De rede vein den
Rijkscommissaris.
Réde van Mussert
De „Hafoovo".
RADIO-PROGRAMMA
Vervolg van pag. 2
drie weken en de pessimisten met drie maan
den rekenen. Dat is een zeer bedenkelijk tee
lten voor het Engelsche moreel, maar ook voor
die van de vijandig gezinde Nederlanders.
Het staat ons 'duidelijk voor oogen, dat de
zware belasting, die op alle nationaal-sociS-
listen en vooral op het Duitsche volk drukt,
uren van moedeloosheid en van twijfel kan
brengen, maar tevens ook uren van den weer
stand, want dan treedt aan het licht, welk een
kunnen en welk een geloof er in de mensehen
steekt. Het kunnen schraagt de menschen, die
hun strijd om het bestaan voeren, hetzij in het
Westen, of in het Oosten. Wanneer de anderen
zouden overwinnen, zou er niets meer zijn,
dat het leven in Europa waard maakt geleefd
te worden. De plaatsen van de Europeesche
cultuur, de bakeamat van het arische ras in
de geheele werel* zouden vernietigd worden.
Dat weten wij. Evengoed echter weten wij,
dat onze oorlogsdoelstellingen goed en recht
vaardig zijn. Wanneer wij nationaal-socialis-
ten ons handhaven, dan zal er in heel Europa
geen mensch zijn, die niet een betere toekomst
tegemoet kan zien. Natuurlijk mag men niet
altijd uitgaan van datgene, dat er eens was.
Het rad der geschiedenis draait niet terug.
Men moet in een vijfde oorlogsjaar uitgaan
van den oorlogstoestand en dan kunnen wij
slechts zeggen: .wanneer wij deze geweldige
som van krachten, die wij thans in de machine
der vernietiging moeten steken, voor een
socialen opbouw kunnen gebruiken, dan zal
het in Europa goed worden en dan zal het ook
hier in Nederland weer mooi zijn om_te leven,
voor den Nederlandschen boer erf voor den
Nederlandschen arbeider
Wanneer wij winnen hebben oojc de anderen
nog lang niets te vreezen. Immers de Engel-
schen hebben hun wereldrijk aan de Amerika
nen en niet aan ons verloren. Wat echter de
Amerikanen betreft, zou ik het volgende wil
len zeggen: kunt u zich voorstellen, is het
denkbaar, dat er een zin bestaat: „Wanneer
wij ook sterven, de Vereenigde Staten moeten
leven?" Gelooft ge, dat de Amerikanen ooit
met een dergelijke kracht van wil den oorlog
kunnen voeren
Maar wij: wij komen met dezen zin voor de
wereldgeschiedenis. Wij zeggen: „wanneer wij
ook sterven,,Duitschland moet leven!" Daar
om zijn wij er volkomen zeker van, dat wij
een weerstandskracht opbrengen, die de tegen
partij nooit kan overwinnen. Dat is ons kun
nen kameraden. Bij dit kunnen komt het ge
loof, dat onze leiding het goede wil.
Kameraden! N&derlandsehe en Duitsche na-
*tionaal-socialisten, 't lot heeft ons den Führer
gegeven. De Führer is niet een mensch, die
uit eenigerlei ■bevoorrechten stand komt. De
Führer is een mensch, die uit de arbeiders
klasse komt, dien het lot den vader vroegtijdig
heeft ontnomen, om het te plaatsen voor alle
beproevingen. De Führer is als mensch geble
ven wat hij was: de eenvoudige man van zijn
volk.
Adolf Hitler kent alle zorgen, kent allen
kommer, die eiken volksgenoot afzonderlijk
treft. Hij heeft alles meebeleefd en in zich be
waard. Dat is de bron van zijn groote kracht.
Nooit heeft hij zich van zijn volk verwijderd.
Hij staat er midden in, als een van ons. Dat is
voor ons de groote waarborg, dat deze strijd
op leven en dood voor het groote sociale recht
vaardige doel eener nieuwe ordening van het
Europeesche en het Germaansche leven, ge
voerd wordt volgens waarachtige beginselen
der socïale rechtvaardigheid. En daarom zul
len wij met den Führer overwinnen. En daar
om zullen wij uit dezen oorlog nog slechts als
fanatiekere nationaal-socialisten tê voorschijn
komen om te beginnen aan ons vredeswerk.
