De rede van den Rijkscommissaris Churchill over duikboot- en luchtoorlog, Japan en Noord-Afrika. Rede voor Am. Congres. (Vervolg van pag. 3) heer, de Duitsche artsen staan aan het front en moeten de gewonden verzorgen, laat u ons toch naar Duitschland gaan, opdat wij de me dische zorg voor onze Nederlanders op ons kunnen nemen. Dat zou ik begrijpen. Ik geloof ook niet, dat eenig wantrouwen jegens ae ka tholieke priesters in Duitschland op zijn plaats ls. Zouden zij wantrouwen opwekken, omdat zij met het nationaal-socialistische systeem op de een of andere wijze tot overeenstemming zijn gekomen? Weest gerust, het komt hier ook Van één ding ben ik min of meer overtuigd. B.l. dat het Nederlandsche volk den oorlog niet gewild heeft. Des te grooter is de ver antwoordelijkheid van degenen die de leiding hadden. En wanneer men met vuur speelt, dan wil zich over het algemeen niemand daaraan branden. Maar wanneer men te dicht bij het vuur komt, brandt men zich toch. En kan het neutraal genoemd worden, wanneer men dat misbaksel van afgunst en duivelsch denken daarginds, dien pater Muckermann, die alles wat Duitsch en nationaal-socialistisch is 'heeft belasterd, wanneer men dien hierheen haalt en hem in het vroegere klooster te Valkenburg, als in de centrale van een gif- fabriek en van propaganda laat doen wat hij wil? Het is niet juist wanneer er gezegd wordt, dat het Christendom de ëenige macht is, om die tegen het bolsjewisme te keeren. Het politieke Christendom stellig niet, dat weten wij beter Wij hebben immers de zwart-roode coalitie in Duitschland meegemaakt, die zwart-roode coalitie van het centrum en so ciaal-democraten, die deels uit domheid, deels uit kwaadaardigheid, de wegbereidster was voor de bolsjewiseering van het Duitsche volk, dat alleen door Adolf Hitler en het na tionaal-socialisme, van den rand van den af grond kon worden gered. Ik geloof, dat men ook zeer voorzichtig moet zijn. wanneer men spreekt over geloofs vrijheid en gewetensdwang, juist in dit land, dat zijn heldhaftige grootheid gevonden heeft in een tijd. waarin het voor zijn eigen ge loofsvrijheid gestreden heeft, tegen een front waarin toentertijd de katholieke kerk stond en in een tijd. waarin bijna in elke stad hier en in Vlaanderen, de brandstapels werden aangestoken. Het besté bewijs voor de groot moedigheid en vrijheid die wij geven is het feit, dm: zulk een herderlijk schrijven onge hinderd kan worden voorgelezen. Kameraden, bij ons zijn geen martelaren te halen. Het is echter juist, dat er priesters zijn 'die in de gevangenis zitten. Ik ken elk af zonderlijk geval. Dat zijn echter volkomen reëele overtreders, die hebben zich vergrepen, of wel hebben zij Duitschland, het nationaal- socialisme en den Führer, gesmaad en wel in een vorm, die men zich niet kan laten welge vallen, of wel zij hebben spionnage bedreven, of zij hebben den vijand begunstigd. Dan be staan er ook nog kleinere overtreders, die zich vergrepen hebben aan de wetten der voedselvoorziening, maar martelaren zijn dat niet. Om aan elke verdere bespreking een eind te maken, stel ik de verantwoordelijk heid vast. Wie zich tot ongehoorzaamheid laat verleiden, die mag zich niet op den kansel beroepen, die zal de gevolgen in al zijn hard heid moeten dragen, zooals zij in deze maand Mei door ons bewezen werd. Men heeft mij soms voorgehouden, dat ik op elk gebied van het openbare leven, het nationaal-socialisme de voorrang geef. Dat is voor mij geen ver wijt, dat is mijn historische opdracht, die ik hier te vervullen heb, want dit Europa valt slechts te redden, wanneer het nationaal-so cialistische Duitschland zich als een wal voor deze golf uit het Oosten werpt en dit optreden deze afweer, dat geeft juist de aanspraak op de