De rede vein den Rijkscommissaris. Réde van Mussert De „Hafoovo". RADIO-PROGRAMMA Vervolg van pag. 2 drie weken en de pessimisten met drie maan den rekenen. Dat is een zeer bedenkelijk tee lten voor het Engelsche moreel, maar ook voor die van de vijandig gezinde Nederlanders. Het staat ons 'duidelijk voor oogen, dat de zware belasting, die op alle nationaal-sociS- listen en vooral op het Duitsche volk drukt, uren van moedeloosheid en van twijfel kan brengen, maar tevens ook uren van den weer stand, want dan treedt aan het licht, welk een kunnen en welk een geloof er in de mensehen steekt. Het kunnen schraagt de menschen, die hun strijd om het bestaan voeren, hetzij in het Westen, of in het Oosten. Wanneer de anderen zouden overwinnen, zou er niets meer zijn, dat het leven in Europa waard maakt geleefd te worden. De plaatsen van de Europeesche cultuur, de bakeamat van het arische ras in de geheele werel* zouden vernietigd worden. Dat weten wij. Evengoed echter weten wij, dat onze oorlogsdoelstellingen goed en recht vaardig zijn. Wanneer wij nationaal-socialis- ten ons handhaven, dan zal er in heel Europa geen mensch zijn, die niet een betere toekomst tegemoet kan zien. Natuurlijk mag men niet altijd uitgaan van datgene, dat er eens was. Het rad der geschiedenis draait niet terug. Men moet in een vijfde oorlogsjaar uitgaan van den oorlogstoestand en dan kunnen wij slechts zeggen: .wanneer wij deze geweldige som van krachten, die wij thans in de machine der vernietiging moeten steken, voor een socialen opbouw kunnen gebruiken, dan zal het in Europa goed worden en dan zal het ook hier in Nederland weer mooi zijn om_te leven, voor den Nederlandschen boer erf voor den Nederlandschen arbeider Wanneer wij winnen hebben oojc de anderen nog lang niets te vreezen. Immers de Engel- schen hebben hun wereldrijk aan de Amerika nen en niet aan ons verloren. Wat echter de Amerikanen betreft, zou ik het volgende wil len zeggen: kunt u zich voorstellen, is het denkbaar, dat er een zin bestaat: „Wanneer wij ook sterven, de Vereenigde Staten moeten leven?" Gelooft ge, dat de Amerikanen ooit met een dergelijke kracht van wil den oorlog kunnen voeren Maar wij: wij komen met dezen zin voor de wereldgeschiedenis. Wij zeggen: „wanneer wij ook sterven,,Duitschland moet leven!" Daar om zijn wij er volkomen zeker van, dat wij een weerstandskracht opbrengen, die de tegen partij nooit kan overwinnen. Dat is ons kun nen kameraden. Bij dit kunnen komt het ge loof, dat onze leiding het goede wil. Kameraden! N&derlandsehe en Duitsche na- *tionaal-socialisten, 't lot heeft ons den Führer gegeven. De Führer is niet een mensch, die uit eenigerlei ■bevoorrechten stand komt. De Führer is een mensch, die uit de arbeiders klasse komt, dien het lot den vader vroegtijdig heeft ontnomen, om het te plaatsen voor alle beproevingen. De Führer is als mensch geble ven wat hij was: de eenvoudige man van zijn volk. Adolf Hitler kent alle zorgen, kent allen kommer, die eiken volksgenoot afzonderlijk treft. Hij heeft alles meebeleefd en in zich be waard. Dat is de bron van zijn groote kracht. Nooit heeft hij zich van zijn volk verwijderd. Hij staat er midden in, als een van ons. Dat is voor ons de groote waarborg, dat deze strijd op leven en dood voor het groote sociale recht vaardige doel eener nieuwe ordening van het Europeesche en het Germaansche