Heil den Führer
De Leider hield de volgende rede:
Herr Reichskommissar Duitsche en Neder-
lapdsche kameraden Vandaag op dezen bui
tengewoon mooien dag, op dezen herfstdag
bij uitnemendheid, zijn wij dan hier ver-
eenigd om onze gedachten te" laten gaan over
al. hetgeen verband houdt met de voedsel
voorziening en al hetgeen verband houdt met
de hoogere dingen daaraan verbonden. Want
met brood alleen kan de mensch niet leven,
wij leven uit een ideaal. Maar wij leven ook
natuurlijk doordat het ons mogelijk gemaakt,
wordt door de voedselvoorziening. En nu
weet ik in dezen tijd hoe moeilijk liet is voor
duizenden en tienduizenden om behoorlijk
gevbed te worden. Er is echter, kameraden,
en dit is het belangrijkste, in Nederland nog
geen mensch van den honger omgekomen.
Moeilijkheden zijn er, maar wij staan in het
vierde oorlogsjaar en wanneer ik u zoo zie,
dan zeg ik: nu, het gaat nogal goed met de
Voedselvoorziening.
Moeilijkheden en zorgen hebben wij allen,
maar zooals ik zeide, wij staan in het vierde
oorlogsjaar en er moet ons toch een groot
gevoel van dankbaarheid overstroomen, wan
neer wij weten dat het op hèt oogenblik nog
zoo gesteld is met de voedselvoorziening. Er
moet dankbaarheid zijn jegens God en dank
baarheid jegens de menschen. Laten wij goed
begrijpen: de mensch kan de natuur helpen
of verstoren. Maar de natuur is de eerste, de
tweede en de .derde factor. Wanneer er dit
jaar ziftk een schoone oogst gekorhen is, dan
willen wij onze dankbaarheid in de eerste
plaats aan God betuigen. De natuur gaat
tewerk volgens vaste wetten, die wij slechts
ten deele kennen. Waarom is er b.v. nu dit
jaar bij de suikerbieten een bijzonder hoog
percentage aan suiker te verwachten? Waar
om is ook de olievoorziening zoo bijzonder
Wij weten het niet. Dat doet de natuur, de
natuur, die wij in de eerste plaats moeten
ondersteunen en helpen, zooveel wij kunnen.
Het menschenwerk is daartoe, en wanneer
men dat niet goed doet, verstoort men zooveel.
Gisteren was ik in Rotterdam." In Rotter
dam moeten bepaalde militaire werken ge
maakt worden, want ons Rotterdam wordt
bedreigd als plaats aan het Westfront. Wat
zei toen de militaire man, een Duitscher
dus? Hij zei: „IJr zal zorg 3ragen, dat er zoo
weinig mogelijk behoeft te worden kapot ge
maakt." „Een huis", zegt hij terecht, „kan
men in één jaar opbouwen, maar een boom,
daar heb je 60 jaar voor noodig en ik zal
passen op de boomen^^die gespaard kunnen
worden." Zie eens, dat is de juiste mentali
teit, die ons ook vandaag moet bezielen, de
mentaliteit van „heb eerbied voor de natuur".
Begrijp uw eigen kleinheid, maar doe vanuit
uw menschelijke standpunt, wat mogelijk is
de natuur te helpen en de natuur zal
vruchtbaarder zijn dan ooit te voren.
Het menschenwerk, in dit geval het werk
van den boef en de boerenarbeiders, is in
dezen tijdniet zoo gemakkelijk als vroeger
Het is echter de plichtsgetrouwheid van den
eenvoudigen mensch, waarop tenslotte alles is
opgebouwd.
