Haarlemsche Cour an
MUSSOLINI AFGETREDEN.
BEKENDMAKING
Terugvoering in krijgsgevangenschap dienst
plichtig en reservepersoneel der landmacht
Nieuwsblad voor Noord-Holland
Maarschalk Badoglio tot zijn opvolger
benoemd.
288e Jaargang No. 171
Bureaux: Groote Houtstraat 93.
Tel Advert. 10724, Redactie 10GO#
Postgiro 134958 Haarlemsche Ct, Haarlem
Bijkantoor, Soenclaplein 37. TeL 1223»
Hoofdredacteur: F. C. Derks
Maandag 26 Juli 1943
Verschijnt dagelijks,
behalve op Zon- en Feestdagen
Drukkerij: Z. B. Spaarne 12. Tel. 12713
Kantoor IJmuiden: Rembrandtlaan 55,
IJmuïden-Oost
Uitg Graf. Bedrijven Damiate. Haarlem
K 1297
ROME, 26 Juli (D.N.B.) Mussolini is afgetreden. De Koning-Keizer
heeft maarschalk Pietro Badoglio tot zijn opvolger benoemd.
De nieuwe chef der Italiaansche regeering, Maarschalk Badoglio, heeft on
middellijk na de aanvaarding van zijn functie een oproep uitgevaardigd, waarin
hij zegt
„Op bevel van den Koning en Keizer neem ik de militaire regeering van het
land met alle volmachten op mij.
De oorlog wordt voortgezet.
Italië is zwaar getroffen in zijn overvallen provinciën, in zijn verwoeste
steden, blijft echter als naijverig bewaker van zijn duizendjarige tradities trouw
aan het gegeven woord. Sluit de gelederen om den Koning en Keizer, het levende
voorbeeld van het vaderland, het voorbeeld voor ons allen.
Dc opdracht, die ik heb ontvangen, is dui
delijk en welomlijnd. Zij zal nauwgezet ten
uitvoer worden gelegd. En wie zich mocht in
beelden, dat hjj een normale ontwikkeling
kan onderbreken, of wie mocht trachten de
openbare orde te verstoren, zal meedoogen-
loos getroffen worden.
Leve Italië, leve de Koning!"
Proclamatie van Victor Emanuel.
Koning Victor Emanuel heeft gisteravond
door de radio een proclamatie uitgegeven,
waarin het volgende tot het Italiaansche volk
wordt gezegd:
„Italianen! In dit plechtige uur voor het
moederland móet een ieder de plaats van zijn
plicht, van zijn verantwoordelijkheid en van
zijn strijdpost innemen. Geen enkele afwij
king van dezen plicht kan worden geduld.
Geen enkele beschuldiging kan worden toe
gelaten. Alle Italianen zijn zich bewust van
de ernstige wonden, die den heiligen bodem
van het moederland hebben opengereten. De
dapperheid van zijn gewapende macht en dc
vastberadenheid van al zjjn burgers zullen
den weg naar herstel weer vinden. Heden
meer dan ooit ben ik onverbrekelijk verbon
den met u in onwrikbaar vertrouwen in de
onsterfelijkheid van ons land."
Deze proclamatie was onderteekend door
Victor Emanuel en gecontrasigneerd door
Badoglio.
Badoglio minister.president
van Italië.
Maarschalk Badoglio, thans opvolger
van Benito Mussolini, Italiaansch minis
ter-president, heeft een ruim 50-jarige
militaire loopbaan achter den rug, gedu
rende welken tijd hij niet alleen heel de
ontwikkelingsgeschiedenis van het vroe
gere Italië van vóór den marsch naar
Rome alsook van het fascistisch Italië
heeft meegemaakt, maar ook deelgenomen
heeft aan al de oorlogen, waarin Italië
van den eersten Abessijnschen oorlog in
1896 tot op heden is verwikkeld geweest,
zoodat men heel de krijgsgeschiedenis van
Italië in zijn levensloop vindt weerspie
geld.