leven, ge voerd wordt volgens waarachtige beginselen der socïale rechtvaardigheid. En daarom zul len wij met den Führer overwinnen. En daar om zullen wij uit dezen oorlog nog slechts als fanatiekere nationaal-socialisten tê voorschijn komen om te beginnen aan ons vredeswerk. Heil den Führer De Leider hield de volgende rede: Herr Reichskommissar Duitsche en Neder- lapdsche kameraden Vandaag op dezen bui tengewoon mooien dag, op dezen herfstdag bij uitnemendheid, zijn wij dan hier ver- eenigd om onze gedachten te" laten gaan over al. hetgeen verband houdt met de voedsel voorziening en al hetgeen verband houdt met de hoogere dingen daaraan verbonden. Want met brood alleen kan de mensch niet leven, wij leven uit een ideaal. Maar wij leven ook natuurlijk doordat het ons mogelijk gemaakt, wordt door de voedselvoorziening. En nu weet ik in dezen tijd hoe moeilijk liet is voor duizenden en tienduizenden om behoorlijk gevbed te worden. Er is echter, kameraden, en dit is het belangrijkste, in Nederland nog geen mensch van den honger omgekomen. Moeilijkheden zijn er, maar wij staan in het vierde oorlogsjaar en wanneer ik u zoo zie, dan zeg ik: nu, het gaat nogal goed met de Voedselvoorziening. Moeilijkheden en zorgen hebben wij allen, maar zooals ik zeide, wij staan in het vierde oorlogsjaar en er moet ons toch een groot gevoel van dankbaarheid overstroomen, wan neer wij weten dat het op hèt oogenblik nog zoo gesteld is met de voedselvoorziening. Er moet dankbaarheid zijn jegens God en dank baarheid jegens de menschen. Laten wij goed begrijpen: de mensch kan de natuur helpen of verstoren. Maar de natuur is de eerste, de tweede en de .derde factor. Wanneer er dit jaar ziftk een schoone oogst gekorhen is, dan willen wij onze dankbaarheid in de eerste plaats aan God betuigen. De natuur gaat tewerk volgens vaste wetten, die wij slechts ten deele kennen. Waarom is er b.v. nu dit jaar bij de suikerbieten een bijzonder hoog percentage aan suiker te verwachten? Waar om is ook de olievoorziening zoo bijzonder Wij weten het niet. Dat doet de natuur, de natuur, die wij in de eerste plaats moeten ondersteunen en helpen, zooveel wij kunnen. Het menschenwerk is daartoe, en wanneer men dat niet goed doet, verstoort men zooveel. Gisteren was ik in Rotterdam." In Rotter dam moeten bepaalde militaire werken ge maakt worden, want ons Rotterdam wordt bedreigd als plaats aan het Westfront. Wat zei toen de militaire man, een Duitscher dus? Hij zei: „IJr zal zorg 3ragen, dat er zoo weinig mogelijk behoeft te worden kapot ge maakt." „Een huis", zegt hij terecht, „kan men in één jaar opbouwen, maar een boom, daar heb je 60 jaar voor noodig en ik zal passen op de boomen^^die gespaard kunnen worden." Zie eens, dat is de juiste mentali teit, die ons ook vandaag moet bezielen, de mentaliteit van „heb eerbied voor de natuur". Begrijp uw eigen kleinheid, maar doe vanuit uw menschelijke standpunt, wat mogelijk is de natuur te helpen en de natuur zal vruchtbaarder zijn dan ooit te voren. Het menschenwerk, in dit geval het werk van den boef en de boerenarbeiders, is in dezen tijdniet zoo gemakkelijk als vroeger Het is echter de plichtsgetrouwheid van den eenvoudigen mensch, waarop tenslotte alles is opgebouwd. Het zijn niet de sterren, de uitblinkers, die tenslotte de wereld maken tot wat zij is. Ook zij zijn noodig, maar wat komt er van de