leiding Ik zal altijd als nationaal-socialist handelen, dat beloof ik u allen. Dat betee kent echter niet. dat ik ook maar aan een enkel mensch het nationaal-socialisme wil opdringen Daar is geen sprake van Hef nationaal-socialisme is een zaak van de in nerlijke overtuiging. Ik heb niets aan iemand die slechts napraat wat hem wordt voorge zegd. Op zoo iemand kan ik in ernstige tijde*- niet vertrouwen Nu zijn er hier twee groepen van organisa ties. De eene omvat de politieke organisaties, waarbij ik er waarde aan hecht, dat elk lid afzonderlijk tot het nationaal-socialisme komt Dat zijn echter volkomen vrijwillige organisa ties en wanneer binnen het bereik van die organisaties ergens dwang wordt uitgeoefend 'dan hoogstens een dwang door vele geestelij ken om de lieden uit de organisatie te halen. Daarnaast bestaan er beroepsorganisaties. Dat zijn de organisaties, die een bepaalde taak moeten vervullen, welke voortvloeit uit de noodzaak van dezen tijd en die wordt opge dragen aan de afzonderlijke beroepsgroepen Daarbij is het mij ook onverschillig welke ge zindheid iedere man afzonderlijk heeft., wan neer hij slechts de taak vervult, die aan hem krachtens zijn beroep is opgelegd. De leiding over deze organisaties kan ik evenwel slecht1- in handen leggen van mannen, die ik vertrou wen kan en dat zijn juist de nationaal-socia- listen. Overigens vinden deze vrijwillige or ganisaties een heel goeden weerklank. Ik heb me de ciifers laten voorleggen. De Nederland sche Volksdienst bijv. heeft van Januari 1942 tot Mei 1943 zijn ledental^vertiènvoudigd. Het Nederlandsche Arbeidsfront heeft in een jaar tijd zijn ledenaantal vervijfvoudigd en de Win terhulp Nederland heeft in het eerste jaar Th millioen, in het tweede jaar 10% millioen ver deeld en zal dit iaar 13 millioen verdeelen. Dat zijn cijfers Kameraden, wij staan voor een belangrijke beslissing. Wij moeten datgene in stand hou den, wat onze geniale leiding in drie jaar voor ons verkregen heeft en wij kunnen ons bin- nen strategische grenzen handhaven, die zoo sterk zijn, dat onze vijanden, wanneer het mo gelijk zou zijn, met een veelvoud aan men den en materiaal zouden kunnen komen en joch niets bereiken. Maar, nationaal-socialis- i v,Cen wereldoorlog is een wereldgericht. En jo het vierde jaar van dit gericht komen de Bekentenissen. Wij zijn juist kort geleden ge- wigen geweest van een ontzettende moreele catastrofe, n.l. het prijsgeven van de Polen en de kleine volken, waarvoor Engeland z.g. de zen oorlog begonnen is. Dat heeft natuurlijk onrust gewekt. Toen heeft meneer Kleffens op 23 Maart zijn stem verheven en gezegd: „Het zou niet juist zijn, dat alleen de groote mo gendheden zouden beslissen, want de kleine naties hebben door verkeerde handelingen van de groote schade geleden, waardoof hun be staan in gevaar gebracht is". Die man merkt alles, zei hét dan ook laat! Meneer Hambro uit Noorwegen heeft gezegd: „Tot nu toe hebben wij alleen maar bijdragen moeten leveren, ge kregen hebben wij nog niets, En wanneer er groote problemen behandeld worden, dan is hot onrechtvaardig, wanneer de kleine staten niet een woordje zouden kunnen meespreken." Mijne kameraden, wie herinnert zich daar niet de woorden, die de Führer tot Mussert gesproken heeft: „Ik wil de Nederlanders niet als overwonnenen behandelen en wanneer de tijd gekomen zal zijn, dan zal ik u bij mij roe pen en zullen wij over de toekomst spreken." Ziet, mijne kameraden, dan ts de houding daar aan de overzijde bij de plutocratieën toch een andere. En toch zijn zij z.g. voor de kleine volken opgekomen. Meneer Cripps heeft ge zegd: „De kleine volken krijgen geen souve- reiniteit meer". En Churchill heeft dit aan gevuld: „De wapens zullen de kleine volken ook