Het zijn niet de sterren, de uitblinkers, die
tenslotte de wereld maken tot wat zij is. Ook
zij zijn noodig, maar wat komt er van de
wereld terecht, wanneer niet honderdduizen
den en millioenen eenvoudige werkers altijd
weer bereid zijn op een eenvoudige plaats
hun plicht te doen
Dat is het fundamenHder natie, dat is het
fundament de gelmele samenleving. En
daarom heeft het mij zoo verheugd, dat, toen
ik laatst in Drente was en daar een bezoek
bngcht aan kameraden wier boerenhoeven
waren verbrand door misdadige tegenstan
ders, ieder van hen zei: „Ja, maar dat doen
geen boeren! Want boeren zullen nooit een
hoeve in brand steken, niet van hun ergsten
zijand. Dat doet hij nooit, want hij is te nauw
verbonden met de natuur en hij weet dat zoo
iets niet mag". Dat vernam ik uit d'en mond
van degenen wier hoeve, een, twee of drie
dagen van tevoren was afgebrand. Maar zij
stonden solidair met dë andere boeren en
ooerenarbeiders, waartoe zij als volk be-
hooren.
Zooals ik zoojuist zeide: ónze dank aan God
vvillen wij paren aan den (dank, dien wij ge
voelen voor deze honderdduizenden getrouwe,
eenvoudige werkers, die een jaar lang weer
hun werk gegeven hebben om het daardoor
mogelijk te maken dat wij leven. Want wii
teven alleen doordat zij ons het noodige
voedsel hebben verstrekt. Toen de zteeën nog
open waren voor ons, toen werd drie millioen
ton graan per jaar uit overzeesche gebieden
aangevoerd en er waren toen vele menschen
in Nederland,/ die zich afvroegen waarvoor
wij eigenlijk boeren hebben. Ik herinner mij
hoe een van de liberalen van de Tweede Ka
mer, het was een vrouw, een heel mooie be
rekening opstelde volgens welke het niet meer
noodig was de Zuiderzee droog te maken
omdat de rentestandaard ter beurze zoo hoog
was! Het is reeds eenige jaren geleden en wij
hebben daartegen genoeg gefulmineerd. U
weet hoe het in de kapitalistische periode
ging: millioenen tonnen aan graan werden in
gevoerd en onze producten werden vernie
tigd.
En wij weten het ook, het is vernietigd op
bevel van het groot-kapitalisme uit Londen
en New-York, ofschoon hief het volk voor
een groot deel het toch noodig had, ofschoon
millioenen Duitschefs het gaarne zouden
willen hebben. Het is vernietigd op bevel van
de heeren uit Londen .van het grootkapitalis
me, dat hier heerschte bij monde van Colijn.
Dat alles is geschied. Het Amerikaansche
voorbeeld was er, gij weet het. In Amerika
kregen de boeren betaald naarmate zij min
der deden. Het was een premie op het niets
doen, het kapot maken. Datzelfde systeem is
hier gevolgd. Toen kwam los de groote massa
van controleurs, die de boeren niet moesten
controleeren of zij wel het noodige deden,
maar of zij niet te" veel deden. Gij ziet de
dwaasheid van dat systeèm, want een nor
male omstandigheid is het, dat ieder den
plicht heeft ^zooveel mogelijk tot stand te
brengen en niet dat er een controle is om te
zorgen, dat men zoo weinig mogelijk doet.
Het was het noodzakelijk kwaad van dat
systeem, maar de schuld kwam op ons volk
terecht en wanneer er moeilijke toestanden
zijn, zie het dan zoo met mij, "mijne volksge
nooten en kameraden, dat het hier betreft een
kleine delging van de schuld en dat wij nog
barmhartig door God' behandeld worden,
want wij hebben erger verdiend, doordat er
moedwillig millioenen kilogrammen voedsel
vernietigd zijn.
Nu staat het zoo, dat niemand in Neder
land er meer aan denkt om voedsel te ver
nietigen, behalve dan die paar verdwaasde
misdadigers, die hoeven in brand steken. Het
mag toch eigenlijk geen naam hebben: die
enkelingen, het volk in zijn geheel staat er
volmaakt afwijzend tegenover en de boeren
en de boerenarbeiders werken in getrouw
heid om zooveel mogelijk voor het volk voort
te brengen.