wereld terecht, wanneer niet honderdduizen den en millioenen eenvoudige werkers altijd weer bereid zijn op een eenvoudige plaats hun plicht te doen Dat is het fundamenHder natie, dat is het fundament de gelmele samenleving. En daarom heeft het mij zoo verheugd, dat, toen ik laatst in Drente was en daar een bezoek bngcht aan kameraden wier boerenhoeven waren verbrand door misdadige tegenstan ders, ieder van hen zei: „Ja, maar dat doen geen boeren! Want boeren zullen nooit een hoeve in brand steken, niet van hun ergsten zijand. Dat doet hij nooit, want hij is te nauw verbonden met de natuur en hij weet dat zoo iets niet mag". Dat vernam ik uit d'en mond van degenen wier hoeve, een, twee of drie dagen van tevoren was afgebrand. Maar zij stonden solidair met dë andere boeren en ooerenarbeiders, waartoe zij als volk be- hooren. Zooals ik zoojuist zeide: ónze dank aan God vvillen wij paren aan den (dank, dien wij ge voelen voor deze honderdduizenden getrouwe, eenvoudige werkers, die een jaar lang weer hun werk gegeven hebben om het daardoor mogelijk te maken dat wij leven. Want wii teven alleen doordat zij ons het noodige voedsel hebben verstrekt. Toen de zteeën nog open waren voor ons, toen werd drie millioen ton graan per jaar uit overzeesche gebieden aangevoerd en er waren toen vele menschen in Nederland,/ die zich afvroegen waarvoor wij eigenlijk boeren hebben. Ik herinner mij hoe een van de liberalen van de Tweede Ka mer, het was een vrouw, een heel mooie be rekening opstelde volgens welke het niet meer noodig was de Zuiderzee droog te maken omdat de rentestandaard ter beurze zoo hoog was! Het is reeds eenige jaren geleden en wij hebben daartegen genoeg gefulmineerd. U weet hoe het in de kapitalistische periode ging: millioenen tonnen aan graan werden in gevoerd en onze producten werden vernie tigd. En wij weten het ook, het is vernietigd op bevel van het groot-kapitalisme uit Londen en New-York, ofschoon hief het volk voor een groot deel het toch noodig had, ofschoon millioenen Duitschefs het gaarne zouden willen hebben. Het is vernietigd op bevel van de heeren uit Londen .van het grootkapitalis me, dat hier heerschte bij monde van Colijn. Dat alles is geschied. Het Amerikaansche voorbeeld was er, gij weet het. In Amerika kregen de boeren betaald naarmate zij min der deden. Het was een premie op het niets doen, het kapot maken. Datzelfde systeem is hier gevolgd. Toen kwam los de groote massa van controleurs, die de boeren niet moesten controleeren of zij wel het noodige deden, maar of zij niet te" veel deden. Gij ziet de dwaasheid van dat systeèm, want een nor male omstandigheid is het, dat ieder den plicht heeft ^zooveel mogelijk tot stand te brengen en niet dat er een controle is om te zorgen, dat men zoo weinig mogelijk doet. Het was het noodzakelijk kwaad van dat systeem, maar de schuld kwam op ons volk terecht en wanneer er moeilijke toestanden zijn, zie het dan zoo met mij, "mijne volksge nooten en kameraden, dat het hier betreft een kleine delging van de schuld en dat wij nog barmhartig door God' behandeld worden, want wij hebben erger verdiend, doordat er moedwillig millioenen kilogrammen voedsel vernietigd zijn. Nu staat het zoo, dat niemand in Neder land er meer aan denkt om voedsel te ver nietigen, behalve dan die paar verdwaasde misdadigers, die hoeven in brand steken. Het mag toch eigenlijk