Pietro Badoglio werd geboren te Grazzano
Monferrato in de provincie Alessandria in
Noord-Italië. Typeerend is. de trek. waardoor
hij zich tot op den huidigen dag gebonden
voelt aan zijn geboorteplaats. Zoo vergat hij
tijdens den veldtocht in Abessinië niet om
tusschen twee veldslagen in, ondanks zijn
overdrukke werkzaamheden en groote ver
antwoordelijkheid, naar huis te telegrafeeren,
dat de twaalf mannen uit zijn geboorteplaats,
die als soldaat jn zijn leger dienden, in goeden
"welstand verkeerden. Dit simpele voorval
teekent den man met zijn gouden hart voor
zijn ondergeschikten.
Reeds op 17-jarigen leeftijd was Badoglio in
militairen dienst getreden. Hij bezocht de
militaire academie te Turijn, welke hij in
1890 als luitenant der artillerie verliet. Als
zoodanig streed hij mee in Afrika, toen de
Italianen in 1896 in den slag bij Adoea de
nederlaag leden tegen de Abessijnen. Ver
volgens nam hij in 1911'12 deel aan den
Libyschen oorlog' en wist in dezen veldtocht,
bij Zènsar een belangrijk militair succes op
de Turken te behalen, waardoor men in hoo-
gere kringen opmerkzaam werd gemaakt op
zijn militaire talenten, zoodat hij bij keuze tot
majoor werd bevorderd.
In den vorigen wereldoorlog toonde
Badoglio als chef van de staf van de 4e divisie
zijn bijzondere militaire gaven in Augustus
1916 tegen het Oostenrijksche leger door de
verovering van den berg Sabotini, als gevolg
waarvan hij toen pas 45 jaar oud met de
benoeming van generaal-majoor werd onder
scheiden. Nadat hij in dien oorlog nog eenige
hooge commando's had bekleed, leidde hij in
November 1918 de onderhandelingen, welke
voerden tot den wapenstilstand van Villa
Giusti. Nadien werd hij ad interim belast met
het bevel over de geheele landmacht om in
November 1919 te worden benoemd tot chef
van den generalen staf van het leger. Na met
een diplomatieke zending naar Roemenië te
zijn belast, werd vervolgens in 1921 aan
Badoglio een speciale missie opgedragen naar
de Vereenigde Staten, drie jaar later werd hij
benoemd tot gezant te Rio de Janeiro.
Toen inmiddels het fascisme in Italië aan
het bewind was gekomen, kreeg Badoglio in
1926- als chef van- den generalen staf en als
maarschalk opdracht om de Italiaansche leger
leiding te reorganiseeren, terwijl in 1927 alle
strijdkrachten, zoowel die te land als te water
en in de lucht, onder zijn bevelen vffrden
gesteld. Met groote bekwaamheid en taaie
energie wist hij zich van zijn nieuwe taak te
kwijten. Het jaar daarop werd hij benoemd
tot gouverneur-generaal van Lybië, in welke
functie hij in 1933 werd vervangen door Balbo
Inmiddels was hij in 1928 door den Koning
als markies van Sabotino in den adelstand
verheven.
Na vervolgens weder als hoofd van den
generalen staf in Italië te zijn opgetreden,
verving Badoglio op 16 November 1935 (d.i.
zeven weken na het begin van den Abessijn
schen oorlog) De Bono als opperbevelhebber
der Italiaansche troepen ir^ Oost-Afrika en
werd hij tevens benoemd tot opper-commis-
saris aldaar. Met succes wist hij de militaire
operaties, waaraan ook zijn twee zonen (zijn
zoon Paolo sneuvelde op 30 April als luite
nant van het luchtwapen) deelnamen, aldaar
te leiden en zoo trok hij vijf maanden later
aan het hoofd van zijn zegevierende troepen
Addis Abeba binnen, waarna hij tot onder
koning van Abessinië werd benoemd.
Op 14 Juni van hetzelfde jaar echter werd
Badoglio in deze kwaliteit opgevolgd door
Graziani, waarna hij (intusschen vereerd met
den titel van Hertog van Addis Abeba) weder
de,functie bekleedde als chef van den staf
der geheele Italiaansche weermacht, als hoe
danig hij de voorbereidingen trof voor Italië's
deelneming aan den huidigen oorlog. Zoo
woonde hij o.m. in September 1937 de groote
Duitsche militaire manoeuvres bij, de eerste
gecombineerde oefeningen van de drie deelen
van genoemde weermacht, waarna hij zich
naar Hongarije begaf, teneinde te Boedapest
militaire besprekingen te voeren met gene
raal Roder e.a. en tevens de regeering aldaar
op de hoogte te stellen van het resultaat der
gehouden besprekingen tusschen Hitier en
Mussolini.