Het systeem echter, dat de bezettende over
heid hier heeft aangetroffen, is niet in een
handomdraaien te veranderen. Want één ding
gaat voor. alles: risico mag er niet genomen
worden, want wanneer er iets niet goed gaat
met de voedselvoorziening, zeggen wij niet:
„dat is niet erg".
Vroeger vaarden wij uit naar het Oosten
en het Westen, naar het Noorden en het Zui
den. Wij zijn nu op ons zelf aangewezen. De
bezettende overheid kan niet plotseling ver
anderen datgene wat was. Maar wij zelf kun
nen er geleidelijk maar zeker voor zorgen,
dat het nationaal socialisme daarvoor in de
plaats komt. Want d i t is niet ons systeem.
Het systeem dat er nu is, is eenvoudig een
bestendiging van wat er was. Een afleverings
plicht moét er b.v. zijn, dat spreekt vanzelf,
maar het zwaartepunt moet gebracht wor
den naar de boeren en naar de boerenarbei
ders. De boeren en de arbeiders moeten vol
komen doordrongen zijn van hun plichten ten
aanzien van de gemeenschap en het is onze
taak en onze roeping om de boeren en de
boerenarbeiders zoover te brengen dat zij
inzien waarom het gaat zoodat zij zelf van
hun boerenerf en hun boerengemeenschap uit
ervoor zullen kunnen zorgdragen, dat ons
volk datgéne heeft wat het noodig heeft.
Eens, in 1936, ter gelegenheid van een hage-
preek in Lunteren heb ik'het volgende ge
zegd: „Het bestaan van het nieuwe Neder-
landsche volk zullen wij vestigen op onzen
bodem. Liefde moeten wij hebben voor onzen
bodem en eerbied voor onze volksgenooten,
die naar beste weten door hun arbeid den
bodem vruchtbaar maken. Beschaamd moeten
wij ons afwenden van het goddelooze bedrijf
van de vernietiging van -de opbrengst van
onzen bodem, van dé" vernietiging van den
veestapel en van de vernietiging van al de
goederen, die dit volk verkreeg door Gods
genade, dank zij de vruchtbaarheid van den
bodem en den noesten vlijt, het overleg en de
inspanning van tienduizenden harde werkers".
Het is nu zeven jaar later en ik heb hier
van geen woord terug te nemen. Nog altijd
is dit ons fundament: den bodem verzorgen
en er zooveel mogelijk voor zorg dragen, dat
zij niet wordt uitgeput. Wij weten het wel,
de kunstmestvoorziening is niet schitterend
maar laten wij op dat gebied alles doen, wat
mogelijk is om te zorgen, dat de bodem niet
wordt uitgeput. Want het is zoo: naarmate
een bodem schraler is, zal men dat niet di
rect terugvinden in den stengel maar in - de
korrel van het graan en het laatste is juist
hetgeen wij het meest van noode hebben.
De boer wil terug hebben zijn boereneer,
dat hij baas is in eigen huis in den goeden zin
van het woord. De boerenarbeider wil sociale
gerechtigheid hebben, hij wil niet als paria
staan te midden van zijn volksgenooten en
niet behooren tot diegenen, die men met het
minste maar afscheept. Zij behooren tot het
fundament der natie.
Het zwaartepunt zal na korteren of langeren
tijd verlegd moeten worden naar boer en
boerenerf. Zijn leiderscapaciteiten zullen naar
voren moeten komen. De verzorging der boe
renarbeiders zal vastgesteld moeten worden en
de producten zullen een redelijken prijs moe
ten opbrengen, die het loon is naar werken.
Dit alles zal ook onder nationaal-socialistische
inschakeling centraal geleid moeten worden,
maar de uitvoering daarvan kan eerst goed
komen, wanneer er is een doelbewuste Land
stand. Wil, men omschakelen, dan moeten wij
van 't eene apparaat naar een ander apparaat,
maar je kunt niet omschakelen van een appa
raat naar niets. Er was nu een ander apparaat,
dat in ieder geval het groote voordeel had,
dat het Nederlandsche volk tot op den huidi-
gen dag gevoed is kunnen worden. En wan
neer wij een ander systeem willen hebben,
moet ook een ander apparaat, een boerenland
stand worden opgebouwd.