geen naam hebben: die enkelingen, het volk in zijn geheel staat er volmaakt afwijzend tegenover en de boeren en de boerenarbeiders werken in getrouw heid om zooveel mogelijk voor het volk voort te brengen. Het systeem echter, dat de bezettende over heid hier heeft aangetroffen, is niet in een handomdraaien te veranderen. Want één ding gaat voor. alles: risico mag er niet genomen worden, want wanneer er iets niet goed gaat met de voedselvoorziening, zeggen wij niet: „dat is niet erg". Vroeger vaarden wij uit naar het Oosten en het Westen, naar het Noorden en het Zui den. Wij zijn nu op ons zelf aangewezen. De bezettende overheid kan niet plotseling ver anderen datgene wat was. Maar wij zelf kun nen er geleidelijk maar zeker voor zorgen, dat het nationaal socialisme daarvoor in de plaats komt. Want d i t is niet ons systeem. Het systeem dat er nu is, is eenvoudig een bestendiging van wat er was. Een afleverings plicht moét er b.v. zijn, dat spreekt vanzelf, maar het zwaartepunt moet gebracht wor den naar de boeren en naar de boerenarbei ders. De boeren en de arbeiders moeten vol komen doordrongen zijn van hun plichten ten aanzien van de gemeenschap en het is onze taak en onze roeping om de boeren en de boerenarbeiders zoover te brengen dat zij inzien waarom het gaat zoodat zij zelf van hun boerenerf en hun boerengemeenschap uit ervoor zullen kunnen zorgdragen, dat ons volk datgéne heeft wat het noodig heeft. Eens, in 1936, ter gelegenheid van een hage- preek in Lunteren heb ik'het volgende ge zegd: „Het bestaan van het nieuwe Neder- landsche volk zullen wij vestigen op onzen bodem. Liefde moeten wij hebben voor onzen bodem en eerbied voor onze volksgenooten, die naar beste weten door hun arbeid den bodem vruchtbaar maken. Beschaamd moeten wij ons afwenden van het goddelooze bedrijf van de vernietiging van -de opbrengst van onzen bodem, van dé" vernietiging van den veestapel en van de vernietiging van al de goederen, die dit volk verkreeg door Gods genade, dank zij de vruchtbaarheid van den bodem en den noesten vlijt, het overleg en de inspanning van tienduizenden harde werkers". Het is nu zeven jaar later en ik heb hier van geen woord terug te nemen. Nog altijd is dit ons fundament: den bodem verzorgen en er zooveel mogelijk voor zorg dragen, dat zij niet wordt uitgeput. Wij weten het wel, de kunstmestvoorziening is niet schitterend maar laten wij op dat gebied alles doen, wat mogelijk is om te zorgen, dat de bodem niet wordt uitgeput. Want het is zoo: naarmate een bodem schraler is, zal men dat niet di rect terugvinden in den stengel maar in - de korrel van het graan en het laatste is juist hetgeen wij het meest van noode hebben. De boer wil terug hebben zijn boereneer, dat hij baas is in eigen huis in den goeden zin van het woord. De boerenarbeider wil sociale gerechtigheid hebben, hij wil niet als paria staan te midden van zijn volksgenooten en niet behooren tot diegenen, die men met het minste maar afscheept. Zij behooren tot het fundament der natie. Het zwaartepunt zal na korteren of langeren tijd verlegd moeten worden naar boer en boerenerf. Zijn leiderscapaciteiten zullen naar voren moeten komen. De verzorging der boe renarbeiders zal vastgesteld moeten worden en de producten zullen een redelijken prijs moe ten opbrengen, die het loon is naar werken. Dit alles zal ook onder nationaal-socialistische