig niet den gevreesden omvang aangeno
men en wordt door uitgebreide hulpmaatrege
len gecompenseerd.
Eerbetoon voor admiraal Esteva.
De laatste resident-generaal van Tunis, ad
miraal Esteva, alsmede de officieren en com
missarissen der jeugdwerkkampen, die uit Tu
nis teruggekeerd zijn x thans in Vichy vertoe
ven, zijn door Laval uit naam van de natie in
het openbaar geëerd.
KINDERMOORD TE OISTERWIJK.
In de zaak tegen den 36-jarigen monteur-bank
werker Th. van Berkel uit Tilburg, die er van
verdacht wordt op 29 Augustus 1941 in de bos-
schen te Oisterwijk het aldaar gelogeerde 13-
jarige meisje Annie Remken uit Rotterdam' te
hebben vermoard, heeft de advocaat-generaal bij
het gerechtshof de maximum straf, levenslang,
geëischt.