niet meer krijgen." Hier kunt u het groote verschil tusschen democratie en de nationaal- socialistische gemeenschap zien. In een natio naal-socialistische gemeenschap is het totaal onverschillig, of de een klein of groot in ge tal is. Daar wordt gekeken naar zijn presta tie. En wij kunnen ons in een Europeesche ge meenschap zeer goed voorstellen, dat een in aantal klein volk op het gebied, waarop het het meest presteert, allen, ook de grooten, leidt. Dat kunnen wij ons rustig voorstellen. Die aan de overzijde, deze democraten, echter niet. En wat de wapens betreft? Vraagt eens aan de kameraden van de Standarte Westland en het Legioen en zij zullen u vertellen, dat juist de Nederlanders de beste wapens krijgen die er maar zijn. U kunt mij gelooven, wanneer de Nederlanders eenmaal bereid zijn in dezen strijd om Europa mee te strijden, bestaat er niet. zooals in Engeland, het voorbehoud: de wapens alleen voor de grooten. O neen, de beste wapens die wij maar kunnen uitvinden en produceeren, zullen dan in uwe handen gelegd worden, mijne Nederlanders, verlaat u daar op. Kameraden, wij verwachten den aanval. Wij willen hem, omdat hij de beslissing brengt. In Afrika zoo beweren onze vijanden hebben de Engelschen 220.000 man verloren. Dat is een mooi getal. Waarschijnlijk is het te laag, omdat het van de overzijde wordt op gegeven, en de verliezen der Amerikanen en hulpvoikeren hier niet bij zijn opgeteld. Doch wanneer zij eens hier een poging zou den doen en het tienvoudige aan verliezen zullen hebben geleden, dan zal de bezinning komen. Dan zullen de Engelschen plotseling inzien, dat er geen enkele Europeesche con tinentale macht is, die het empire bedreigt, doch dat het alleen hun vrienden zijn, die hen van het empire berooven. Dan zullen wij in zien, wat het zou beteekenen, wanneer het bolsjewisme tot aan de kust van den Atlan- tischen Oceaan zou oprukken. Dan zullen zij zich de vraag voorleggen, of zij dezen oorlog tot het einde moeten voeren, alleen, opdat de joden hun wraak kunnen nemen. Want dat is de oorzaak van dezen oorlog en de oorzaak, dat de oorlog nog niet ten einde gaat en dat hij niet reeds lang ten einde is. Daaraan is uitsluitend de invloed van de joodsche ad viseurs bij de regeeringen van onze vijandfen de schuld. Want, wanneer de volken bij zich zelf te rgde zouden gaan waarom het gaat, dan zouden zij elkaar reeds lang weer de hand voor een vreedzamen arbeid gereikt hebben. Ook de Amerikanen zullen eens gaan denken. Wanneer de Amerikanen merken, dat zij de halve wereld ten koste van hun bondgenooten met zeer geringe middelen hebben ingepalmd, zullen zij er nog wel eens over denken, al vorens dit Europeesche bankroet in hun oogen aan te vallen en het vijftig-, het honderdvoudige aan verliezen te lijden, zonder kansen op succes. De Engelschen en Amerika nen staan pas voor de politieke uitwerking van dezen oorlog. Wij nationaal-socialisten, zullen misschien persoonlijk en menschelijk smartelijke verliezen lijden, doch politiek worden wij steeds harder. Want hoe langer de oorlog duurt, des te beter weten wij waar- om. 'U'Ó gaat- Nog nooit hebben wij dat zoo duidelijk gezien als in dit jaar en nog nooit zijn wij zoo vastbesloten geweest, dézen oor log tot aan het zegevierende einde voort te zetten. Mijne kameraden, de beslissing van dezen oorlog hangt af van den wil tot volhouden en zelfbehoud, die alle soldaten, arbeiders en de vrouwen toonen. De wil zal sterker zÜn van degene, die het moreele recht aan zijn zijde weet en diegene zal zich moreel in zijn recht voelen, die zegt, dat hetgeen wat hij wil goed en rec^vaardig is. Wat willen onze vijanden? Wat brengen zij Eiu'opa anders dan de chaos? Het bolsje wisme over centraaLEuropa en dan met de volgende