inschakeling centraal geleid moeten worden, maar de uitvoering daarvan kan eerst goed komen, wanneer er is een doelbewuste Land stand. Wil, men omschakelen, dan moeten wij van 't eene apparaat naar een ander apparaat, maar je kunt niet omschakelen van een appa raat naar niets. Er was nu een ander apparaat, dat in ieder geval het groote voordeel had, dat het Nederlandsche volk tot op den huidi- gen dag gevoed is kunnen worden. En wan neer wij een ander systeem willen hebben, moet ook een ander apparaat, een boerenland stand worden opgebouwd. En wij weten het, dat is niet eenvoudig. Ve len begrijpen het niet en staan er tegenover, ook onder diegenen, die er zelf het grootje belang bij hebben, dat die omschakeling eens zal kunnen plaats vinden. Wij hebben den waarborg noodig, dat de Landstand het zal kunnen doen en daarom is het de eerste fen de belangrijkste taak van alle Nederlandsche nationaal-socialisten, die boer en boerenarbei der zijn om mede te helpen den Landstand op te bouwen, omdSt wij de vaste overtuiging hebben, dat een apparaat, dat nationaal-socia- listisch is opgebouwd, tenslotte meer zal kun nen voortbrengen, gelukkiger menschen zal kunnen maken, dan wanneer dat niet het ge val is. Wij geloofden niet dat het nationaal- socialisme alleen is voor mooi weer, 'het is juist bij stormweer noodzakelijk. Wij kunnen het zoo stellen, dat de veiligheid van Europa beslist wordt doof het nationaal-socialisme. In Italië heeft men gezien wie tenslotte betrouw baar gebleken zijn: de fascisten En zij zullen het altijd weer zijn! Bij onze wereldbeschouwing zullen wij -ons daarop moeten baseeren en daarvan moeten uit gaan. Wij zullen het met elkaar moeten doen in eerste instantie, want anders gaat het niet. De voedselvoorziening, ook in oor logstijd, zal meer en meer naar nationaal- socialistische principes worden uitgevoerd en wanneer wij dan hier deze taak met el kaar bespreken, dan weten wij dat, zooals wij thans leven, dit alleen mogelijk is om' dat er een met de wapenen strijdend Duitsch volk is, dat zoo hier en daar gehol pen wordt. Het wordt geholpen door de zwarthemden van Mussolini, door Hongarije en Roemenië en het wordt ook geholpen dóór een aantal Nederlanders, die toch in ieder geval hun kern vinden in de NSB. Terwijl wij de taak hebben hier te vech ten, zien wij natuurlijk met de meeste be langstelling naar wat d^ar buiten gebeurt. Maar wat daar buiten gebeurt in militair opzicht, is niet aan óns ter beoordeeling. Het is wel aan ons om onder alle omstandighe den te blijven gelooven, te blijven vertrou wen en innerlijk zeker te zijn, dat de zege toch zal zijn aan Adolf Hitler en zijn man nen! (applaus). Daarom, kameraden, heb ik, na hetgeen ik zooeven gezegd heb, niet meer te doen dan nog dit kort te zeggen: wanneer gij op uw bedrijf moeilijkheden ondervindt iede- ren dag weer en wanneer-gij als nationaal- socialist bijzonder veel bezoeken krijgt van controleurs, meer bezoeken dan de ande ren, dan zult gij dat op dit oogenblik moe ten dragen voor de toekomst, waarvoor wij zullen werken. Gij zult het trachten, want dit is hetgeen mij zöo bijzonder verheugd heeft, toen ik laatst in Drente was. Gij weet, in Drente hebben onze boeren het het moeilijkst, om dat zij daar het meest worden geterroriseerd En gij zult misschien denken „in Drente zal de beweging wel een klap gekregen hebben en