Voorts nam hij deel aan de Duitsch-Italiaan-
sehe militaire besprekingen, welke in April
1939 te Innsbrück werden gehouden. Vervol
gens inspecteerde Badoglio de versterkingen
in Lybië en maakte hij een reis naar Albanië,
waarna hij in Augustus 1939 langdurige mili
taire besprekingen had met Mussolini, welke
werden uitgelegd als een gevolg van de be
raadslagingen, welke inmiddels tusschen Mus
solini en Hitier te Salzburg hadden plaats
gevonden. Men kent het verloop van dezen
oorlog, welke Badoglio 6 December '40' j.l.
deed verzoeken van zijn functie als chef van
den generalen staf te worden ontheven, in
welke" kwaliteit hij werd opgevolgd door Ugo
Cavallero. Intusschen is hij zijn' functie als
president van den nationalen onderzoekings-
raad op wetenschappelijk gebied blijven ver
vullen.
Men heeft Badoglio wel eens als „weten
schappelijk militair" bestempeld, doch dit is
slechts ggn zijde van zijn wezen. In zijn lang
durige afwisselende loopbaan heeft hij op elke
post, waarop zijn vaderland hem riep, steeds
datgene weten te bereiken, hetgeen men van
hem verwachtte. Van zijn naam ging steeds
een hooge roep uit en zoo bezat Badoglio niet
alleen het volle vertrouwen van het Italiaan
sche volk, maar ook de genegenheid van zijn
soldaten.
Hoe hoog zijn capaciteiten ook door Mus
solini werden geacht, bleek uit het telegram,
dat deze hem zond ter gelegenheid van den
vijftigsten verjaardag van zijn militaire loop
baan en dat o.m. als volgt luidde: „als minis
ter van de weermacht en als krijgsman
wensch ik u, met mijn hartelijke groeten,
mijn warmste gelukwenschen over te bren
gen. Gedurende vijftig jaar hebt gij schitte
rende blijken afgelegd van uw verstand, uw
geestkracht en uw strategisch genie in alle
oorlogen, welke Italië heeft gevoerd en ge
wonnen."
Italiaansche minister van
buitenlandsche zaken benoemd.
Tot Italiaanschen minister van buitenland
sche zaken is benoemd Guariglia, tot dusver
Italiaansch ambassadeur te Ankara. Per vlieg
tuig is hij reeds op weg naar Rome.
De nieuwe regeering is voorloopig gedomi
cilieerd in het Koninklijk paleis te Rome, het
Quirinaal.
Rafaelo Guariglia is geboren in 1889. Hij
werd in 1910 tot vice-consul te Parijs be
noemd, en kreeg een post aan de Italiaansche
ambassade te Londen in 1913. Achtereenvol
gens bekleedde hij diplomatieke functies in
Rusland (1914) en in België (19151919). Van
1920 tot 1926 was hij chef van de afdeeling
Orient van het Italiaansche departement van
buitenlandsche zaken. Na als gedelegeerde de
Vredesconferentie te Lausanne te hebben mee
gemaakt werd hij b.enoemd tot ambassadeur
in Spanje, welke functie hij van 1932 tot 1935
bekleedde. Van 1935 tot 1936 was hij chef van
de afdeeling-Abessynië van het departement
van buitenlandsche zaken, en van 1936 tof
1938 ambassadeur in Argentinië. In 1938 fun
geerde hij korten tijd als Italiaansche ambas
sadeur te Parijs, waarna hem dezelfde post
te Ankara werd toegewezen, die hij tot nu toe
bekleed heeft. (Red.)
De Rijkscommissaris te
Vogelenzang.
Bezoek aan vormingsschool der
N.S. Frauenschaft.
Het was een sfeer van ongedwongen harte
lijkheid die er Zaterdagmiddag heerschte in
de vormingsschool van de N.S. Frauenschaft
te Vogelenzang, toen daar een aantal gewonde
Duitsche militairen uit de ziekenhuizen te
Amsterdam, Den Haag en Heilo te gast was.
Mede waren daar aanwezig o.a. de Rijks
commissaris en mevr. Seyss-Inquart,SS Ober-
gruppenführer Rauter, Generalkommissar dr.