En wij weten het, dat is niet eenvoudig. Ve
len begrijpen het niet en staan er tegenover,
ook onder diegenen, die er zelf het grootje
belang bij hebben, dat die omschakeling eens
zal kunnen plaats vinden. Wij hebben den
waarborg noodig, dat de Landstand het zal
kunnen doen en daarom is het de eerste fen
de belangrijkste taak van alle Nederlandsche
nationaal-socialisten, die boer en boerenarbei
der zijn om mede te helpen den Landstand op
te bouwen, omdSt wij de vaste overtuiging
hebben, dat een apparaat, dat nationaal-socia-
listisch is opgebouwd, tenslotte meer zal kun
nen voortbrengen, gelukkiger menschen zal
kunnen maken, dan wanneer dat niet het ge
val is. Wij geloofden niet dat het nationaal-
socialisme alleen is voor mooi weer, 'het is
juist bij stormweer noodzakelijk. Wij kunnen
het zoo stellen, dat de veiligheid van Europa
beslist wordt doof het nationaal-socialisme. In
Italië heeft men gezien wie tenslotte betrouw
baar gebleken zijn: de fascisten
En zij zullen het altijd weer zijn! Bij onze
wereldbeschouwing zullen wij -ons daarop
moeten baseeren en daarvan moeten uit
gaan. Wij zullen het met elkaar moeten
doen in eerste instantie, want anders gaat
het niet. De voedselvoorziening, ook in oor
logstijd, zal meer en meer naar nationaal-
socialistische principes worden uitgevoerd
en wanneer wij dan hier deze taak met el
kaar bespreken, dan weten wij dat, zooals
wij thans leven, dit alleen mogelijk is om'
dat er een met de wapenen strijdend
Duitsch volk is, dat zoo hier en daar gehol
pen wordt. Het wordt geholpen door de
zwarthemden van Mussolini, door Hongarije
en Roemenië en het wordt ook geholpen
dóór een aantal Nederlanders, die toch in
ieder geval hun kern vinden in de NSB.
Terwijl wij de taak hebben hier te vech
ten, zien wij natuurlijk met de meeste be
langstelling naar wat d^ar buiten gebeurt.
Maar wat daar buiten gebeurt in militair
opzicht, is niet aan óns ter beoordeeling. Het
is wel aan ons om onder alle omstandighe
den te blijven gelooven, te blijven vertrou
wen en innerlijk zeker te zijn, dat de zege
toch zal zijn aan Adolf Hitler en zijn man
nen! (applaus).
Daarom, kameraden, heb ik, na hetgeen
ik zooeven gezegd heb, niet meer te doen
dan nog dit kort te zeggen: wanneer gij op
uw bedrijf moeilijkheden ondervindt iede-
ren dag weer en wanneer-gij als nationaal-
socialist bijzonder veel bezoeken krijgt van
controleurs, meer bezoeken dan de ande
ren, dan zult gij dat op dit oogenblik moe
ten dragen voor de toekomst, waarvoor wij
zullen werken.
Gij zult het trachten, want dit is hetgeen
mij zöo bijzonder verheugd heeft, toen ik
laatst in Drente was. Gij weet, in Drente
hebben onze boeren het het moeilijkst, om
dat zij daar het meest worden geterroriseerd
En gij zult misschien denken „in Drente zal
de beweging wel een klap gekregen hebben
en wel veel ménschen hebben verloren". O
ja, er zijn er heengegaan, natuurlijk zijn er
heengegaan, dat is een automatische zuive
ring en sterking. Maar dit mag ik er aan
toevoegen: niettegenstaande de terreur van
de laatste maanden zijn er in Drente meer
bijgekomen dan er afgegaan ziin (applaus).
Daarom, mijne kameraden, lk behoef het
niet eens te zeggen, houdt goeden moed
en zet door. Zoolang er nog één jongen
van ons daarbuiten staat, zal hij nooit kun
nen zeggen, dat hier een nationaal-socialist
versaagd heeft. Nooit! Wij staan met el
kander vast. (applaus).