wel veel ménschen hebben verloren". O ja, er zijn er heengegaan, natuurlijk zijn er heengegaan, dat is een automatische zuive ring en sterking. Maar dit mag ik er aan toevoegen: niettegenstaande de terreur van de laatste maanden zijn er in Drente meer bijgekomen dan er afgegaan ziin (applaus). Daarom, mijne kameraden, lk behoef het niet eens te zeggen, houdt goeden moed en zet door. Zoolang er nog één jongen van ons daarbuiten staat, zal hij nooit kun nen zeggen, dat hier een nationaal-socialist versaagd heeft. Nooit! Wij staan met el kander vast. (applaus). Blijft bij alles wat gij doet, het onder scheid zien tusschen goed en kwaad. Blijft begrijpen, blijft beseffen, dat God almacht tig tenslotte het al regeert. Wendt u bewust af van drogredenen, van die drogredenen, dié u wijs willen maken, dat het wereld- kapitalisme van Angelsaksischen huize voor ons milddadig "zou willen zijn. Blijft ver van degenen, die u willen zeggen, dat het bols jewisme uiteindelijk rechtvaardig zal zijn. Weest trouw aan ónze beginselen, die zui ver zijn en gericht op het welzijn der natie. Weest trouw aan uw roeping en denkt daarbij, dat de Almachtige ons volk door honderden jaren heen gevoerd heeft en ons altijd weer op het rechte spoor heeft gezet en dat wij daarvan dienaar willen blijven, opdat Nederland zal herleven. Een nieuw Nederland in een nieuw Euro pa. Dat kan alleen door de Zege der Duit sche wapenen. Het kan alleen door de sa menbinding, het samenhouden van alle nationaal-socialisten of zij nu Duitschers zijn of dat zij Nederlanders zijn. De kame raadschap tusschen ons is het begin van de kameraadschap tusschen. de Germaansche volkeren en die kameraadschap en die lots verbondenheid vormen het fundament, dat noodig is voor het veilig stellen van Euro pa want alleen in een veilig Europa kunnen wij leven! Houzee! (applaus). Zaterdagmorgen brachten 75 leerlingen van Haarlemsche meisjes-H.B.S. met hun directrice een bezoek aan de „".Habovo" in „Dreefzicht". Aan dit bezoek is voor deze meisjes een prijsvraag verbonden voor het beste opstel over de tentoonstelling geschre ven. Een aantal fraaie prijzen zijn door hef bestuur van den Haarlemschen Bond van Volkstuindersvereenigingen beschikbaar gesteld. Hieronder laten wij een lijst der uitge reikte bekroningen vongen: „Eigen Tuin" (gouden medaille), „Ons Buiten" (gouden medaille), „Duinlust" (kleine gouden me daille), „Anthony Fokker" (verguld zilve ren medaille), „Arbeid Adelt", (zilveren medaille), „Joan Maatsuiker" (vergulde medaille), „Ramplaakwartier" (bronzen medaille), „Nut en Genoegen" (bronzen medaille). De verenigingen „Ons Buiten" en „Anthony Fokker" kregen bovendien ieder een eereprijs voor de beste in oorlogs volkstuinen gekweekte groenten. PERSONALIA. Voor het te Amsterdam gehouden examen voor lógooaediste is geslaagd mej. A. de Graaf te Haarlem. HOOFDPRIJZEN STAATSLpTEKIJ. 1000: 15253, 16132, 18499. 400:3289, 7793, 9465, 16427, 18535, 19145 21714. 200: 14343, 18454, 21922. 100: 4214, 5477, 8662. 