Wimmer, Oberstabsarzt Bergmann en dr.
Reuter van het Duitsche Roode Kruis.
Nadat de leidster van de school, Gau-
frauenschaftsleiterin Frau de la Fontaine,
haar gasten met enkele hartelijke woorden
had verwelkomd, bracht een twintigtal leden
van de Jungfrauenschaft in den tuin van het
fraaie buiten een even afwisselend als aan
trekkelijk en bovenal opgewekt programma
tot uitvoering.
Muziek en zang, spel en dans wisselden
elkaar af, waarna tot slot een komische één-
acter de vroolijkheid ten top deed stijgen.
Temeer verdient het gebodene waardeering,
wanneer men bedenkt, dat de jonge vrouwen
uit alle deelen van het land afkomstig, slechts
gedurende tien dagen hier voor een scholings
cursus" bijeen waren en in dien korten tijd
zulk een uitstekend resultaat wisten te be
reiken.
Aan het einde van den middag vereenigden
allen zich voor een „Kaffeetrinken", waarbij
de hooge gasten zich ongedwongen tusschen
de andere aanwezigen mengden en zich met
dezen onderhielden.
Zoo getuigdé*dit samenzijn van een waren
kameraadschapszin en werd hef tot meer dan
één zonnestraal in het leven van hen, die in
trouwe plichtsvervulling een lichtend voor
beeld gaven.
„IS HET KEERPUNT GEKOMEN?"
Het politieke weekpraatje van Max Blokzij),
uit te zenden hedenavond, over Hilversum I,
om 18.45 uur, draagt als titel: „Is het keer
punt gekomen
Een Amerikaansche bommenwerper heeft
Zaterdagmiddag een noodlanding gemaakt in
Zweden. De bemanning, die uit 10 leden be
stond, was ongedeerd in arrest genomen.
Op grond van de op 39 April 1943 in de dagbladpers gepubliceerde bekendmaking
van den Wehrmachtbefehlshaber in den Niederlanden betreffende terugvoering in
krijgsgevangenschap van de voormalige Nederlandsche weermacht, worden bij
deze voor aanmelding opgeroepen:
Het dienstplichtig en reservepersoneel beneden den rang van officier van de
onderstaande regimenten en van alle in de jaren 1939 en 1940 door deze
regimenten opgestelde formaties, voorzoover het in Mei 1940 in werkelijken
militairen dienst was.
Zij moeten zich melden, telkens tusschen 8 en 12 uur:
In de Waterlookazerne te Amersfoort:
De dienstplichtigen van het 2e regiment Wielrijders en zijn oorlogsformaties
op 2 Augustus 1943.
De dienstplichtigen van het corps Pontonniers en Torpedisten en zijn oorlogs
formaties op 3 en 4 Augustus 1943.
De dienstplichtigen van het 7e regiment Veldartillerie en zijn oorlogs
formaties op 5 Augustus 1943.
De dienstplichtigen van het 2e regiment Luchtdoelartillerie en zijn oorlogs
formaties op 6 Augustus 1943.
BU de aanmelding moet worden overgelegd het persoonsbewijs, de distributiestamkaart" en,
voor zoover mogelijk, militaire identiteitspapieren.
Degenen, waaronder ook begrepen de in Duitschland werkende „grensgangers", voor
wie een „Bescheinigung" (verklaring van onmisbaarheid) afgegeven is, moeten dit bewijs bij
hun werkgever of bij de instantie, die hun belangen behartigt, opvragen en bij de aanmelding
toonen. Na de melding moet dc „Bescheinigung" zoo spoedig mogeiyk weder aan den werkgever
resp. de instantie, die de belangen behartigt, worden teruggegeven. De werkgevers zijn ver
plicht degenen, die zich moeten melden, daarvoor in de gelegenheid te stellen en hun het
loon (salaris) gedurende den verzuimden tijd uit te betalen.
De Nederlandsche Spoorwegen verleenen aan alle voor de aanmelding opgeroepen per
sonen vrij vervoer derde klas. Degenen, die tot aanmelding verplicht zijn, moeten zich hier
voor vervoegen aan de loketten, c.q. bij den stationschef, van het station van vertrek.