Blijft bij alles wat gij doet, het onder
scheid zien tusschen goed en kwaad. Blijft
begrijpen, blijft beseffen, dat God almacht
tig tenslotte het al regeert. Wendt u bewust
af van drogredenen, van die drogredenen,
dié u wijs willen maken, dat het wereld-
kapitalisme van Angelsaksischen huize voor
ons milddadig "zou willen zijn. Blijft ver van
degenen, die u willen zeggen, dat het bols
jewisme uiteindelijk rechtvaardig zal zijn.
Weest trouw aan ónze beginselen, die zui
ver zijn en gericht op het welzijn der natie.
Weest trouw aan uw roeping en denkt
daarbij, dat de Almachtige ons volk door
honderden jaren heen gevoerd heeft en ons
altijd weer op het rechte spoor heeft gezet
en dat wij daarvan dienaar willen blijven,
opdat Nederland zal herleven.
Een nieuw Nederland in een nieuw Euro
pa. Dat kan alleen door de Zege der Duit
sche wapenen. Het kan alleen door de sa
menbinding, het samenhouden van alle
nationaal-socialisten of zij nu Duitschers
zijn of dat zij Nederlanders zijn. De kame
raadschap tusschen ons is het begin van de
kameraadschap tusschen. de Germaansche
volkeren en die kameraadschap en die lots
verbondenheid vormen het fundament, dat
noodig is voor het veilig stellen van Euro
pa want alleen in een veilig Europa kunnen
wij leven! Houzee! (applaus).
Zaterdagmorgen brachten 75 leerlingen
van Haarlemsche meisjes-H.B.S. met hun
directrice een bezoek aan de „".Habovo" in
„Dreefzicht". Aan dit bezoek is voor deze
meisjes een prijsvraag verbonden voor het
beste opstel over de tentoonstelling geschre
ven. Een aantal fraaie prijzen zijn door hef
bestuur van den Haarlemschen Bond van
Volkstuindersvereenigingen beschikbaar
gesteld.
Hieronder laten wij een lijst der uitge
reikte bekroningen vongen: „Eigen Tuin"
(gouden medaille), „Ons Buiten" (gouden
medaille), „Duinlust" (kleine gouden me
daille), „Anthony Fokker" (verguld zilve
ren medaille), „Arbeid Adelt", (zilveren
medaille), „Joan Maatsuiker" (vergulde
medaille), „Ramplaakwartier" (bronzen
medaille), „Nut en Genoegen" (bronzen
medaille). De verenigingen „Ons Buiten"
en „Anthony Fokker" kregen bovendien
ieder een eereprijs voor de beste in oorlogs
volkstuinen gekweekte groenten.
PERSONALIA.
Voor het te Amsterdam gehouden examen
voor lógooaediste is geslaagd mej. A. de
Graaf te Haarlem.
HOOFDPRIJZEN STAATSLpTEKIJ.
1000: 15253, 16132, 18499.
400:3289, 7793, 9465, 16427, 18535, 19145 21714.
200: 14343, 18454, 21922.
100: 4214, 5477, 8662. 13781, 15836, 17321, 20598,
20956, 21202, 21649.
GOUDEN HUWELIJKSFEEST.
Op 11 October zal hef vijftig jaar geleden
zijn dat de heer J. van Kampen in den echt
verbonden werd met mej. J. de Rijke Het
gouden echtpaar woont in de Schoollaan 77,
Bennebroek.
BEGRAFENIS
VAN DR. J. D. BIERENS DE HAAN.
Zaterdag is op de algemeene begraafplaats
te Bloemendaal de teraardebestelling geschied
van wijlen dr. J. D. Bierens de Haan. In de
aula hadden zich eenige honderden vrienden
verzameld om den bekenden wijsgeer naar de
laatste rustplaats te geleiden. Onder hen wa
ren o.a. vertegenwoordigers van de Vereeni-
ging voor Wijsbegeerte, het tijdschrift voor
wijsbegeerte, de internationale school voor
wijsbegeerte te. Amersfoort en de Vereeniging
van Volksuniversiteiten.