13781, 15836, 17321, 20598, 20956, 21202, 21649. GOUDEN HUWELIJKSFEEST. Op 11 October zal hef vijftig jaar geleden zijn dat de heer J. van Kampen in den echt verbonden werd met mej. J. de Rijke Het gouden echtpaar woont in de Schoollaan 77, Bennebroek. BEGRAFENIS VAN DR. J. D. BIERENS DE HAAN. Zaterdag is op de algemeene begraafplaats te Bloemendaal de teraardebestelling geschied van wijlen dr. J. D. Bierens de Haan. In de aula hadden zich eenige honderden vrienden verzameld om den bekenden wijsgeer naar de laatste rustplaats te geleiden. Onder hen wa ren o.a. vertegenwoordigers van de Vereeni- ging voor Wijsbegeerte, het tijdschrift voor wijsbegeerte, de internationale school voor wijsbegeerte te. Amersfoort en de Vereeniging van Volksuniversiteiten. Nadat de kist, welke onder bloemen bedol ven was, in de aula was opgebaard, sprak prof dr. G. A. van den Bergh van Eijsinga. Hij ge waagde van de 30-jarige trouwe vriendschap, die er tusschen hem en dr. Bierens de Haan had bestaan en schetste den overledene als een man met een veelzijdige belangstelling, wiens grootste liefde uitging naar de wijsbe geerte en die door zijn werken op dit gebied talloos velen aan zich heeft verplicht. Hij was een ethisch-religieuze persoonlijkheid met een volkomen harmonisch leven. Zijn stoffelijke verschijning is nu heengegaan, doch zijn geest zal immer blijven leven. Vervolgens spraken drie zoons een persoon lijk van groote waardeering getuigend af scheidswoord, waarna ds. J. C. van Dijk, Ned. Herv. predikant te BWemendaal voorlas I Cor. 13 vers 1, waaraan hij een korte beschouwing over het wezen van dr. Bierens de Haan ver bond. Nadat de kist in de groeve was neergelaten, ging ds. Van Dijk voor in gebed, waarna de. oudste zoon namens de familie dank betuigde voor de blijken van deelneming. NIEUWE VLEESCHBONNEN. Van 5 October tot en met 16 October geven de met „vleesch 41-A" en de mfet „vleeseh 42A" gemerkte bonnen recht op het koopen van 100 gram vleesch (bpen inbegrepen)'of van" een rantsoen vleeschwaren. Gedurende hetzelfde tijdvak geven de met „vleesch 41B" en de met „vleesch 42B" ge merkte bonnen recht op het koopen van 54 gedeelte van voornoemde hoeveelheid vleesch of vleeschwaren. DINSDAG 5 OCTOBER 1943. HILVERSUM I, 414.4 M. 6.45 Gram.muz. 7.00 BNO Nieuws. 7.10 Ochtend gymnastiek. 7.15 Gram.muz. "f.40 Sportnieuws. 7.50 Progr. overz. 8.00 BNO Nieuws. 8.10 Muziek van Franz Schubert. 8.30 Orgelspel. 8.45 Voor de huisvrouw. 8.50 Schub.ertwalsen. 9.00 Godsdiens tige uitz. 9.30 Orkest Malando en gram.muz. 10.30 In den lusthof} 10.45 Orgel en zang. 11.15 Orkest Otto Hendriks. 12.00 Almanak. 12.15 Piano viool en cello. 12.45 BNO Nieuws. 13.00 Land en volk brengt13.05 Musette orkeste, soliste- en orgel spel. 14.00 Kroongetuigen tegen het Bolsjewisme. 14.15 Omroeporkest en soliste. 15.00 Noorach pro gramma. 15.30 Zonnestralen in ziekenzalen. 16.00 Stedelijk orkest van Maastricht. 16.45. BNO Nieuws. 17.00 De Lichte Toets. 18.00 BNO Binnerv- landsch gesproken overzicht. 18.05 Eerste acte u, d. operette .Baron Trenck". 18.45 De NSB ant* woordt. 18.55 Marschmuziek. 19.00 BNO Nieuws. 19.10 Spiegel v. d. dag. 19.15 Bonte Verscheiden heid. 22.00 BNO Nieuws en actueele beschou wing. Van 22.15 af alleen voor de Radio-Centrales. 22.15 Suiteconocert. 23.30-^24.00 Magyari Imri en zijn Zigeunerorkest. HILVERSUM II, 301.5 M. 17,00 Kamermuziek. 17.45 Orgelconcert. 18.00 Jan van Dinteren en zijn orkest. 18.35 Orgel-en zang. 19.00 BNO Nieuws. 19.10 Voor de kleuters. 19.45 Licht klassiek orkestconcert. 20.15 Duitsche Taal cursus. 20.40 Operaconcert. 21.45 Avondwijding. 22.00 BNO Nieuws en actueele beschouwing.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlemsche Courant | 1943 | | pagina 5