Kleeding, voor zooveel mogelijk uniform, anders burgerkleeding; dringend woidt aan
geraden daagsche er. Zondagsche kleeren, wollen dekens, ondergoed en extra schoeisel, als
mede kookgerei en lepel mede te brengen. De gezamenlijke bagage mag niet meer bedragen
dan twee normale handkoffers.
Van aanmelding zijn vrijgesteld personen, die zich op 25 Mei 1943 voor den „Arbeltseinsatz"
in Duitschland of in de door de Duitsche weermacht bezette gebieden buiten Nederland be
vinden.
Wie geen gevolg geeft aan de oproeping van deD Wehrmachtbefehlshaber in den Niederlan
den, of zich op andere wijze aan de terugvoering in krijgsgevangenschap tracht te onttrekken
mpet rekenen op de strengste maatregelen. Dit geldt ook voor personen, die de betrokkenen bU
dergelijke pogingen steunen.
1.
3.
4.
Nadat met de thans geldende bekendmaking van den Wehrmachtbefehls
haber in den Niederlanden de leden van alle troepenonderdeelen der voor
malige Nederlandsche weermacht en van alle van deze in de jaren 1939 en
1940 gevormde formaties opgeroepen zijn tot melding en terugvoering in
krijgsgevangenschap, wordt hiermede een laatste oproéping tot aanmelding
uitgevaardigd aan al die personen, die zich wegens onbekendheid met hun
juiste vredesonderdeel of op grond van redenen van gezondheid of beroep
of ingevolge andere feitelijke verhindering niet gemeld hebben.
Deze personen moeten zich in het Wehrmachtslager, Amersfoort, Zonne
bloemstraat, telkens tusschen 8 en 12 uur melden als volgt
Degenen die geboren zijn in 1924-1915 (inb.) A t/m L op 2 Augustus 1943.
Degenen die geboren zijn in 1924-1915 (inb.) M t/m Z op 3. Augustus 1943.
Degenen die geboren zijn in 1914-1904 (inb.) A t/m L op 5 Augustus 1943.
Degenen die geboren zijn in 1914-1904 (inb.) M t/m Z op 6 Augustus 1943.
Er wordt nogmaals de nadruk op gelegd, dat ook diegenen die van terug
voering in krijgsgevangenschap vrijgesteld zijn, t.w. de houders van z.g.
„Freistellungsbescheinigungen" niet vrijgesteld zijn van aanmeldingsplicht
en dat de aan den Wehrmachtbefehlshaber in den Niederlanden of aan een
ander Duitsch bureau toegezonden doktersverklaringen geen erkende
reden van verontschuldiging vormen. v
Vrijgesteld van deze meldingsplicht zijn slechts:
1) Personen, die zich op 25 Mei 1943 „im Arbeitseinsatz" in Duitschland of
in door de Duitsche weermacht bezette gebieden buiten Nederland be
vonden;
2) De van terugvoering in krijgsgevangenschap vrijgestelde personen, die
de Wehrmachtbefehlshaber in den Niederlanden met een uitdrukkelijke
goedkeuring aan hun werkgevers vrijgesteld heeft van aanmeldings
plicht; -
3) Personen, die door een bijzonder schrijven van den Wehrmachtbefehls
haber in den Niederlanden van aanmelding en terugvoering in krijgs
gevangenschap voorloopig vrijgesteld zijn.
Vóór 7 Augustus 1943 moet dus ieder lid van de voormalige Nederland
sche weermacht, die in Mei 1940 in werkelijken militairen dienst was, zich
óp grond van de bekendmaking vaii den Wehrmachtbefehlshaber in den
Niederlanden omtrent terugvoering-in krijgsgevangenschap van den 29sten
April 1943 aangemeld hebben.
Degene, die ook aan deze laatste aanmaning tot aanmïlding geen
gehoor geeft, wordt ter verantwoording geroepen en moet met de reeds
bekend gemaakte strafmaatregelen rekening houden.
De aandacht wordt erop gevestigd dat een aantal leden van de voor
malige Nederlandsche weermacht, die opzettelijk of zonder gegronde ver
ontschuldiging hun aanmeldingsplicht niet nagekomen zijn, reeds ge
arresteerd en naar „Wehrmachtgefangnisse" overgebracht zijn, waar zij
hun vonnis afwachten.