sprong verder naar een derden wereldoorlog. Precies zooals Wallace het gezegd heeft, de vice^-president der Veree- nigde Staten: „De derde wereldoorlog is niet te vermijden, wanneer de bolsjewieken hun idee van een wereldrevolutie niet op geven". Ja, gelooft dan iemand van ons, dat Stalin zijn wereldrevolutie opgeeft? Dat zijn beginnelingen, die zooiets meenen, die in het geheel geen begrip hebben van het bolsjewisme. En meneer Clapper, de jour nalist van het Witte Huis, heeft gezegd: „Hoe meer wij erop vertrouwen dat wij den oorlog winnen, des te minder gelooven wij, dat de overwinning van langen duur zal zijn." Dat is het wat onze tegenstanders bren gen, wanneer zij zouden overwinnen en dan zoo moet elk een hier zeggen zal er ellende en chaos ontstaan. Wij zouden ver nietigd worden, wij zouden het tooneel van den derden wereldoorlog worden en zij daarginds zouden weer voor een nieuwen oorlog' staan: Waar zouden de kleine vol keren blijven, wanneer het joden-centrum Moskou, of het joden-centrum Washington den toon zou aangeven? Zijn de kleine vol keren dan niet voel beter uit onder de be scherming van de Europeesche gemeen schap, onder de bescherming van onze eeuwenoude cultuur, die wij met elkaar verkregen, die wij met elkaar door strijd verdedigd en die wij met elkaar doorstaan hebben? Kameraden, wanneer wij de overwinning behalen dat kunnen wij zeggen zal het iedereen in Europa beter gaan. De toe stand van heden is het uitgangspunt van de beschouwing. De wereld is zoo op haar kop gezet, dat niets meer terugkeert. Wij moeten zien waar wij thans staan. Dat moet duidelijk en nuchter wqrden ingezien en dan moeten wij ons afvragen: Hoe wordt dat beter? En dan kunt ge er zeker van zijn, of ge arbeider zijt of boer: wanneer eens weer de vrede komt, dan weten wij wat wij te doen hebben. Daar ginds in Amerika breken zij zich het hoofd. De heer Sumner Welles, onderstaatssecretaris der Vereenig- de Staten, heeft reeds een nachtmerrie we gens de werkloosheid en wegens het pro ductie-overschot na den oorlog, omdat hij een hopelooze liberaal is, die alleen aan goud en geld denkt. Wij echter verlangen er koortsachtig naar, dat de vrede komt, opdat deze enorme krachten, die wij heb ben. en onze grondstoffen niet gebruikt worden voor werken der vernietiging, maar voor de werken der volkswelvaart en der sociale rechtvaardigheid. Ge kunt er zeker van zijn, wanneer de vrede komt dan zal er hier een opbloei door Europa gaan, dan zal elk blijmoedig aan liet werk gaan, dan komt de levens vreugde, waarom heden, volkomen te on pas, geroepen wordt, want heden is het de tijd voor den levensernst en voor het deel nemen aan den strijd. Dan komt de tijd, waarin elk van u kan aantreden en wel als vrije man, elke arbeider, elke volksgenoot, bewust daar hij zelf de drager is van de politieke gedachte dat er geen stan den, geen kringen, geen confessies en geen hinderpalen zijn, maar dat het bloed één gemeenschap vormt, die ons allen tot een lot verbindt, met geen andere verplichting, dan het gemeenschappelijke optreden voor het gemeenschappelijke welzijn. Kameraden, de militaire gebeurtenissen zullen de politieke ontwikkeling doen ont staan, die tot net einde van den oorlog leidt en hoe eerder het verstand zich laat gelden, des te eerder zal de vrede komen. En deze oproep, er moge geschied zijn, wat geschied is, gaat onder alle omstandighe den uit tot alle Nederlanders: door den groei in de Europeesche houding te komen tot de vrijheid van de volksche ontwikke ling. Kameraden, de Führer heeft ons bijeen gebracht, de Führer heeft onze krachten in het nationaal socialisme ontplooid. Hij heeft daarmede tevens de grondbeginselen gegeven voor het nieuwe Europa: volksche vrijheid en sociale