Nadat de kist, welke onder bloemen bedol
ven was, in de aula was opgebaard, sprak prof
dr. G. A. van den Bergh van Eijsinga. Hij ge
waagde van de 30-jarige trouwe vriendschap,
die er tusschen hem en dr. Bierens de Haan
had bestaan en schetste den overledene als
een man met een veelzijdige belangstelling,
wiens grootste liefde uitging naar de wijsbe
geerte en die door zijn werken op dit gebied
talloos velen aan zich heeft verplicht. Hij was
een ethisch-religieuze persoonlijkheid met een
volkomen harmonisch leven. Zijn stoffelijke
verschijning is nu heengegaan, doch zijn geest
zal immer blijven leven.
Vervolgens spraken drie zoons een persoon
lijk van groote waardeering getuigend af
scheidswoord, waarna ds. J. C. van Dijk, Ned.
Herv. predikant te BWemendaal voorlas I Cor.
13 vers 1, waaraan hij een korte beschouwing
over het wezen van dr. Bierens de Haan ver
bond.
Nadat de kist in de groeve was neergelaten,
ging ds. Van Dijk voor in gebed, waarna de.
oudste zoon namens de familie dank betuigde
voor de blijken van deelneming.
NIEUWE VLEESCHBONNEN.
Van 5 October tot en met 16 October geven
de met „vleesch 41-A" en de mfet „vleeseh 42A"
gemerkte bonnen recht op het koopen van 100
gram vleesch (bpen inbegrepen)'of van" een
rantsoen vleeschwaren.
Gedurende hetzelfde tijdvak geven de met
„vleesch 41B" en de met „vleesch 42B" ge
merkte bonnen recht op het koopen van 54
gedeelte van voornoemde hoeveelheid vleesch
of vleeschwaren.
DINSDAG 5 OCTOBER 1943.
HILVERSUM I, 414.4 M.
6.45 Gram.muz. 7.00 BNO Nieuws. 7.10 Ochtend
gymnastiek. 7.15 Gram.muz. "f.40 Sportnieuws.
7.50 Progr. overz. 8.00 BNO Nieuws. 8.10 Muziek
van Franz Schubert. 8.30 Orgelspel. 8.45 Voor de
huisvrouw. 8.50 Schub.ertwalsen. 9.00 Godsdiens
tige uitz. 9.30 Orkest Malando en gram.muz. 10.30
In den lusthof} 10.45 Orgel en zang. 11.15 Orkest
Otto Hendriks. 12.00 Almanak. 12.15 Piano viool
en cello. 12.45 BNO Nieuws. 13.00 Land en volk
brengt13.05 Musette orkeste, soliste- en orgel
spel. 14.00 Kroongetuigen tegen het Bolsjewisme.
14.15 Omroeporkest en soliste. 15.00 Noorach pro
gramma. 15.30 Zonnestralen in ziekenzalen. 16.00
Stedelijk orkest van Maastricht. 16.45. BNO
Nieuws. 17.00 De Lichte Toets. 18.00 BNO Binnerv-
landsch gesproken overzicht. 18.05 Eerste acte u,
d. operette .Baron Trenck". 18.45 De NSB ant*
woordt. 18.55 Marschmuziek. 19.00 BNO Nieuws.
19.10 Spiegel v. d. dag. 19.15 Bonte Verscheiden
heid. 22.00 BNO Nieuws en actueele beschou
wing. Van 22.15 af alleen voor de Radio-Centrales.
22.15 Suiteconocert. 23.30-^24.00 Magyari Imri en
zijn Zigeunerorkest.
HILVERSUM II, 301.5 M.
17,00 Kamermuziek. 17.45 Orgelconcert. 18.00 Jan
van Dinteren en zijn orkest. 18.35 Orgel-en zang.
19.00 BNO Nieuws. 19.10 Voor de kleuters. 19.45
Licht klassiek orkestconcert. 20.15 Duitsche Taal
cursus. 20.40 Operaconcert. 21.45 Avondwijding.
22.00 BNO Nieuws en actueele beschouwing.