rechtvaardigheid. In dit wiïlen, Duitsche en Nederlandsche natio naal-socialisten, vormen wij een ijzeren en onverbreekbare lotsgemeenschap. Wij zul len onze taak verrichten, wij zullen tot het uiterste en het laatste onzen plicht doen, vooral echter zal uit eiken nationa3lsocia- list een fanatieke strijdlust onze tcgenstan- ders tegemoetkomen. Heil den Führer! Ghurchill heeft voor het Congres der Vereenigde Staten een rode gehouden. Hij zeide er trotsch op te zijn, dat de Vereenig de Staten en Engeland goede bondgenooten zijn. De Engelschen hebben een even groot belang als de Amerikanen bij een „onop houdelijke en ononderbroken oorlogvoe ring" tegen Japan. Een aanzienlijk deel van den oorlog tegen Japan moet worden gevoerd door de groote legers, lucht- en vlootstrijdkrachten, die Engeland thans aan de Oostgrens van Britsch-Indië heeft samengetrokken. Hier in bestaat een der mogelijkheden om China te hulp te komen, want „een doeltreffende en onmiddellijke hulp" aan China behoort tot de urgentste gemeenschappelijke taken. Churchill verklaarde verder, dat het ver. slaan van Japan niet de overmeestering van Duitschland beteekent, terwijl de over meestering van Duitschland zonder twijfel de nederlaag van Japan zal beteekenen. Daarmede is niet gezegd, dat men niet op beide fronten tegelijk kan optreden. Inder daad is het grootste deel der Amerikaan- sche strijdkrachten thans in actie aan het Zuidzee-front. In 1942 hebben de Ver. Staten de „voor naamste verantwoordelijkheid" voor de voorzetting van den oorlog tegen Japan op zich genomen, terwijl Engeland den voor- naamsten last op den Atlantisehen Oceaan op zich nam. Engeland heeft sedert het begin van het bondgenootschap met de Ver. Staten meer dan twee maal zooveel koopvaardijtonnage moeten verliezen als de Ver. Staten. Churchill meende te kunnen verklaren dat, dank zij een „aanzienlijke verbetering in de doeltreffendheid der tegenmaatrege len" een verlichting in den duikbootoorlog is ingetreden. Hij legde er echter den na druk op, dat het duikbootgevaar nog steeds het grootste gevaar voor Engeland en de Ver. Staten is.' Engeland onderneemt ook het groote luchtoffensief tegen Duischland, dat op machtige wijze wordt gesteund door de luchtstrijdkrachten der Ver. Staten. De meeningen zijn verdeeld ten aanzien van de vraag, of de macht in het luchtruim alleen kan leiden tot het verslaan van Duitschland of Italië. Het experiment, al dus Churchill, loont de moeite, dooh het sluit andere maatregelen niet uit. „In ieder geval kan het pogen niet scha den". In dit verband verklaarde Churchill, dat bij den aanval op de Duitsche stuw dammen 8 van de 19 aanvallende bom menwerpers verloren zijn gegaan. Men is het erover eens, dat „deze macht in het luchtruim" zoo spoedig mogelijk tegen Japan moet worden gebruikt. Het moeilijkste probleem is het „gebruik der strijdkrachten". Met het oog op den tegenstand der duikbooten op de groote oceanen en zeeën. Veelvuldige conferen ties zijn onmisbaar, voor het vinden van ,de béste kansen voor het doen optreden der strijdkrachten". Churchill gaf uiting aan de hoop, dat hij en president Roosevelt „spoe dig" de lang gewenschte samenkomst met Stalin en Tsjang Kai-Sjek zouden hebben. Sprekende over den veldtocht in Noord- Afrika noemde Churchill speciaal den naam Giraud. Hij zeide, dat de inneming van Tunis „bijzonder bemoedigend'' voor den Russischen bondgenoot is. Hij gaf toe, dat men, toen de Afrikaansohe onderne ming beraamd werd,' hoopte nog voor het eind van het vorige-jaar de heerschappij in Tunis te veroveren. De voornaamste last van den oorlog drukt op de Sowjet Unie en daarom moet. voorzoover het „practisch en volgens het gezond verstand uitvoerbaar is" alles wor den gedaan om de Sowjet Unie te ont lasten. Het is moeilijk den vijand te benaderen, hij bezit nog steeds geweldige legers, reus achtige hulpbronnen en een onschatbaar strategisch gebied. Met veel nadruk zeide Churchill, dat er nog een ernstig gevaar is: het gevaar van verlenging van den oorlog, want niemand kan voorspellen, welke nieuwe complica ties dat zal brengen. Hij wees erop, dat een voortsleepen van den oorlog wegens de geweldige uitgaven de democratieën zou kunnen „vermoeien, afstompen en van elkander verwijderen" De diplomatieke correspondent van het DNB schrijft: Het touwtrekken om de prioriteit van het volgende oorlogstooneel duurt voort. Churchill pleit voor Europa, Roosevelt voor Oost-Azië waarbij Tsjoenking in zijn door Churchill toegegeven wanhopige positie getroost wordt met het vooruit zicht, dat Engeland ongetwijfeld wel eens bereid zal zijn tot het ondernemen van een actie tegen den weg door Birma. Daar mede wordt de juistheid van de opvatting bevestigd, dat Tunis niet het einde, maar het begin van de moeilijkheden beteekent, en dat Tunis een niet beslissend intermezzo was. Wat Churchill zeide over het voortdu rende duikbootgevaar, de geringe kans om de Spil van de lucht uit te overwinnen en de vernielende gevolgen van een verlen ging van den oorlog voor de Geallieerden, komt dichter bij de werkelijkheid dan zijn reeds weerlegde bewering, dat door den aanval op twee Dyitsche stuwdammen een vernietigende slag aan de Duitsche oor logsindustrie is toegebracht. Typisch voor Churchill en voor zijn houding ten aanzien van de problemen is de verklaring, dat deze oorlog tot ^elken prijs tot de beslissing moet worden voort gezet. Door deze categorische verklaring, voorgedragen met een voorraad militaire en strategische rekenkunsten, onttrekt de Britsche premier zich aan elke bespreking van problemen, die de vurig verlangde samenkomst met Stalin in gevaar zouden kunnen brengen. De concessies echter, die Stalin zouden kunnen bewegen, van zijn tot dusverre aangenomen gereserveerde houding af te stappen, zouden steeds slechter worden gedaan op kosten van degenen, over wier belangen Churchill in zijn rede, die als veelbelovend was aange kondigd, het stilzwijgen heeft bewaard". De aanval op de stuwdammen. Volgens de jongste tellingen bedraagt het aantal dooden als gevolg k van den Britschen luchtaanval op de stuwdammen 370. Zesen dertig personen worden nog vermist. Dat niet nog meer slachtoffers te betreuren zijn is te danken aan eenige autoriteiten, die de tegen woordigheid van geest hadden de daarvoor in aanmerking komende bevolking onmiddellijk te waarschuwen en tevens onmiddellijk de noodzakelijke hulpmaatregelen troffen. Het DNB verneemt nog, dat bij den Brit schen luchtaanval op de stuwdammen 341 krijgsgevangenen van verschillende nationali teit om het leven zijn gekomen. De door de eerste vloedgolf veroorzaakte economische schade voor de getroffen bevolking heeft ge lukkig niet den gevreesden omvang aangeno men en wordt door uitgebreide hulpmaatrege len gecompenseerd. Eerbetoon voor admiraal Esteva. De laatste resident-generaal van Tunis, ad miraal Esteva, alsmede de officieren en com missarissen der jeugdwerkkampen, die uit Tu nis teruggekeerd zijn x thans in Vichy vertoe ven, zijn door Laval uit naam van de natie in het openbaar geëerd. KINDERMOORD TE OISTERWIJK. In de zaak tegen den 36-jarigen monteur-bank werker Th. van Berkel uit Tilburg, die er van verdacht wordt op 29 Augustus 1941 in de bos- schen te Oisterwijk het aldaar gelogeerde 13- jarige meisje Annie Remken uit Rotterdam' te hebben vermoard, heeft de advocaat-generaal bij het gerechtshof de maximum straf, levenslang, geëischt.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlemsche Courant | 1943 | | pagina 8